gepubliceerd op 07 augustus 2014
Decreet betreffende de risicopreventie voor gezondheid op sportgebied
3 APRIL 2014. - Decreet betreffende de risicopreventie voor gezondheid op sportgebied (1)
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° Regering : de Regering van de Franse Gemeenschap;2° Hoge Raad : de Hoge Sportraad ingesteld bij het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten tot instelling van de Hoge Sportraad;3° Commissie : de Commissie voor risicopreventie voor gezondheid op sportgebied, ingesteld bij artikel 25 van dit decreet;4° Sport : alle vormen van lichamelijke activiteit die, door een al dan niet georganiseerde deelname, ten doel hebben de uitdrukking of de verbetering van de fysieke en psychische conditie, de ontwikkeling van sociale relaties of het bekomen van resultaten in competitie op alle niveaus, met uitsluiting van de lichamelijke en/of sportactiviteiten die door de scholen georganiseerd worden en die uitgeoefend en/of georganiseerd worden in een familiale sfeer of een privésfeer die niet toegankelijk is voor het publiek; 4bis° Sportactiviteit : elke sportactiviteit, zoals bedoeld in 4°, alsook wanneer ze uitgeoefend wordt vóór een publiek van toeschouwers; 5° Sport met bijzondere risico's : sport waarvan de beoefening tot het ongewoon toenemende risico kan leiden dat de fysieke of psychische integriteit van de deelnemers wordt aangetast;6° Sport met extreme risico's : sport waarvan de beoefening tot het belangrijk risico kan leiden dat de fysieke of psychische integriteit van de deelnemers wordt aangetast;7° Vechtsport : sport met bijzondere risico's of extreme risico's waarvan de regels expliciet bepalen dat vrijwillig aangebrachte slagen toegestaan zijn;8° Sporter : elke persoon die een sportactiviteit uitoefent, ongeacht het niveau, als beroeps- of amateursport;9° Sportbegeleidingspersoneel : elke trainer, verzorger, sportdirecteur, personeelslid, teampersoneel, vertegenwoordiger van de sportorganisatie, medisch en paramedisch personeel, ouder, begeleider of elke andere persoon die met een sporter werkt, of die hem verzorgt of hem hulp verleent, als vrijwilliger of tegen honorarium;10° Sportorganisatie : de sportfederaties, recreatieve sportfederaties en sportverenigingen, zoals bedoeld in artikel 1 van het decreet van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/12/2006 pub. 20/02/2007 numac 2007029009 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap sluiten houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap;11° Kring » : vereniging van sportleden die aangesloten zijn bij een sportorganisatie;12° Organisator : elke natuurlijke of rechtspersoon die alleen of in samenwerking met andere organisatoren, gratis of tegen betaling, een sportactiviteit organiseert, ook in de vorm van opvoering of demonstratie;13° Attest : schriftelijk attest voor gebrek aan contra-indicatie voor sportbeoefening, dat, naargelang het geval, ofwel de vorm van een medisch attest ofwel de vorm van een attest op erewoord aanneemt;14° Medisch attest van niet contra-indicatie : schriftelijk attest voor gebrek aan contra-indicatie voor sportbeoefening, ingevuld en ondertekend door een doctor in geneeskunde, waarvan het model door de Regering wordt vastgesteld;15° Attest op erewoord : schriftelijk attest voor gebrek aan contra-indicatie voor sportbeoefening, ingevuld en ondertekend door de sporter, waarvan het model door de Regering wordt vastgesteld;16° Medisch reglement : geheel van maatregelen voor preventie en verbod aangenomen door de sportorganisatie of de organisator en die ten doel hebben de fysieke en psychische gezondheid van sporters in het kader van de sportbeoefening te bevorderen en te beschermen. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied.
Art. 2.Het decreet is van toepassing : 1° op het grondgebied van het Franse taalgebied;2° op het grondgebied van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, op de instellingen bedoeld in artikel 1, 10° tot 12° die één of meer sportactiviteiten organiseren en die zowel wegens hun organisatie als hun activiteiten, beschouwd moeten worden als uitsluitend behorend tot de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK III. - Informatie en sensibilisering inzake de risicopreventie op sportgebied
Art. 3.De Regering organiseert informatie- en sensibiliseringscampagnes betreffende de risicopreventie en de gezondheidspromotie in de sportbeoefening die inzonderheid bestemd zijn voor sporters, leden van het begeleidingspersoneel, kringen, sportorganisaties en organisatoren.
De Regering kan de campagnes bedoeld in het eerste lid alleen of in partnerschip met andere overheden en/of privé instellingen organiseren, inzonderheid met sportorganisaties.
De Regering kan opdrachten van risicopreventie in de sportpraktijk toevertrouwen aan de sportorganisaties en de organisatoren.
Art. 4.De Regering kan informatie-en sensibiliseringscampagnes organiseren voor doctoren in geneeskunde wat betreft de inhoud van de medische attesten waarvan de aflevering vereist wordt in de toestanden opgesomd in artikel 11.
De Regering stelt, op voorstel van de Commissie, een handleiding op met als doel de doctoren in geneeskunde te informeren over de onderzoeken die uitgevoerd moeten worden om het gebrek aan contra-indicatie voor een sportactiviteit te controleren, rekening houdend met de mogelijke specifieke risico's.
TITEL II. - Verplichtingen HOOFDSTUK I. - Algemene verplichtingen inzake risicopreventie
Art. 5.Gelet op de eigenaardigheid van de sportactiviteiten die ze regelen of organiseren, zijn de sportorganisaties en de organisatoren ertoe gehouden : 1° voor de promotie en de bescherming van de gezondheid te zorgen in de uitoefening van hun sportactiviteiten;2° de gepaste maatregelen te nemen met als doel de preventie voor en de werkelijke strijd tegen de omstandigheden en de toestanden die beschouwd worden als een negatief effect te hebben op de fysieke integriteit en het psychische welzijn van de sporters alsook de maatregelen over de materiële organisatievoorwaarden en de voorwaarden voor de medische en sanitaire begeleiding. Elke sportorganisatie informeert de kringen over de verplichtingen voortvloeiend uit dit decreet en de toepassingsbesluiten ervan om ervoor te zorgen dat de sporters of de leden van het begeleidingspersoneel ze naleven.
De kringen en de organisatoren sensibiliseren de sporters en de leden van het begeleidingspersoneel over de mogelijke risico's verbonden aan de sportpraktijk en informeren ze over de verplichtingen die op hen worden opgelegd met toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan. HOOFDSTUK II. - Verplichtingen betreffende een medisch reglement
Art. 6.De Regering stelt, op voorstel van de Commissie, een overzicht van de algemene aanbevelingen en medische contra-indicaties inzake de sportbeoefening vast.
De Regering bepaalt het bijhouden van deze overzichten, op voorstel van de Commissie.
Art. 7.§ 1. Elke sportorganisatie keurt een medisch reglement goed.
De Regering bepaalt, op voorstel van de Commissie, een model van medisch reglement.
De Regering keurt, na advies van de Commissie, het reglement bedoeld in het eerste lid goed, alsook de wijzigingen ervan. § 2. Het medisch reglement bevat ten minste : 1° een overzicht van de algemene aanbevelingen en medische contra-indicaties in verband met de sportdiscipline bedoeld in artikel 6, eerste lid, alsook het mogelijke bijhouden ervan;2° de bepalingen met het oog op de organisatie van de medisch verantwoorde sportbeoefening, op basis van volgende gegevens : a) de leeftijdscategorieën en het geslacht en, in voorkomend geval, de voorwaarden voor de sportbeoefening met betrekking hierop;b) minimuminformatie aan de sporters omtrent de naleving van de gezondheidsregels eigen aan hun discipline, alsook hun eigen verplichtingen en deze verplichtingen die zijn opgelegd aan de sportkringen, met name wat de gezondheidsbegeleiding van jonge sporters betreft;c) de gezondheidsregels die in acht moeten worden genomen door de leden van het begeleidingspersoneel van de sportorganisaties en de kringen;d) een procedure voor het beheer van de risico's bij een ongeval;e) de bepalingen betreffende de opleiding van het begeleidingspersoneel voor het beheer van de risico's bij een ongeval. § 3. Voor de sporten met bijzondere risico's, de sporten met extreme risico's en de vechtsporten, naast de elementen bedoeld in § 2 bevat hun medisch reglement ook : 1° een overzicht van de specifieke aanbevelingen en medische contra-indicaties met het oog op de preventie en de vermindering van de risico's voor de gezondheid gebonden aan de betrokken sportdiscipline;2° de specifieke maatregelen voor de preventie en de bescherming van minderjarige sporters. § 4. Voor de vechtsporten, naast de elementen bedoeld in §§ 2 en 3, bepaalt hun medisch reglement ook : 1° de verplichte aanwezigheid van een arts tijdens elke vechtwedstrijd of -demonstratie;2° de verplichting voor de sporter om een uniek medisch sportboekje bij te houden dat geldig is voor alle vechtsporten en waarin geschreven wordt of de sporter tijdens de wedstrijden het bewustzijn verloren heeft;3° de minimale periodes van verbod tot gevecht, wedstrijd, training, demonstratie en de beoefening van vechtsporten die opgelegd moeten worden aan de sporters die het bewustzijn tijdens een strijd hebben verloren;4° de nadere regels voor de medische behandeling van sporters die het slachtoffer van een verlies van het bewustzijn zijn geweest;5° het individueel beschermingsmateriaal dat verplicht is voor de verschillende categorieën bedoeld in § 2, 2°, a).
Art. 8.§ 1. De organisatoren van evenementen sport met bijzondere risico's, sport met extreme risico's of vechtsport, zoals bedoeld in artikel 14, keuren het medisch reglement goed.
De Regering keurt, na advies van de Commissie, het reglement bedoeld in het eerste lid, goed alsook de wijzigingen ervan. § 2. Het medisch reglement bedoeld in § 1, eerste lid, bevat ten minste : 1° een overzicht van de algemene aanbevelingen en medische contra-indicaties bedoeld in artikel 6;2° de bepalingen met het oog op de organisatie van de medisch verantwoorde sportbeoefening, op basis van volgende gegevens : a) de leeftijdscategorieën en het geslacht en, in voorkomend geval, de voorwaarden voor de sportbeoefening met betrekking hierop, met inbegrip van het verplicht individueel beschermingsmateriaal;b) de specifieke maatregelen voor de preventie en de bescherming van minderjarige sporters;c) minimuminformatie aan de sporters omtrent de naleving van de gezondheidsregels eigen aan hun discipline alsook hun eigen verplichtingen en deze verplichtingen die opgelegd zijn aan de sportkringen, met name wat de gezondheidsbegeleiding van jonge sporters betreft;d) de gezondheidsregels die in acht moeten worden genomen door de leden van het begeleidingspersoneel van de sportorganisaties en de kringen;e) een procedure voor het beheer van de risico's bij een ongeval;f) de bepalingen betreffende de opleiding van het begeleidingspersoneel voor het beheer van de risico's bij een ongeval.3° een overzicht van de specifieke aanbevelingen en medische contra-indicaties met het oog op de preventie en de vermindering van de risico's voor de gezondheid gebonden aan de betrokken sportdiscipline; § 3. Voor de organisatoren van evenementen van vechtsporten bepaalt hun medisch reglement bovendien : 1° de verplichte aanwezigheid van een arts tijdens elke vechtwedstrijd of -demonstratie;2° de verplichting voor de sporter aangesloten bij een sportorganisatie om een uniek medisch sportboekje bij te houden dat geldig is voor alle vechtsporten en waarin geschreven wordt of de sporter tijdens de wedstrijden het bewustzijn verloren heeft;3° de minimale periodes van verbod tot gevecht, wedstrijd, training, demonstratie en de beoefening van vechtsporten die opgelegd moeten worden aan de sporters die het bewustzijn tijdens een strijd hebben verloren;4° de nadere regels voor de medische behandeling van sporters die het slachtoffer van een verlies van het bewustzijn zijn geweest. HOOFDSTUK III. - Verplichtingen betreffende het gebrek aan contra-indicatie in de sportbeoefening
Art. 9.Elke sporter moet, om een sportactiviteit uit te oefenen, zich op voorhand overtuigen van het gebrek aan contra-indicatie van deze sportactiviteit, naargelang het geval, overeenkomstig de artikelen 11 en 13.
Art. 10.Onverminderd de verplichtingen die hen worden opgelegd in Hoofdstuk II, kunnen de sportorganisaties, de organisatoren en de kringen een sporter niet toelaten om deel te nemen aan een sportactiviteit die ze betreft, indien deze laatste ze niet voorafgaandelijk een attest voor gebrek aan contra-indicatie voor de sportbeoefening heeft bezorgd. Dit attest wordt opgemaakt, naargelang het geval, overeenkomstig de artikelen 11 en 13 van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Art. 11.Een medisch attest voor gebrek aan contra-indicatie wordt vereist voorafgaandelijk aan de sportbeoefening voor : 1° elke sporter die een sport met bijzondere risico's, een sport met extreme risico's of een vechtsport beoefent, zoals opgenomen in één van de lijsten bedoeld in artikel 14;2° elke sporter die een sport intensief of met competitiegeest beoefent, met hogere frequentie dan deze bepaald door de Regering, op advies van de Commissie : 3° elke sporter die twijfelt over zijn gezondheidstoestand ten opzichte van de persoonlijke of familiale medische antecedenten;4° elke sporter die een wedstrijdsport beoefent, met inbegrip van de evenementen van amateursport met gegroepeerd vertrek en klassement bij de aankomst : 5° bij medisch(e) probleem(en) vroeger ontstaan in rechtstreeks verband met de sportbeoefening;6° elke sporter met een sportactiviteit na een lange periode van sedentair leven;7° elke persoon die nooit een sport heeft beoefend;8° elke sporter die de leeftijdsbeperking heeft overschreden, zoals bepaald door de Regering, op advies van de Commissie;9° elke sporter die een belangrijke medische aandoening heeft ondergaan, waarvan de lijst door de Regering wordt bepaald, op advies van de Commissie;10° elke topsporter, sportbelofte of trainingspartner in de zin van het decreet van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/12/2006 pub. 20/02/2007 numac 2007029009 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap sluiten houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap;11° elke elitesporter in de zin van het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten betreffende de strijd tegen doping. De Regering bepaalt, op voorstel van de commissie, de inhoud van het medisch onderzoek van niet contra-indicatie dat noodzakelijk is voor het afleveren van het medisch attest bedoeld in het eerste lid.
De Regering bepaalt, op voorstel van de Commissie, de inhoud en het model van het medisch attest bedoeld in het eerste lid, rekening houdend met de medische aanbevelingen en contra-indicaties bepaald overeenkomstig artikel 6.
Het medisch attest omvat een basisluik dat van toepassing is op alle toestanden voorzien in het eerste lid en verschillende aanvullende luiken die van toepassing zijn in functie van de leeftijd van de sporter, zijn praktijkniveau, zijn medische antecedenten of de risico's die inherent zijn aan de betrokken sportdiscipline.
Het medisch attest heeft een maximale geldigheidsduur van 12 maanden.
De Regering kan deze geldigheidsduur verminderen in de gevallen die ze bepaalt, inzonderheid met inbegrip van de betrokken sportdiscipline in één van de lijsten bedoeld in artikel 14.
Art. 12.Het medisch attest wordt afgeleverd aan de sporter door zijn arts na een klinisch onderzoek.
Indien tijdens dit klinisch onderzoek blijkt dat de gezondheidstoestand van de sporter vereist dat één of meer aanvullende medische onderzoeken door de arts voorgeschreven worden, zal het medisch attest slechts afgeleverd worden na deze aanvullende onderzoeken en voor zover ze het gebrek aan contra-indicatie geïdentificeerd bij het klinisch onderzoek niet tegenspreken.
Voor de topsporters, sportbelofte of trainingpartner in de zin van het decreet van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/12/2006 pub. 20/02/2007 numac 2007029009 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap sluiten houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap, alsook voor elke elitesporter in de zin van het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten betreffende de strijd tegen doping, moeten het medisch onderzoek van niet contra-indicatie en het medisch attest uitgevoerd en afgeleverd worden door de behandelend arts van de sporter of door een arts die titularis is van een universitair diploma in sportgeneeskunde.
Art. 13.Buiten de gevallen bedoeld in artikel 11 wordt het gebrek aan contra-indicatie van de sportbeoefening vastgesteld door een attest op erewoord, ondertekend door de sporter of, indien hij minderjarig is, door zijn wettelijke vertegenwoordigers.
De Regering bepaalt, op voorstel van de Commissie, het model en de verplichte vermeldingen die op het attest op erewoord opgenomen moeten worden.
Onverminderd het eerste lid kunnen de sportorganisaties, de organisatoren en de kringen nochtans, vrijwillig, buiten de gevallen bedoeld in artikel 11, aan de sporters het afgeven van een medisch attest opleggen dat aan de voorwaarden van artikel 11 beantwoordt.
In afwijking van artikel 11, eerste lid, 4°, kan het gebrek aan contra-indicatie van een sportbeoefening ook, voor sommige sportdisciplines met lager risico en voor sommige organisatoren waarvan de lijst bepaald wordt door de Regering, na advies van de Commissie, vastgesteld worden door een attest op erewoord, ondertekend door de sporter of, indien hij minderjarig is, door zijn wettelijke vertegenwoordigers.
De afwijking bedoeld in het vorige lid moet op voorhand aangevraagd worden door de sportorganisatie of de betrokken organisator bij de Regering die de aanvraag aan de Commissie voor advies voorlegt.
Het advies bedoeld in het vorige lid wordt uitgebracht en bezorgd aan de Regering binnen de dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag.
Bij een gunstige beslissing is de afwijking geldig voor een periode van vier jaar en is hernieuwbaar. De aanvragen om hernieuwing van de afwijking worden ingediend ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de geldigheidstermijn van de afwijking.
Bij een ongunstige beslissing wat betreft de aanvraag om afwijking kan een beroep ingediend worden door de sportorganisatie bij de Regering en dit, binnen de dertig dagen na de mededeling van de beslissing tot weigering.
De Regering bepaalt de nadere regels voor de indiening van de aanvraag om afwijking bedoeld in het tweede lid, alsook de nadere regels voor de indiening van het beroep bedoeld in het zesde lid. HOOFDSTUK IV. - Bijkomende verplichtingen voor de vechtsporten, de sporten met bijzondere risico's en de sporten met extreme risico's Afdeling I. - Lijsten van sporten met bijzondere risico's, sporten met
extreme risico's en vechtsporten.
Art. 14.De Regering bepaalt, op voorstel van de Commissie bedoeld in artikel 25, een niet-beperkende lijst van sporten met bijzondere risico's, zoals bepaald in artikel 1, 5°, een niet-beperkende lijst van sporten met extreme risico's, zoals bepaald in artikel 1, 6°, en een niet-beperkende lijst van vechtsporten, zoals bepaald in artikel 1, 7°.
Deze lijsten worden door de Regering, op voorstel van de Commissie, bijgehouden. Afdeling II. - Specifieke verplichtingen voor vechtsporten
Art. 15.Elke wedstrijd of demonstratie van vechtsport vereist de ononderbroken aanwezigheid van een arts.
Onverminderd de artikelen 16 en 17, naargelang het geval, voert de arts een individuele medische controle van de sporter uit vóór de wedstrijd en op elk ogenblik, tijdens de wedstrijd, bij ernstige wonde of bij het verlies van bewustzijn van de sporter.
Art. 16.§ 1. Onverminderd de verplichting bedoeld in artikel 7, § 4, 2° vereisen de sportorganisaties die actief zijn in de vechtsporten bedoeld in artikel 14 en die erkend worden door de Franse Gemeenschap of die niet erkend worden, van hun kringen dat ze aan de aangesloten sporters het bijhouden opleggen van een uniek medisch sportboekje dat geldig is voor alle vechtsporten. De Regering bepaalt, op voorstel van de Commissie, het model van medisch sportboekje.
Het medisch sportboekje vermeldt inzonderheid : 1° de gevallen van verliezen van het bewustzijn ondergaan door de sporter bij vechtactiviteiten, ongeacht de betrokken vechtdiscipline;2° de periodes van vechtverbod die hem worden opgelegd naar aanleiding van het verliezen van het bewustzijn;3° de jaarlijkse medische attesten voor niet contra-indicatie en, in voorkomend geval, de nieuwe verplichte medische attesten voor niet contra-indicatie na elke periode van vechtverbod;4° elke andere informatie bepaald door de Regering, op advies van de Commissie, met het oog op de preventie van risico's voor de vechtsporten. Het medisch sportboekje kan niet ingevuld worden door een arts. § 2. De sporter bedoeld in § 1 houdt zijn medisch sportboekje bij en legt het voor aan de arts voor elke wedstrijd of demonstratie in een vechtsport, zoals bedoeld in artikel 14. § 3. De arts controleert het medisch sportboekje en zorgt ervoor dat de sporter een verbodperiode inzake vechtsport niet ondergaat die hem opgelegd werd naar aanleiding van het verliezen van het bewustzijn tijdens een vechtsport.
Indien de arts vaststelt dat de sporter een verbodsperiode inzake vechtsport ondergaat naar aanleiding van een verlies van het bewustzijn tijdens een strijd, kan de sporter niet deelnemen aan de wedstrijd van de vechtsport.
Indien de arts vaststelt dat de sporter een verbodsperiode inzake vechtsport ondergaat naar aanleiding van een verlies van het bewustzijn tijdens een strijd maar dat deze periode afgelopen is, bezorgt de sporter de arts een attest voor gebrek aan contra-indicatie na een specifiek medisch onderzoek waarin geen enkele contra-indicatie geïdentificeerd werd bij de hervatting van sport.
Bij gebrek aan dit medische attest voor gebrek aan contra-indicatie of op advies van de arts, kan de sporter niet deelnemen aan de wedstrijd of de demonstratie van de vechtsport.
Art. 17.De sporters die niet aangesloten zijn bij een sportorganisatie, die een vechtsport beoefenen, zoals bedoeld in artikel 14, bezorgen de arts en de organisator, voorafgaand aan elke vechtwedstrijd of -demonstratie, de informatie bedoeld in artikel 16, § 1, derde lid, 1° tot 4° die ze op erewoord verklaren.
Ze bezorgen ook aan de arts, in voorkomend geval, een afschrift van de medische attesten die hen werden afgeleverd na de vechtverboden die ze worden opgelegd overeenkomstig artikel 18.
De arts controleert de informatie bedoeld in artikel 16, § 1, eerste lid tot 4°, en de medische attesten die afgeleverd worden aan de sporters bedoeld in het eerste lid, in voorkomend geval, na de vechtverboden die hen werden opgelegd.
Indien de arts vaststelt dat de sporter een periode van vechtverbod ondergaat naar aanleiding van een verlies van het bewustzijn tijdens een strijd, kan de sporter niet deelnemen aan de wedstrijd of demonstratie van de vechtsport.
Indien de arts vaststelt dat de sporter een periode van vechtverbod ondergaat naar aanleiding van een verlies van het bewustzijn tijdens een strijd maar dat deze periode afgelopen is, bezorgt de sporter de arts een attest voor gebrek aan contra-indicatie na een specifiek medisch onderzoek waarin geen enkele contra-indicatie geïdentificeerd werd bij de hervatting van sport.
Bij gebrek aan een medisch attest voor gebrek aan contra-indicatie of op advies van de arts, kan de sporter niet deelnemen aan de wedstrijd of demonstratie van de vechtsport.
Onverminderd de controle bedoeld in het derde lid kijkt de arts ook na of de sporter medisch in staat is om deel te nemen aan het betrokken gevecht door een klinisch onderzoek van de sporter voorafgaand aan elk gevecht uit te voeren.
Indien de arts van mening is dat, na het einde van het klinisch onderzoek bedoeld in het vorige lid, de sporter niet medisch in staat is om deel te nemen aan de wedstrijd, verbiedt de arts hem om eraan deel te nemen.
Art. 18.Wanneer een sporter het bewustzijn tijdens een activiteit van vechtsport verliest en wanneer de arts die hem onderzoekt overeenkomstig artikel 15, tweede lid, hem de weigering geeft om de sportactiviteit voort te zetten, legt de arts een verbodsperiode van strijd op.
Die periode is gelijk aan of hoger dan het minimum bepaald in het medisch reglement van de sportorganisatie of de organisator.
Het is verboden voor de sporter om een vechtsport tijdens deze periode te beoefenen.
Voor de sporters die aangesloten zijn bij een sportorganisatie deelt de arts het vechtverbod in het medisch sportboekje bedoeld in artikel 16 mee.
Voor de sporters die niet aangesloten zijn bij een sportorganisatie, bezorgt de arts hen een medisch attest van vechtverbod.
Na de periode van vechtverbod vraagt de sporter een nieuw medisch attest aan waarbij zijn geschiktheid om de strijden verder te voeren wordt bevestigd. Zolang dit nieuwe medisch attest aan de sporter niet afgeleverd wordt, is het strijdverbod behouden.
De sportorganisaties of de organisatoren van vechtsporten kunnen de sporters niet toelaten om te vechten tijdens de hele periode waarin ze een vechtverbod hebben gekregen. Afdeling III. - Bescherming van minderjarigen
Art. 19.De minderjarige sporters mogen niet sporten met extreme risico's beoefenen. Afdeling IV. - Voorafgaande toelatingen
Art. 20.Buiten het kader van de sportactiviteiten ontwikkeld door de erkende sportorganisaties, worden de beoefening en de organisatie van één of meer sportactiviteiten met extreme risico's of vechtsporten op het grondgebied van de Franse Gemeenschap door een organisator, onderworpen aan een voorafgaande toelating.
Vóór elke activiteit bedoeld in het eerste lid dient de organisator bij de Commissie een aanvraag om toelating in.
De toelating kan aangevraagd en afgeleverd worden voor verschillende opeenvolgende sportactiviteiten zonder dat ze een maximale geldigheidsduur van één jaar mag overschrijden.
De toelating wordt slechts gegeven aan de organisatoren die bewijzen dat ze de verplichtingen bedoeld in dit decreet naleven.
Buiten het kader van de sportactiviteiten ontwikkeld door de erkende sportorganisaties kan geen enkele sportactiviteit met extreme risico's of vechtsporten beginnen, voor een organisator, zonder de toelating van de Commissie.
Elke schending van de toekenningsvoorwaarden voor de toelating leidt tot de onmiddellijke intrekking van de toelating onverminderd de sancties bepaald in hoofdstuk II van Titel III. De Regering bepaalt de procedure en de voorwaarden voor de toelatingen, alsook de procedures voor de weigering, de schorsing, de intrekking en de vernietiging van de toelatingen.
TITEL III. - Controle en sancties HOOFDSTUK I. - Controle
Art. 21.De Regering stelt de ambtenaren aan die belast zijn met de controle op de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
In de uitoefening van hun functie kunnen de ambtenaren bedoeld in het eerste lid zich laten bijstaan door officieren van de gerechtelijke politie.
In de uitoefening van hun functie gaan de ambtenaren bedoeld in het eerste lid over tot alle vaststellingen en alle verhoren van personen die ze nuttig achten.
In de uitoefening van hun functie worden de ambtenaren bedoeld in het eerste lid ertoe gemachtigd om binnen de lokalen te gaan waar één of meer sportactiviteiten georganiseerd worden.
De ambtenaren bedoeld in het eerste lid stellen de niet-naleving van dit decreet in een proces-verbaal vast dat ze aan de Regering bezorgen waarbij ze, in voorkomend geval, één of meer sancties bedoeld in de artikelen 23 en 24 voorstellen, in functie van de ernst van de vastgestelde tekortkomingen.
Art. 22.De sportorganisaties bezorgen de Regering elk jaar een verslag waarbij de maatregelen voor preventie en sensibilisering aan de risico's in de sport uitvoerig beschreven worden. Deze maatregelen worden genomen voor hun kringen, aangesloten sporters en leden van het begeleidingspersoneel.
Dit verslag beschrijft ook uitvoerig de stappen die ondernomen worden om, bij de sportactiviteiten die ze organiseren, voor de strikte naleving te zorgen van de verplichtingen inzake attesten voor gebrek aan contra-indicatie voor de sportbeoefening en het medisch reglement. HOOFDSTUK II. - Sancties
Art. 23.Onverminderd de toepassing van andere straffen bedoeld in het Strafwetboek, het recht van burgerlijke aansprakelijkheid of de bijzondere wetgevingen, op basis van de tekortkomingen, zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 21, vijfde lid, bepaalt de Regering de administratieve geldboetes die opgelegd worden aan de sportorganisaties en organisatoren die de verplichtingen die ze worden opgelegd door dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, niet naleven. Deze administratieve geldboetes zijn ook van toepassing op de eigenaars van de plaatsen waar sportactiviteiten van sporten met extreme risico's of vechtsporten zonder toelating georganiseerd worden.
Deze administratieve geldboetes mogen niet tienduizend euro overschrijden. Wanneer een organisator artikel 20 schendt dan wordt de maximale geldboete tot dertigduizend euro verhoogd.
Deze geldboetes worden verdubbeld bij herhaling binnen een termijn van vijf jaar vanaf de eerste sanctie.
Bij niet-naleving van de verplichtingen bedoeld in dit decreet of bij gebrek aan toelating bedoeld in artikel 20, kan de Regering elke sportactiviteit tijdens een termijn van 8 dagen tot 1 jaar aan de organisator verbieden.
De Regering bepaalt de procedure en de nadere regels voor de mededeling van de administratieve beslissingen bedoeld in de vorige leden.
De procedure bedoeld in het vorige lid leeft de verweerrechten na.
Een beroep kan ingesteld worden bij de Regering voor elke sportorganisatie, organisator of eigenaar bedoeld in het eerste lid die een beslissing tot sanctie betwist die genomen wordt door de Regering, met toepassing van dit artikel.
Dit beroep moet ingesteld worden binnen de veertien dagen volgend op de mededeling van de beslissing tot sanctie.
De Regering bepaalt de procedure en de nadere regels voor het beroep bedoeld in het vorige lid.
De procedure bedoeld in het vorige lid leeft de verweerrechten na.
Elke administratieve geldboete opgelegd overeenkomstig dit decreet, wordt geïnd ten bate van de Franse Gemeenschap door de administratie.
Art. 24.De niet-naleving van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan leidt, voor de erkende sportorganisaties, tot de toepassing van artikel 22 van het decreet van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/12/2006 pub. 20/02/2007 numac 2007029009 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap sluiten houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap;
TITEL IV. - Commissie voor preventie van risico's voor gezondheid op sportgebied HOOFDSTUK I. - Oprichting en opdrachten van de Commissie voor preventie van risico's voor gezondheid op sportgebied
Art. 25.§ 1. Een commissie voor preventie van risico's voor gezondheid op sportgebied wordt ingesteld.
De commissie heeft als opdrachten : 1° een advies te geven aan de Regering over elk ontwerp van decreet of organiek of reglementair besluit betreffende de preventie van risico's in de sportbeoefening, de gezondheidspromotie in de sportbeoefening, het verbod tot doping en de preventie ervan;2° adviezen te geven aan de Regering, het Parlement, ofwel op eigen initiatief, ofwel op aanvraag, over elke vraag rond de medisch verantwoorde sportbeoefening en gezondheidspreventie door lichamelijke oefening en sport : daartoe kan ze elke persoon of betrokken dienst horen met toepassing van dit decreet en kan nuttige aanbevelingen formuleren;3° de handleiding bedoeld in artikel 4, tweede lid, aan de Regering voor te stellen, met als doel de doctoren in geneeskunde in te lichten over de onderzoeken die uitgevoerd moeten worden om zich te vergewissen van het gebrek aan contra-indicatie voor de sportbeoefening, rekening houdend met de specifieke risico's die deze veroorzaakt;4° het overzicht voor te stellen van de algemene medische aanbevelingen en contra-indicaties gebonden aan de sportbeoefening, bedoeld in artikel 6, alsook het bijhouden ervan;5° het model van medisch reglement bedoeld in artikel 7, alsook de mogelijke aanpassingen ervan aan de Regering voor te stellen;6° een advies te geven aan de Regering over de medische reglementen bedoeld in de artikelen 7 en 8 en de wijzigingen ervan, over de evaluatie van hun toepassing en de instelling van voorwaarden voor de medische en preventieve opvolging van sporters, ongeacht hun niveau;7° de inhoud en het model van medisch attest voor gebrek aan contra-indicatie bedoeld in artikel 11, tweede lid aan de Regering voor te stellen, rekening houdend met de medische aanbevelingen en contra-indicaties vastgesteld overeenkomstig artikel 6;8° een advies te geven aan de Regering wat betreft de inhoud van het medisch onderzoek van niet-contra-indicatie;9° het model en de verplichte vermeldingen aan de Regering voor te stellen die opgenomen moeten worden op het attest op erewoord bedoeld in artikel 13;10° de niet-beperkende lijsten van sporten met bijzondere risico's, de sporten met extreme risico's en de vechtsporten, zoals bedoeld in artikel 14 aan de Regering voor te stellen, alsook het bijhouden ervan;11° de inhoud en het model van medisch sportboekje bedoeld in artikel 16 aan de Regering voor te stellen;12° de aanvragen om toelating te behandelen in de gevallen bedoeld in artikel 20, voor de organisatie van sportactiviteiten van sporten met extreme risico's en vechtsporten buiten het kader van de sportactiviteiten ontwikkeld door de erkende sportactiviteiten;13° elk jaar, voor 31 maart, een verslag aan de Regering en het Parlement te bezorgen over zijn actie tijdens het afgelopen jaar met daarin een hoofdstuk betreffende de manier waarop de organisatoren en de sportorganisaties hun verplichtingen bedoeld in dit decreet vervullen, inzonderheid deze betreffende de medische attesten voor gebrek aan contra-indicatie en medisch reglement. § 2. De adviezen van de commissie die aangevraagd worden door de Regering, moeten bezorgd worden binnen een termijn van minder dan dertig dagen. Deze termijn begint te lopen vanaf de ontvangst van de aanvraag om advies door het secretariaat van de Ccommissie. Na deze termijn zijn de adviezen niet meer vereist zodat een beslissing geldig door de Regering kan worden genomen.
In geval van met redenen omklede urgentie kan de Regering het advies van de Commissie niet aanvragen. HOOFDSTUK II. - Samenstelling en werking van de Commissie voor preventie van risico's voor gezondheid op sportgebied
Art. 26.§ 1. De commissie is samengesteld uit hoogstens twintig leden, benoemd door de Regering voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar.
De Regering bepaalt de samenstelling van de commissie die onder haar leden vertegenwoordigers van de wetenschappelijke, medische en sportwereld moet tellen. Ze zijn bevoegd voor sport, sportgeneeskunde, gezondheidspromotie in de sport, preventie van doping, farmacologie of toxicologie.
De commissie bevat ten minste één lid dat respectievelijk het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité, de Hoge Raad voor gezondheidspromotie, de Hoge Raad voor Sport en de vereniging van sportfederaties, de recreatieve sportfederaties en sportverenigingen erkend in de Franse Gemeenschap, vertegenwoordigt. § 2. Twee leden die respectievelijk de Minister van Gezondheidspromotie en de Minister van Sport vertegenwoordigen, en twee leden die de Algemene Directie Gezondheid en de Algemene Directie Sport van het Ministerie van de Franse Gemeenschap vertegenwoordigen, wonen de vergaderingen met raadgevende stem bij. § 3. De Regering benoemt ook, voor elk werkend lid, een plaatsvervangend lid, onder dezelfde voorwaarden als deze voor de werkende leden. Het plaatsvervangend lid houdt slechts zitting in afwezigheid van het werkend lid.
Art. 27.De Regering stelt de voorzitter en de vice-voorzitter van de Commissie aan onder de werkende leden. Deze mandaten zijn onverenigbaar met de hoedanigheid van ambtenaar van de Franse Gemeenschap of van één van haar instellingen van openbaar nut.
De Regering stelt de secretaris van de Commissie en zijn plaatsvervanger aan onder de leden van de diensten van de Regering.
Het secretariaat van de Commissie wordt opgericht bij de Algemene Directie Hulpverlening aan de Jeugd, Gezondheid en Sport.
Art. 28.Bij ontslagneming of overlijden van een lid, wordt zijn plaatsvervanger benoemd door de Regering overeenkomstig artikel 26 om het mandaat van zijn voorganger te voleindigen.
Elk lid dat de hoedanigheid verliest waarvoor hij benoemd werd, wordt beschouwd als ontslagnemend.
Art. 29.De Commissie beslist en beraadslaagt geldig indien ten minste de helft van haar leden aanwezig is. Haar beslissingen worden genomen door de absolute meerderheid van haar aanwezige leden.
Indien het quorum bedoeld in het eerste lid niet bereikt wordt, zal een nieuwe vergadering gehouden worden binnen de veertien dagen na de eerste vergadering en zal de Commissie geldig beslissen en beraadslagen ongeacht het aantal aanwezige leden.
Art. 30.De Commissie bepaalt haar huishoudelijk reglement en legt het de Regering ter goedkeuring voor.
De Regering bepaalt het presentiegeld en de verplaatsingkosten van de leden van de commissie.
TITEL V. - Slotbepalingen
Art. 31.In artikel 15 van het decreet van 8 december 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/12/2006 pub. 20/02/2007 numac 2007029009 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap sluiten houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° er wordt een punt 28° toegevoegd, luidend als volgt : "28° haar aangesloten kringen informeert over de bepalingen en verplichtingen voortvloeiend uit het decreet van 3 april 2014 betreffende de risicopreventie voor gezondheid op sportgebied en de uitvoeringsbesluiten ervan;"; 2° er wordt een punt 29° toegevoegd, luidend als volgt : "29° in het kader van de code voor sportethiek bedoeld in 19° de bepalingen bedoeld in het decreet van 3 april 2014 betreffende de risicopreventie voor gezondheid op sportgebied en de uitvoeringsbesluiten ervan integreert.Deze code voor sportethiek wordt om de vier jaar aan de Hoge Raad voor sport om advies voorlegt die de overeenstemming onderzoekt van deze code met de decretale verplichtingen die in de Franse Gemeenschap van kracht zijn. In dit kader informeert de Hoge Raad voor Sport de Regering, in voorkomend geval, over de eventueel vastgestelde tekortkomingen;"; 3° er wordt een punt 30° toegevoegd, luidend als volgt : "30° zelf naleeft en de naleving vereist, van zijn aangesloten kringen, de verplichtingen die ze op zich moeten nemen en die voortvloeien uit het decreet van 3 april 2014 betreffende de risicopreventie voor gezondheid op sportgebied en de uitvoeringsbesluiten ervan.".
Art. 32.Het begrotingsfonds fonds nr.27 "Sportfonds-activiteiten" van de bijlage van het decreet van 27 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/1997 pub. 28/01/1998 numac 1997029409 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap type decreet prom. 27/10/1997 pub. 16/12/1997 numac 1997029410 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de Middelenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 sluiten houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, zoals gewijzigd voor de laatste keer door het decreet van 12 december 2008, wordt gewijzigd als volgt : - In de kolom "Aard van de bestemde ontvangsten" wordt het volgende streepje toegevoegd : "de opbrengst van de administratieve geldboetes opgelegd door de administratie wegens schending van de bepalingen van het decreet van 3 april 2014 betreffende de risicopreventie voor gezondheid op sportgebied"; - In de kolom "Doel van de toegelaten uitgaven" worden de volgende streepjes toegevoegd : "de kosten van de informatie- en sensibiliseringscampagnes betreffende de preventie van risico's en gezondheidspromotie in de sportbeoefening inzonderheid voor de sporters, de leden van het begeleidingspersoneel, de kringen, de sportorganisaties en de organisatoren."; - Een tegemoetkoming in de kosten voortgebracht door het klinisch onderzoek bedoeld in artikel 12, eerste lid van het decreet van 3 april 2014 betreffende de risicopreventie voor gezondheid op sportgebied".
Art. 33.De Regering zal aan het Parlement een tekst voorleggen waarbij de decreten betreffende de sport en de risicopreventie voor gezondheid op sportgebied gecodificeerd worden, rekening houdend met de wijzigingen die deze bepalingen hebben ondergaan bij de codificatie.
De codificatie zal het volgende opschrift dragen : "Code betreffende de sport".
Art. 34.Bij wijze van overgangsmaatregel, zolang dat de commissie niet opgericht wordt, vervult de Franstalige Commissie voor gezondheidspromotie in de sportbeoefening, ingesteld met toepassing van het decreet van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/03/2001 pub. 27/03/2001 numac 2001029152 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan in de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie van doping in de Franse Gemeenschap, de opdrachten van de Commissie.
Art. 35.Het decreet van 8 maart 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/03/2001 pub. 27/03/2001 numac 2001029152 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie ervan in de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie van doping in de Franse Gemeenschap, wordt opgeheven.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 3 april 2014.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-M. SCHYNS _______ Nota (1) Zitting 2013-2014. Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 617-1. - Commissieamendementen, nr. 617-2. - Verslag nr. 617-3.
Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 2 april 2014.