gepubliceerd op 13 mei 2019
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 15 december 2016 tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2013 betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling
29 APRIL 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 15 december 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 15/12/2016 pub. 30/01/2017 numac 2017200405 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2013 betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling sluiten tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 20/08/2013 numac 2013204704 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling sluiten betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, artikel 20;
Gelet op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 20/08/2013 numac 2013204704 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling sluiten betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling, op de artikelen 3, gewijzigd bij het decreet van 26 mei 2016, 4, lid 3, vervangen door het decreet van 26 mei 2016, 7, lid 2, gewijzigd bij het decreet van 26 mei 2016, 8, lid 3, 9, gewijzigd bij het decreet van 26 mei 2016, 11, gewijzigd bij het decreet van 26 mei 2016, 12, 14, gewijzigd bij het decreet van 26 mei 2016, 16, gewijzigd bij het decreet van 17 juli 2018, 17, gewijzigd bij het decreet van 26 mei 2016, 17bis, gewijzigd bij het decreet van 11 december 2014, 18;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 december 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 15/12/2016 pub. 30/01/2017 numac 2017200405 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2013 betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling sluiten tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 20/08/2013 numac 2013204704 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling sluiten betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling;
Gelet op het rapport van 5 september 2018, opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2016 pub. 14/03/2016 numac 2016201315 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 oktober 2018;
Gelet op advies nr. 1404 van de "Conseil économique et social de la Wallonie" (Sociaal-economische raad van Wallonië), gegeven op 14 januari 2019;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", gegeven op 3 januari 2019;
Gelet op advies nr. 02/2019 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 18 januari 2019;
Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State op 18 maart 2019 overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het gebrek aan adviesverlening binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de Regering voornemens is, de bepalingen van de artikelen 2, 14, 2°, en 15 van het ontwerp terugwerkende kracht te verlenen;
Overwegende dat de terugwerkende kracht van de bestuurshandelingen wordt toegelaten voor zover ze noodzakelijk is voor de continuïteit van de overheidsdienstverlening en voor de regularisatie van een rechtstoestand of een feitelijke toestand, voor zover ze de eisen inzake rechtszekerheid en de individuele rechten in aanmerking neemt;
Overwegende dat het aannemen, in casu, van bovenvermelde bepalingen van het ontwerp met terugwerkende kracht de regularisering van een feitelijke en van een rechtstoestand tot gevolg zal hebben;
Overwegende dat artikel 18 van voornoemd decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 20/08/2013 numac 2013204704 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling sluiten immers bepaalt dat de sociale inspectie met de controle en het toezicht op de naleving van de bepalingen van bedoeld decreet en van de uitvoeringsbesluiten belast is, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 5 februari 1998 betreffende de omscholing en de bijscholing;
Overwegende dat de bepalingen van voornoemd besluit van 15 december 2016, zoals gewijzigd, in tegenstelling zijn met artikel 18 van het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 20/08/2013 numac 2013204704 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling sluiten;
Overwegende dat de wijzigingen van de artikelen 2, 14, 2°, en 15 van het ontwerp er enkel in voorzien, rechtszekerheid te verlenen aan de bestuurden voor zover de Inspectie van de Waalse Overheidsdienst nog opdrachten uitvoert inzake controle en toezicht op het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 20/08/2013 numac 2013204704 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling sluiten en de uitvoeringsbesluiten ervan;
Overwegende dat artikel 18 van het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 20/08/2013 numac 2013204704 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling sluiten verder, voor aanneming van dit ontwerp krachtens artikel 88 van het decreet van 27 februari 2019 betreffende de controle op de wetgevingen en reglementeringen m.b.t. de omscholing en de bijscholing alsook de invoering van administratieve geldboetes die van toepassing zijn in geval van inbreuk op bedoelde wetgevingen en reglementeringen van een wijziging die hetvolgende bepaalt: "
Art. 88.In artikel 18 van het decreet van 10 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2003 pub. 24/10/2003 numac 2003201478 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het landschap basisonderwijs type decreet prom. 10/07/2003 pub. 19/08/2003 numac 2003035912 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende goedkeuring van het Samenwerkingsakkoord van 14 november 2002 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van een Nationaal Klimaatplan, alsook het rapporteren, in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en het Protocol van Kyoto sluiten betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.De controle op de toepassing van dit decreet en van de desbetreffende uitvoeringsmaatregelen wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 27 februari 2019 betreffende de controle op de wetgevingen en reglementeringen m.b.t. de omscholing en de bijscholing alsook de invoering van administratieve geldboetes die van toepassing zijn in geval van inbreuk op bedoelde wetgevingen en reglementeringen. "; 2° het wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidend als volgt: " § 3.De erkende opleidingenverstrekkers die het voorwerp uitmaken van de in § 1 bedoelde controle, kunnen volgens een bijzondere methode bepaald door de Regering gecontroleerd worden.". ";
Overwegende dat de artikelen 2, 14, 2°, en 15 van dit ontwerp terugwerkende kracht op 1 januari 2019 moet krijgen;
Op de voordracht van de Minister van Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 127 ervan.
Art. 2.In artikel 2, § 1, lid 1, van het besluit van de Waalse Regering van 15 december 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 15/12/2016 pub. 30/01/2017 numac 2017200405 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2013 betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling sluiten tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/07/2013 pub. 20/08/2013 numac 2013204704 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling sluiten betreffende de centra voor socioprofessionele inschakeling worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) punt 4° wordt vervangen als volgt: "4° de inspectie: het Departement Inspectie van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Werk en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst;", b) het eerste lid wordt aangevuld met de punten 9° en 10° luidend als volgt: "9° de Dienst: de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", opgericht bij het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) sluiten betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'Emploi"; 10° de technische bedrijfseenheid: de entiteit bedoeld in artikel 14, § 2, b), van de wet van 20 september 1948Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/09/1948 pub. 06/07/2010 numac 2010000388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende organisatie van het bedrijfsleven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende organisatie van de economie.".
Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "
Art. 3.§ 1. Onder gelijkgestelde uren worden verstaan de vormingsuren die de stagiair daadwerkelijk had moeten volgen op basis van zijn programma maar niet heeft gevolgd om de volgende redenen en binnen de volgende perken: 1° ziekte of arbeidsongeval van de stagiair, gewettigd door een medisch attest, met maximum dertig dagen per afwezigheidsperiode gewettigd om die reden, in de wetenschap dat een hervatting van vijftien dagen nodig is tussen twee ziekteperiodes in;2° het moederschapsverlof, het vaderschapsverlof of het geboorteverlof, gewettigd door een medisch attest, met maximum dertig dagen per afwezigheidsperiode, gewettigd om die reden;3° ziekte van een kind, op vertoon van een bewijsstuk afgeleverd door de arts, de kinderbewaarplaats of de crèche waar het kind ingeschreven is, met maximum één week per afwezigheidsperiode gewettigd om die reden;4° staking of slechte weersomstandigheden waardoor het openbaar vervoer verlamd is, bevestigd door de openbaarvervoersmaatschappij of in een krantenknipsel;5° als de stagiair een opleiding in een bedrijf volgt, wegens slecht weer waardoor de uitvoering van het werk gevaarlijk of onmogelijk gemaakt wordt gelet op hetzij de gezondheid of de veiligheid van de stagiair, hetzij de aard of de techniek van het uit te voeren werk, mits beslissing van de ondernemer of van zijn vertegenwoordiger op de werf en na raadpleging van de personeelsafgevaardigden, als er een afvaardiging bestaat in de onderneming of, bij ontstentenis, na rechtstreekse raadpleging van de werknemers;6° op grond van een bewijsstuk, het zoeken naar een baan of de inschrijving voor een andere opleiding waarvoor de aanwezigheid van de stagiair vereist wordt, ongeacht of ze verband houdt met informatie, onthaal of de selectie- en wervingsprocedure;7° op grond van een bewijsstuk waarmee de aanwezigheid van de stagiair aangetoond wordt of, bij ontstentenis, van de oproeping, het nakomen van verplichtingen bij de "Office national de l'Emploi" (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening), de Dienst, het "Agence pour une Vie de Qualité", een openbaar centrum voor maatschappelijk werk, een gemeentelijke dienst, de dienst voor hulpverlening aan de jeugd of de jeugdbeschermingsdienst, de hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen of een vakbond, het ziekenfonds waar de stagiair ingeschreven is, het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering of de Commissie voor voorwaardelijke invrijheidsstelling, de hoven en rechtbanken of elke verplichting die de aanwezigheid van de stagiair bij het bevoegde orgaan vordert;8° op grond van een bewijsstuk, de afwezigheidsdagen bedoeld in het koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, de dienstboden, de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten;9° de feestdagen van de erkende erediensten en de feesten van de bij wet erkende organisaties die een morele bijstand verlenen volgens een niet confessionele filosofische overtuiging, met een maximum van twee dagen per jaar buiten de sluiting om van het centrum voor socioprofessionele inschakeling;10° per kalenderjaar, de ongewettigde afwezigheden waarvan de maximale duur gelijk is aan 10 percent van de daadwerkelijk gevolgde vormingsuren van het programma, met een beperking van vijf dagen;11° wat betreft de filières georganiseerd overeenkomstig artikel 9, eerste lid, 3°, a), worden ook met vormingsuren gelijkgesteld de uren die nog niet gegeven werden aan stagiairs die minstens de helft van hun individueel vormingsprogramma hebben gevolgd en hun opleidingscontract opzeggen na het sluiten van een arbeidsovereenkomst van minimum vier maanden of van een beroepsopleidingscontract bij een andere operator;12° in het geval van vorming in het gevangenismilieu, de uren die niet gegeven werden wegens de gezondheid van de stagiair, wegens afwezigheid van de stagiair in verband met zijn lopende gerechtelijke procedure, wegens sanctie van de stagiair, de oproeping door de dienst van de gevangenis, bezoeken, overbrenging van de stagiair en ontregeling van de penitentiaire organisatie ten gevolge van sociale opstand. In het geval bedoeld in lid 1, 10°, worden de ongewettigde afwezigheden enkel als gelijkgestelde uren beschouwd indien dit niet wordt voorafgegaan door het verlaten van de vorming.
In het geval bedoeld in lid 1, 11°, maakt het centrum een bewijsstuk op waarvan het model door de Administratie wordt vastgesteld voor de uren die de stagiair niet daadwerkelijk gepresteerd heeft. § 2. Het totaal aantal gelijkgestelde uren, bedoeld in paragraaf 1, 1° tot 10°, die in aanmerking kunnen worden genomen in het kader van de vereffening van de subsidiëring bedoeld in artikel 17, § 1, van het decreet kan geenszins hoger zijn dan: 1° vijftien percent van de daadwerkelijk door het centrum, per kalenderjaar gepresteerde vormingsuren;2° vijftien percent van de daadwerkelijk door de stagiair gevolgde vormingsuren. In afwijking van lid 1, 2°, kan met vijfentwintig percent van de daadwerkelijk door de stagiair gevolgde vormingsuren rekening worden gehouden in het kader van de vereffening van de subsidiëring bedoeld in artikel 17, § 1, van het decreet voor een maximum van tien percent van de stagiairs.
In de loop van het tweede halfjaar van 2020 wordt de uitvoering van deze paragraaf met betrekking tot de periode van 1 januari tot 30 juni 2020 geëvalueerd. Deze evaluatie zal betrekking hebben op zowel de relevantie als de haalbaarheid van de percentages bedoeld in het eerste lid. ".
Art. 4.In artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in 2° wordt het woord "individueel" ingevoegd tussen het woord "het" en het woord "attest";b) punt 2° wordt aangevuld met de woorden, "hierna "het document A 236" genoemd";c) in 9°, a), worden de woorden "A 23" vervangen door de woorden "A 236";d) in 15°, a), worden de woorden "A 23" vervangen door de woorden "A 236".
Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, lid 4, worden de woorden "onverminderd lid 5" ingevoegd tussen het woord "zorgt" en het woord "ervoor";2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.Het centrum neemt de vigerende wetgeving in acht betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.".
Art. 6.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 7.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de inleidende volzin van lid 2 worden de woorden ", binnen de dertig dagen na aanvang van de vorming vastgelegde" ingevoegd tussen het woord "individuele" en het woord "vormingsprogramma";2° in lid 2 wordt 3° aangevuld met de woorden "en ten opzichte van de opgegeven of vastgestelde behoeften, meer bepaald tijdens de balans die opgemaakt wordt bij aanvang van de vorming van de stagiair";3° in het vierde lid vervalt het woord "desgevallend".
Art. 8.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "
Art. 11.§ 1.In het programma van de filière kan het centrum voorzien in de organisatie van één van de twee volgende stages: 1° een stage tot ontdekking van een beroep, een werkpost, een bedrijfscultuur, die de nadere bepaling van het beroepsopleidingsproject beoogt en waarvan de duur niet langer mag zijn dan 90 uren voor elke stage;2° een beroepsvormende stage gericht op de uitoefening van vaardigheden verworven binnen de vormingsfilière en waarvan de duur niet langer mag zijn dan 520 uren voor elke stage. De stages bedoeld in het eerste lid kunnen gelopen worden binnen één of meer ondernemingen of verschillende diensten van éénzelfde onderneming. Voor de beroepsopleidingsstages kan die onderneming evenwel geen deel uitmaken van dezelfde technische bedrijfseenheid als het vormingscentrum waaronder de stagiair valt, noch zelf een vormingscentrum zijn.
In afwijking van lid 2 kan de stage, voor vijftien percent van de beroepsopleidingsstages, gevolgd worden binnen één onderneming die zelf een vormingscentrum is en niet tot dezelfde technische bedrijfseenheid behoort als het centrum waaronder de stagiair valt.
De ontdekkingsstage verloopt, uitgezonderd de oriënteringsfilières, tijdens het eerste derde van het vormingsprogramma.
In afwijking van lid 4 kan de ontdekkingsstage, voor vijftien percent van de stagiairs, doorgaan na het eerste derde van het vormingsprogramma.
De beroepsopleidingsstage kan enkel aan de stagiairs worden voorgesteld nadat ze een vorming hebben gevolgd met een minimumduur van honderdvijftig uur in het centrum. De uren die in het kader van de ontdekkingsstage worden gepresteerd, worden niet in deze honderdvijftig uren verrekend. § 2. In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, 2°, kan de stage, mits de instemming van het Bestuur, de duur van 520 uren overschrijden in de gevallen vereist bij een andere wetgeving of reglementering tot bepaling van specifieke criteria voor de organisatie van opleidingen in bepaalde activiteitssectoren. § 3. De opgetelde duur van de ontdekkingsstage en de beroepsopleidingsstage waarin het individuele vormingsprogramma voorziet mag de helft van de duur van het vormingsprogramma niet overschrijden, behoudens in de gevallen bedoeld in paragraaf 2. § 4. Voor aanvang van de stage wordt een individuele stageovereenkomst gesloten tussen de stagiair, het centrum waarmee de stagiair het pedagogische contract heeft gesloten alsook de onderneming waar de stage georganiseerd wordt. Het contract vermeldt op zijn minstens de volgende gegevens: 1° de partijen die de stageovereenkomst ondertekend hebben;2° de rechten en plichten van de partijen, met inbegrip van de financiële aspecten en, meer bepaald, de tenlasteneming van de kosten voor de vorming van de stagiair, de uurvergoedingen en de reiskosten van de stagiair;3° de filière waarvoor de stagiair ingeschreven is;4° de doelstellingen van de stage;5° de duur en het wekelijkse ritme van de stage;6° de beschrijving van de functie(s) uitgeoefend door de stagiair in de loop van de stage overeenkomstig het programma van de filière; 7° de criteria en de modaliteiten voor de evaluatie.".
Art. 9.In artikel 12, eerste lid, 4°, van hetzelfde besluit, worden de woorden "de organisatie van" vervangen door de woorden "de opvolging tijdens de".
Art. 10.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid luidend als volgt: "Het personeel dat niet actief betrokken is bij de berekening van het omkaderingspercentage vertegenwoordigt niet meer dan veertig percent van het personeel dat geheel of gedeeltelijk ingezet wordt voor de erkenning van het centrum, uitgedrukt in voltijdsequivalenten.".
Art. 11.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "
Art. 17.§ 1. Aan het begin van de opleiding legt het centrum voor elke stagiair een individueel dossier aan waarin de volgende administratieve en pedagogische documenten opgenomen worden: 1° een document, waarvan het model is vastgelegd door de Administratie, met de identificatiegegevens van de stagiair, met inbegrip van de identificatiegegevens uit de lezing van de elektronische identiteitskaart of een afschrift van de verblijfsvergunning, behalve voor de stagiairs vallend onder artikel 5, 4°, b), van het decreet, alsook de gegevens betreffende zijn school- en beroepstraject;2° de documenten en attesten waaruit blijkt dat de stagiair in aanmerking komt, waaronder een afschrift van het diploma of, bij ontstentenis, de verklaring op erewoord bedoeld in artikel 5, § 1, lid 4, en, indien voorzien, het bewijs van de verzending van de aanvraag naar de instellingen bedoeld in de artikelen 5 en 6 van het decreet;3° in voorkomend geval, het document waarmee de toekenning van de voordelen bedoeld in artikel 16 aangetoond wordt;4° het pedagogiche contract van de stagiair. Zodra ze opgemaakt zijn, worden de volgende documenten geleidelijk bij het individuele dossier gevoegd: 1° de balans en het individuele vormingsprogramma en, in voorkomend geval, hun aanpassingen;2° de tussentijdse evaluaties en de slotevaluatie;3° het (de) stagecontract(en);4° de overeenkomsten betreffende de opvolging van een opleiding bij een ander centrum of een dienst voor psycho-medisch-sociale bijstand;5° de bewijsstukken voor afwezigheden;6° het attest van het einde van de opleiding bedoeld in artikel 10, vierde lid, of indien de opleiding voortijdig eindigt, de redenen die zulks wettigen;7° in voorkomend geval, het navormingsproject van de stagiair;8° de resultaten inzake inschakeling binnen de drie maanden volgend op zijn vorming in de betrekking of in een andere opleiding, aangetoond door een afschrift van de arbeidsovereenkomsten, de bewijzen van inschrijving of ieder ander bewijsstuk of stuk op vraag van het centrum medegedeeld door de Dienst. § 2. Het centrum is verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens in de zin van de reglementering over de bescherming van de persoonsgegevens.
Voor de gegevens bedoeld in § 1 die het centrum van derden verkrijgt, is het centrum verantwoordelijk voor de verdere verwerking. § 3. Onverminderd de bewaring noodzakelijk voor de verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden bedoeld in artikel 89 van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, en overeenkomstig artikel 5, paragraaf 1, e) van voornoemde Verordening (EU) 2016/679 wordt het individueel dossier bedoeld in paragraaf 1 tijdens een periode van tien jaar bewaard te rekenen van de aanvang van de vorming van de stagiair.".
Art. 12.In artikel 18, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bewoordingen "15 februari van het jaar n+1" worden vervangen door de bewoordingen "15 april van het jaar n+1";2° onder 1° wordt e) vervangen als volgt: "e) de resultaten inzake inschakeling, zoals omschreven in artikel 17, § 1, lid 2, 8°";3° punt 2° wordt vervangen als volgt: "2° wat betreft elke filière die door het centrum georganiseerd wordt: a) de lijst van de stagiairs, geïdentificeerd, naast hun naam en voornaam, middels hun Rijksregisternummer, in opleiding per kalenderjaar ten opzichte van de categorieën publiek bedoeld in de artikelen 5 en 6 van het decreet, de datum waarop hun opleiding begint en eindigt en de reden waarom ze de opleiding niet meer volgen;b) het aantal opleidingsuren daadwerkelijk gevolgd door de stagiairs en de gelijkgestelde uren;c) het aantal en het type stages, de duur van de stage en het aantal stagiairs die eraan hebben deelgenomen;d) de vormingsactiviteiten, toevertrouwd aan een ander centrum of een andere onderneming;e) de resultaten inzake inschakeling, zoals omschreven in artikel 17, § 1, lid 2, 8°; f) de resultaten in termen van verwerving van kennis, vaardigheden en attitudes, zoals bedoeld in artikel 4 van het decreet.".
Art. 13.In artikel 22, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in lid 1, worden de woorden "artikel 22" vervangen door de woorden "artikel 23";2° in het lid 3 worden de woorden "de sociale inspectie" vervangen door de woorden "de inspectie".
Art. 14.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt lid 4 vervangen als volgt: "Het advies bedoeld in het derde lid wordt gemotiveerd om met kennis van zaken de relevantie van de filière(s), georganiseerd door het centrum ten opzichte van de behoeften, vastgesteld in het ambtsgebied en van het bestaand vormingsaanbod, te kunnen beoordelen.In het advies dient met name voor het betrokken ambtsgebied rekening te worden gehouden met het aantal niet-werkende werkzoekenden, hun profiel ten opzichte van de artikelen 5 en 6 van het decreet, het bestaand vormingsaanbod rekening houdend met het geheel van verschillende types opleidingsverstrekkers en/of inschakelingsoperatoren, evenals met het aantal bestaande jobkansen ten opzichte van een aanbod voor kwalificerende opleidingen. De Minister kan de criteria die in het kader van het advies in overweging genomen dienen te worden, verder aanvullen."; 2° in paragraaf 1, lid 5, worden de woorden "de sociale inspectie" vervangen door de woorden "de inspectie";3° in paragraaf 2 wordt lid 4 vervangen als volgt: "De commissie spreekt zich uit binnen een termijn van dertig dagen die ingaat op de datum van ontvangst van de aanvraag.Alvorens advies uit te brengen kan de commissie op eigen initiatief of op verzoek van de vertegenwoordigers van de centra laatstgenoemden horen over het voorwerp van de erkenning. In geval van verhoor kan de commissie vragen dat voornoemde termijn met een maand verlengd wordt. De commissie kan eenmalig voorstellen dat de duur van de hernieuwing van erkenning tot twee jaar beperkt wordt en met aanbevelingen gepaard gaat. In dat geval maakt het centrum, binnen de dertig dagen na de ministeriële beslissing bedoeld in lid 5, de Administratie een actieplan voorleggen, waarin de middelen uitvoerig worden uiteengezet waarmee het centrum de aanbevelingen van de commissie zal overnemen.
Als de Administratie de commissie om advies verzoekt, legt ze haar onderzoeksrapport, samen met de adviezen van de KOVA-regio-instantie over de georganiseerde filières en van de commissie, aan de Minister over binnen een termijn van negentig dagen, verlengd tot honderdtwintig dagen indien vertegenwoordigers van het centrum worden gehoord, te rekenen vanaf de datum van het bericht van ontvangst waarin bevestigd wordt dat het dossier volledig is."; 4° in paragraaf 3 wordt lid 1 aangevuld met een punt 6°, luidend als volgt: "6° in voorkomend geval, het advies van de commissie.".
Art. 15.In artikel 27, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden "de sociale inspectie" vervangen door de woorden "de inspectie".
Art. 16.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt: " § 1.De controle zoals bedoeld in artikel 18 van het decreet heeft met name betrekking op: 1° de aanwending van de subsidiëring bedoeld in artikel 17, § 1, van het decreet, overeenkomstig de verplichtingen bepaald bij of krachtens het decreet, evenals ten opzichte van de wetgevingen en reglementeringen bedoeld in artikel 19;2° de tenuitvoerlegging van het pedagogisch project en van de opleidingsprogramma's die het voorwerp van de beslissing tot erkenning hebben uitgemaakt;3° de inhoud van de individuele dossiers van de stagiairs om zich er onder andere van te vergewissen dat hun psycho-sociale en pedagogische opvolging door het centrum via geformaliseerde documenten ter staving van die begeleiding effectief is;4° de inachtneming van de duur van de stages;5° het in aanmerking komen van de stagiairs;6° het in aanmerking komen van de opleidings- en stage-uren van de stagiairs op grond van de aanwezigheidslijsten;7° de inachtneming van het omkaderingspercentage; 8° de resultaten van de centra in termen van inschakeling in het beroepsleven of wederopneming van een kwalificerende opleiding."; 2° paragraaf 2 wordt opgeheven;3° paragraaf 3, beginnend met de woorden "Overeenkomstig artikel 12 van het decreet" wordt hernummerd tot paragraaf 2.
Art. 17.In artikel 29, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "twaalf maanden" vervangen door de woorden "vierentwintig maanden".
Art. 18.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, lid 1, worden de woorden "gefinancierd ten laste van twee begrotingsartikelen, de ene "tewerkstelling" binnen programma 12 van organisatieafdeling 18 en de andere "vorming" binnen programma 22 van organisatieafdeling 18" opgeheven;2° in paragraaf 1 wordt lid 2 opgeheven;3° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.Een uitgave volledig gefinancierd door de subsidiëring bedoeld in artikel 17, § 1, van het decreet, mag enkel door een andere subsidie gefinancierd worden die door dezelfde of een andere subsidiërende overheid wordt toegekend ter hoogte van het door bedoelde subsidie niet gedekte deel.
De vormingsuren in verband met de erkende activiteit die evenwel niet erkend is zoals beoogd in artikel 3 van het decreet, uitgezonderd de uren gerealiseerd in het kader van een orproep tot het indienen van projecten of van een overheidsopdracht waarvoor voor het overige niet in een subsidiëring is voorzien, komen niet in aanmerking voor de tegemoetkoming bedoeld in artikel 14 van het decreet van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2002 pub. 24/05/2002 numac 2002027463 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector sluiten betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs."; 4° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt: § 3.De subsidiëring bedoeld in artikel 17, § 1, van het decreet, mag niet de totaliteit van de uitgaven overschrijden in verband met het voorwerp van de erkenning toegekend krachtens het decreet."; 5° in paragraaf 4, lid 1, 3°, worden de woorden "op basis van een vorderingsverklaring" ingevoegd voor de woorden "uiterlijk 30 juni";6° in paragraaf 4, lid 2, worden de woorden "van het decreet" ingevoegd tussen de woorden " artikel 17, § 3, 3° " en de woorden "uit, enkel als".
Art. 19.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 20.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 21.In artikel 35 van hetzelfde besluit worden de woorden "met één of meerdere criteria omschreven in artikel 34" vervangen door de woorden "met het onderzoeksverslag van de Administratie".
Art. 22.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 23.De artikelen 2, 14, 2°, en 15 van dit besluit hebben uitwerking op 1 januari 2019.
Art. 24.Paragraaf 2 van artikel 3 en leden 4 en 5 van artikel 11, zoals gewijzigd bij dit besluit, treden in werking op 1 januari 2020.
Art. 25.De Minister van Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 29 april 2019.
Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET