gepubliceerd op 15 maart 2004
Besluit van de Waalse Regering betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt
4 DECEMBER 2003. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt, inzonderheid op de artikelen 32, 33 en 37;
Gelet op het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 34;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 juli 2003;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 17 juli 2003;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van de Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 24 september 2003;
Gelet op het advies CD-3i04-Cwape-034 van de Waalse Energiecommissie van 5 september 2003;
Gelet op het advies van de "Conseil économique et social de la Région wallonne" (Sociaal-economische Raad van het Waalse Gewest) van 20 oktober 2003 Gelet op de beraadslaging van de Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen hoogstens één maand;
Gelet op het advies 36.010/4 van de Raad van State, uitgebracht op 27 oktober 2003, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsbepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1o "decreet" : het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt; 2o "budgetmeter" : gasmeter die de facturering en de betaling van het energieverbruik via een oplaadbare kaart of een gelijkwaardig systeem mogelijk maakt; 3o "schuldbemiddelaar" : de instellingen erkend krachtens het decreet van 7 juli 1994 betreffende de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling en de schuldbemiddelaars bedoeld in artikel 1675/17 van het Gerechtelijk Wetboek; 4o "Administratie" : de Afdeling Energie van het Directoraat-generaal Technologieën, Onderzoek en Energie; 5o "NACE-BEL-code" : de nomenclatuur van de activiteiten die het Nationaal Instituut voor de Statistiek (tweede opgave 1998) heeft opgemaakt in een geharmoniseerd Europees kader en die opgelegd is bij Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 761/93 van de Commissie van 24 maart 1993; 6o "Plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking" : commissie ingesteld in elke gemeente, overeenkomstig artikel 46 van het decreet; 7o "gasdistributiezone" : zone waar gas beschikbaar is, m.a.w. zone waar de afstand tussen het punt van opneming en het distributienet kleiner is dan 25 m. HOOFDSTUK II. - Openbare dienstverplichtingen voor leveranciers. Afdeling 1 - Regelmaat, kwaliteit en facturering van de leveringen
Art. 2.De leverancier koopt de nodige hoeveelheid gas die overeenstemt met het verbruik van zijn eindafnemers, overeenkomstig de bepalingen van het technisch reglement bedoeld in artikel 14 van het decreet.
Art. 3.De facturen vermelden hoe dan ook de volgende gegevens : 1o de periode waarop de afrekening slaat; 2o het globale factuurbedrag; 3o de gemiddelde globale prijs/kWh voor de betrokken periode, alle belastingen inbegrepen voor de klanten die niet onderworpen zijn aan de belasting op de toegevoegde waarde; 4o de betalingstermijn en de vervaldatum ervan; 5o de kosten van de administratieve procedure in geval van laattijdige betaling, alsook het telefoonnummer van de dienst geschillen; 6o het telefoonnummer van de dienst waarmee 24/24 uur contact kan worden opgenomen in geval van vermoeden van een gaslek of van onderbreking te wijten aan een technisch probleem op het netwerk; 7o het telefoonnummer van de dienst waarmee contact opgenomen kan worden. Afdeling 2 - Voorlichting en bewustmaking inzake rationeel
energiegebruik
Art. 4.§ 1. Voor elke eindafnemer wordt minstens één keer per jaar een samenvattende balans opgemaakt door de leverancier. Die balans beoogt het verstrekken aan de afnemer van een instrument om het energetisch verbruik te analyseren.
Voor afnemers waarvan het verbruik jaarlijks wordt gemeten, wordt de samenvattende balans opgemaakt binnen de maand na de meting. Die wordt samen met de factuur opgestuurd en vermeldt het verbruik van de 12 maanden vóór de meting.
Voor afnemers waarvan het verbruik maandelijks wordt gemeten, wordt de samenvattende balans jaarlijks vóór 31 maart opgemaakt. Ze vermeldt het verbruik voor het afgelopen kalenderjaar. § 2. De samenvattende balans vermeldt : 1o voorzover de afnemer reeds beschikte over gaslevering, de gemiddelde globale prijs per kWh, alle taksen en heffingen inbegrepen, de verbruiken, de perioden waarop ze slaan, in de vorm van grafieken, van de periode van twaalf maanden vóór de meting en van de drie voorafgaande perioden van twaalf maanden, voor zover bedoelde leverancier werkelijk geleverd heeft aan de afnemer, of als het gaat om de standaardleverancier bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 16 oktober 2002 betreffende de in aanmerking komende klanten en het toezicht op de voorwaarden om in aanmerking te komen; 2o voor de residentiële afnemers, het gemiddelde verbruik van een standaardafnemer zoals vastgelegd door de CWaPE, weergegeven in de vorm van grafieken met vermelding van de positie van de eindafnemer. § 3. De door de overheden geïnde overlasten worden in de samenvattende balans vermeld en onder de volgende categorieën ingedeeld met toevoeging van de BTW in voorkomend geval : 1o sociale overlasten; 2o milieu-overlasten; 3o overlasten i.v.m. de werking van de reguleringsorganen; 4o heffing voor bezetting van het openbaar eigendom bestemd voor de gemeenten.
Om het aandeel van elke van de vier bovenbedoelde categorieën te kunnen bepalen, wordt de aansluitingsretributie bedoeld in de artikelen 40 en 41 van het decreet verdeeld volgens een sleutel die vastligt in het actieprogramma betreffende de bestemming van het Energiefonds bedoeld in artikel 37 van het decreet.
De gegevens bedoeld in de paragrafen 2 en 3 worden op een duidelijke, verstaanbare en leesbare manier voorgesteld en bevatten geen facturatiegegevens. Het model van de samenvattende balans afgegeven door elke leverancier wordt door de CWaPE goedgekeurd.
Art 5 . Na advies van de CWaPE bepaalt de Minister de bijkomende gegevens die vermeld moeten worden in de samenvattende balans bedoeld in de artikelen 3 en 4.
Art 6 . Wat betreft de in aanmerking komende residentiële afnemers, moet de leverancier een prijs voorstellen die uitsluitend op grond van de verbruikte hoeveelheid berekend wordt, met uitsluiting van elk forfaitair bedrag.
In afwijking van het eerste lid kan de leverancier de in het eerste lid bedoelde afnemer een minimale factuur opleggen die hem in staat stelt hoogstens zijn vaste kosten te dekken, met name de kosten voor de toegang tot de vervoer- en distributienetwerken, met inbegrip van o.a. de kosten voor de terbeschikkingstelling van de meetuitrusting, alsook de administratieve kosten voor het beheer van het dossier.
Art. 7 . De leveranciers moeten : 1o de in artikel 4 bedoelde samenvattende balansen vergezeld laten gaan van elk document betreffende rationeel energiegebruik dat van de Minister uitgaat; 2o elke premie toekennen met het oog op de bevordering van rationeel energiegebruik of het gebruik van hernieuwbare energieën, overeenkomstig het actieprogramma bedoeld in artikel 37 van het decreet De Minister bepaalt de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van de premie bedoeld in het eerste lid, 2o.
Art. 8.§ 1. In het kader van de toekenning van premies overeenkomstig artikel 7, 2o, kan de leverancier de administratie verzoeken om een voorschot waarvan het bedrag berekend wordt als volgt : 1o de leverancier bezorgt de administratie een lijst van het aantal afnemers ingedeeld in de door de Minister bepaalde categorie afnemers die de premie genieten; 2o het bedrag van het voorschot voor de aanleg van een rollend fonds wordt vastgelegd op 30 % van het bedrag van bovenbedoelde premie, vermenigvuldigd met het aantal afnemers die aanspraak kunnen maken op de premie; dat aantal wordt beperkt tot 20 % van het totaalaantal klanten die de premie genieten, zoals bepaald in punt 1.
De administratie mag de leverancier om alle gegevens en documenten verzoeken die nodig zijn voor de behandeling van het dossier. Ze mag rechtstreeks controle uitvoeren bij de leveranciers.
De administratie betaalt het voorschot binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag of van de bijkomende informatie. § 2. De leverancier verschaft de administratie om de drie maanden een aangifte van schuldvordering, in drie exemplaren, samen met een uitgavenoverzicht en de bewijsstukken betreffende de betaling van de premies.
De administratie onderzoekt de uitgavenlijst en de bijgevoegde bewijsstukken na ontvangst ervan. Zodra het bedrag van de toelaatbare uitgaven berekend is, wordt het nodige bedrag door de administratie vereffend teneinde het in § 1 bedoelde voorschot opnieuw aan te leggen. § 3. De administratie handelt tot de voorlaatste uitgavenlijst op de wijze omschreven in § 2.
Na ontvangst en controle van de laatste uitgavenlijst, vereffent de administratie het saldo van de uitgaven rekening houdende met het lopende saldo van de voorschotten. § 4. De leverancier vermeldt het nummer van zijn financiële rekening in zijn aangifte van schuldvordering, waarin hij de melding "waar en oprecht verklaard bedrag" aanbrengt.
Art. 9.De terugbetaling van de premies, overeenkomstig de beslissing bedoeld in artikel 7, 2o, is voor rekening van het Energiefonds bedoeld in artikel 37 van het decreet. HOOFDSTUK III. - Openbare dienstverplichtingen van sociale aard Afdeling 1 - Levering aan afnemers
Art. 10 . Als de netbeheerder krachtens artikel 9 van het decreet elektriciteit tegen het sociaal tarief levert aan een beschermde afnemer, wordt hij beschouwd als de leverancier van de beschermde afnemer.
Art. 11 . De leverancier gaat binnen tien dagen in op elke leveringsaanvraag ingediend door een afnemer, geeft hem kennis van de algemene leveringsvoorwaarden en, als het om een residentiële afnemer gaat, van alle voorschriften betreffende de beschermde afnemers, de budgetmeter, en de procedure bij wanbetaling.
Elk stuk waarop de prijzen van de leverancier voorkomen, vermeldt de prijs per kWh, alsook de jaarlijkse factuur van een standaardafnemer.
De leverancier bezorgt zijn residentiële afnemers kaarten die opgeladen kunnen worden d.m.v. het systeem bedoeld in artikel 19 of elk ander gelijkaardig systeem, alsook de bijgewerkte lijst van de punten waar die kaarten verkocht en opgeladen worden.
Art. 12.§ 1. Als de afnemer een beschermde afnemer is, geeft hij de leverancier schriftelijk kennis daarvan, eventueel door bemiddeling van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Na advies van de CWaPE bepaalt de Minister het model van het aan de leverancier over te maken document. § 2. Voor de categorieën personen bedoeld in artikel 33, 3o, van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, wordt het document ingevuld door de instelling die de tegemoetkoming verleent en slechts één keer aan de leverancier overgemaakt.
Voor de andere categorieën personen bedoeld in artikel 33 van het decreet wordt het document ingevuld hetzij door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, hetzij door de schuldbemiddelaar, en jaarlijks aan de leverancier overgemaakt.
Art. 13.§ 1. De leverancier levert onder niet-discriminerende voorwaarden aan elke residentiële afnemer die erom vraagt.
Elk verschil van behandeling dat niet redelijk gerechtvaardigd is, o.a. op grond van het statuut, het inkomensniveau of de verblijfplaats, wordt als discriminerend beschouwd in de zin van het vorige lid. § 2. De leverancier levert elektriciteit tegen het sociaal tarief aan elke beschermde afnemer die erom vraagt. Afdeling 2 - Procedure van toepassing op residentiële afnemers bij
niet-betaling Art. 14 . Als de afnemer het bedrag van de factuur niet heeft betaald binnen de voorgeschreven betalingstermijn, stuurt de leverancier een herinneringsbrief waarin de volgende gegevens voorkomen : 1o de nieuwe betalingstermijn, die minstens tien dagen bedraagt, alsook het adres en verdere gegevens betreffende de dienst die bevoegd is om een betalingsplan op te stellen; 2o de mogelijkheid om een beroep te doen op het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of op een erkende schuldbemiddelaar, alsook het adres en verdere gegevens betreffende die instellingen; 3o de mogelijkheid om een sociale begeleiding inzake energie aan te vragen bij het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; 4o de mogelijkheid om de netbeheerder te verzoeken om de plaatsing van een budgetmeter; 5o de gevolgde procedure als de afnemer geen oplossing heeft voor de betaling van bedoelde factuur; die procedure voorziet in de mededeling van zijn naam aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, behoudens uitdrukkelijke weigering van de afnemer. Ze vermeldt eveneens uitdrukkelijk de modaliteiten die van toepassing zijn op de beschermde afnemer, meer bepaald de voorwaarden waaronder de netbeheerder de plaatsing van de budgetmeter voor zijn rekening neemt.
Art. 15.Als de afnemer op de vervaldatum die vastligt in de in artikel 14 bedoelde herinneringsbrief : 1o hetzij het bedrag van de factuur niet heeft betaald; 2o hetzij niet heeft verzocht om de plaatsing van een budgetmeter; 3o hetzij geen betalingsplan is overeengekomen met de bevoegde dienst van de leverancier; 4o hetzij de leverancier niet op de hoogte heeft gebracht, op grond van een attest van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of van de erkende dienst voor schuldbemiddeling, van de onderhandelingen gevoerd om een afbetalingsplan overeen te komen, stuurt de leverancier hem een aangetekende aanmaning. In dat schrijven wordt hij erop gewezen dat hij als wanbetaler zal worden beschouwd als hij geen oplossing voorstelt binnen vijftien dagen na verzending van de aanmaning. Afdeling 3 - Wanbetaling van een residentiële afnemer en plaatsing van
een budgetmeter
Art. 16.§ 1. Als een afnemer tot wanbetaler wordt verklaard en geen beschermde afnemer is, stuurt de leverancier hem een schrijven met vermelding van de datum van opschorting van de gaslevering. § 2. Als een afnemer tot wanbetaler wordt verklaard en een beschermde afnemer is, verzoekt de leverancier de netbeheerder bij aangetekend schrijven of per e-mail met ontvangbewijs om hem van een budgetmeter te voorzien en voegt hij de in artikel 12 bedoelde documenten bij.
Op dezelfde datum richt de leverancier een afschrift van het verzoek aan de afnemer en wijst hij hem erop dat zijn personalia overgemaakt zullen worden aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, behalve als hij de leverancier binnen vijf dagen kennis geeft van zijn verzet daartegen. De netbeheerder moet vanaf de datum van plaatsing van de budgetmeter aan die afnemer leveren.
Art. 17.§ 1. De netbeheerder plaatst binnen twintig kalenderdagen een budgetmeter bij de afnemer die erom verzoekt. De netbeheerder geeft de leverancier kennis van de opmeting die uitgevoerd werd bij de plaatsing van de budgetmeter. § 2. Op verzoek van een leverancier overeenkomstig artikel 16, § 2, plaatst de netbeheerder de budgetmeter binnen twintig dagen na de aanvraag.
De netbeheerder neemt binnen vijf dagen na de aanvraag contact op met de afnemer om de dag en het uur van de plaatsing van de budgetmeter overeen te komen. Bij weigering van de afnemer, geeft de netbeheerder het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn schriftelijk kennis van die weigering. Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn neemt vervolgens contact op met de afnemer met het oog op de plaatsing van de budgetmeter binnen de termijn bedoeld in het eerste lid.
Als de afnemer de netbeheerder de toegang ontzegt binnen de termijn bedoeld in het eerste lid, geeft de netbeheerder de leverancier kennis van de weigering. Vanaf de datum van de kennisgeving mag de leverancier weigeren om betrokken afnemer van elektriciteit te voorzien zolang geen budgetmeter geplaatst is. Hij informeert zo spoedig mogelijk de afnemer en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
De netbeheerder geeft de leverancier kennis van de opmeting die uitgevoerd werd bij de plaatsing van de budgetmeter. § 3. De Minister bepaalt de lijst van de gegevens waarover de afnemer moet beschikken, met name de punten waar oplaadbare kaarten verkocht en opgeladen worden of elk gelijkwaardig systeem om de budgetmeter op te laden, alsook de oplaadmodaliteiten en de procedure waarin artikel 22 voorziet.
Art. 18 . § 1. Als de budgetmeter geplaatst wordt op aanvraag van een afnemer die niet beschermd is, worden de kosten van de budgetmeter en van de plaatsing ervan hem aangerekend.
De afnemer kan kiezen tussen een contante betaling en een gespreide betaling gekoppeld aan latere verbruiken die volgen op de plaatsing van de budgetmeter.
Als de afnemer voor een gespreide betaling kiest, richt de netbeheerder bij aangetekend schrijven een afschrift van de niet-betaalde factuur aan zijn leverancier en verzoekt hij hem de terugbetaling uit te voeren overeenkomstig artikel 21. § 2. Als de budgetmeter op verzoek van de leverancier overeenkomstig artikel 16, § 2, of van de beschermde klant geplaatst wordt, zijn de kosten van de budgetmeter en van de plaatsing ervan voor rekening van de netbeheerder.
Art. 19 . § 1. Zolang het in § 2 bedoelde systeem niet geïnstalleerd is, zorgt de distributienetbeheerder ervoor dat elk kantoor dat toegankelijk is voor afnemers, over de gepaste middelen beschikt om de budgetmeter te bevoorraden. § 2. De netbeheerders gebruiken in overleg met de CWaPE en de leveranciers een gemeenschappelijk systeem voor de bevoorrading van de budgetmeter. Dat systeem kan ingeschakeld worden op het gezamenlijke grondgebied en maakt de bevoorrading van budgetmeters mogelijk in elke gemeente die vanaf 1 juli 2005 over minstens één gasdistributiezone beschikt.
Na evaluatie zou het in het tweede lid bedoelde systeem ter beschikking gesteld kunnen worden in elke fusiegemeente die op 31 december 1970 een afzonderlijke administratieve entiteit vormde en die minstens een gasdistributiezone bevat.
Art. 20.De leverancier geeft de beschermde afnemer kennis van het juiste bedrag van de lopende schuld bij de plaatsing van de budgetmeter. De invordering van de schuld mag geenszins aangerekend worden op de betalingen van het verbruik dat volgt op de plaatsing van de budgetmeter.
Art. 21.De leverancier die ingevolge de in artikel 18, § 1, bedoelde procedure door de netbeheerder verzocht wordt om de terugbetaling van de kosten van de budgetmeter en van de plaatsing ervan, bestemt maximum 20 % verhoging van de prijs van de verbruikte kWh voor de terugbetaling van de budgetmeter en staat dat bedrag maandelijks af aan de netbeheerder tot hij volledig terugbetaald is.
Art. 22.De beschermde afnemer die zijn budgetmeter niet meer kan opladen tussen 15 november en 15 maart in een woning die hij als hoofdverblijf bewoont, deelt dat schriftelijk mee aan de netbeheerder.
De netbeheerder verwittigt de leverancier van de afnemer en neemt contact op met de plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking.
In afwachting dat de commissie een beslissing neemt bezorgt de netbeheerder zo spoedig mogelijk bevoorradingskaarten of elk ander gelijkwaardig systeem om in te spelen op de behoeften van de beschermde afnemer. Het bedrag van die levering blijft voor rekening van de beschermde afnemer.
Op basis van de situatie van de afnemer beslist de plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking over de voortzetting van de levering tijdens de periode bedoeld in het eerste lid, over de toepassingsperiode en over het ten laste nemen van de desbetreffende kosten voorafgaand aan en volgend op haar beslissing. Het Energiefonds neemt de gasleveringskosten voor haar rekening overeenkomstig de beslissing van de plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking. In dergelijk geval blijft de klant 30 % van de factuur van dat verbruik verschuldigd. De beslissing vermeldt het ter beschikking gestelde volume gas en de voor de schatting gebruikte gegevens, alsook de toepassingsperiode. De handhaving van het mechanisme bedoeld in het tweede lid en de tegemoetkoming van het Energiefonds zijn uitgesloten wanneer de plaatselijke commissie inzake bericht van onderbreking tot manifeste slechte wil van de afnemer concludeert. HOOFDSTUK IV. - Openbare dienstverplichtingen van de netbeheerders Afdeling 1 - Veiligheid, regelmaat en kwaliteit van de levering
Art. 23.Overeenkomstig de wettelijke en reglementaire bepalingen waarborgt de netbeheerder de eindafnemers die aangesloten zijn op het netwerk dat hij beheert, een ononderbroken levering tegen een stabiel uurdebiet en spanningsniveau, behalve overmacht.
In geval van geplande afsluiting, geeft de netbeheerder de betrokken afnemers kennis van de vermoedelijke duur en van het tijdstip van de afsluiting, waarbij een minimale opzegtermijn van 5 dagen in acht wordt genomen.
Na elke afsluiting als gevolg van een technisch probleem op het netwerk wordt de voorziening binnen de kortste tijd hersteld. Te dien einde beschikt de netbeheerder over technische diensten die kunnen optreden binnen 2 uur, behalve overmacht.
Behalve overmacht is de netbeheerder verantwoordelijk voor het integrale herstel van alle schade die door zijn schuld of bij gebrek aan voorzorg zijnentwege veroorzaakt wordt aan de installaties van de afnemer wegens storing van de spanning of wegens ongewoon verlengde afsluiting t.a.v. het technisch reglement en de overeenkomsten. De CWaPE kan verzocht worden om een gemotiveerd advies in geval van abnormaal lange afsluiting. De CWaPE brengt haar gemotiveerd advies uit nadat ze de betrokken partijen heeft gehoord. Afdeling 2 - Milieubescherming.
Onderafdeling 1 - Individuele aansluiting
Art. 24.Het aansluitingswerk dat bestemd is om één toegangspunt te bevoorraden, bevat de individuele aansluiting op het distributienet, eventueel via een collectieve aansluiting, en de meetapparatuur.
Art. 25.De netbeheerder beantwoordt elke aanvraag tot individuele aansluiting binnen tien dagen wanneer de afnemer zich in een gasdistributiezone bevindt. Onverminderd artikel 32, 3o, c, van het decreet en overeenkomstig de bepalingen van het technisch reglement geeft de beheerder de afnemers binnen bovenbedoeld tijdstip kennis van de financiële en technische voorwaarden van de aansluiting, alsook van de termijnen voor de verwezenlijking van de aansluiting.
Voor een individuele aansluiting draagt de afnemer enkel de kosten voor het deel van de individuele aansluiting dat eventueel noodzakelijk ter aanvulling van de standaardaansluiting op het net.
Art. 26.Bij de aansluiting verschaft de netbeheerder de afnemer elk door de minister voorgeschreven document betreffende de maatregelen ter bevordering van rationeel energiegebruik.
Onderafdeling 2 - Netuitbreiding
Art. 27.De netuitbreidingen bepalen de nieuwe distributieleidingen en de collectieve aansluitingen die geen individuele aansluiting vormen en die bedoeld zijn om op geschikte wijze in te spelen op de ontwikkelingsbehoeften van betrokken net. De procedures bedoeld in de artikelen 28 tot 31 omschrijven het doorlopende proces van de opvolging van de netuitbreidingsmogelijkheden door de leveranciers en de netbeheerders. Het bepaalt in de mate van het mogelijke de fysieke lokalisatie van die leidingen.
Art. 28.Als één of meer leveranciers op basis van een commerciële studie de netbeheerder informeren dat potentiële klanten een gasaansluiting wensen, leggen zij hem een netuitbreidingsdossier voor.
Dat dossier bevat o.a. : - een situatieplan van de uit te voeren potentiële aansluitingen; - de eventuele technische specificiteiten betreffende de bevoorrading van één of meerdere afnemers, m.i.v. de opnemingsmodaliteiten; - een kopie (eventueel zonder de gegevens die commercieel gevoelig zijn en die niet vereist worden voor het onderzoek van het dossier) van de schriftelijke verbintenissen van de potentiële consumenten met vermelding o.a. van de voorziene consumptie van de betrokken afnemers; - een schatting van de bijkomende potentiële aanvraag, nog niet bevestigd door schriftelijke verbintenissen vanwege potentiële afnemers, vergezeld van de berekeningsmethode en de onderliggende hypotheses.
Art. 29.Het (de) dossier(s) bedoeld in artikel 28, aangelegd in twee exemplaren, wordt (worden) overgemaakt aan de netbeheerder, hetzij per aangetekende brief, hetzij elektronisch met ontvangbewijs. De netbeheerder beschikt over dertig dagen om bijkomende informatie te eisen; na afloop van die termijn wordt de aanvraag geacht volledig te zijn. Indien de aanvragers achten dat eventuele opeenvolgende verzoeken om nadere gegevens ongegrond en opschortend zijn, mogen ze om de tussenkomst van de CWaPE vragen.
Art. 30.§ 1. De netbeheerder geeft de aanvragers kennis van de termijn die nodig is om het onderzoek uit te voeren; die termijn bedraagt hoogstens drie maanden, te rekenen van de datum van de definitieve ontvangst van de aanvraag.
De netbeheerder neemt alle in de loop van de laatste twaalf maanden ingediende en nog steeds lopende dossiers in aanmerking om na te gaan of de geplande uitbreiding economisch gerechtvaardigd is. De geografisch aangrenzende uitbreidingen of uitbreidingsprojecten worden eveneens in aanmerking genomen.
Om vast te stellen of de uitbreiding economisch gerechtvaardigd is, wordt rekening gehouden met de gezamenlijke gegevens waar ze betrekking op heeft, m.i.v. de geplande individuele aansluitingen.
Om de rendabiliteit te berekenen legt de netbeheerder een verband tussen de door de nieuwe aansluitingen verwachte bijkomende producten en de lasten van de geplande uitbreiding, met inachtneming van de richtlijnen bedoeld in paragraaf 3. Die richtlijnen worden nader bepaald door de Minister. § 2. De beheerder geeft kennis van zijn gunstige of ongunstige beslissing tot uitbreiding binnen de tien dagen na afloop van het onderzoek van het dossier.
Als uit het onderzoek blijkt dat de uitbreiding economisch niet gerechtvaardigd is, kunnen de aanvragers bij de Minister van Energie een beroep instellen tegen de beslissing van de netbeheerder, onverminderd artikel 32, 3o, b ., vierde lid, van het decreet.
De Minister wint het advies van de CWaPE in en beslist binnen 50 dagen na ontvangst van het beroep. § 3. De rendabiliteit van een gegeven uitbreiding wordt berekend volgens de methode van de netto geactualiseerde waarde waarbij als actualisatievoet gebruik gemaakt wordt van de netto-vergoedingsvoet van het geïnvesteerde kapitaal van de netbeheerder, zoals bepaald door de CREG, of van de maandelijkse tegenwaarde ervan. De overwogen afschrijvingsduur bedraagt minstens tweehondred veertig maanden.
Elk uitbreidingsproject warvan de geactualiseerde nettowaarde nul of positief is wordt beschouwd als economisch gerechtvaardigd en wordt in het volgende uitbreidingsplan opgenomen.
De in overweging te nemen uitgaven zijn de volgende : - de uitvoering van de beginaansluiting van de uitbreiding op het bestaande net, de leidingen die de uitbreiding vormen, de aansluitingen (meters inbegrepen) waarvan de kosten van de onderdelen en de arbeid niet door de gebruikers gedragen worden;
De distributiecabines, de meet- en controleorganen en de organen die voor de veiligheid zorgen; - de algemene kosten op voornoemde posten; - de exploitatieuitgaven in rechtstreeks verband met de uitbreiding, zonder rekening te houden met de financiering of de afschrijving.
De opbrengsten bestaan uit : - de bijdragen in de investering van derde; - de geschatte opbrengsten, op basis o.a. van de aansluitingsperspectieven van de verschillende categorieën gebruikers, hun gebruiksprofiel, de geraamde bijdragen voor het gebruik van het distributienet volgens de tarieven goedgekeurd door de Commissie voor de Regulering van Elektriciteit en Gas; - de in artikel 32 van het decreet bedoelde overnames van provisie overeenkomstig artikel 31 van dit besluit.
De geschatte opbrengsten kunnen opgenomen worden in de vooruitzichten inzake inflatieontwikkeling, zoals gedaan door het Federaal Planbureau.
Art. 31.Als de geactualiseerde nettowaarde van een uitbreiding die gepland wordt in het kader van de voorbereiding van het uitbreidingsproject negatief is, kan de beheerder voor dat project een provisie aanleggen om het economisch te rechtvaardigen door de geactualiseerde nettowaarde tot nul te herleiden. Die provisie mag niet hoger zijn dan het bedrag dat noodzakelijk is om die voorwaarde te vervullen.
De overname van de provisie die dient om de uitbreiding uit te voeren mag in de loop van een gegeven jaar niet hoger zijn dan de som van de geschatte exploitatielasten ermee gepaard gaan. Bij het onderzoek van elk nieuw project met een negatieve geactualiseerde nettowaarde worden de verschillende vast te leggen uitbreidingsprojecten die een synergie kunnen vormen met bedoeld project in beschouwing genomen bij de berekening van de rendabiliteit van het onderzochte project. Afdeling 3 - Inzameling van gegevens
Art. 32.De netbeheerder verstrekt om de drie maanden de volgende gegevens aan de Minister : 1o het globale verbruik, verdeeld per spanningsniveau (lage spanning en gemiddelde spanning), per type-afnemers overeenstemmend met de specifieke belastingskrommen, zoals bepaald door de CWaPE en, voor elke exploitatiezetel, per activiteitensector overeenstemmend met de NACE-BEL-code met 4 cijfers; 2o het aantal aansluitingen, verdeeld per spanningsniveau (laagspanning en gemiddelde spanning); 3o de personalia van de aangesloten nieuwe eindafnemers, alsook hun activiteitensector overeenstemmend met de NACE-BEL-code met 4 cijfers; 4o kWh geïnjecteerd in en opgenomen van elk ander netwerk; 5o het aantal afsluitingen per spanningsniveau, alsook de oorzaak, de localisatie en de duur ervan; 6o alle informatie over netuibreidingen.
Als elke activiteitensector die overeenstemt met de NACE-BEL-code met 4 cijfers in het kader van het eerste lid, 1o, slechts één onderneming betreft, worden de gegevens betreffende die onderneming gehergroepeerd worden met die van een andere NACE-BEL-code die zo representatief mogelijk is. HOOFDSTUK V. - Controle van de CWaPE
Art. 33.De gegevens bedoeld in de artikelen 11 en 14 zijn didactisch, duidelijk, begrijpelijk en aangepast aan de residentiële afnemers.
De algemene voorwaarden bedoeld in artikel 11 en de type-herinneringsbrief bedoeld in artikel 14 behoeven de goedkeuring van de Minister, die zich binnen 30 dagen na de aanvraag uitspreekt.
Art. 34.De CWaPE kan de leveranciers en netbeheerders verzoeken om alle gegevens en documenten die ze nodig heeft om na te gaan of zij hun openbare dienstverplichtingen nakomen. De CWaPE kan controle ter plaatse uitvoeren.
Art. 35.§ 1. De leverancier bezorgt de CWaPE jaarlijks vóór 31 maart de volgende geaggregeerde gegevens : 1o het aantal afnemers die het sociaal tarief genieten; 2o het aantal rappels; 3o het aantal aanmaningen; 4o het aantal wanbetalers, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen beschermde en niet-beschermde afnemers; 5o het aantal aangenomen afbetalingsplannen en de gemiddelde maandelijkse betaling; 6o het aantal afbetalingsplannen die niet opgevolgd worden; 7o het aantal dossiers overgemaakt aan de O.C.M.W.'s; 8o het aantal aanvragen tot plaatsing van een budgetmeter waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen plaatsingen op aanvraag van de leverancier of van de afnemer, alsook het aantal effectieve plaatsingen; 9o het bedrag van de gemiddelde schuld op het ogenblik van de plaatsing van de budgetmeter; 10o elk ander geaggregeerd gegeven bepaald door de CWaPE. § 2. De netbeheerder bezorgt de CWaPE jaarlijks vóór 31 maart de volgende geaggregeerde gegevens : 1o het aantal afnemers die het sociaal tarief genieten; 2o het aantal plaatsingen van een budgetmeter waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen plaatsingen op aanvraag van de leverancier, van de afnemer of van de beschermde afnemer.
Art. 36 . De CWaPE maakt een uitvoerig verslag over de nakoming van de aan de leveranciers en netbeheerders opgelegde openbare dienstverplichtingen, overeenkomstig artikel 36, § 1, 8o, en § 2, van het decreet. HOOFDSTUK VI. - Overgangsbepalingen
Art. 37.Bij de inwerkingtreding van dit besluit geven de netbeheerders de Minister kennis van de personalia van de eindafnemers, alsook van hun activiteitensector overeenstemmend met de NACE-BEL-code met 4 cijfers.
Art. 38.In afwijking van de termijn tot plaatsing van een budgetmeter bedoeld in artikel 17, § 2, eerste lid, plaatst de netbeheerder de budgetmeter zo spoedig mogelijk in de loop van het jaar na de inwerkingtreding van hoofdstuk II, afdeling 3, van dit besluit. HOOFDSTUK VII. - Wijzigingsbepalingen
Art. 39.In artikel 1, 4o, van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt, worden in fine de woorden "of elk ander gelijkwaardig systeem" toegevoegd.
Art. 40.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt opgeheven en vervangen door volgend artikel : "
Art. 4.§ 1. Voor elke eindafnemer wordt minstens één keer per jaar een samenvattende balans opgemaakt door de leverancier. Die balans beoogt het verstrekken aan de afnemer van een instrument om het energetisch verbruik te analyseren.
Voor afnemers waarvan het verbruik jaarlijks wordt gemeten, wordt de samenvattende balans opgemaakt binnen de maand na de meting. De balans wordt bij de factuur gevoegd en vermeldt het verbruik van de twaalf maanden vóór de meting.
Voor afnemers waarvan het verbruik maandelijks wordt gemeten, wordt de samenvattende balans jaarlijks vóór 31 maart opgemaakt. Ze vermeldt het verbruik voor het afgelopen kalenderjaar. § 2. De samenvattende balans vermeldt verplicht : 1o de verbruiken, de periode waarop ze slaan, alsook de gemiddelde globale prijs per kWh, alle taksen en heffingen inbegrepen, de periode van twaalf maanden vóór de meting en van de drie voorafgaande perioden van twaalf maanden, voor zover bedoelde leverancier werkelijk geleverd heeft aan de afnemer, of als het gaat om de standaardleverancier bedoeld in het besluit van de Waalse regering van 21 maart 2002 betreffende de in aanmerking komende klanten en het toezicht op de voorwaarden om in aanmerking te komen; 2o voor de afnemers die aangesloten zijn op het laagspanningsnet, het gemiddelde verbruik van een standaardafnemer dat overeenstemt met een specifieke retributiekromme, zoals vastgelegd door de CWaPE, weergegeven d.m.v. grafieken met vermelding van de positie van de eindafnemer; 3o de primaire energiebronnen die jaarlijks gebruikt worden voor de productie van de geleverde elektriciteit, weergegeven d.m.v. grafieken of percentages. § 3. De leverancier vermeldt de primaire energiebronnen vanaf 1 februari van bedoeld jaar aan de hand van de contracten gesloten tussen de leverancier en de producent(en) voor de elektriciteitsvoorziening van zijn eindafnemers in de loop van het afgelopen kalenderjaar.
Als het contract niet op een welbepaalde installatie slaat, worden de primaire energiebronnen bepaald op grond van het globale productiepark van de betrokken producent.
Als de leverancier zich van elektriciteit voorziet bij één of meer tussenpersonen, wordt bij gebrek aan contracten die specifiek betrekking hebben op bepaalde installaties rekening gehouden met het gemiddelde van de primaire energiebronnen die gebruikt worden om de door de tussenpersoon afgenomen elektriciteit te produceren.
Als de leverancier zich van elektriciteit voorziet bij een elektriciteitsbeurs, wordt bij gebrek aan een specifiek contract met de producent rekening gehouden met het gemiddelde van de primaire energiebronnen die gebruikt worden voor de productie van elektriciteit die het voorwerp is van transacties op de elektriciteitsmarkt.
De primaire energiebronnen worden ingedeeld in de volgende categorieën : 1o hernieuwbare energiebronnen (hydraulisch, windenergie, biomassa, andere); 2o natuurgas; 3o andere fossiele brandstoffen; 4o kernenergie; 5o bronnen van onbekende herkomst.
Behoudens uitdrukkelijke goedkeuring door de CWaPE, mag het percentage bronnen van onbekende herkomst niet hoger zijn dan 5 %.
De leveranciers bezorgen de CWaPE jaarlijks vóór 1 februari een verslag over de primaire energiebronnen die gebruikt worden voor de productie van de elektriciteit geleverd in de loop van het afgelopen kalenderjaar. § 4. De door de overheden geïnde overlasten, in voorkomend geval BTW inbegrepen, worden in de samenvattende balans vermeld en in de volgende categorieën ingedeeld : 1o sociale overlasten; 2o milieu-overlasten; 3o overlasten i.v.m. de werking van de reguleringsorganen; 4o heffing voor bezetting van het openbaar eigendom bestemd voor de gemeenten.
Om het aandeel van elke van de vier bovenbedoelde categorieën te kunnen bepalen, wordt de aansluitingsretributie bedoeld in de artikelen 40 en 41 van het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt verdeeld volgens een sleutel die vastligt in het actieprogramma bedoeld in artikel 37 van het decreet.
De gegevens bedoeld in de paragrafen 2 en 3 worden op een duidelijke, verstaanbare en leesbare manier voorgesteld en bevatten geen facturatiegegevens. Het model van de samenvattende balans afgegeven door elke leverancier wordt door de CWaPE goedgekeurd.
Art. 41.In artikel 21, § 1, van hetzelfde besluit wordt "waar de kaart" vervangen door "waar het budgetsysteem".
Art. 42.In artikel 24, § 1, van hetzelfde besluit wordt "zijn kaart" vervangen door "zijn budgetmeter".
Art. 43.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1o het eerste lid van artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : Overeenkomstig de desbetreffende wettelijke en reglementaire bepalingen voert de netbeheerder de taken en verplichtingen uit die hem krachtens het decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan ten laste vallen om de eindafnemers die aangesloten zijn op het netwerk dat hij beheert, een ononderbroken levering en een stabiel spanningsniveau te waarborgen, behalve overmacht. 2o in het tweede lid wordt de zin "waarbij een minimale opzegtermijn van achtenveertig uur in acht wordt genomen" vervangen door "overeenkomstig het termijn bepaald bij de besluiten van de Waalse Regering van 16 oktober 2003 betreffende de technische reglementen voor het beheer en de toegang tot de distributienetten van elektriciteit in het Waalse Gewest en voor het beheer en de toegang tot het plaatselijk transportnet in het Waalse Gewest"; 3o het vierde lid wordt vervangen als volgt : "Behalve overmacht staat de netbeheerder in voor het integrale herstel van alle schade die door zijn schuld of bij gebrek aan voorzorg zijnentwege veroorzaakt wordt aan de installaties van de afnemer wegens storing van de frequentie - voorzover ze instaan voor het beheer van de frequentie - van het spanningniveau of wegens ongewoon verlengde afsluiting t.a.v. het technisch reglement en de overeenkomsten. De Cwape kan verzocht worden om een gemotiveerd advies in geval van abnormaal lange afsluiting. De CWaPE brengt haar gemotiveerd advies uit nadat ze de betrokken partijen heeft gehoord.
Art 44. In artikel 30 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o in het eerste lid worden de woorden "behalve compensatie van de netverliezen" ingevoegd tussen "eigen verbruik" en "of"; 2o tussen het eerste en het tweede lid wordt het volgende lid ingevoegd : "Als de overtollige productie de in het eerste lid bedoelde verbruikscapaciteiten overschrijdt, verwittigt de netbeheerder de leveranciers zodat zij de overtollige productie proportioneel kunnen opkopen naar rato van de elektriciteitshoeveelheden geleverd door de leveranciers op het grondgebied van de netbeheerder waar de installaties van de betrokken producent(en) van "groene" elektriciteit gevestigd zijn. »
Art. 45.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1o in 1o worden de woorden "in voorkomend geval" ingevoegd vóór de woorden "verdeeld per standaardafnemer"; 2o in 2o worden de woorden "in voorkomend geval" ingevoegd vóór de woorden "verdeeld per standaardafnemer"; 3o in 5o worden in fine de woorden "in het Waalse Gewest" toegevoegd; 4o in 6o wordt het woord "localisatie" ingevoegd tussen de woorden "oorzaak" en "en duur" en worden in fine de woorden "per spanningsniveau" toegevoegd.
Art. 46.In artikel 33, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "type" geschrapt. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 47.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van hoofdstuk III, afdeling 3, waarvan de datum van inwerkingtreding door de Minister bepaald wordt.
Art. 48.De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 4 december 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS