14 JUNI 2004. - Ministerieel besluit betreffende de berekeningen van de rentabiliteit van de gasnetuitbreidingen

De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, Gelet op het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt, inzonderheid op artikel 32;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2003 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt;

Gelet op het advies van de "Commission wallonne pour l'Energie" (Waalse Energiecommissie) nr. CD-4c23-CWaPE-042, gegeven op 24 maart 2004;

Overwegende dat de berekening van de rentabiliteit van de gasnetuitbreidingen dringend aangepast moet worden daar de netaanpassingsplannen binnenkort worden goedgekeurd en dat ze uitbreidingen opnemen die economisch gerechtvaardigd zijn overeenkomstig artikel 32, 3°, b, van het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Een economisch gerechtvaardigd uitbreidingsproject wordt gekenmerkt door een initiële uitgave, eventueel aangevuld door latere uitgaven, die over een bepaalde periode, met name de levensduur van het project, moet uitmonden op opbrengsten die in totaal hoger liggen dan de uitgave of er minstens gelijk aan zijn.

De positieve en negatieve financiële stromen gegenereerd op verschillende tijdstippen in de loop van bedoelde periode worden geactualiseerd via een "actualisatievoet" om van meet af aan een waarde aan het project toe te kennen en om besluitvorming mogelijk te maken wat de uitvoering ervan betreft. § 2. De geactualiseerde nettowaarde (GNW), die het algebraïsche resultaat is van het geheel van de t.o.v. van de initiële tijd geactualiseerde financiële stromen, wordt berekend als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld waarbij n = aantal periodefracties (jaren of maanden) Dt = absolute waarde van de uitgave (excl. financieringslasten) tijdens de periodefractie t Rt = absolute waarde van de opbrengsten (incl. externe bijdragen) tijdens de periodefractie t I = actualisatievoet van toepassing op die periodefractie. § 3. Voor de netuitbreidingen kunnen de financiële stromen (uitgaven en opbrengsten) zich tegen een hoge frequentie opstapelen aan het begin van het project zodat het jaar niet meer per se een relevante tijdschaal is voor het opzoeken van de GNW. Bijgevolg wordt de maand als tijdseenheid gebruikt, op zijn minst tijdens de drie eerste jaren van het project. § 4. Voor de jaren opgedeeld in maanden wordt verondersteld dat de financiële stromen betreffende de investeringsuitgaven, waarbij rekening gehouden wordt met de betaling van de facturen, aan het begin van de desbetreffende maand plaatsvinden; de overige financiële stromen en de thesauriestromen worden in rekening gebracht aan het einde van de maand. Voor de jaren die niet in maanden opgedeeld worden, is de actualisatievoet van het jaar van toepassing op alle stromen. § 5. De investeringsuitgaven worden toegekend voor de periodefractie die overeenstemt met de vermoedelijke uitvoering van de prestaties. De investeringen voor de hoofdinfrastructuur van het net worden onderscheiden van de investeringen voor individuele aansluitingen van de afnemers. Beide categorieën worden gespreid over de levensduur van het project.

Art. 2.§ 1. Voor elke periodefractie geldt een actualisatievoet.

De aangenomen jaarlijkse actualisatievoet is de jaarlijkse rendementsvoet van het geïnvesteerde kapitaal van betrokken netbeheerder, zoals vastgelegd door de CREG volgens de methodologie omschreven in het document "Richtlijnen met betrekking tot de billijke winstmarge toepasselijk op de aardgasvervoersondernemingen en de aardgasdistributienetbeheerders actief op het Belgische grondgebied" met het referentienummer 030618-CDC-219 of elk wijzigingsdocument.

De gelijkwaardigheid tussen de jaarlijkse en de maandelijkse voet wordt verstaan als volgt : - de jaarlijkse voet uitgedrukt in een decimaal getal verhoogd met 1 - verhoogd tot de macht 1/12 - en vervolgens verminderd met 1 Deze voet wordt uitgedrukt in % met 3 decimalen.

Art. 3.De 240 maanden levensduur van het project bedoeld in artikel 30, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 4 december 2003 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt, is de aanvaardbare minimumduur van de periode.

Het in rekening nemen van een langere duur door de GRD is dus toegelaten indien het opportuun is.

Art. 4.§ 1. De uitgaven i.v.m. de uitvoering van de uitbreiding betreffen : - de grondwerken, de aanleg-, ophogings- en afdekkingswerken, die noch door de gebruikers noch door andere interveniënten gedragen worden; - de handelingen i.v.m. de indienststelling. § 2. De meet-, controle- en veiligheidsorganen worden voorzien van kathodische beschermingsuitrustingen en eventuele odoriseerstations en er wordt voorzien in de totstandbrenging ervan. § 3. De algemene onkosten voor de uitvoeringswerken omvatten : - de specifieke studies voor de uitvoering van de netuitbreiding, behalve de haalbaarheidsstudie om de rentabiliteit van de investering te schatten; - de begeleiding van de werken en het toezicht erop; - elke andere behoorlijk gerechtvaardigde uitgave waarvan geacht wordt dat ze uitsluitend toe te schrijven is aan uitbreiding door de GRD. § 4. De rechtstreeks met de uitbreiding verbonden exploitatie-uitgaven omvatten de lopende extrauitgaven die namelijk te maken hebben met het onderhoud van het net en het toezicht erop, het aflezen en het beheer van de meters, eventueel de kathodische bescherming en de odorisering.

Deze uitgaven worden geschat op grond van de kosten toegelaten door de GREG bij de berekening van de aanvoertarieven en meegedeeld door de GRD in zijn evaluatie van de netuitbreiding.

Art. 5.§ 1. De "bijdragen van derden in de investering" omvatten o.a. : het aandeel van huishoudelijke en niet-huishoudelijke gebruikers, de bijdrage van de leveranciers, de gezamenlijke investeringen met een vervoersbedrijf of een andere GRD, de openbare of privé-steun en subsidies, alsmede de kosten voorkomen door synergieën met andere begunstigden. § 2. Om de "aansluitingsperspectieven" te evalueren, houdt de GRD rekening met : - de vaste aanvragen tot aansluiting; - de verkavelingsprojecten, de projecten voor niet huishoudelijke vestigingen, bedrijfsruimten, op grond van relevante dossiers betreffende de aanvraag tot en de toekenning van een verkavelings- en/of bouwvergunning en/of een enige vergunning; - de ontwikkelingsperspectieven van het aantal aansluitingen over de periode, geraamd op grond van door de GRD voorgestelde statistieken van het penetratiepercentage.

Art. 6.Netuitbreiding waarvan niet vaststaat dat ze economisch gerechtvaardigd zijn en die niet in het kader van een uitbreidingsplan opgenomen zijn, worden ter herinnering in bedoeld plan opgenomen en gaan vergezeld van het bewijsstuk waaruit blijkt dat ze geweigerd werden. Bij elk nieuw plan gaat een bijlage met een lijst van de uitbreidingsprojecten die niet weerhouden werden in de loop van de vijf laatste jaren.

Art. 7.De CWaPE formaliseert de toe te passen procedures voor de berekening van het economisch gerechtvaardigd karakter van uitbreidingsprojecten. Daartoe wordt een formulier ter beschikking gesteld door de CwaPE. Elke GRD gebruikt dat formulier en maakt het behoorlijk ingevuld over aan de CWaPE. Elk relevant beschrijvingselement betreffende het project staat in de mededeling vermeld.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Namen, 14 juni 2004.

J. DARAS