Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 mei 2013
gepubliceerd op 11 juli 2013

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de loopbaanbegeleiding

bron
vlaamse overheid
numac
2013035615
pub.
11/07/2013
prom.
17/05/2013
ELI
eli/besluit/2013/05/17/2013035615/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 MEI 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de loopbaanbegeleiding


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 19 december 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003036268 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004, artikel 102;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/07/2003 pub. 25/08/2003 numac 2003035905 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers sluiten betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/08/2004 pub. 06/12/2004 numac 2004036773 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning en subsidiëring van centra voor loopbaandienstverlening sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van centra voor loopbaandienstverlening;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 maart 2013;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 8 april 2013;

Gelet op advies 53.177/1 van de Raad van State, gegeven op 14 mei 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen en definities

Artikel 1.De steun verleend met toepassing of ter uitvoering van dit besluit, wordt toegekend met in achtneming van de voorwaarden van het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° gemandateerde onderneming : de onderneming die door de minister wordt gemachtigd om loopbaanbegeleiding uit te oefenen;2° kansengroepen : de personen van vijftig jaar en ouder, allochtonen, personen met een arbeidshandicap, kortgeschoolden, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/07/2007 pub. 09/08/2007 numac 2007036290 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor het verlenen van subsidies ter ondersteuning en uitvoering van het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit sluiten tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regels voor het verlenen van subsidies ter ondersteuning en uitvoering van het beleid van evenredige arbeidsdeelname en diversiteit;3° loopbaanbegeleiding : de professionele ondersteuning van de professioneel actieve persoon bij het nemen van loopbaankeuzen en -beslissingen tijdens een proces waarbij het ontdekken, het versterken of het ontwikkelen van de competenties die nodig zijn om de loopbaan zelf actief te beheren, centraal staan opdat zijn arbeidsmarktpositie kan worden versterkt;4° loopbaancheque : het elektronische betaalmiddel voor loopbaanbegeleiding;5° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de professionele vorming;6° persoonlijk ontwikkelingsplan : het begeleide proces dat tot doel heeft de arbeidsmarktgerichte persoonlijke ontwikkeling van het individu te bevorderen;7° professioneel actieve persoon : a) de persoon, die op het ogenblik van de aanvraag van de loopbaancheque tewerkgesteld is op het grondgebied van het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest krachtens een arbeidsovereenkomst, of die arbeid verricht onder het gezag van een ander persoon, en die in een van de volgende gevallen verkeert : 1) hij heeft zijn woonplaats op het grondgebied van het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;2) hij heeft zijn woonplaats op het grondgebied van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of een van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte;3) hij heeft zijn woonplaats op het grondgebied van het Waalse Gewest en hij maakt gebruik van zijn recht op vrij verkeer van werknemers of van de vrijheid van vestiging, zoals gewaarborgd door artikel 45 en 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan verordening nummer 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie;b) de natuurlijke persoon, vermeld in artikel 3 van het koninklijk besluit nr.38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, die zijn bedrijvigheid uitoefent in een vestiging op het grondgebied van het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, en die in een van de volgende gevallen verkeert : 1) hij heeft zijn woonplaats op het grondgebied van het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;2) hij heeft zijn woonplaats op het grondgebied van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of een van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte;3) hij heeft zijn woonplaats op het grondgebied van het Waalse Gewest en hij maakt gebruik van zijn recht op vrij verkeer van werknemers of van de vrijheid van vestiging, zoals gewaarborgd door artikel 39 en 43 van het EG-verdrag en door verordening (EEG) nr.1612/68; 8° stimuleringsfinanciering : de bijkomende financiële ondersteuning voor een gemandateerde onderneming met het oog op een hoger bereik van kansengroepen;9° uitgiftebedrijf : de na mededinging aangewezen onderneming die belast is met de uitgifte en de uitbetaling van de loopbaancheques;10° VDAB : het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, opgericht bij artikel 3 van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 25/08/2004 numac 2004036333 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding »;11° vergoeding : een financiële compensatie voor de uitvoering van de loopbaanbegeleiding. HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

Art. 3.§ 1. Binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde begrotingskredieten en volgens de voorwaarden, bepaald in dit besluit, komt de Vlaamse Regering tegemoet in de kosten van Nederlandstalige loopbaanbegeleiding voor professioneel actieve personen.

De professioneel actieve persoon voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° hij vraagt op eigen verzoek en op eigen initiatief loopbaanbegeleiding aan;2° hij is werkzaam op het ogenblik van zijn aanvraag van loopbaanbegeleiding;3° hij heeft werkervaring van minimaal twaalf maanden opgebouwd in de loop van de 24 maanden voorafgaand aan de aanvraag van de loopbaancheque.Als zijn werkervaring een periode van vier weken ononderbroken tewerkstelling omvat als uitzendkracht als vermeld in de wet van 24 juli 1987Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/07/1987 pub. 13/02/2007 numac 2007000038 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. - Duitse vertaling sluiten betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, volstaat een werkervaring van negen maanden in de loop van de 24 maanden voorafgaand aan de aanvraag van de loopbaancheque. De individuele beroepsopleiding als werkzoekende, vermeld in titel III, hoofdstuk III, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding en de tewerkstelling krachtens het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2008 betreffende de werkervaring, wordt gelijkgesteld met werkervaring.

Werkervaring in het buitenland wordt door de professioneel actieve persoon aangetoond via een attest van de werkgever of een gelijkwaardig attest; 4° hij heeft geen loopbaanbegeleiding genoten die door het Vlaamse Gewest werd gesubsidieerd in een periode van zes jaar voor zijn aanvraag van de loopbaancheque; § 2. De professioneel actieve persoon kan beschikken over maximaal twee loopbaancheques gedurende een periode van zes jaar, die ingaat op de datum van de aanvang van de loopbaanbegeleiding. HOOFDSTUK 3. - Loopbaanbegeleiding

Art. 4.§ 1. De gemandateerde onderneming moet per aangeboden loopbaancheque : 1° een pakket loopbaanbegeleiding aanbieden, dat minimaal bestaat uit : a) het uitvoeren van loopbaanbegeleiding op maat van de professioneel actieve persoon gedurende vier uur.De loopbaanbegeleiding vindt hoofdzakelijk individueel plaats en is verspreid over minimaal twee dagen; b) het uitvoeren van de verschillende stappen loopbaanbegeleiding, vermeld in artikel 102, derde lid, a) tot en met d), van het decreet van 19 december 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003036268 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004, die resulteren in de opmaak van een persoonlijk ontwikkelingsplan.Het persoonlijk ontwikkelingsplan stelt de reflecties over de loopbaan, de competenties en het benoemen van een loopbaandoel centraal en kan resulteren in de opmaak van een actieplan; c) duidelijke informatieverstrekking over de aanvang, de procedure, de inhoud en het verloop van de loopbaanbegeleiding;d) het verstrekken van nazorg aan de professioneel actieve persoon die daarom verzoekt.Onder nazorg wordt verstaan de behandeling van bijkomende vragen met het oog op de versterking van de realisatiegraad van het persoonlijk ontwikkelingsplan. De nazorg is niet begrepen in het contingent uren, vermeld in punt 1°, a), en wordt door de gemandateerde onderneming verstrekt tot een jaar na de beëindiging van het afsluitende gesprek; e) het uitvoeren van loopbaanbegeleiding op maat van de kansengroepen, als de gemandateerde onderneming een beroep doet op de stimuleringsfinanciering, vermeld in artikel 15;2° toegankelijke, beschikbare en bereikbare dienstverlening in het kader van de loopbaanbegeleiding waarborgen;3° over de voorwaarden van de loopbaanbegeleiding een schriftelijke overeenkomst sluiten met de professioneel actieve persoon, na afloop van het intakegesprek. De minister kan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, verder specificeren. § 2. De gemandateerde onderneming bezorgt aan de professioneel actieve persoon een gepersonaliseerd attest als zijn persoonlijk ontwikkelingsplan de noodzakelijke behoefte aan een arbeidsmarktgerichte opleiding, als vermeld in artikel 7, tweede lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/07/2003 pub. 25/08/2003 numac 2003035905 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers sluiten betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers, formuleert. HOOFDSTUK 4. - Voorwaarden

Art. 5.§ 1. De onderneming die loopbaanbegeleiding als vermeld in dit besluit wil verrichten, dient een mandaataanvraag in bij de VDAB. De onderneming toont daarbij aan dat ze aan de volgende voorwaarden voldoet : 1° de onderneming heeft een van de volgende statuten : a) het statuut van rechtspersoon, opgericht volgens de rechtsregels van de lidstaat van vestiging;b) het statuut van natuurlijke persoon die beschikt over burgerrechten en politieke rechten;2° de onderneming verkeert niet in staat van faillissement of in staat van kennelijk onvermogen, noch maakt ze het voorwerp uit van een procedure tot faillietverklaring of een gelijkaardige wetgeving in de lidstaat van vestiging;3° de onderneming is geen achterstallige belastingen, boeten of intresten verschuldigd, noch socialezekerheidsbijdragen, met sociale zekerheid gelijkgestelde bijdragen, boeten of intresten, verschuldigd aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;4° de onderneming beschikt over een van de kwaliteitscertificaten : a) Qfor-certificaat;b) ISO-certificaat;c) CEDEO-certificaat;d) Recognised for Excellence;e) K2c, K2b, K2a voor opleiding of begeleiding;f) Blik op Werk'-Keurmerk;g) CERTO-certificaat;h) kmop-norm : de kwaliteitsnorm vastgesteld ter uitvoering van artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/12/2008 pub. 10/03/2009 numac 2009035199 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten sluiten tot toekenning van steun aan kleine en middelgrote ondernemingen voor ondernemerschapsbevorderende diensten;i) ESF-label;5° de onderneming toont haar professionele deskundigheid op het vlak van loopbaanbegeleiding aan. De zaakvoerder, exploitant of verantwoordelijke van de onderneming of haar aangestelden of lasthebbers beschikken daarvoor over een beroepservaring van ten minste drie jaar in de sector van loopbaanbegeleiding, loopbaanoriëntatie of -coaching, outplacement of werkzoekendenbegeleiding; 6° de onderneming onderschrijft de bepalingen van de gedragscode, opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is toegevoegd. In het tweede lid wordt verstaan onder : 1° lidstaat van vestiging : een lidstaat van de Europese Economische Ruimte op het grondgebied waarvan de zetel van de dienstverrichter is gevestigd;2° sociale partners : de representatieve organisaties van de werknemers, de werkgevers, de middenstand en de landbouw die zijn vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, als vermeld in het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » type decreet prom. 07/05/2004 pub. 25/08/2004 numac 2004036333 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen sluiten inzake de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen. De voorwaarde, vermeld in het tweede lid, 1°, a), geldt niet voor de sociale partners.

De VDAB kan de lijst, vermeld in het tweede lid, 4°, met door haar gelijkwaardige geachte certificaten uitbreiden. § 2. De VDAB gaat na of de onderneming voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 1, tweede lid.

Na het positieve advies van de VDAB verleent de minister aan de onderneming een mandaat tot uitvoering van de loopbaanbegeleiding met een looptijd van zes jaar. § 3. De minister brengt de onderneming schriftelijk op de hoogte van de toekenningsvoorwaarden van het mandaat, in het bijzonder : 1° de looptijd van het mandaat;2° de omschrijving van de openbare diensttaken in het kader van de loopbaanbegeleiding;3° een beschrijving van het compensatiemechanisme en de parameters voor berekening, monitoring en herziening van de compensatie;4° de regelingen om eventuele overcompensatie te vermijden en terug te vorderen;5° de opgave van de wettelijke rechtsgrondslag voor het mandaat;6° de niet-overdraagbaarheid van het mandaat. De minister bepaalt de nadere voorwaarden voor de indiening en behandeling van de aanvraag.

Art. 6.Met behoud van de toepassing van de voorwaarden, vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, voldoet de gemandateerde onderneming tijdens de looptijd van het mandaat aan de volgende voorwaarden : 1° de gemandateerde onderneming handelt op een objectieve, respectvolle en niet-discriminerende wijze conform de bepalingen van het decreet van 8 mei 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2002 pub. 26/07/2002 numac 2002035892 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt sluiten houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt;2° de gemandateerde onderneming eerbiedigt de persoonlijke levenssfeer en verwerkt persoonsgegevens conform de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;3° De gemandateerde organisatie kan voor het uitvoeren van deze dienstverlening een beroep doen op onderaannemers.De gemandateerde onderneming controleert of de onderaannemers voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid. Voor de voorwaarde vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, 4°, volstaat het dat de onderaannemers zich beroepen op het kwaliteitscertificaat van de gemandateerde organisatie. 4° de gemandateerde onderneming hanteert een boekhouding die inkomsten en uitgaven die verband houden met de loopbaanbegeleiding of de stimuleringsfinanciering, alsook de parameters, vermeld in artikel 11, tweede lid, en in artikel 15, § 3, voor de toerekening van de kosten en inkomsten, transparant afzondert;5° de gemandateerde onderneming registreert minimaal de volgende gegevens in databank van de VDAB : a) de identificatiegegevens van de begeleide persoon;b) de verschillende contactmomenten;c) de stappen, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1°, b);d) het persoonlijk ontwikkelingsplan;6° de gemandateerde onderneming bezorgt op verzoek van de VDAB de informatiegegevens die de VDAB nodig acht om de controle uit te oefenen. De VDAB kan naast de bepalingen, vermeld in het eerste lid, 5°, aanvullende richtlijnen uitvaardigen op het vlak van de te hanteren boekhouding met het oog op de rechtmatigheidscontrole van kosten en inkomsten en naast de verplichtingen, vermeld in het eerste lid, 6°, bijkomende registratieverplichtingen bepalen. HOOFDSTUK 5. - Loopbaancheque

Art. 7.De professioneel actieve persoon vraagt een loopbaancheque aan bij de VDAB. De VDAB onderzoekt of de persoon voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 1, tweede lid. De VDAB brengt het uitgiftebedrijf op de hoogte van rechtmatige aanvragen. Het uitgiftebedrijf onderzoekt of de professioneel actieve persoon de tegemoetkoming, vermeld in artikel 8, heeft betaald en kent in voorkomend geval de loopbaancheque toe.

De minister kan nadere voorwaarden bepalen op het vlak van de wijze van aanvraag, kennisgeving en toekenning van de loopbaancheque.

Art. 8.De professioneel actieve persoon, of een door hem aangestelde derde, betaalt een tegemoetkoming in de kosten van zijn loopbegeleiding van veertig euro per loopbaancheque.

Art. 9.De loopbaancheque vermeldt de naam van de titularis, is niet overdraagbaar en heeft een geldigheidsduur van maximaal drie maanden vanaf de datum van uitgifte.

Bij verval van de geldigheidsduur van de loopbaancheque betaalt het uitgiftebedrijf de eigen bijdrage van de professioneel actieve persoon, vermeld in artikel 8, terug. Een vervallen loopbaancheque ontzegt de niet-begeleide professioneel actieve persoon niet de mogelijkheid om een nieuwe loopbaancheque aan te vragen overeenkomstig de voorwaarden van dit besluit.

Art. 10.Na registratie van de geleverde loopbaanbegeleiding bezorgt de gemandateerde onderneming de loopbaancheque ter betaling aan het uitgiftebedrijf.

De loopbaancheque wordt door de gemandateerde onderneming uiterlijk negen maanden na de datum van uitgifte ter betaling aangeboden. HOOFDSTUK 6. - Vergoeding

Art. 11.Binnen de perken van de goedgekeurde jaarlijkse begroting en volgens de voorwaarden, vermeld in dit besluit, krijgt de gemandateerde onderneming een vergoeding voor de loopbaanbegeleiding, verstrekt aan de professioneel actieve persoon.

De vergoeding per pakket loopbaanbegeleiding bedraagt maximaal 550 euro exclusief BTW en vertegenwoordigt : 1° de personeelskosten van de loopbaanbegeleider voor de loopbaanbegeleiding, vermeld in artikel 4;2° werkingskosten die maximaal 25 procent van de personeelskosten bedragen;3° een winstaandeel van maximaal 6 procent van de loon- en werkingskosten. In het tweede lid, 2°, wordt verstaan onder werkingskosten : a) de uitgaven die rechtstreeks betrekking hebben op de planning, uitvoering, monitoring en evaluatie van de loopbaandienstverlening;b) de uitgaven die als overhead betrekking hebben op de organisatie van de onderneming.

Art. 12.De vergoeding, vermeld in artikel 11, wordt verrekend naar rato van de prestaties die de gemandateerde onderneming conform dit besluit effectief geleverd heeft op het vlak van de loopbaanbegeleiding.

Art. 13.De vergoeding, vermeld in artikel 11, kan niet gecumuleerd worden met andere subsidies voor dezelfde kosten of kosten die elkaar geheel of gedeeltelijk overlappen, van werknemers die de gemandateerde onderneming in dienst heeft voor de uitvoering van de loopbaanbegeleiding.

Art. 14.De gemandateerde onderneming kan voor de professioneel actieve persoon geen enkele andere vergoeding voor loopbaandienstbegeleiding ontvangen dan de vergoeding vermeld in dit besluit.

De gemandateerde onderneming kan geen schadevergoeding eisen van de professioneel actieve persoon die beslist om de loopbaanbegeleiding vroegtijdig stop te zetten.

De gemandateerde onderneming kan geen loopbaanbegeleiding aanbieden aan eigen werknemers.

De vergoeding, vermeld in artikel 11, kan door de gemandateerde onderneming niet aangewend worden ter financiering van een derdebetalersregeling van de eigen bijdrage van de professioneel actieve persoon.

Art. 15.§ 1. Binnen de grenzen van de goedgekeurde jaarlijkse begrotingskredieten en volgens de voorwaarden, vermeld in dit besluit, verkrijgt de gemandateerde onderneming stimuleringsfinanciering voor de loopbaanbegeleiding van professioneel actieve personen die behoren tot de kansengroepen als : 1° de gemandateerde onderneming over minimaal twee jaar ervaring beschikt op het vlak van het werken met kansengroepen;2° het jaarlijkse aandeel van de professioneel actieve personen die de onderneming begeleidt en die behoren tot de kansengroepen, op het totaal aantal begeleide personen minimaal 30 procent bedraagt. De gemandateerde onderneming levert bij de aanvraag van mandaat of bij de aanvang van werkingsjaar het bewijs van de ervaring, vermeld in het eerste lid, 1°. § 2. De gemandateerde onderneming ontvangt een forfaitaire vergoeding volgens de formule : S = JBA x BP x 150/100, waarbij 1° S : stimuleringsfinanciering, die bestaat uit een vergoeding uitgedrukt in euro;2° JBA : het jaarlijks bereikt aandeel, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, dat gelijk is aan : a) 30 : bij een bereik van 30 procent tot en met 40 procent;b) 40 : bij een bereik van 41 procent tot en met 50 procent;c) 50 : bij een bereik van 51 procent tot en met 60 procent;d) 60 : bij een bereik van 61procent tot en met 100 procent.3° BP : het totale aantal daadwerkelijk begeleide personen;4° 150 : honderd vijftig euro. § 3. De vergoeding van honderdvijftig euro, vermeld in paragraaf 2, 4°, vertegenwoordigt : 1° de personeelskosten om promotie te voeren bij kansengroepen;2° de personeelskosten om de methodiek en instrumenten op maat van kansengroepen te ontwikkelen en aan te passen;3° werkingsmiddelen. § 4. De stimuleringsfinanciering wordt jaarlijks door de VDAB berekend en toegekend. HOOFDSTUK 7. - Controle en sanctionering

Art. 16.De VDAB voert op regelmatige basis, uiterlijk om de drie jaar, controles uit die gericht zijn op de naleving van de bepalingen van dit besluit, om de omvang van de vergoedingen voor de loopbaanbegeleiding te bepalen.

Art. 17.Informatiegegevens die betrekking hebben op de naleving van de voorwaarden van dit besluit worden door de gemandateerde onderneming bewaard gedurende minimaal tien jaar, na afloop van haar mandaat.

Art. 18.§ 1. De minister kan het mandaat schorsen of het mandaat intrekken als wordt vastgesteld dat : 1° de gemandateerde onderneming de bepalingen van dit besluit niet naleeft;2° de zaakvoerder, exploitant of verantwoordelijke van de gemandateerde onderneming of haar aangestelden of lasthebbers, het toezicht en de controle, vermeld in artikel 16 verhinderen;3° de gemandateerde onderneming haar activiteiten stopzet;4° de gemandateerde onderneming haar mandaat heeft verkregen op basis van valse, onvolledige of onjuiste verklaringen;5° de gemandateerde onderneming de inlichtingen die het ter uitvoering van de bepalingen van dit besluit moet leveren, vervalst. § 2. De beslissing is definitief nadat de gemandateerde onderneming de mogelijkheid heeft gekregen om haar verweermiddelen mee te delen binnen een vervaltermijn van vijftien dagen, in geval van een voornemen tot schorsing van het mandaat, en een vervaltermijn van dertig dagen, in geval van een voornemen tot intrekking van het mandaat.

De termijnen, vermeld in het eerste lid, vangen aan de dag nadat het voornemen aan de gemandateerde onderneming ter kennisgeving is verzonden per aangetekende brief. § 3. Bij de beslissing tot intrekking van het mandaat deelt de minister mee binnen welke termijn de gemandateerde onderneming opnieuw een mandaat mag aanvragen.

Art. 19.§ 1. Met behoud van de toepassing van artikel 18, § 1, kan de loopbaanvergoeding worden verminderd of teruggevorderd door de VDAB als : 1° de gemandateerde onderneming de bepalingen van dit besluit niet naleeft;2° de gemandateerde onderneming nog vergoedingen ontvangt nadat haar mandaat geschorst of ingetrokken is;3° de VDAB inbreuken vaststelt op de bepalingen van het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen. § 2. De beslissing is definitief nadat de gemandateerde onderneming de mogelijkheid heeft gekregen om haar verweermiddelen mee te delen binnen een vervaltermijn van vijftien dagen, behalve als ze haar verweermiddelen al heeft kunnen voorleggen met toepassing van artikel 18.

De termijn, vermeld in het eerste lid, vangt aan de dag nadat het voornemen aan de gemandateerde onderneming ter kennisgeving is verzonden per aangetekende brief. HOOFDSTUK 8. - Evaluatie en klachtenprocedure

Art. 20.De VDAB monitort de dienstverlening op het vlak van de loopbaanbegeleiding, inclusief het bereik van kansengroepen en dit per kansengroep.

Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van dit besluit evalueert de VDAB dit besluit. De VDAB bezorgt zijn rapport aan de minister. De minister deelt de evaluatie mee aan de Vlaamse Regering.

Art. 21.Klachten over de loopbaanbegeleiding kunnen schriftelijk, telefonisch of via elektronische post worden ingediend zowel bij de gemandateerde onderneming als bij de VDAB. HOOFDSTUK 9. - Wijzigingsbepalingen

Art. 22.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/07/2003 pub. 25/08/2003 numac 2003035905 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers sluiten betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004, 10 november 2006 en 23 juli 2010, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het opschrift wordt de zinsnede « opleidings- en begeleidingscheques » vervangen door het woord « opleidingscheques »;2° in punt 3° wordt de zinsnede « opleidings- en begeleidingscheques » vervangen door het woord « opleidingscheques »;3° in punt 4° wordt de zinsnede « opleidings- en of begeleidingscheque » vervangen door het woord « opleidingscheque »;4° in punt 5° worden de woorden « en begeleidingen » opgeheven;5° punt 6° wordt vervangen door wat volgt : « 6° opleidingscheque : betaalmiddel waarmee directe opleidingskosten kunnen worden betaald die een erkende verstrekker factureert aan een werknemer.De minister bepaalt de vormvereisten van de opleidingscheque. De opleidingscheques kunnen alleen gebruikt worden voor opleidingen die niet gebeuren in opdracht van de werkgever en die worden gevolgd buiten de normale werkuren of tijdens periodes van wettige schorsing van de arbeidsovereenkomst plaatsvinden; »; 6° in punt 7° wordt de zinsnede « opleidings- en begeleidingskosten » vervangen door het woord « opleidingskosten »;7° punt 9° wordt opgeheven.

Art. 23.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004, 23 september 2005, 10 november 2006, 4 juni 2010 en 23 juli 2010, wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen door wat volgt : « HOOFDSTUK II. - De opleiding ».

Art. 24.In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 en paragraaf 2, eerste lid, wordt de zinsnede « opleiding en/of begeleiding » telkens vervangen door het woord « opleiding »;2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden « opleiding of begeleiding » vervangen door het woord « opleiding ».

Art. 25.In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004, 23 september 2005, 10 november 2006, 4 juni 2010 en 23 juli 2010 wordt afdeling 2, die bestaat uit artikel 4, opgeheven.

Art. 26.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004 en 4 juni 2010, wordt het derde lid opgeheven.

Art. 27.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/08/2004 pub. 06/12/2004 numac 2004036773 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning en subsidiëring van centra voor loopbaandienstverlening sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt de zinsnede « opleidings- en begeleidingscheque » vervangen door het woord « opleidingscheque »;2° in het tweede lid wordt de zinsnede « opleidings- of begeleidingstrajecten » vervangen door het woord « opleidingstrajecten ».

Art. 28.In artikel 7, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002100 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek aan de wetgeving ter bestrijding van discriminatie en tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002118 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek aan de wetgeving ter bestrijding van discriminatie en tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002117 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 22/05/2009 numac 2009000347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 10/05/2007 pub. 20/05/2009 numac 2009000344 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de zinsnede « opleidings- en begeleidingscheque » wordt vervangen door het woord « opleidingscheque »;2° de woorden « en begeleidingskosten » worden opgeheven.

Art. 29.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 juli 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002100 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek aan de wetgeving ter bestrijding van discriminatie en tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002118 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek aan de wetgeving ter bestrijding van discriminatie en tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002117 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 22/05/2009 numac 2009000347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 10/05/2007 pub. 20/05/2009 numac 2009000344 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten0, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede « opleidings- en begeleidingscheque » vervangen door het woord « opleidingscheque »;2° in paragraaf 1, 2 en 4 wordt de zinsnede « opleiding en/of begeleiding » vervangen door het woord « opleiding »;3° in paragraaf 2, 4°, worden de woorden « opleiding of begeleiding » vervangen door het woord « opleiding ».

Art. 30.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de zinsnede « opleiding en/of begeleiding » wordt vervangen door het woord « opleiding »;2° de zinsnede « opleidings- of begeleidingskosten » wordt vervangen door het woord « opleidingskosten ».

Art. 31.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 worden de woorden « opleiding of begeleiding « vervangen door het woord « opleiding »;2° in paragraaf 1 en 2 wordt de zinsnede « opleidings- en begeleidingscheques » vervangen door het woord « opleidingscheques ». HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepalingen

Art. 32.Het besluit van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/08/2004 pub. 06/12/2004 numac 2004036773 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning en subsidiëring van centra voor loopbaandienstverlening sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van centra voor loopbaandienstverlening, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2007 en 4 juni 2010, wordt opgeheven.

Art. 33.De persoon die voor de inwerkintreding van dit besluit beschikt over een begeleidingscheque, of een aanvraag daarvoor heeft ingediend conform de bepalingen het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/07/2003 pub. 25/08/2003 numac 2003035905 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers sluiten betreffende de opleidings- en begeleidingscheques voor werknemers, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004, 10 november 2006 en 23 juli 2010, kan die cheque inwisselen voor een loopbaancheque overeenkomstig de bepalingen van dit besluit. De VDAB betaalt de eigen bijdrage terug aan de titularis van de begeleidingscheque.

Art. 34.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2013, met uitzondering van artikel 5, dat in werking treedt op 1 mei 2013.

Art. 35.De Vlaamse minister, bevoegd voor de professionele vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 mei 2013.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS

Bijlage Gedragscode voor deelnemers aan loopbaanbegeleiding die door gemandateerde dienstverleners toegepast moet worden bij de uitvoering van de opdracht als vermeld in artikel 5, § 1, tweede lid, 6° Algemene bepalingen De gedragscode is een inspanningsverbintenis van de gemandateerde en zijn medewerkers die diensten aan de werkende aanbieden. De gemandateerde organisatie maakt deze gedragscode aan de werkende. 1. de gemandateerde organisatie gaat het engagement aan om onder meer de volgende wetgeving voor de werkende in loopbaanbegeleiding strikt toe te passen en na te leven : a) de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;b) de wetgeving betreffende de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen voor de toegang tot een zelfstandig beroep;c) de wet van 30 juli 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/1981 pub. 20/05/2009 numac 2009000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden;d) de wet van 10 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002100 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek aan de wetgeving ter bestrijding van discriminatie en tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002098 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen type wet prom. 10/05/2007 pub. 30/05/2007 numac 2007002099 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002118 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek aan de wetgeving ter bestrijding van discriminatie en tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 05/06/2007 numac 2007002117 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Addendum type wet prom. 10/05/2007 pub. 22/05/2009 numac 2009000347 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. - Duitse vertaling van uittreksels type wet prom. 10/05/2007 pub. 20/05/2009 numac 2009000344 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten ter bestrijding van discriminatie.2. De gemandateerde organisatie gaat het engagement aan om alles in het werk te stellen om een effectieve loopbaanbegeleiding te bieden met het oog op de opmaak van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor de deelnemers.De loopbaanbegeleider streeft er naar de vier uur begeleiding per pakket in te zetten op maat van de deelnemer. De loopbaanbegeleiding is in hoofdzaak een individueel proces (in dialoog - facetoface of e-coaching - tussen loopbaanbegeleider en klant). 3. De gemandateerde organisatie verbindt er zich toe de grootst mogelijke beroepsbekwaamheid, integriteit en vakkennis aan te bieden en op elk moment de hoogst mogelijke ethische normen in acht te nemen bij de uitvoering van haar opdrachten.4. De gemandateerde organisatie zet alleen personeel in dat voldoende gekwalificeerd en opgeleid is voor de opdracht.Als het tegendeel blijkt, kan het mandaat geschorst of ingetrokken worden. Als dat aangewezen is, doet de organisatie een beroep op deskundig advies of verwijst ze de klant door naar een deskundige. De gemandateerde organisatie ziet erop toe dat de professionele competentie van haar loopbaanbegeleiders verder ontwikkeld wordt. 5. De gemandateerde organisatie vermengt geen professionele en niet-professionele activiteiten en garandeert een professionele afstand tot de deelnemer te bewaren.6. De gemandateerde organisatie draagt er zorg voor dat haar loopbaanbegeleiders zich op geen enkele wijze laten leiden door de belangen of behoeften van de eigen organisatie of van andere organisaties.7. De gemandateerde organisatie licht de werkende op voorhand in over de klachtenprocedures (minstens de eigen procedure, de procedure van de VDAB en de coördinaten van de Vlaamse Ombudsdienst) en brengt hem op de hoogte van de gedragscode.8. De gemandateerde organisatie benadert de werkende met respect tijdens de loopbaanbegeleiding.Haar houding is gebaseerd op eerbied van de persoon en zijn levensbeschouwelijke overtuiging. Ze past het recht toe op gelijke behandeling en non-discriminatie op gebied van geslacht, seksuele geaardheid, nationale of etnische afkomst, geloof of levensbeschouwing, burgerlijke stand, fortuin, geboorte, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap of fysieke eigenschap, zogenaamd ras, afstamming en huidskleur. 9. De gemandateerde organisatie garandeert niet rechtstreeks gegevens over te dragen aan of communicatie te voeren met de RVA of andere - al dan niet publieke - instanties, behalve de VDAB, en met andere Vlaamse of Europese inspectie- of auditautoriteiten dan die welke bij de controle op de gemandateerde organisatie vereist zijn.10. De gemandateerde organisatie zorgt ervoor dat alle personeelsleden de vertrouwelijkheid van de persoonlijke gegevens respecteren.Er mogen geen persoonlijke gegevens die niet noodzakelijk zijn voor de opdracht worden ingewonnen en opgeslagen. De persoonlijke gegevens worden bewaard op een wijze die de werkende kan begrijpen en die hem geen enkel kenmerk toedichten met een mogelijk discriminerend effect tot gevolg. 11. De deelnemer heeft op elk moment inzagerecht in de gegevens die tijdens de dienstverlening over hem zijn verzameld.12. De gemandateerde organisatie gebruikt de gegevens die ze verkregen heeft door de loopbaanbegeleiding niet voor andere doeleinden dan die welke omschreven zijn in de opdracht.De gemandateerde organisatie verbindt er zich toe eigen dossiers met persoonsgegevens alleen bij te houden zolang dat nodig is voor de overeengekomen opdracht. Na afloop van de opdracht blijft de geheimhoudingsplicht van de gemandateerde organisatie bestaan.

In de volgende gevallen wordt een uitzondering op de vertrouwelijkheid gemaakt : - klantengegevens die moeten worden geregistreerd voor een subsidiërende instantie en die opgevraagd kunnen worden door die instantie. In dat geval bezorgt de loopbaandienstverlener uitsluitend identificatiegegevens en kwantitatieve informatie aan de subsidiërende instantie. Het gaat om de identificatie van de klant en trajectbeschrijvende data zoals het aantal bijeenkomsten en de uitgevoerde stappen in het proces van de loopbaanbegeleiding. In geen geval worden er gegevens over de inhoud van de loopbaanbegeleiding verstrekt; - gegevens die zo geanonimiseerd zijn dat het onmogelijk is vast te stellen op welke persoon ze betrekking hebben; - een beperkte interne gegevensdoorstroming in een gemandateerde onderneming, die noodzakelijk is met het oog op een adequaat management van de dienstverlening.

Alle andere informatie kan pas aan derden meegedeeld worden na expliciete voorafgaande toestemming van de klant. 13. De loopbaanbegeleider legt een zekere terughoudendheid aan de dag. Hij dringt niet verder door in de persoonlijke levenssfeer van de klant dan noodzakelijk is om de opdracht te doen slagen. 14. De gemandateerde organisatie legt geen contacten met derden zonder de uitdrukkelijke toestemming van de werkende.De werkende kan die toestemming pas geven nadat het voor hem duidelijk is waarom dat contact met derden wordt gelegd en wat ervan wordt verwacht.

Specifieke bepalingen Houding en rol van de loopbaanbegeleider 15. De klant staat centraal in het dienstverleningsproces : hij klaart zijn eigen (levensloop)baan uit en maakt zelf de keuzes.De dienstverlener ondersteunt de klant bij dat proces. 16. De loopbaanbegeleider gaat een inspanningsverbintenis aan ten opzichte van de klant.Hij gaat het engagement aan om alles in het werk te stellen zodat de loopbaanbegeleiding kwaliteitsvol verloopt.

Er is geen garantie over het bereiken van een resultaat, maar wel op voldoende inspanningen om de doelstelling te kunnen bereiken. Deze doelstelling is om klanten een beter inzicht te geven in hun (levens)loopbaan zodat ze een meer concrete visie op hun toekomst krijgen. Bij de bijeenkomsten en tussentijdse opdrachten wordt dat doel op elk moment voor ogen gehouden. 17. Het gemandateerde centrum zorgt voor transparantie van de dienstverlening.De loopbaanbegeleider zorgt ervoor dat elke klant die gebruik maakt van de dienstverlening, van bij de start een duidelijk beeld heeft van de inhoud en afbakening of mogelijkheden en beperkingen van loopbaanbegeleiding.

Bij de aanvang van de dienstverlening zorgt de dienstverlener ervoor dat de klant een begrip heeft van : ? de doelstellingen van de loopbaanbegeleiding, met inbegrip van de eigen verantwoordelijkheid en autonomie in het beheer van de (levens)loopbaan ? de diensten die geleverd worden door de dienstverlener en de planning ervan; ? de financiële bijdrage die de klant moet betalen voor de dienstverlening; ? de betalingswijze, de mogelijkheid en de voorwaarden om loopbaancheques voor werknemers te gebruiken; ? de hoeveelheid tijd die de klant moet investeren om te komen tot een volwaardige loopbaanbegeleiding; ? de achtereenvolgende stappen van het dienstverleningsproces zelf; ? het feit dat eventuele infomomenten (en de toelichting van de gedragscode) geen deel uitmaken van pakket 1; ? het feit dat de klant recht heeft op nazorg na afloop van een traject loopbaanbegeleiding en dat tot maximaal een jaar na het afsluitende gesprek een vraag van de werkende over de uitvoering van zijn persoonlijk ontwikkelingsplan kort behandeld wordt, met als doelstelling de realisatiegraad van het persoonlijk ontwikkelingsplan van de werkende te versterken; ? het recht om de zes jaar gebruik te maken van de loopbaanbegeleiding; ? de methodieken die in het dienstverleningsproces worden gebruikt; ? het afrondingsmoment van de dienstverlening; ? het concept persoonlijk ontwikkelingsplan als eindresultaat van een loopbaanbegeleiding; ? de deontologische regels die de loopbaanbegeleider tijdens de dienstverlening moet volgen; ? de mogelijkheid om klachten te formuleren over de dienstverlening, de loopbaanbegeleider of het loopbaancentrum. 18. Een overeenkomst tussen de klant en gemandateerd centrum wordt ondertekend na de intake, dus bij het tweede contactmoment van het pakket.In de overeenkomst wordt melding gemaakt van de financiële bijdrage van de klant, en van het recht op loopbaanbegeleiding om de zes jaar. De gedragscode is bij de overeenkomst gevoegd. Deze overeenkomst wordt bij elk pakket opgemaakt en ondertekend door de klant en de loopbaanbegeleider. 19. Tijdens de loopbaanbegeleiding respecteert de loopbaanbegeleider de eigen verantwoordelijkheid, zelfsturing en autonomie van de klant. Dat uit zich als volgt : ? De loopbaanbegeleider beslist niet in de plaats van de klant en dringt geen keuzes op. Hij helpt de klant bij het zelf maken van keuzes die van belang zijn voor zijn verdere (levens)loopbaan. Bij het aanreiken van mogelijkheden van dienstverlening en opleiding treedt de loopbaanbegeleider strikt neutraal op. Daarbij is zijn enige doelstelling een traject te bepalen dat het beste aansluit bij de behoeften en aspiraties van de klant, rekening houdend met zijn gezins- en familiesituatie; ? De klant neemt vrijwillig deel aan de loopbaanbegeleiding. De zelfbeschikking van de klant komt tot uiting in het recht om de professionele relatie met de loopbaanbegeleider al dan niet aan te gaan, voort te zetten of te beëindigen. De loopbaanbegeleider laat de begeleiding niet langer duren dan nodig is voor de klant, rekening houdend met het feit dat de klant recht heeft op vier uur per pakket.

Er wordt geen intensieve dienstverlening aangeboden als een korte, eenvoudige dienstverlening volstaat. 20. De loopbaanbegeleider erkent zijn professionele en persoonlijke grenzen beperkingen en verwijst de klant door indien nodig.Hij doet indien nodig een beroep op professioneel advies en ondersteuning. Hij hanteert alleen die methoden waarvoor hij de vereiste competenties heeft.

Screenings- en testinstrumenten zijn slechts een ondersteuning van de methodiek die gehanteerd wordt in de loopbaandienstverlening en vormen geen doel op zich. De dienstverlener zorgt voor een voldoende balans tussen een aanbod dat ondersteunend en informatief is voor de deelnemer (informatie, schema's, processen, individueel of in groep) en een activerend aanbod (effectieve en actiegerichte begeleiding). 21. De loopbaanbegeleider laat zich bij doorverwijzingen (naar opleiding, arbeidsbemiddeling, hulpverlening enzovoort) op geen enkele wijze leiden door de belangen of behoeften van de eigen organisatie of van andere organisaties.Hij dringt geen keuze op. In het persoonlijk ontwikkelingsplan en de daaraan verbonden acties staat het belang van de klant voorop. 22. Bij onderaanneming onderschrijven de dienstverleners van loopbaanbegeleiding de gedragscode.Het gemandateerde centrum is ervoor verantwoordelijk dat de dienstverlening van dezelfde kwaliteit is.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding.

Brussel, 17 mei 2013.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS

^