gepubliceerd op 22 oktober 2009
Besluit van de Vlaamse Regering inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici
4 SEPTEMBER 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici
De Vlaamse Regering, Gelet op Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen, het laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 473/2008 van de Commissie van 29 mei 2008;
Gelet op Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1137/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008;
Gelet op Verordening (EG) nr. 303/2008 van de Commissie van 2 april 2008 tot instelling, ingevolge Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning voor de certificering van bedrijven en personeel betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevat;
Gelet op de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging, artikel 1 en 4;
Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, artikel 20, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1993, 21 oktober 1997, 11 mei 1999 en 12 december 2008;
Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, titel XVI, artikel 16.4.27, laatste lid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
Overwegende dat de certificeringsprocedures, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven, moeten worden aangepast om te voldoen aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 303/2008 van de Commissie van 2 april 2008 tot instelling, ingevolge Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning voor de certificering van bedrijven en personeel betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevat;
Overwegende dat het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven moet worden uitgebreid voor koelinstallaties met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan drie kilogram om te voldoen aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 303/2008 van de Commissie van 2 april 2008 tot instelling, ingevolge Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning voor de certificering van bedrijven en personeel betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevat;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 29 mei 2009;
Gelet op advies 46.797/3 van de Raad van State, gegeven op 30 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° koelinstallatie: het geheel van de onderdelen en apparaten die nodig zijn voor de werking van een koelsysteem. Luchtconditioneringsinstallaties en warmtepompen die een koelsysteem bevatten, worden ook als koelinstallaties beschouwd; 2° titel II van het VLAREM : het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en de latere wijzigingen ervan;3° ozonafbrekende stoffen: de stoffen, vermeld in bijlage I van Verordening (EG) nr.2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen en de latere wijzigingen ervan, afzonderlijk of in een mengsel; 4° gefluoreerde broeikasgassen: de stoffen, vermeld in bijlage I van Verordening (EG) nr.842/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 inzake bepaalde gefluoreerde broeikasgassen en de latere wijzigingen ervan, afzonderlijk of in een mengsel; 5° werkzaamheden aan koelinstallaties : werkzaamheden aan koelinstallaties waarbij er een mogelijk risico op emissies van ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bestaat.Hiermee wordt de uitvoering van de volgende activiteiten bedoeld : a) installatie;b) onderhoud of revisie;c) terugwinning voor recycling, regeneratie of vernietiging van ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen;d) controle op lekkage;6° installatie : aaneenkoppeling van twee of meer apparatuuronderdelen of circuits die ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen als koelmiddel bevatten of daarvoor bestemd zijn, met het oog op het monteren van een systeem op de locatie waar het zal functioneren, inclusief de handeling waarbij koelmiddelleidingen van een systeem worden aaneengekoppeld om een koelcircuit te voltooien, ongeacht de noodzaak het systeem na montage te vullen;7° onderhoud of revisie : alle activiteiten, exclusief terugwinning en lekkagecontroles, waarbij de circuits die ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bevatten of daarvoor bestemd zijn, worden geopend, namelijk het vullen van het systeem met ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen, het wegnemen van een of meer circuit- of apparatuuronderdelen, het hermonteren van twee of meer circuit- of apparatuuronderdelen en het herstellen van lekken;8° terugwinning : het verzamelen en opslaan van ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen, bijvoorbeeld uit machines, apparatuur en houders; 9° controle op lekkage : de lekdichtheidscontroles, vermeld in artikel 5.16.3.3, § 6 en § 7, van titel II van het VLAREM; 10° gecertificeerde technicus in de koeltechniek : een natuurlijk persoon die beschikt over een geldig certificaat om werkzaamheden aan koelinstallaties uit te voeren;11° certificaat : het certificaat dat uitgereikt is overeenkomstig de bepalingen van 5, 6 en 7 voor een bedrijf, artikel 14 en 15 voor een technicus, en artikel 18, 19 en 20 voor een examencentrum;12° de Commissieverordening : Verordening (EG) nr.303/2008 van de Commissie van 2 april 2008 tot instelling, ingevolge Verordening (EG) nr. 842/2006 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning voor de certificering van bedrijven en personeel betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur die bepaalde gefluoreerde broeikasgassen bevat; 13° gecertificeerd koeltechnisch bedrijf : een bedrijf dat gecertificeerd is overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, 6 en 7; 14° bevoegde koeltechnicus : de bevoegde koeltechnicus zoals gedefinieerd in artikel 1.1.2 van titel II van het VLAREM; 15° keuringsinstelling : een instelling als vermeld in artikel 26 of 27;16° de afdeling : de afdeling, bevoegd voor erkenningen, namelijk de afdeling Milieuvergunningen van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, zoals thans bepaald met toepassing van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries;17° koelinstallatiebeheersysteem : een koelinstallatiebeheersysteem dat is opgezet om werkzaamheden aan koelinstallaties uit te voeren;18° gecertificeerd examencentrum : een examencentrum dat gecertificeerd is overeenkomstig de bepalingen van artikel 18, 19 en 20;19° examensysteem : een examensysteem dat is opgezet om examens te organiseren als vermeld in artikel 23, § 1 en § 2.
Art. 2.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op koelinstallaties als vermeld in artikel 5.16.3.3 en artikel 6.8.0 van titel II van het VLAREM en die ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bevatten.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, kan de bepalingen wijzigen die zijn opgenomen in de bijlagen bij dit besluit, uitgezonderd bijlage XIII.
Art. 4.§ 1. Werkzaamheden aan koelinstallaties mogen alleen worden uitgevoerd door een gecertificeerde technicus in de koeltechniek. De gecertificeerde technicus in de koeltechniek mag alleen de werkzaamheden aan koelinstallaties uitvoeren die vermeld staan op zijn certificaat.
Het eerste lid is niet van toepassing op personen die werkzaamheden aan koelinstallaties uitvoeren die gefluoreerde broeikasgassen maar geen ozonafbrekende stoffen bevatten en die voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 4, derde lid, van de Commissieverordening.
Het eerste lid is eveneens niet van toepassing op personen die ozonafbrekende stoffen maar geen gefluoreerde broeikasgassen terugwinnen uit koelinstallaties met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan drie kilogram, op voorwaarde dat die personen een gepaste opleiding hebben gevolgd en dat kunnen bewijzen met een diploma of getuigschrift. De opleiding behandelt ten minste de onderdelen, vermeld in bijlage I van dit besluit over de terugwinning van ozonafbrekende stoffen. § 2. Personen of bedrijven die in een ander gewest of een andere EU-lidstaat een certificaat in overeenstemming met artikel 5, respectievelijk artikel 8 van de Commissieverordening, hebben behaald, zijn van rechtswege gecertificeerd om de activiteiten uit te voeren, vermeld op het certificaat, aan koelinstallaties die gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen bevatten. § 3. De personen of bedrijven die in een andere EU-lidstaat een certificaat hebben verkregen om werkzaamheden aan koelinstallaties uit te voeren, beschikken over een vertaling van dit certificaat naar het Nederlands, Frans, Duits of Engels, als het certificaat in een andere taal dan in een van die talen werd afgegeven. HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende gecertificeerde koeltechnische bedrijven Afdeling I. - Certificeringsprocedure voor koeltechnische bedrijven
Art. 5.Een koeltechnisch bedrijf wordt gecertificeerd als het koelinstallatiebeheersysteem van het bedrijf met goed gevolg is gekeurd als vermeld in artikel 9.
Art. 6.§ 1. De keuring, vermeld in artikel 5, wordt door een keuringsinstelling uitgevoerd. In geval van certificering kent de keuringsinstelling een certificaat toe namens de afdeling en bezorgt ze het certificaat binnen twee maanden na de keuring aan het bedrijf.
In geval van niet-certificering deelt ze binnen twee maanden na de keuring de redenen daarvoor mee aan het bedrijf.
Het certificaat bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage II. Voor de opmaak van het certificaat volgt de keuringinstelling de instructies van de afdeling. Het model van keuringscertificaat wordt ter goedkeuring aan de afdeling voorgelegd. § 2. Het certificaat voor een bedrijf vervalt : 1° na een periode van 24 maanden vanaf de datum van de uitreiking van het certificaat bij een bedrijf dat personeel als vermeld in artikel 14, § 1, 1°, in dienst heeft;2° na een periode van vijf jaar vanaf de datum van de uitreiking van het certificaat bij een bedrijf dat personeel als vermeld in artikel 14, § 1, 2°, 3° of 4°, in dienst heeft.
Art. 7.§ 1. De geldigheid van het certificaat voor een bedrijf wordt automatisch verlengd voor een periode van 24 maanden bij een bedrijf dat personeel als vermeld in artikel 14, § 1, 1°, in dienst heeft, of voor een periode van vijf jaar bij een bedrijf dat personeel als vermeld in artikel 14, § 1, 2°, 3° of 4°, in dienst heeft, als het bedrijf in de periode van zes maanden voor de vervaldatum van het lopende certific aat de keuring, vermeld in artikel 9, met goed gevolg heeft doorstaan en als de tekortkomingen die werden vastgesteld bij de vorige keuring, in voldoende mate weggewerkt zijn. § 2. In geval van verlenging van de geldigheid van het certificaat bezorgt de keuringsinstelling het nieuwe certificaat binnen twee maanden na de keuring aan het bedrijf. Het certificaat is opgesteld volgens de voorwaarden, vermeld in artikel 6, § 1, tweede lid. In geval van niet-certificering deelt de keuringsinstelling de redenen daarvoor binnen twee maanden na de keuring mee aan het bedrijf. Afdeling II. - Procedure van keuring van het
koelinstallatiebeheersysteem
Art. 8.De keuringsaanvraag die gericht is aan de keuringsinstelling, bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage III. Afdeling III. - Organisatie van de keuring
Art. 9.Bij de keuring van het koelinstallatiebeheersysteem van een koeltechnisch bedrijf moet worden nagegaan of aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, § 1, en aan de verplichtingen, vermeld in artikel 10 en 11, is voldaan. Bij de uitvoering van de keuring volgt de keuringstelling de instructies van de afdeling. Afdeling IV. - Verplichtingen voor gecertificeerde koeltechnische
bedrijven
Art. 10.Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet : 1° minstens één gecertificeerde technicus in de koeltechniek in dienst hebben;2° aan de afdeling alle inlichtingen en documenten verstrekken die ze vraagt en het materiaal tonen dat gebruikt wordt bij werkzaamheden aan koelinstallaties;3° vanaf zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit erop toezien dat wanneer er leveringen van gefluoreerde broeikasgassen worden aangegaan, het personeel dat daarmee wordt belast, gecertificeerde technici in de koeltechniek zijn;4° de afdeling binnen een maand op de hoogte brengen van elke wijziging in de gegevens die verband houden met de certificering;5° zich richten naar de instructies van de afdeling.
Art. 11.§ 1. Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf voert alle werkzaamheden aan koelinstallaties uit conform de norm NBN-EN 378 of een gelijkwaardige code van goede praktijk, en respecteert daarbij de geldende milieuwetgeving. § 2. Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf neemt de nodige maatregelen om lekkage van koelmiddelen te voorkomen of tot een minimum te beperken, en licht het betrokken personeel in over nieuwe technologieën en nieuwe relevante milieuregelgeving met betrekking tot koeltechniek. § 3. Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf zorgt ervoor dat bevoegde koeltechnici gedurende werkzaamheden aan koelinstallaties beschikken over de nodige en in goede staat verkerende apparatuur. Die apparatuur omvat gekalibreerde meetapparatuur en ten minste het materiaal, vermeld in bijlage IV. § 4. Bij werkzaamheden aan een koelinstallatie noteert het gecertificeerde koeltechnische bedrijf de volgende zaken : 1° als lekdichtheidscontroles als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 7, van titel II van het VLAREM worden uitgevoerd : een beschrijving en de resultaten van de uitgevoerde controles; 2° als koelmiddel werd verbruikt of bijgevuld aan een koelinstallatie : het type, de hoeveelheid en de reden van bijvulling (nieuwbouw, uitbreiding, retrofit of lekkage), de datum, de naam van de klant en de locatie van de koelinstallatie;3° als koelmiddel werd afgetapt van een koelinstallatie : het type, de hoeveelheid en de reden van aftapping, de datum, de naam van de klant en de locatie van de koelinstallatie. Als uit de koelmiddelregistratie blijkt dat uit een koelinstallatie een relatief lekverlies optreedt waarbij overeenkomstig artikel 5.16.3.3, § 6, van titel II van het VLAREM maatregelen moeten worden getroffen, moet het gecertificeerde koeltechnische bedrijf ten minste de eigenaar van de installatie schriftelijk op de hoogte brengen van de vastgestelde lekkage, en moet het een voorstel van te nemen maatregelen formuleren.
Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet minstens één afschrift van de registraties aan de eigenaar of beheerder van de koelinstallatie bezorgen en, indien van toepassing, in het installatiegebonden logboek of register noteren.
Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf houdt de gegevens, vermeld in deze paragraaf, gecentraliseerd bij, met vermelding van de plaats en de datum van de uitgevoerde werkzaamheden. § 5. Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf houdt bovendien de volgende zaken gecentraliseerd bij : 1° de hoeveelheid koelmiddel die werd bijgevuld in elke koelinstallatie op basis van de registraties, vermeld in paragraaf 4;2° de hoeveelheid koelmiddel die werd afgetapt van elke koelinstallatie op basis van de registraties, vermeld in paragraaf 4;3° de hoeveelheid koelmiddel die werd aangekocht, met vermelding van de datum van aankoop en de naam van de leverancier;4° de hoeveelheid koelmiddel die werd afgevoerd, met vermelding van de datum van afvoer en de naam van de ophaler van de koelmiddelen. § 6. Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf bewaart de geregistreerde gegevens van de activiteiten, vermeld in dit artikel, minstens vijf jaar.
Art. 12.Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet : 1° de keuringsinstelling toegang verlenen tot de bedrijfszetel;2° aan de keuringsinstelling alle documenten en nuttige gegevens ter beschikking stellen waaruit blijkt dat de uitrustings- en werkingsvoorwaarden, vermeld in dit besluit, nageleefd worden;3° indien nodig, de documenten die de controle mogelijk moeten maken, of een afschrift ervan, aan de keuringsinstelling bezorgen;4° het de keuringsinstelling mogelijk maken om de opdrachten te verifiëren die aan de keuringsinstelling ter uitvoering van dit besluit zijn toevertrouwd;5° de keuringsinstelling alle inlichtingen meedelen over de technieken en uitslagen van de toegepaste werkmethoden en conclusies van de verrichte analysen en controles;6° de nodige maatregelen nemen om te verzekeren dat de keuringsinstelling werkzaamheden kan bijwonen die het gecertificeerde koeltechnische bedrijf aan koelinstallaties uitvoert. Afdeling V. - Schorsing en opheffing van het certificaat van een
koeltechnisch bedrijf
Art. 13.De afdeling kan het certificaat van een koeltechnisch bedrijf schorsen of opheffen als het niet meer aan de certificeringsverplichtingen voldoet of als blijkt dat het de taken en verplichtingen waarmee het is belast, niet reglementair of niet naar behoren uitvoert. Ze verleent daarbij aan het bedrijf het recht om gehoord te worden. HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende gecertificeerde technici in de koeltechniek Afdeling I. - Procedure voor de uitreiking van een certificaat
Art. 14.§ 1. Er bestaan vier categorieën van certificaten : 1° een persoon die een certificaat van categorie I heeft behaald, mag alle werkzaamheden aan koelinstallaties uitvoeren;2° een persoon die een certificaat van categorie II heeft behaald, mag controles op lekkage aan koelinstallaties uitvoeren op voorwaarde dat daarbij het koelmiddelcircuit dat gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen bevat, niet wordt geopend, en mag koelinstallaties installeren, onderhouden of reviseren en gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen terugwinnen als het gaat om koelinstallaties met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan drie kilogram, of om hermetisch afgesloten systemen die als zodanig zijn gelabeld, met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan zes kilogram gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen;3° een persoon die een certificaat van categorie III heeft behaald, mag gefluoreerde broeikasgassen uit koelinstallaties terugwinnen als het gaat om koelinstallaties met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan drie kilogram, of om hermetisch afgesloten systemen die als zodanig zijn gelabeld, met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan zes kilogram gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen;4° een persoon die een certificaat van categorie IV heeft behaald, mag lekkagecontroles aan koelinstallaties uitvoeren op voorwaarde dat daarbij het koelmiddelcircuit dat gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen bevat, niet wordt geopend. § 2. Een persoon kan het certificaat behalen door te slagen voor het examen als vermeld in artikel 23, § 1. De betrokkene is geslaagd als hij voor ieder onderdeel minstens 60 procent van de punten behaalt. § 3. Het examen, vermeld in paragraaf 2, wordt door een gecertificeerd examencentrum georganiseerd. In geval van certificering kent het gecertificeerde examencentrum een certificaat toe namens de afdeling en bezorgt het examencentrum het certificaat binnen een maand na de dag van het examen aan de technicus.
Het certificaat bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage V. Voor de opmaak van het certificaat volgt het examencentrum de instructies van de afdeling. Het model van het certificaat wordt ter goedkeuring aan de afdeling voorgelegd. § 4. Het certificaat vervalt na een periode van vijf jaar vanaf de uitreiking ervan.
Art. 15.§ 1. De geldigheid van het certificaat wordt automatisch verlengd voor een periode van vijf jaar als de gecertificeerde technicus in de koeltechniek in de periode van twaalf maanden voor de vervaldatum van het lopende certificaat minstens zestig procent van de punten behaalt voor het actualisatie-examen, vermeld in artikel 23, § 2.
In uitzonderlijke gevallen kan de afdeling, na een gemotiveerde aanvraag van de betrokkene, beslissen een persoon met een vervallen certificaat de toestemming te geven om deel te nemen aan het actualisatie-examen. Als de betrokkene minstens zestig procent van de punten behaalt voor het actualisatie-examen, vermeld in artikel 23, § 2, wordt de geldigheid van het certificaat verlengd voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van de uitreiking ervan. § 2. Het gecertificeerde examencentrum bezorgt het certificaat binnen een maand na de dag van het examen aan elke geslaagde persoon. Het certificaat is opgesteld volgens de voorwaarden, vermeld in artikel 14, § 3, tweede lid. Afdeling II. - Verplichtingen voor de gecertificeerde technicus in de
koeltechniek
Art. 16.De gecertificeerde technicus in de koeltechniek moet : 1° tijdens werkzaamheden aan koelinstallaties de geldende milieuwetgeving respecteren;2° al het mogelijke doen om lekkage van ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen te voorkomen of tot een minimum te beperken;3° aan de afdeling alle inlichtingen en documenten verstrekken die ze vraagt en het materiaal tonen dat hij gebruikt bij werkzaamheden aan koelinstallaties;4° de afdeling binnen een maand op de hoogte brengen van elke wijziging in de gegevens die verband houden met zijn certificering;5° zich richten naar de instructies van de afdeling. Afdeling III. - Schorsing en opheffing van het certificaat
Art. 17.De afdeling kan een certificaat van een persoon schorsen of opheffen als blijkt dat die persoon de verplichtingen, vermeld in artikel 16, niet nakomt of niet naar behoren uitvoert. Ze verleent daarbij aan de houder van het certificaat het recht om gehoord te worden. HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende gecertificeerde examencentra Afdeling I. - Certificeringsprocedure voor examencentra
Art. 18.Een examencentrum wordt gecertificeerd om examens als vermeld in artikel 23, § 1 en § 2, te organiseren als het examensysteem van het examencentrum met goed gevolg is gekeurd als vermeld in artikel 22.
Art. 19.§ 1. De keuring, vermeld in artikel 18, wordt door een keuringsinstelling uitgevoerd. In geval van certificering kent de keuringsinstelling een certificaat toe namens de afdeling en bezorgt ze het certificaat binnen twee maanden na de keuring aan het examencentrum. In geval van niet-certificering deelt ze binnen twee maanden na de keuring de redenen daarvoor mee aan het examencentrum.
Het certificaat bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage VI. Voor de opmaak van het certificaat volgt de keuringsinstelling de instructies van de afdeling. Het model van keuringscertificaat wordt ter goedkeuring aan de afdeling voorgelegd. § 2. Het certificaat voor een examencentrum vervalt na een periode van vijf jaar vanaf de datum van de uitreiking ervan.
Art. 20.§ 1. De geldigheid van het certificaat voor een examencentrum wordt automatisch verlengd voor een periode van vijf jaar als het examencentrum in de periode van zes maanden voor de vervaldatum van het lopende certificaat de keuring, vermeld in artikel 22, met goed gevolg heeft doorstaan en als de tekortkomingen die werden vastgesteld bij de vorige keuring, in voldoende mate weggewerkt zijn. § 2. In geval van verlenging van de geldigheid van het certificaat bezorgt de keuringsinstelling het nieuwe certificaat binnen twee maanden na de keuring aan het examencentrum. Het certificaat is opgesteld volgens de voorwaarden, vermeld in artikel 19, § 1, tweede lid. In geval van niet-certificering deelt de keuringsinstelling de redenen daarvoor binnen twee maanden na de keuring mee aan het examencentrum. Afdeling II. - Procedure van keuring van het examensysteem
Art. 21.De keuringsaanvraag die gericht is aan de keuringsinstelling, bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage VII. Afdeling III. - Organisatie van de keuring
Art. 22.Bij de keuring van het examensysteem moet worden nagegaan of aan de taken en verplichtingen, vermeld in artikel 23 en 24, is voldaan. Bij de uitvoering van de keuring volgt de keuringsinstelling de instructies van de afdeling. Afdeling IV. - Taken en verplichtingen voor gecertificeerde
examencentra
Art. 23.§ 1. Het gecertificeerde examencentrum organiseert specifieke examens voor personen die een certificaat willen behalen van categorie I, II, III of IV als vermeld in artikel 14, § 1. Het examen bestaat uit vier onderdelen : 1° een theoretisch onderdeel met betrekking tot koeltechniek;2° een praktisch onderdeel met betrekking tot handelingen met gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen;3° een praktisch onderdeel met betrekking tot een hardsoldeerproef;4° een onderdeel met betrekking tot de kennis van de wetgeving en Nederlandstalige terminologie inzake koeltechniek. Personen die een certificaat willen behalen van categorie III of IV, zijn voor het examen vrijgesteld van het praktische onderdeel met betrekking tot de hardsoldeerproef.
Het gecertificeerde examencentrum bepaalt de inhoud van het examen aan de hand van de bepalingen in de bijlage bij de Commissieverordening en in bijlage I bij dit besluit. § 2. Het actualisatie-examen omvat een theorieonderdeel met betrekking tot de relevante milieuwetgeving en technologie. § 3. Bij onregelmatigheden of bij partijdigheid tijdens het examen kan de afdeling beslissen dat het examen geheel of gedeeltelijk opnieuw moet worden afgenomen.
Art. 24.Het gecertificeerde examencentrum moet : 1° beschikken over degelijke examenprocedures die de praktische voorwaarden voor de inschrijving voor en de organisatie van de examens, vermeld in artikel 23, § 1 en § 2, bevatten;2° beschikken over de nodige en in goede staat verkerende infrastructuur, apparatuur, instrumenten en materialen om de examens te organiseren.Voor het praktische gedeelte zijn de nodige apparatuur, instrumenten en materialen, vermeld in bijlage VIII, aanwezig; 3° als een examen wordt georganiseerd, een examenjury samenstellen die ten minste aan de volgende voorwaarden voldoet : a) de voorzitter van de examenjury is master in de ingenieurswetenschappen, master in de bio-ingenieurswetenschappen, master in de industriële wetenschappen, bachelor in de elektromechanica met afstudeerrichting klimatisering, of een persoon met minstens drie jaar aantoonbare ervaring in het afnemen van examens over koeltechniek;b) minstens drie leden van de examenjury bezitten een geldig certificaat als vermeld in artikel 14 en 15;c) minstens een van de leden van de examenjury is extern aan het examencentrum en actief in de koelsector. Die samenstelling van de examenjury is niet van toepassing bij het plaatsvinden van een actualisatie-examen, op voorwaarde dat er minstens één persoon aanwezig is die in het bezit is van een geldig certificaat als vermeld in artikel 14 en 15, en dat die persoon optreedt als examenjurylid. Die persoon garandeert onafhankelijkheid en onpartijdigheid bij de uitvoering van zijn taken; 4° ervoor zorgen dat de examenjuryleden goed op de hoogte zijn van de relevante examenmethoden en examendocumenten;5° een register bijhouden waarin de individuele en algemene resultaten van de examinering worden gedocumenteerd;6° binnen een maand na elk examen een verslag van de examenzitting bezorgen aan de afdeling.Dat verslag wordt ondertekend door de aanwezige juryleden en bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage IX; 7° de afdeling minstens een maand voor het examen plaatsvindt, op de hoogte brengen van de plaats en het tijdstip van het examen.Het gecertificeerde examencentrum moet, als hierom wordt gevraagd door ambtenaren van de afdeling, ambtenaren de mogelijkheid bieden om de examens bij te wonen; 8° zijn activiteiten op een onafhankelijke en onpartijdige wijze uitvoeren;9° gemotiveerde klachten van ambtenaren van de afdeling behandelen en onderzoeken;10° aan de afdeling alle inlichtingen en documenten verstrekken die ze vraagt en het materiaal tonen dat gebruikt wordt bij het afnemen van de examens;11° de afdeling binnen een maand op de hoogte brengen van elke wijziging in de gegevens die verband houden met de certificering;12° zich richten naar de instructies van de afdeling. Afdeling V. - Schorsing en opheffing van het certificaat van een
examencentrum
Art. 25.De afdeling kan het certificaat van een examencentrum schorsen of opheffen als het niet meer aan de certificeringsverplichtingen voldoet of als blijkt dat een gecertificeerd examencentrum de taken en verplichtingen, vermeld in artikel 23 en 24, niet reglementair of niet naar behoren uitvoert. Ze verleent daarbij aan het examencentrum het recht om gehoord te worden. HOOFDSTUK V. - Bepalingen betreffende keuringsinstellingen
Art. 26.Een keuringsinstelling is een instelling die de koelinstallatiebeheersystemen en examensystemen, vermeld in dit besluit, keurt en daarvoor is geaccrediteerd door het Belgische Accreditatiesysteem, overeenkomstig de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van certificatie- en keuringsinstellingen alsmede van beproevingslaboratoria.
Art. 27.§ 1. In afwijking van artikel 26 kunnen instellingen die de koelinstallatiebeheersystemen en examensystemen keuren, door de afdeling worden erkend als keuringsinstelling. § 2. De erkenning kan slechts eenmalig worden toegekend en heeft een geldigheidsduur van maximaal één jaar. Die termijn kan alleen onder uitzonderlijke omstandigheden worden verlengd. § 3. De erkenning kan alleen worden toegestaan als de aanvrager voorafgaandelijk een aanvraag tot accreditatie als vermeld in artikel 26, heeft ingediend.
Art. 28.§ 1. De aanvraag tot erkenning als keuringsinstelling, vermeld in artikel 27, wordt door de instelling aangetekend naar de afdeling gestuurd. Die aanvraag bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage X. Bij de erkenningsaanvraag wordt een kopie van de accreditatieaanvraag gevoegd. § 2. De afdeling onderzoekt de aanvraag en neemt een beslissing tot erkenning of niet-erkenning binnen een termijn van twee maanden na de aanvraag. In geval van erkenning stuurt de afdeling het erkenningsbewijs aangetekend naar de keuringsinstelling. In geval van niet-erkenning deelt ze de redenen daarvoor aangetekend mee.
Art. 29.De keuringsinstelling is ertoe verplicht om op verzoek van ambtenaren van de afdeling een onderzoek in te stellen.
Art. 30.De keuringsinstelling bezorgt maandelijks aan de afdeling een overzicht van de gecertificeerde koeltechnische bedrijven. Dat overzicht bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage XI.
Art. 31.De keuringsinstelling bezorgt maandelijks aan de afdeling een overzicht van de gecertificeerde examencentra. Dat overzicht bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage XII.
Art. 32.De keuringsinstelling bewaart de keuringsrapporten minstens zes jaar. Op verzoek van de afdeling legt de keuringsinstelling het keuringsrapport voor. HOOFDSTUK VI. - Wijzigingsbepalingen
Art. 33.In artikel 1.1.2 van titel II van het VLAREM, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009, worden onder "Definities koelinstallaties" de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de definitie "bevoegd koeltechnicus" wordt vervangen door wat volgt : « - bevoegde koeltechnicus : een technicus die is aangewezen om werkzaamheden aan koelinstallaties op een verantwoorde manier uit te voeren, ofwel rechtstreeks door de exploitant, ofwel door het koeltechnische bedrijf dat werkzaamheden aan de koelinstallatie uitvoert.Voor werkzaamheden aan koelinstallaties die ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bevatten, waarbij er een mogelijk risico op emissies van koelmiddelen bestaat, en voor de uitvoering van lekdichtheidscontroles als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 6 en § 7, geldt als aanvullende voorwaarde dat de persoon werkt in een koeltechnisch bedrijf dat is gecertificeerd overeenkomstig de bepalingen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici. Die aanvullende voorwaarde geldt niet voor lekkagecontroles waarbij het koelmiddelcircuit dat ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bevat, niet wordt geopend, en die worden uitgevoerd door een gecertificeerde technicus in de koeltechniek die in het bezit is van een certificaat van categorie I, II of IV, overeenkomstig de bepalingen van het voormelde besluit;"; 2° de definities van "erkend melkkoeltanktechnicus" en "melkkoeltank" worden opgeheven.
Art. 34.In artikel 5.16.3.3, § 7, 1°, van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009, wordt het woord "alleen" geschrapt.
Art. 35.In artikel 6.8.0 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "met een nominale koelmiddelinhoud van drie kilogram of meer" worden geschrapt;2° de woorden "met een geïnstalleerde drijfkracht van 500 W of minder" worden toegevoegd.
Art. 36.In artikel 23 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid worden tussen de woorden "decreten en hun uitvoeringsbesluiten" en de woorden "op het vlak van de opleiding" de woorden ", en van de verordeningen van de Europese Unie, alsook op de door of krachtens die verordeningen uitgevaardigde verordeningen" ingevoegd.
Art. 37.Bijlage X van hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage XIII, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen
Art. 38.Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 februari 2009, wordt opgeheven.
Art. 39.§ 1. Voor gecertificeerde koeltechnische bedrijven die voor 1 oktober 2008 een aanvraag tot keuring bij een keuringsinstelling hebben ingediend en die maximaal tien bevoegde koeltechnici in dienst hebben die werkzaamheden aan koelinstallaties uitvoeren, geldt dat na 1 april 2009 25 % van de bevoegde koeltechnici houder moet zijn van een geldig certificaat. Vanaf 5 juli 2011 moeten alle bevoegde koeltechnici beschikken over een certificaat. § 2. Voor gecertificeerde koeltechnische bedrijven die voor 1 oktober 2008 een aanvraag tot keuring bij een keuringsinstelling hebben ingediend en die meer dan tien bevoegde koeltechnici in dienst hebben die werkzaamheden aan koelinstallaties uitvoeren, geldt dat na 1 april 2009 25 % van de bevoegde koeltechnici houder moet zijn van een geldig certificaat. Na 1 april 2010 moet 75 % van alle bevoegde koeltechnici beschikken over een certificaat. Vanaf 5 juli 2011 moeten alle bevoegde koeltechnici beschikken over een certificaat. § 3. Voor de bevoegde koeltechnici van gecertificeerde koeltechnische bedrijven die een aanvraag tot keuring bij een keuringsinstelling hebben ingediend voor 1 oktober 2008, die nog niet in het bezit zijn van een certificaat geldt dat ze vanaf 4 juli 2009 over een tussentijds certificaat als vermeld in artikel 40, § 1, moeten beschikken. Voor de andere bevoegde koeltechnici, die nog niet in het bezit zijn van een certificaat, geldt dat ze uiterlijk twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit een aanvraag tot tussentijdse certificering als vermeld in artikel 40, § 1, moeten hebben ingediend, en dat ze uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit moeten beschikken over een tussentijds certificaat. § 4. Voor de bevoegde koeltechnici van gecertificeerde koeltechnische bedrijven die een aanvraag tot keuring bij een keuringsinstelling hebben ingediend voor 1 oktober 2008, en voor de bevoegde koeltechnici die alleen werkzaamheden uitvoeren aan koelinstallaties met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan drie kilogram, of aan hermetisch afgesloten systemen die als zodanig zijn gelabeld, met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan zes kilogram gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen, vervalt het tussentijdse certificaat op 4 juli 2011. Voor de andere bevoegde koeltechnici vervalt het tussentijdse certificaat op 4 juli 2010.
Art. 40.§ 1. De afdeling kan een tussentijds certificaat afleveren aan een bevoegde koeltechnicus die in het bezit is van een diploma of attest dat is uitgereikt nadat hij een degelijke opleiding over koeltechniek heeft gevolgd, of aan een bevoegde koeltechnicus die relevante beroepservaring bezit die hij heeft verworven voor 4 juli 2008. De aanvraag tot tussentijdse certificering wordt naar de afdeling gestuurd.De aanvraag bevat de volgende gegevens en documenten : 1° de voor- en achternaam, het adres, het e-mailadres, het telefoonnummer, het curriculum vitae en de handtekening van de aanvrager;2° de categorie als vermeld in artikel 14, § 1, waarvoor een tussentijds certificaat wordt aangevraagd;3° kopieën van relevante diploma's of een verklaring op erewoord met vermelding van de relevante beroepservaring die voor 4 juli 2008 verworven werd;4° de officiële naam, het adres, het e-mailadres en het telefoonnummer van het koeltechnische bedrijf waar de aanvrager werkt;5° als de betrokkene in een gecertificeerd koeltechnisch bedrijf werkt dat voor 1 oktober 2008 een keuringsaanvraag heeft ingediend bij een keuringsinstelling : het certificaatnummer van het bedrijf. § 2. De afdeling kan een tussentijds certificaat afleveren aan een koeltechnisch bedrijf dat een aanvraag tot keuring heeft ingediend bij een keuringsinstelling, en waarvan de bevoegde koeltechnici over een definitief of tussentijds certificaat beschikken. De aanvraag tot tussentijdse certificering wordt naar de afdeling gestuurd. De aanvraag bevat de volgende gegevens en documenten : 1° de officiële naam van het bedrijf, het adres, het e-mailadres en het telefoonnummer;2° de voor- en achternaam en de handtekening van de directeur van het bedrijf;3° een lijst van personen die over een definitief of tussentijds certificaat beschikken, met vermelding van hun voor- en achternaam, geboortedatum en certificaatnummer;4° een kopie van de keuringsaanvraag.
Art. 41.§ 1. In afwijking van artikel 1, 13°, wordt een koeltechnisch bedrijf dat beschikt over een geldig tussentijds certificaat als vermeld in artikel 40, § 2, tot en met 4 juli 2011 als een gecertificeerd koeltechnisch bedrijf beschouwd. § 2. In afwijking van artikel 1, 13°, wordt een koeltechnisch bedrijf dat alleen werkzaamheden uitvoert aan koelinstallaties met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan drie kilogram, of aan hermetisch afgesloten systemen die als zodanig zijn gelabeld, met een nominale koelmiddelinhoud van minder dan zes kilogram gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen, tot zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit, als een gecertificeerd koeltechnisch bedrijf beschouwd. § 3. Tot en met 4 juli 2011 wordt een geldig tussentijds certificaat als vermeld in artikel 40, § 1, voor de toepassing van artikel 4, § 1, eerste lid, en artikel 10, 1° en 3°, als een certificaat beschouwd.
Art. 42.Tot en met 4 juli 2011 hoeven de juryleden, vermeld in artikel 24, 3°, niet te beschikken over een certificaat als vermeld in artikelen 14 en 15. Ze moeten wel minstens drie jaar aantoonbare ervaring op het gebied van koeltechniek bezitten.
Art. 43.§ 1. Het attest van bekwaamheid in de koeltechniek dat met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven werd uitgereikt, is voor de toepassing van dit besluit evenwaardig aan het certificaat dat wordt uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van artikelen 14 en 15, tot het einde van de geldigheidsduur of de opheffing ervan. § 2. Het keuringscertificaat van een koelinstallatiebeheersysteem dat met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven werd uitgereikt, is voor de toepassing van dit besluit evenwaardig aan het certificaat voor een koeltechnisch bedrijf dat wordt uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van artikelen 5, 6 en 7, tot het einde van de geldigheidsduur of de opheffing ervan. § 3. Het keuringscertificaat van een examensysteem dat met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven werd uitgereikt, is voor de toepassing van dit besluit evenwaardig aan het certificaat voor een examencentrum dat wordt uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van artikelen 18, 19 en 20, tot het einde van de geldigheidsduur of de opheffing ervan. § 4. Het tussentijdse certificaat dat met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven werd uitgereikt aan een koeltechnicus, is voor de toepassing van dit besluit evenwaardig aan het tussentijdse certificaat dat wordt uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van artikel 40, § 1, tot het einde van de geldigheidsduur ervan. § 5. Het tussentijdse certificaat dat met toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven werd uitgereikt aan een koeltechnisch bedrijf, is voor de toepassing van dit besluit evenwaardig aan het tussentijdse certificaat dat wordt uitgereikt overeenkomstig de bepalingen van artikel 40, § 2, tot het einde van de geldigheidsduur ervan.
Art. 44.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage I. Gedeeltelijke inhoud van het examen, vermeld in artikel 4, § 1, en in artikel 23, § 1 A. Inhoud theoretisch onderdeel met betrekking tot koeltechniek
titel
onderwerpen
kennisniveau
milieu-impact ten gevolge van het gebruik van koelmiddelen
1. emissies van ozonafbrekende stoffen
implicaties van de koelmiddelproblematiek kennen
2.directe en indirecte emissies van broeikasgassen (koelmiddelproblematiek en energieverbruik)
koelmiddelen
1. gereglementeerde koelmiddelen
zeer goede kennis van de eigenschappen van koelmiddelen en van de wetgeving die van toepassing is
2.toegestane koelmiddelen en oliën
3. eigenschappen en toepassingsgebied van koelmiddelen en oliën
lekdichtheid
1.lekdichtheidsbepaling, kennis van lekdichtheidsbeproevingstechnieken en wetgeving inzake lekdetectie
zeer goede kennis
2. kennis van maatregelen om emissies van koelmiddelen te reduceren met betrekking tot ontwerp, onderhoud en herstellingen
3.kennis van risico's op lekkage van bepaalde onderdelen van een koelinstallatie naargelang van type verbinding, compressor...
B. Inhoud praktisch onderdeel met betrekking tot handelingen met gefluoreerde broeikasgassen of ozonafbrekende stoffen en met betrekking tot een hardsoldeerproef
titel
onderwerpen
kennisniveau
montage
1. braseren en het aaneenhechten van de verschillende onderdelen : leidingen in koper (met koper, met staal, met messing), met afsluiters, expansieventielen ...
zeer goede praktische realisaties
2. buig- en plooitechnieken van koper en staal, en bevestigings- en isolatietechnieken
3.onder druk brengen met stikstof
4. verifiëren van de lekdichtheid
5.verifiëren van de brasering door ze door te zagen
installatiecontrole
controle van alle benodigde documenten
zeer goede kennis van de te realiseren controles
ingebruikname
1. het onder druk brengen met behulp van een inert gas
uitstekende praktische realisaties
2.verifiëren van de lekdichtheid
3. vacumeren met een tweetrapsvacuümpomp en controle door middel van een vacuümmeter
4.het vullen van de installatie
5. wegen en noteren van de gebruikte hoeveelheden
6.de inwerkingtreding, de regeling en de controles van goede functionering
onderhoud
1. controle van de lekdichtheid met een elektronische lekdetector
uitstekende praktische realisaties
2.controle van goed functioneren
terugwinning van koelmiddelen
1. terugwinning
uitstekende praktische realisaties
2.wegen en noteren van de afgetapte hoeveelheden
3. opnieuw vullen van dezelfde installatie met het afgetapte gas
4.herhaling van de terugwinning met maximale koelmiddelrecuperatie
periodieke controle
zeer goede kennis van de te realiseren controles
C. Inhoud onderdeel met betrekking tot de kennis van de wetgeving en Nederlandstalige terminologie inzake koeltechniek
titel
onderwerpen
kennisniveau
relevante milieuwetgeving (gewestelijk, federaal en internationaal)
1. protocol van Montreal (1) en federale wetgeving
implicaties van de koelmiddelproblematiek kennen
2.fundamentele kennis : EU-Verordening 2037/2000 betreffende ozonafbrekende stoffen (2), VLAREM en VLAREA (3)
3. de Europese regelgeving met betrekking tot machines, elektrisch materiaal, bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen, en drukapparatuur
elementaire kennis van de toepassingsprincipes op het domein van de koeltechniek
normen
NBN-EN 378, deel 1-4
goede kennis van de inhoud
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici. Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE Nota's 1 protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, opgemaakt in Montreal op 16 september 1987, en de latere wijzigingen ervan 2 Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen, en de latere wijzigingen ervan 3 besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer, en de latere wijzigingen ervan
Bijlage II. Lijst met minimumgegevens voor het certificaat voor een koeltechnisch bedrijf, vermeld in artikel 6, § 1 1° de naam, het adres, het telefoonnummer en het e-mailadres van de keuringsinstelling;2° het erkenningsnummer dat werd toegekend door de Vlaamse overheid aan de keuringsinstelling;3° het logo van de keuringsinstelling;4° de naam en het adres van het gekeurde bedrijf;5° de datum waarop het certificaat uitgereikt werd;6° het certificaatnummer dat toegekend wordt aan het bedrijf;7° de melding of er tekortkomingen tijdens de keuring werden vastgesteld;8° de voor- en achternaam en de handtekening van de directeur van de keuringsinstelling;9° de geldigheidsduur van het certificaat;10° de werkzaamheden die door de certificaathouder mogen worden uitgevoerd. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage III. Lijst met minimumgegevens voor de aanvraag tot keuring van een koelinstallatiebeheersysteem, vermeld in artikel 8 1° de naam van het bedrijf;2° het vestigingsadres;3° de voor- en achternaam van de directeur van het bedrijf;4° het telefoon- en faxnummer;5° het e-mailadres;6° het postadres;7° het ondernemingsnummer;8° de vermelding van de sectoren waarin het bedrijf actief is (industriële koeling, commerciële koeling, huishoudelijke koeling, warmtepompapparatuur, luchtconditioneringsinstallaties voor gebouwen, andere installaties);9° de opgave van koeltechnische werkzaamheden die door de aanvrager worden verricht.Hierbij moeten een of meer van de volgende opties worden opgegeven : a) installatie;b) onderhoud of revisie;c) terugwinning voor recycling, regeneratie of vernietiging van ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen;d) controle op lekkage;10° de voor- en achternaam, de geboortedatum en -plaats, en het certificaatnummer van alle gecertificeerde technici in de koeltechniek. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage IV. Minimale technische uitrusting voor een gecertificeerde technicus in de koeltechniek, vermeld in artikel 11, § 3
cat. I
cat. II
cat. III
cat. IV
manifold met soepele verbindingen
X
X
X
recuperatiegroep voor koelmiddelen waarbij na het overpompen een druk van 0,5 bar absoluut wordt bereikt
X
X
X
koelmiddelcilinder (nieuw of gerecycleerd) met geldige keuring voor het benodigde gas + lege koelmiddelcilinder met geldige keuring en met dubbele afsluiters, geschikt voor de recuperatie en afvalophaling van koelgassen
X
X
X
tweetrapsvacuümpomp
X
X
weegschaal met een aanwijsnauwkeurigheid van minimaal 0,01 kg voor koelmiddelcilinders met een inhoud aan koelmiddel die kleiner is dan 30 kg, met een aanwijsnauwkeurigheid van minimaal 0,1 kg voor koelmiddelcilinders met een koelmiddelinhoud die groter is dan of gelijk aan 30 kg, en met een minimale aanwijsnauwkeurigheid van 0,3 % van de koelmiddelinhoud van de koelmiddelcilinder voor koelmiddelcilinders met een inhoud vanaf 300 kg
X
X
X
vacuümmeter
X
X
elektronische lekdetector met een lekdetectiegevoeligheid van 5 g/jaar
X
X
X
zeepoplossing of een vergelijkbaar product
X
X
cilinder met een inert gas (droge stikstof, argon of helium), voorzien van reduceerventiel en debietmeter
X
X
digitale thermometer met contactsonde of infraroodthermometer
X
X
hardsoldeerinstallatie met gasdrukregelaar en zuurstofdrukregelaar en leidingen, voorzien van terugslagkleppen
X
X
elektrische multimeter
X
X
ampèremeter
X
X
Bepaalde technische uitrusting kan deel uitmaken van de installatie zelf. In dat geval moet kunnen worden aangetoond dat de uitrusting even doeltreffend is als de afzonderlijke uitrusting en dat de uitrusting in goede staat verkeert.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage V. Lijst met minimumgegevens voor het certificaat, vermeld in artikel 14, § 3 1° de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer en het e-mailadres van het examencentrum;2° het certificaatnummer dat werd toegekend door de keuringsinstelling aan het examencentrum;3° het logo van het examencentrum;4° de voor- en achternaam en de geboortedatum en -plaats van de geslaagde persoon;5° de werkzaamheden die door de certificaathouder mogen worden uitgevoerd;6° de categorie van het certificaat, vermeld in artikel 14, § 1;7° de datum waarop het certificaat uitgereikt werd;8° de geldigheidsduur van het certificaat;9° het certificaatnummer dat toegekend wordt aan de geslaagde persoon;10° de voor- en achternaam en de handtekening van alle juryleden en de directeur van het gecertificeerde examencentrum en de handtekening van de geslaagde persoon. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage VI. Lijst met minimumgevens voor het certificaat voor een examencentrum, vermeld in artikel 19, § 1 1° de naam, het adres, het telefoonnummer en het e-mailadres van de keuringsinstelling;2° het erkenningsnummer dat werd toegekend door de Vlaamse overheid aan de keuringsinstelling;3° het logo van de keuringsinstelling;4° de naam en het adres van het gekeurde examencentrum;5° de datum waarop het certificaat uitgereikt werd;6° het certificaatnummer dat toegekend wordt aan het examencentrum;7° de melding of er tekortkomingen tijdens de keuring werden vastgesteld;8° de voor- en achternaam en de handtekening van de directeur van de keuringsinstelling;9° de categorieën van koeltechnici, vermeld in artikel 14, § 1, waarvoor het examencentrum examens wil organiseren;10° de geldigheidsduur van het certificaat. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage VII. Lijst met minimumgevens voor de aanvraag tot keuring van een examensysteem, vermeld in artikel 21 1° de naam van het examencentrum;2° het vestigingsadres;3° de voor- en achternaam van de directeur van het examencentrum;4° het telefoon- en faxnummer;5° het e-mailadres;6° het postadres;7° de categorieën van koeltechnici, vermeld in artikel 14, § 1, waarvoor het examencentrum examens wil organiseren. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage VIII. Lijst van de benodigde apparatuur, instrumenten en materialen voor het afnemen van het praktisch examen, vermeld in artikel 24, 2°
cat. I
cat. II
cat. III
cat. IV
onderdelen van de koelinstallatie : - compressor - condensor - koelmiddelreservoir - filter of droger - elektromagnetisch ventiel - thermostatisch expansieventiel - verdamper - afsluitklep - veiligheids-, meet- en regelapparatuur : manometers, pressostaten, thermostaten ...
X
X
X
X
gereedschap van de koeltechnicus : - manifold en soepele verbindingen
X
X
X
- recuperatiegroep voor koelmiddelen waarbij na het overpompen een druk van 0,5 bar absoluut wordt bereikt
X
X
X
- koelmiddelcilinder (nieuw of gerecycleerd) met geldige keuring voor het benodigde gas + lege koelmiddelcilinder met geldige keuring en met dubbele afsluiters, geschikt voor de recuperatie en afvalophaling van koelgassen
X
X
X
- tweetrapsvacuümpomp
X
X
- weegschaal met een aanwijsnauwkeurigheid van minimaal 10 g
X
X
X
- vacuümmeter
X
X
- elektronische lekdetector met een detectiegrens van ten minste 5 g/jaar
X
X
X
- zeepoplossing of een vergelijkbaar product
X
X
X
- cilinder of een netwerk met een inert gas (droge stikstof, argon of helium), voorzien van een reduceerventiel en een debietregelaar
X
X
- verbindingselementen, leidingen, dichtingen ...
X
X
- snijgereedschap voor koperleidingen
X
X
- ontbramer
X
X
- buigapparaat of -tang
X
X
- hardsoldeerinstallatie met gasdrukregelaar en zuurstofdrukregelaar en leidingen, voorzien van terugslagkleppen en soepele verbindingen
X
X
- aanhechtingsmateriaal voor hardsolderen
X
X
- fosforbevattend aanhechtingsmateriaal met 5% zilver
X
X
- beitsmiddel of reinigingsproduct
X
X
- handgereedschap : sleutels, schroevendraaiers en tangen
X
X
X
- digitale thermometer met contactsonde of infraroodthermometer
X
X
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage IX. Lijst met minimumgegevens voor het verslag, vermeld in artikel 24, 6° 1° de datum van het afgelegde examen;2° een lijst van de aanwezige examenjuryleden, met vermelding van de voorzitter van de examenjury;3° een aanwezigheidslijst van alle kandidaten, met hun handtekeningen;4° voor elke kandidaat, de vermelding van de behaalde percentages per onderdeel van het examen;5° de voor- en achternaam, de geboortedatum en -plaats, het adres, het telefoonnummer en het e-mailadres van elke geslaagde kandidaat;6° de categorie van het certificaat, vermeld in artikel 14, § 1;7° het certificaatnummer dat werd toegekend aan de geslaagde kandidaat;8° de geldigheidsduur van het certificaat;9° in voorkomend geval, onregelmatigheden of bijzonderheden over het examen. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage X. Lijst met minimumgegevens voor de aanvraag tot erkenning van een keuringsinstelling, vermeld in artikel 28, § 1 1° de officiële naam van de keuringsinstelling;2° het vestigingsadres;3° de voor- en achternaam van de directeur van de keuringsinstelling;4° het telefoon- en faxnummer;5° het e-mailadres;6° het postadres. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage XI. Lijst met minimumgegevens voor het overzicht van de gecertificeerde koeltechnische bedrijven, vermeld in artikel 30 1° de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer en het e-mailadres van het bedrijf;2° de voor- en achternaam van de directeur van het bedrijf;3° de datum waarop het certificaat uitgereikt werd;4° de geldigheidsduur van het certificaat;5° de werkzaamheden die door de certificaathouder mogen worden uitgevoerd;6° de voor- en achternaam, de geboortedatum en -plaats, het certificaatnummer en de opgave van de categorie, vermeld in artikel 14, § 1, van alle gecertificeerde technici in de koeltechniek;7° het certificaatnummer dat werd toegekend aan het bedrijf;8° indien van toepassing, de vermelding van vastgestelde tekortkomingen en de melding of in het verleden vastgestelde tekortkomingen in voldoende mate werden weggewerkt. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage XII. Lijst met minimumgegevens voor het overzicht van de gecertificeerde examencentra, vermeld in artikel 31 1° de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer, de website en het e-mailadres van het examencentrum;2° de voor- en achternaam van de directeur van het examencentrum;3° de datum waarop het certificaat uitgereikt werd;4° de geldigheidsduur van het certificaat;5° het certificaatnummer dat werd toegekend aan het examencentrum;6° de categorieën van koeltechnici, vermeld in artikel 14, § 1, waarvoor het examencentrum examens wil organiseren;7° indien van toepassing, de vermelding van vastgestelde tekortkomingen en de melding of in het verleden vastgestelde tekortkomingen in voldoende mate werden weggewerkt. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage XIII. Bijlage ter vervanging van bijlage X van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, vermeld in artikel 37 "Bijlage X Lijst van de milieu-inbreuken, ter uitvoering van de artikelen 16.1.2, 1°, f), en artikel 16.4.27, derde lid, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
Enig artikel. Het niet-voldoen aan de hiernavolgende wettelijke verplichtingen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici, wordt beschouwd als een milieu-inbreuk :
Artikel
Wettelijke verplichting
Art. 4, § 3
De personen of bedrijven die in een andere EU-lidstaat een certificaat hebben verkregen om werkzaamheden aan koelinstallaties uit te voeren, beschikken over een vertaling van dit certificaat naar het Nederlands, Frans, Duits of Engels, als het certificaat in een andere taal dan in een van die talen werd afgegeven.
Art. 6, § 1, eerste lid, tweede en derde zin
In geval van certificering kent de keuringsinstelling een certificaat toe namens de afdeling en bezorgt ze het certificaat binnen twee maanden na de keuring aan het bedrijf. In geval van niet-certificering deelt ze binnen twee maanden na de keuring de redenen daarvoor mee aan het bedrijf.
Art. 6, § 1, tweede lid
Het certificaat bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage II. Voor de opmaak van het certificaat volgt de keuringinstelling de instructies van de afdeling. Het model van keuringscertificaat wordt ter goedkeuring aan de afdeling voorgelegd.
Art. 7, § 2
In geval van verlenging van de geldigheid van het certificaat bezorgt de keuringsinstelling het nieuwe certificaat binnen twee maanden na de keuring aan het bedrijf. Het certificaat is opgesteld volgens de voorwaarden, vermeld in artikel 6, § 1, tweede lid. In geval van niet-certificering deelt de keuringsinstelling de redenen daarvoor binnen twee maanden na de keuring mee aan het bedrijf.
Art. 10, 2°
Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet :
2° aan de afdeling alle inlichtingen en documenten verstrekken die ze vraagt en het materiaal tonen dat gebruikt wordt bij werkzaamheden aan koelinstallaties; Art. 10, 4°
Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet :
4° de afdeling binnen een maand op de hoogte brengen van elke wijziging in de gegevens die verband houden met de certificering; Art. 10, 5°
Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet :
5° zich richten naar de instructies van de afdeling
Art.11, § 4, derde lid
Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet minstens één afschrift van de registraties aan de eigenaar of beheerder van de koelinstallatie bezorgen en, indien van toepassing, in het installatiegebonden logboek of register noteren.
Art. 11, § 4, vierde lid
Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf houdt de gegevens, vermeld in deze paragraaf, gecentraliseerd bij, met vermelding van de plaats en de datum van de uitgevoerde werkzaamheden.
Art. 11, § 5
Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf houdt bovendien de volgende zaken gecentraliseerd bij :
1° de hoeveelheid koelmiddel die werd bijgevuld in elke koelinstallatie op basis van de registraties, vermeld in paragraaf 4; 2° de hoeveelheid koelmiddel die werd afgetapt van elke koelinstallatie op basis van de registraties, vermeld in paragraaf 4; 3° de hoeveelheid koelmiddel die werd aangekocht, met vermelding van de datum van aankoop en de naam van de leverancier; 4° de hoeveelheid koelmiddel die werd afgevoerd, met vermelding van de datum van afvoer en de naam van de ophaler van de koelmiddelen. Art. 11, § 6
Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf bewaart de geregistreerde gegevens van de activiteiten, vermeld in dit artikel, minstens vijf jaar.
Art. 14, § 3, eerste lid, tweede zin
In geval van certificering kent het gecertificeerde examencentrum een certificaat toe namens de afdeling en bezorgt het examencentrum het certificaat binnen een maand na de dag van het examen aan de technicus.
Art. 14, § 3, tweede lid
Het certificaat bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage V. Voor de opmaak van het certificaat volgt het examencentrum de instructies van de afdeling. Het model van het certificaat wordt ter goedkeuring aan de afdeling voorgelegd.
Art. 15, § 2
Het gecertificeerde examencentrum bezorgt het certificaat binnen een maand na de dag van het examen aan elke geslaagde persoon. Het certificaat is opgesteld volgens de voorwaarden, vermeld in artikel 14, § 3, tweede lid.
Art. 16, 3°
De gecertificeerde technicus in de koeltechniek moet :
3° aan de afdeling alle inlichtingen en documenten verstrekken die ze vraagt en het materiaal tonen dat hij gebruikt bij werkzaamheden aan koelinstallaties; Art. 16, 4°
De gecertificeerde technicus in de koeltechniek moet :
4° de afdeling binnen een maand op de hoogte brengen van elke wijziging in de gegevens die verband houden met zijn certificering; Art. 16, 5°
De gecertificeerde technicus in de koeltechniek moet :
5° zich richten naar de instructies van de afdeling. Art. 19, § 1, eerste lid, tweede en derde zin
In geval van certificering kent de keuringsinstelling een certificaat toe namens de afdeling en bezorgt ze het certificaat binnen twee maanden na de keuring aan het examencentrum. In geval van niet-certificering deelt ze binnen twee maanden na de keuring de redenen daarvoor mee aan het examencentrum.
Art. 19, § 1, tweede lid
Het certificaat bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage VI. Voor de opmaak van het certificaat volgt de keuringsinstelling de instructies van de afdeling. Het model van keuringscertificaat wordt ter goedkeuring aan de afdeling voorgelegd.
Art. 20, § 2
In geval van verlenging van de geldigheid van het certificaat bezorgt de keuringsinstelling het nieuwe certificaat binnen twee maanden na de keuring aan het examencentrum. Het certificaat is opgesteld volgens de voorwaarden, vermeld in artikel 19, § 1, tweede lid. In geval van niet-certificering deelt de keuringsinstelling de redenen daarvoor binnen twee maanden na de keuring mee aan het examencentrum.
Art. 23, § 1, derde lid
Het gecertificeerde examencentrum bepaalt de inhoud van het examen aan de hand van de bepalingen in de bijlage bij de Commissieverordening en in bijlage I bij dit besluit.
Art. 24, 1°
Het gecertificeerde examencentrum moet :
1° beschikken over degelijke examenprocedures die de praktische voorwaarden voor de inschrijving voor en de organisatie van de examens, vermeld in artikel 23, § 1 en § 2, bevatten; Art. 24, 2°
Het gecertificeerde examencentrum moet :
2° beschikken over de nodige en in goede staat verkerende infrastructuur, apparatuur, instrumenten en materialen om de examens te organiseren.Voor het praktische gedeelte zijn de nodige apparatuur, instrumenten en materialen, vermeld in bijlage VIII, aanwezig;
Art. 24, 3°, eerste lid
Het gecertificeerde examencentrum moet :
3° als een examen wordt georganiseerd, een examenjury samenstellen die ten minste aan de volgende voorwaarden voldoet :
a) de voorzitter van de examenjury is master in de ingenieurswetenschappen, master in de bio-ingenieurswetenschappen, master in de industriële wetenschappen, bachelor in de elektromechanica met afstudeerrichting klimatisering, of een persoon met minstens drie jaar aantoonbare ervaring in het afnemen van examens over koeltechniek; b) minstens drie leden van de examenjury bezitten een geldig certificaat als vermeld in artikelen 14 en 15; c) minstens een van de leden van de examenjury is extern aan het examencentrum en actief in de koelsector. Art. 24, 3°, tweede lid, eerste zin
Die samenstelling van de examenjury is niet van toepassing bij het plaatsvinden van een actualisatie-examen, op voorwaarde dat er minstens één persoon aanwezig is die in het bezit is van een geldig certificaat als vermeld in artikelen 14 en 15, en dat die persoon optreedt als examenjurylid.
Art. 24, 4°
Het gecertificeerde examencentrum moet :
4° ervoor zorgen dat de examenjuryleden goed op de hoogte zijn van de relevante examenmethoden en examendocumenten; Art. 24, 5°
Het gecertificeerde examencentrum moet :
5° een register bijhouden waarin de individuele en algemene resultaten van de examinering worden gedocumenteerd; Art. 24, 6°
Het gecertificeerde examencentrum moet :
6° binnen een maand na elk examen een verslag van de examenzitting bezorgen aan de afdeling.Dat verslag wordt ondertekend door de aanwezige juryleden en bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage IX;
Art. 24, 7°, eerste zin
Het gecertificeerde examencentrum moet :
7° de afdeling minstens een maand voor het examen plaatsvindt, op de hoogte brengen van de plaats en het tijdstip van het examen. Art. 24, 9°
Het gecertificeerde examencentrum moet :
9° gemotiveerde klachten van ambtenaren van de afdeling behandelen en onderzoeken; Art. 24, 10°
Het gecertificeerde examencentrum moet :
10° aan de afdeling alle inlichtingen en documenten verstrekken die ze vraagt en het materiaal tonen dat gebruikt wordt bij het afnemen van de examens; Art. 24, 11°
Het gecertificeerde examencentrum moet :
11° de afdeling binnen een maand op de hoogte brengen van elke wijziging in de gegevens die verband houden met de certificering; Art. 24, 12°
Het gecertificeerde examencentrum moet :
12° zich richten naar de instructies van de afdeling. Art. 29
De keuringsinstelling is ertoe verplicht om op verzoek van ambtenaren van de afdeling een onderzoek in te stellen.
Art. 30
De keuringsinstelling bezorgt maandelijks aan de afdeling een overzicht van de gecertificeerde koeltechnische bedrijven. Dat overzicht bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage XI. Art. 31
De keuringsinstelling bezorgt maandelijks aan de afdeling een overzicht van de gecertificeerde examencentra. Dat overzicht bevat ten minste de gegevens, vermeld in bijlage XII. Art. 32
De keuringsinstelling bewaart de keuringsrapporten minstens zes jaar.
Op verzoek van de afdeling legt de keuringsinstelling het keuringsrapport voor.
Art. 39, § 1
Voor gecertificeerde koeltechnische bedrijven die voor 1 oktober 2008 een aanvraag tot keuring bij een keuringsinstelling hebben ingediend en die maximaal tien bevoegde koeltechnici in dienst hebben die werkzaamheden aan koelinstallaties uitvoeren, geldt dat na 1 april 2009 25 % van de bevoegde koeltechnici houder moet zijn van een geldig certificaat. Vanaf 5 juli 2011 moeten alle bevoegde koeltechnici beschikken over een certificaat.
Art. 39, § 2
Voor gecertificeerde koeltechnische bedrijven die voor 1 oktober 2008 een aanvraag tot keuring bij een keuringsinstelling hebben ingediend en die meer dan tien bevoegde koeltechnici in dienst hebben die werkzaamheden aan koelinstallaties uitvoeren, geldt dat na 1 april 2009 25 % van de bevoegde koeltechnici houder moet zijn van een geldig certificaat. Na 1 april 2010 moet 75 % van alle bevoegde koeltechnici beschikken over een certificaat. Vanaf 5 juli 2011 moeten alle bevoegde koeltechnici beschikken over een certificaat.
Art. 39, § 3
Voor de bevoegde koeltechnici van gecertificeerde koeltechnische bedrijven die een aanvraag tot keuring bij een keuringsinstelling hebben ingediend voor 1 oktober 2008, die nog niet in het bezit zijn van een certificaat geldt dat ze vanaf 4 juli 2009 over een tussentijds certificaat als vermeld in artikel 40, § 1, moeten beschikken. Voor de andere bevoegde koeltechnici, die nog niet in het bezit zijn van een certificaat, geldt dat ze uiterlijk twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit een aanvraag tot tussentijdse certificering als vermeld in artikel 40, § 1, moeten hebben ingediend, en dat ze uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit moeten beschikken over een tussentijds certificaat.
Art. 42, tweede zin
Ze moeten wel minstens drie jaar aantoonbare ervaring op het gebied van koeltechniek bezitten.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2009 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven en hun koeltechnici.
Brussel, 4 september 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE