Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 02 mei 2025
gepubliceerd op 23 mei 2025

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

bron
vlaamse overheid
numac
2025004001
pub.
23/05/2025
prom.
02/05/2025
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 MEI 2025. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 10/02/2009 numac 2009035107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 23/05/2012 numac 2012035464 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2 MEI 2025. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 10/02/2009 numac 2009035107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 23/05/2012 numac 2012035464 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 5.4.1, ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 26/06/2014 numac 2014203085 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 80 van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, zoals gewijzigd bij decreet van 30 april 2009 type decreet prom. 25/04/2014 pub. 11/06/2014 numac 2014203012 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 185 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende radio-omroep en televisie sluiten, artikel 10.3.3, § 2, 20°, ingevoegd bij het decreet van 26 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/02/2021 pub. 17/03/2021 numac 2021040852 bron vlaamse overheid 26 FEBRUARI 2021 - Decreet tot wijziging van artikel 3 en 8 van het decreet van 5 juli 1989 tot organisatie van het toezicht op de Vlaamse Gemeenschapscommissie sluiten, artikel 16.1.1, vierde lid, ingevoegd bij het decreet van 8 juni 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/06/2018 pub. 28/06/2018 numac 2018012791 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van artikel 3 van het decreet van 17 december 1997 betreffende de rustpensioenen toegekend aan de vastbenoemde en tot de stage toegelaten personeelsleden van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening en betreffende de overlevingspensioenen toegekend aan de rechtverkrijgenden van die personeelsleden sluiten, artikel 16.1.2, 1°, f), artikel 16.3.9, § 2, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade sluiten, en artikel 16.4.27, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade sluiten en gewijzigd bij de decreten van 30 april 2009 en 8 juni 2018; - het Bodem decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten, artikel 138, § 1, gewijzigd bij de decreten van 28 maart 2014 en 8 december 2017; - het decreet van 23 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2011 pub. 28/02/2012 numac 2012035118 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, artikel 4/2, § 7, ingevoegd bij het decreet van 20 mei 2022, artikel 21, gewijzigd bij de decreten van 26 februari 2021 en 20 mei 2022, artikel 21/1, ingevoegd bij decreet van 26 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/02/2021 pub. 17/03/2021 numac 2021040852 bron vlaamse overheid 26 FEBRUARI 2021 - Decreet tot wijziging van artikel 3 en 8 van het decreet van 5 juli 1989 tot organisatie van het toezicht op de Vlaamse Gemeenschapscommissie sluiten, artikel 22 en 32.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - Het wetgevingstechnisch advies 2024/308 werd ontvangen op 27 november. - De Inspectie van Financiën heeft advies LS2024004596 gegeven op 18 november. - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2025/002 gegeven op 21 januari 2025. - De Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen hebben een gezamenlijk advies (nr. 24-888) gegeven op 27 januari 2025. - Het ontwerp werd met mededeling nr. 2024/0717/B op 23 december 2024 meegedeeld aan de Europese Commissie, met toepassing van artikel 5 van richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij. De status-quo-periode van drie maanden is verstreken op 26 maart 2025. - De Raad van State heeft advies nr. 77.583/1 gegeven op 18 april 2025, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Omgeving en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne

Artikel 1.Artikel 5.2.2.5bis.4 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 5.2.2.5bis.4. Afgedankte batterijen worden opgeslagen en verwerkt conform artikel 70, lid 1 tot en met lid 3, artikel 71, lid 1 tot en met lid 3, en bijlage XII van verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG. Voor de opslag en verwerking van afgedankte lithiumbatterijen neemt de exploitant gepaste voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen om de afgedankte batterijen te beschermen tegen blootstelling aan overmatige hitte, water, breken of andere fysieke schade, en om de risico's op verhitting en brand te beheersen. De voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1° ze zijn afgestemd op de activiteit;2° ze zijn opgesteld in overleg met de hulpverleningszone of een onafhankelijke expert;3° ze zijn minstens in overeenstemming met de voorschriften voor opslag en verwerking, vermeld in bijlage XII, deel A, van de voormelde verordening. De voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen, vermeld in het tweede lid, en de contactgegevens van de hulpverleningszone of de onafhankelijke expert, vermeld in het tweede lid, 2°, worden als document gevoegd bij het werkplan, vermeld in artikel 5.2.1.3 van dit besluit. Het document ligt ter inzage van de toezichthouder, en wordt geactualiseerd in geval van wijzigingen.".

Art. 2.In artikel 5.2.2.6.5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 en 3 mei 2019, wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt: " § 2. De opslag en verwerking van afgedankte batterijen gebeurt conform artikel 5.2.2.5bis.4 van dit besluit.".

HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het VLAREBO-besluit van 14 december 2007

Art. 3.In artikel 180, eerste lid, van het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade sluiten0, worden de woorden "opgemaakt onder leiding van een bodemsaneringsdeskundige op basis van een representatieve bemonstering" vervangen door de woorden "onder leiding van een bodemsaneringsdeskundige opgemaakt op basis van een representatieve bemonstering en ingediend".

Art. 4.In artikel 181, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade sluiten0, worden tussen het woord "opgemaakt" en de woorden "onder leiding van een bodemsaneringsdeskundige" de woorden "en ingediend" ingevoegd.

HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 10/02/2009 numac 2009035107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid

Art. 5.Aan artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 10/02/2009 numac 2009035107 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009 en het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2023, wordt een punt 27° toegevoegd, dat luidt als volgt: "27° verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG.".

Art. 6.Aan artikel 26 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 december 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 11/12/2015 pub. 28/12/2015 numac 2015036633 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 februari 2017, 24 februari 2017, 7 september 2018 en 2 juli 2021, wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt: "5° hoofdstuk VIII van verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG.".

Art. 7.Bijlage VIII bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade sluiten2, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 23/05/2012 numac 2012035464 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

Art. 8.In artikel 1.1.1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 23/05/2012 numac 2012035464 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden punt 8° en punt 10° opgeheven; 2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke uitvoering van verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG.".

Art. 9.In artikel 1.2.1 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade sluiten2, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 wordt punt 6° vervangen door wat volgt: "6° batterij: elk toestel dat door rechtstreekse omzetting van chemische energie verkregen elektrische energie levert, met interne of externe opslag, en dat bestaat uit een of meer niet-oplaadbare of oplaadbare batterijcellen, -modules of -pakken.Het omvat ook een batterij die is voorbereid voor hergebruik, voorbereid voor herbestemming, herbestemd of geherfabriceerd als vermeld in artikel 3, lid 1, 1), van verordening (EU) 2023/1542. Een batterij als vermeld in artikel 1, lid 5, a) en b), van de voormelde verordening, valt niet onder deze definitie;"; 2° in paragraaf 2 wordt een punt 83° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt: "83° /0 verordening (EU) 2023/1542: verordening (EU) 2023/1542 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2023 inzake batterijen en afgedankte batterijen, tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG en Verordening (EU) 2019/1020 en tot intrekking van Richtlijn 2006/66/EG;"; 3° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt: " § 4.Voor de toepassing van hoofdstuk 3, onderafdeling 3.4.5, en hoofdstuk 5, onderafdeling 5.2.7, van dit besluit, gelden de definities, vermeld in artikel 3 van de verordening (EU) 2023/1542.".

Art. 10.In artikel 3.4.2.2, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade sluiten1, wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° afgedankte batterijen worden ingezameld en verwerkt conform onderafdeling 5.2.7 van dit besluit en artikel 65 van verordening (EU) 2023/1542;".

Art. 11.In artikel 3.4.4.7, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/05/2014 pub. 12/09/2014 numac 2014036575 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning, het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen type besluit van de vlaamse regering prom. 23/05/2014 pub. 08/08/2014 numac 2014204160 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2004 houdende de oprichting van een programma voor de bevordering van technologietransfer door instellingen van hoger onderwijs sluiten, wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° afgedankte batterijen worden ingezameld en verwerkt conform onderafdeling 5.2.7 van dit besluit en conform artikel 65 van verordening (EU) 2023/1542.".

Art. 12.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2024, wordt onderafdeling 3.4.5, die bestaat uit artikel 3.4.5.1 tot en met 3.4.5.6, vervangen door wat volgt: "Onderafdeling 3.4.5. Afgedankte batterijen

Art. 3.4.5.1. Voor afgedankte batterijen geldt de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid vanaf 1 juni 1998.

Art. 3.4.5.2. § 1. Producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen, en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, dienen een aanvraag tot registratie en een aanvraag tot goedkeuring in voor de nakoming van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, conform artikel 55 en 58 van verordening (EU) 2023/1542.

De registratieprocedure, vermeld in artikel 55, en de goedkeuringsprocedure, vermeld in artikel 58 van de voormelde verordening vormen één enkele procedure. De aanvragen worden gelijktijdig ingediend. De informatie, vermeld artikel 55, lid 3, d), van de voormelde verordening, wordt verstrekt in de aanvraag tot goedkeuring.

De aanvragen tot registratie en goedkeuring, vermeld in het eerste lid, worden ingediend via het elektronische systeem dat de OVAM ter beschikking stelt op haar website.

De aanvragen tot registratie en goedkeuring, vermeld in het eerste lid, worden gedateerd en ondertekend door de persoon of beheerder die de onderneming of organisatie kan verbinden. Bij de ondertekening wordt de naam en de functie van de ondertekenaar vermeld. De ondertekenaar verklaart dat de verstrekte inlichtingen volledig en correct zijn. Een afschrift van de gecoördineerde statuten van de onderneming of organisatie wordt gevoegd bij de aanvraag. § 2. De OVAM onderzoekt de aanvragen tot registratie of goedkeuring, vermeld in paragraaf 1, op hun volledigheid conform de vereisten, vermeld in dit besluit, verordening (EU) 2023/1542, en andere toepasselijke milieuwetgeving.

Als wordt vastgesteld dat de aanvragen tot registratie of goedkeuring, vermeld in paragraaf 1, onvolledig zijn, brengt de OVAM de aanvrager daarvan op de hoogte binnen dertig dagen na de indiening of de aanvulling van de aanvraag. De OVAM vermeldt ook de inlichtingen en de gegevens die ontbreken.

Als wordt vastgesteld dat de aanvragen tot registratie en goedkeuring, vermeld in paragraaf 1, volledig zijn, brengt de OVAM de aanvrager daarvan op de hoogte binnen dertig dagen na de indiening of de aanvulling van de aanvragen of nadat de OVAM de ontbrekende gegevens heeft ontvangen. § 3. Binnen twaalf weken vanaf de datum waarop de OVAM conform paragraaf 2 heeft vastgesteld dat de aanvragen tot registratie en goedkeuring, vermeld in paragraaf 1, volledig zijn, verleent of weigert de OVAM de registratie en goedkeuring. Tijdens die twaalf weken kan de OVAM alle toelichtingen en informatie vragen die nodig zijn voor de inhoudelijke beoordeling van de aanvragen.

De OVAM stuurt haar beslissing met een beveiligde zending aan de aanvrager binnen tien dagen nadat ze heeft beslist. De OVAM kan in de goedkeuring voorwaarden opnemen die betrekking hebben op de naleving en uitvoering van de milieuwetgeving, waaraan de producent of de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid zich moet houden.

De voorwaarden, vermeld in het tweede lid, worden voorafgaandelijk aan de beslissing van de OVAM met de producent of de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid afgestemd.

De registratie en goedkeuring, vermeld in paragraaf 1, kan voor maximaal vijf jaar verleend worden. De OVAM kan beslissen om die termijn met drie jaar te verlengen op voorwaarde dat ze dat motiveert.

De OVAM motiveert ook haar beslissing om een kortere termijn toe te kennen. Een aanvraag tot hernieuwing van de registratie en goedkeuring bevat de informatie, vermeld in artikel 3.4.5.3, en wordt ingediend conform de procedure, vermeld in dit artikel. § 4. Elke wijziging van gegevens in de registratie, in de goedkeuring of in de aanvragen tot registratie en goedkeuring, of van gegevens die betrekking hebben op de voorwaarden van de goedkeuring of definitieve stopzetting van activiteiten, wordt aan de OVAM meegedeeld via het elektronische systeem dat de OVAM ter beschikking stelt op haar website. De wijzigingen worden behandeld conform de procedure, vermeld in dit artikel.

Art. 3.4.5.3. § 1. De aanvraag tot registratie en goedkeuring, vermeld in artikel 3.4.5.2, § 1, bevat al de volgende informatie: 1° de informatie, vermeld in artikel 55, lid 3, van verordening (EU) 2023/1542;2° als dat van toepassing is, de gegevens, vermeld in artikel 55, lid 7, van de voormelde verordening en het schriftelijke mandaat voor de aanstelling van de gemachtigde op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, vermeld in artikel 56, lid 3, van de voormelde verordening;3° een duidelijke omschrijving van het geografische gebied waarop de aanvraag betrekking heeft en het inzamelingssysteem binnen dat gebied;4° als de aanvraag betrekking heeft op afgedankte draagbare batterijen of afgedankte batterijen voor lichte vervoersmiddelen: bewijsstukken die aantonen dat voldaan is aan de eisen, vermeld in artikel 59, lid 1 en 2, of de eisen, vermeld in artikel 60, lid 1, 2 en 4 van de voormelde verordening, en bewijsstukken die aantonen dat alle nodige regelingen zijn ingevoerd om ten minste de inzamelingsdoelstellingen, vermeld in artikel 59, lid 3, en artikel 60, lid 3, van de voormelde verordening, te kunnen behalen en op duurzame wijze in stand te houden.Een onafhankelijke deskundige controleert of voldaan is aan de eisen. Het verslag van de controle wordt bij de aanvraag gevoegd; 5° als de aanvraag betrekking heeft op afgedankte start-, verlichtings- en ontstekingsbatterijen, afgedankte industriële batterijen en afgedankte batterijen voor elektrische voertuigen: documenten en gegevens die aantonen dat voldaan is aan de eisen, vermeld in artikel 61, lid 1, 2 en 4 van de voormelde verordening; 6° een beheerplan voor minstens vijf jaar conform artikel 3.4.5.6 van dit besluit; 7° als de aanvraag wordt ingediend door een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid: documenten en gegevens die aantonen dat voldaan is aan de eisen, vermeld in artikel 57, lid 2 tot en met lid 6 en lid 8 van de voormelde verordening. § 2. Een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid voldoet ook aan al de volgende voorwaarden: 1° ze is opgericht conform het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019;2° ze is een organisatie van ondernemingen die een substantieel aandeel producenten in de batterijenmarkt vertegenwoordigt, en waarop de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van toepassing is;3° ze heeft als statutair doel het ten laste nemen van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor rekening van de aangesloten producenten;4° de beheerders of de personen die de vereniging kunnen verbinden, bezitten hun burgerlijke en politieke rechten;5° de beheerders of de personen die de vereniging kunnen verbinden, zijn tijdens de laatste vijf jaar niet veroordeeld voor een inbreuk op de milieuwetgeving van de gewesten of van een lidstaat van de Europese Unie;6° ze beschikt over de nodige financiële, menselijke en technische middelen om de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te vervullen;7° ze bedient op homogene wijze het volledige grondgebied waar de producenten hun producten op de markt brengen zodat de inzameling, recyclage en nuttige toepassing van het afval, met het oog op het vervullen van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, gewaarborgd is. Als de aanvraag tot registratie en goedkeuring, vermeld in artikel 3.4.5.2, § 1, wordt ingediend door een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid, en die organisatie maar een deel van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van een producent overneemt, worden bijkomend al de volgende gegevens opgenomen in de aanvraag: 1° de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid beschrijft voor elke producent welke verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid door de individuele producent worden nagekomen, en welke verplichtingen door de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid worden nagekomen;2° de aanvraag van de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid bevat, voor elke verplichting die door een individuele producent wordt nagekomen, de informatie die aantoont dat de individuele producent aan de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, vermeld in § 1, zal voldoen. Art. 3.4.5.4. Een producent kan een deel van zijn verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid overdragen aan een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid die al beschikt over een registratie en goedkeuring als vermeld in artikel 3.4.5.2, § 1, op voorwaarde dat de producent of de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid een aanvraag tot registratie en goedkeuring indient bij de OVAM, conform artikel 3.4.5.2, die al de volgende gegevens bevat: 1° een overzicht van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die door de individuele producent worden nagekomen, en een overzicht van de verplichtingen die door de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid worden nagekomen; 2° voor elke verplichting die door de individuele producent wordt nagekomen, de informatie die aantoont dat de individuele producent aan de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, vermeld in artikel 3.4.5.3, § 1, zal voldoen.

Art. 3.4.5.5. § 1. De OVAM kan de aanvraag tot registratie en goedkeuring, vermeld in artikel 3.4.5.2, § 1, van dit besluit, weigeren als niet voldaan is aan de vereisten, vermeld in dit besluit, hoofdstuk VIII van verordening (EU) 2023/1542, of andere geldende milieuwetgeving. § 2. De OVAM kan de registratie en goedkeuring, vermeld in artikel 3.4.5.2, § 1, van dit besluit, opheffen als niet meer voldaan is aan de vereisten, vermeld in artikel 55, lid 11, en artikel 58, lid 6, van verordening (EU) 2023/1542, of als niet meer voldaan is aan de vereisten van dit besluit of andere geldende milieuwetgeving, of als in de aanvraag tot registratie en goedkeuring foutieve gegevens zijn vermeld die bepalend waren voor het verlenen van de registratie en goedkeuring. § 3. De OVAM brengt de producent of organisatie voor producentenverantwoordelijkheid met een beveiligde zending op de hoogte van het voornemen tot opheffing van de registratie en goedkeuring, vermeld in artikel 3.4.5.2, § 1.

Vanaf de ontvangst van de brief met het voornemen tot opheffing, vermeld in het eerste lid, beschikt de producent of organisatie voor producentenverantwoordelijkheid over 45 dagen om zijn verweermiddelen in een beveiligde zending aan de OVAM te sturen. De organisatie voor producentenverantwoordelijkheid of producent kan vragen om gehoord te worden.

Als de OVAM de verweermiddelen, vermeld in het tweede lid, niet tijdig ontvangt of de verweermiddelen ontoereikend zijn, heft de OVAM de registratie en goedkeuring, vermeld in artikel 3.4.5.2, § 1, op binnen zestig dagen na de dag waarop ze die verweermiddelen heeft ontvangen of nadat de termijn, vermeld in het tweede lid, is verstreken. De OVAM brengt de producent of organisatie voor producentenverantwoordelijkheid op de hoogte van die beslissing met een beveiligde zending.

De OVAM kan na de ontvangst van de verweermiddelen om bijkomende informatie verzoeken. Als de OVAM na ontvangst van de verweermiddelen om bijkomende informatie verzoekt, wordt de termijn van zestig dagen, vermeld in het derde lid, geschorst vanaf de verzending van het verzoek en begint die opnieuw te lopen op de eerstvolgende dag na de dag waarop de OVAM de bijkomende informatie heeft ontvangen. De OVAM bepaalt bij het verzoek om bijkomende informatie een redelijk termijn binnen dewelke de informatie verstrekt wordt. Bij aflopen van deze redelijke termijn, eindigt de schorsing van de termijn van zestig dagen.

Art. 3.4.5.6. Producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen en organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, stellen een beheerplan voor afgedankte batterijen op voor minstens vijf jaar. Het beheerplan bevat al de volgende elementen: 1° een operationeel plan als vermeld in artikel 3.4.5.12, tweede lid, van dit besluit, dat beschrijft op welke wijze wordt voldaan aan de verplichtingen van dit besluit en hoofdstuk VIII van verordening (EU) 2023/1542, voor de batterijen die voor het eerst op de markt worden aangeboden op het grondgebied; 2° een beschrijving van de aanpak en planning van de niet-discriminerende selectieprocedure voor afvalverwerkers, vermeld in artikel 3.4.5.14 van dit besluit en artikel 57, lid 8, van de voormelde verordening; 3° een preventie- en communicatieplan als vermeld in artikel 3.4.5.8, derde lid, en artikel 3.4.5.9, § 3, tweede lid, van dit besluit; 4° een financieel plan als vermeld in artikel 3.4.5.16, § 7, van dit besluit; 5° de maatregelen voor rapportage conform de vereisten, vermeld in artikel 3.4.5.13 van dit besluit en artikel 75 van de voormelde verordening, met inbegrip van een beschrijving van het adequate mechanisme voor zelfcontrole, ondersteund door regelmatige onafhankelijke controles, voor de beoordeling van de kwaliteit van de gegevens die worden verzameld en gerapporteerd in het kader van de uitvoering van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid; 6° regelingen voor de vergoeding van de gemeentelijke inzamelkanalen en maatregelen om te komen tot een goede samenwerking met de gemeentelijke inzamelkanalen om afgedankte batterijen van huishoudelijke oorsprong in te zamelen;7° een beschrijving van de wijze waarop gegarandeerd wordt dat er geen kosten worden afgewenteld op andere producenten of organisaties voor producentenverantwoordelijkheid. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in het eerste lid, leggen jaarlijks voor 15 november een actualisatie van het beheerplan, vermeld in het eerste lid, voor het volgende kalenderjaar ter goedkeuring voor aan de OVAM. Art. 3.4.5.7. De OVAM beschikt over een producentenregister als vermeld in artikel 55 van verordening (EU) 2023/1542. De informatie in het producentenregister is openbaar toegankelijk via de website van de OVAM. Conform artikel 55, lid 6, van de voormelde verordening stelt de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid de noodzakelijke informatie van de producenten die de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid hebben aangesteld om de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid na te komen, vermeld in artikel 55, lid 3 en 7, van de voormelde verordening, ter beschikking van het producentenregister, vermeld in het eerste lid.

De informatie, vermeld in het tweede lid, is minstens toegankelijk voor de OVAM en de onlineplatforms, vermeld in artikel 55, lid 13, van de voormelde verordening.

De informatie, vermeld in artikel 55, lid 3, d), van de voormelde verordening, wordt niet opgenomen in het producentenregister, vermeld in het eerste lid, maar wordt wel verstrekt in de aanvraag tot goedkeuring, vermeld in artikel 3.4.5.2, § 1, van dit besluit.

Art. 3.4.5.8. Met behoud van de toepassing van de verplichtingen, vermeld in verordening (EU) 2023/1542, nemen de producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, de nodige initiatieven voor de kwalitatieve en kwantitatieve preventie, onder meer: 1° het gepaste gebruik van batterijen aanmoedigen, namelijk sensibiliseringscampagnes voeren gericht aan eindgebruikers en producenten van apparaten, over de types batterijen die binnen hun gamma het meest geschikt zijn voor bepaalde toepassingen, rekening houdend met de technische karakteristieken van de batterijen en van de apparaten, en ook over elementen die een veilig en langdurig gebruik ten goede komen zoals de wijze van bewaring, gebruik en opladen;2° de inzamelpunten informeren over hun verplichtingen voor het beheer van afgedankte batterijen conform artikel 62, 65, 66 en 67 van verordening (EU) 2023/1542. Naast de initiatieven, vermeld in het eerste lid, neemt de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid die is aangesteld om de verplichtingen collectief na te komen, ook onder meer de volgende initiatieven voor de kwalitatieve en kwantitatieve preventie: 1° rekening houden met de uitgangspunten van ecodesign bij het ontwerp van inzamelrecipiënten, zonder afbreuk te doen aan de veiligheidsvoorschriften voor opslag en transport van gevaarlijke goederen;2° bijdragen aan onderzoek over het potentieel voor hergebruik, voorbereiding voor hergebruik, herbestemming, voorbereiding voor herbestemming of herfabricage van afgedankte batterijen die in de inzamelpunten terechtkomen;3° de evoluties op het gebied van product-dienst-combinaties opvolgen, als dat van toepassing is; 4° de nationale en internationale evoluties op gebied van verwerkings- en recyclagetechnieken voor afgedankte batterijen opvolgen op basis van de informatie van uitgevoerde selectieprocedures, vermeld in artikel 3.4.5.14; 5° participeren in acties die de OVAM of derden organiseren om kennisuitwisseling tussen technologie ontwikkelaars, productontwerpers, producenten, verwerkers en recyclers te stimuleren;6° zijn expertise ter beschikking stellen van studies, uitgevoerd in opdracht van de OVAM;7° bijdragen aan de preventie van batterijbranden door te participeren in initiatieven voor de veilige inzameling en verwerking van afgedankte batterijen. De initiatieven, vermeld in het eerste en tweede lid, worden beschreven in een preventieplan dat deel uitmaakt van het beheerplan, vermeld in artikel 3.4.5.6 van dit besluit.

Art. 3.4.5.9. § 1. Producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen, de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, de distributeurs en de verkooppunten: 1° voldoen aan de verplichtingen voor de sensibilisatie;2° verstrekken de informatie over het voorkomen en beheren van afgedankte batterijen conform artikel 74 van verordening (EU) 2023/1542;3° voldoen aan de verplichtingen, vermeld in deze onderafdeling. De informatie, vermeld in artikel 74, lid 1 en 3, van de voormelde verordening, wordt minstens in het Nederlands verstrekt. § 2. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, communiceren duidelijk over welke types afgedankte batterijen in het terugname- en inzamelingssysteem aanvaard worden. Distributeurs die batterijen leveren aan eindgebruikers, communiceren daarover in hun verkooppunten op een gemakkelijk toegankelijke en duidelijk zichtbare wijze aan de eindgebruikers van de batterijen. § 3. Met behoud van de toepassing van de verplichtingen, vermeld in paragraaf 1, organiseren de producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, informatie- en sensibiliseringscampagnes om de vooropgestelde doelstellingen te behalen.

De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, stellen een communicatieplan op met de communicatiestrategie en de indicatoren om de resultaten van de informatie- en sensibiliseringscampagnes te beoordelen. Het communicatieplan bevat al de volgende elementen: 1° een beschrijving van de genomen maatregelen om de verplichtingen overeenkomstig dit artikel na te leven;2° het aantal campagnes en hun omvang;3° de doelgroepen die een afzonderlijke aanpak vereisen;4° de voorgestelde communicatiemethodes;5° de evaluatiemethodes van de campagnes. In de informatie- en sensibiliseringscampagnes, vermeld in het eerste lid, komen al de volgende elementen aan bod: 1° het vermijden van batterijen door apparaten te gebruiken die op meer milieuverantwoorde energiebronnen werken;2° het aanmoedigen van het gepaste en verstandige gebruik van batterijen rekening houdend met de globale impact van oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen op het milieu en de menselijke gezondheid;3° specifieke aandacht voor het verbeteren van de inzameling in grote steden;4° het activeren van de eindgebruikers om hun afgedankte batterijen naar een inzamelpunt te brengen;5° het informeren van de eindgebruikers over hun rol bij de recycling van afgedankte batterijen;6° het informeren van eindgebruikers over de positieve bijdrage die ze kunnen leveren aan de preventie van batterijbranden. § 4. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, brengen jaarlijks verslag uit aan de OVAM over de informatie- en sensibiliseringscampagnes, vermeld in paragraaf 3, die zijn gevoerd en de bereikte resultaten in het kader van het communicatieplan, vermeld in paragraaf 3, tweede lid.

De rapportering van de bereikte resultaten, vermeld in het eerste lid, houdt een beschrijving in van al de volgende elementen: 1° de ondernomen acties;2° het doelpubliek;3° de instrumenten;4° een beoordeling van de relevantie van de ondernomen acties. § 5. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, bezorgen elke informatie- en sensibiliseringscampagne, vermeld in paragraaf 3, eerste lid, met gewestelijke draagwijdte aan de OVAM, uiterlijk op de dag dat de campagne wordt gelanceerd.

Als de OVAM oordeelt dat een informatie- en sensibiliseringscampagne als vermeld in het eerste lid, niet strookt met de wettelijke bepalingen of tegenstrijdig is met het milieubeleid van een gewest, passen de producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, die campagnes aan vóór de volgende publicitaire golf. Elke publicitaire golf heeft een maximale duur van zes weken. 3.4.5.10. § 1. Producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, voldoen aan de verplichtingen voor de inzameling, vermeld in deze onderafdeling en artikel 59 tot en met 61 van verordening (EU) 2023/1542. § 2. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, beschikken over een terugname- en inzamelingssysteem conform artikel 59 tot en met 61 van verordening (EU) 2023/1542. De lijst met inzamelpunten wordt permanent online ter beschikking gesteld van de OVAM. § 3. De inzamelpunten, vermeld in artikel 59, lid 2, a), artikel 60, lid 2, a), en artikel 61, lid 1, van verordening (EU) 2023/1542, kunnen uitsluitend afgedankte batterijen inzamelen als ze een contract hebben gesloten met een producent of een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid.

In overeenstemming met de afgifteplicht van ingezamelde afgedankte batterijen, vermeld in artikel 62, lid 3, artikel 65, lid 1, artikel 66, lid 2, en artikel 67 van de voormelde verordening, overhandigen de distributeurs, inrichtingen voor de verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en voertuigwrakken, overheidsinstanties voor afvalbeheer en vrijwillige inzamelpunten, de batterijen, vermeld in artikel 62, lid 3, artikel 65, lid 1, artikel 66, lid 2, en artikel 67 van de voormelde verordening, aan de producenten of de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, of in voorkomend geval rechtstreeks aan een afvalverwerker die de producenten of de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid hebben geselecteerd. § 4. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, voorzien in een specifieke regeling om defecte of beschadigde lithiumbatterijen in te zamelen. § 5. Als een partij als vermeld in artikel 59, lid 2, a), artikel 60, lid 2, a) en artikel 61, lid 1, van verordening (EU) 2023/1542, geweigerd wordt als inzamelpunt, wordt die weigering gemotiveerd door de producent of door de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1. De criteria voor weigering zijn transparant, objectief en niet discriminerend, en worden voorafgaandelijk goedgekeurd door de OVAM. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, delen jaarlijks de lijst van geweigerde inzamelpunten mee aan de OVAM of stellen die online ter beschikking. § 6. De inzamelpunten, vermeld in paragraaf 3, die in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid afgedankte batterijen aanvaarden, houden een afvalstoffenregister bij dat de volgende gegevens van de aanvaarde afgedankte batterijen bevat: 1° de hoeveelheid afgevoerde afgedankte batterijen in ton of kilogram;2° de datum van de afvoer;3° de aard en samenstelling van de afgedankte batterijen, met vermelding van al de volgende gegevens: a) de EURAL-code;b) de batterijcategorieën of een mengsel van, namelijk draagbare batterijen, batterijen voor lichte vervoermiddelen, start-, verlichtings- en ontstekingsbatterijen, batterijen voor elektrische voertuigen en/of industriële batterijen;4° als dat van toepassing is: a) de naam en het adres van de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar van de afgevoerde afgedankte batterijen;b) het ondernemingsnummer van Belgische inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of -makelaars;c) het btw-nummer van buitenlandse inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of -makelaars;5° de volgende gegevens van de verwerker van de afgedankte batterijen: a) de naam en het adres;b) het ondernemingsnummer van Belgische verwerkers;c) het btw-nummer van buitenlandse verwerkers. Van de plicht tot het bijhouden van een afvalstoffenregister, vermeld in het eerste lid, kan worden afgeweken, na goedkeuring door de OVAM, als de producent, de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid of de geregistreerde inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar, aan de OVAM online inzagerecht geeft in de gegevens van het afvalstoffenregister voor alle inzamelpunten voor de afgedankte batterijen die bij die inzamelpunten zijn ingezameld. § 7. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, nemen de nodige maatregelen om te voorkomen dat afgedankte batterijen terechtkomen in het terugname- en inzamelingssysteem van een andere producent of andere organisatie voor producentenverantwoordelijkheid.

De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, communiceren duidelijk over die maatregelen. § 8. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, zorgen ervoor dat de afgedankte batterijen voor lichte vervoersmiddelen, elektrische voertuigen en afgedankte industriële batterijen, die de laatste houder bij een terugname- en inzamelingssysteem van een andere producent of organisatie zou inleveren, worden aanvaard, verwerkt en zorgen ervoor dat daarover wordt gerapporteerd conform de wettelijke verplichtingen.

De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, houden bij de toepassing van het eerste lid rekening met al de volgende elementen: 1° als de producent van de afgedankte batterij identificeerbaar is, wordt de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid, of de producent die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomt, zo snel mogelijk op de hoogte gebracht.De geïdentificeerde producent of organisatie voor producentenverantwoordelijkheid regelt op zijn kosten de inzameling en verwerking van de geïdentificeerde afgedankte batterijen en vergoedt de kosten verbonden aan de inzameling, het beheer en de opslag die het andere terugname- en inzamelingssysteem heeft opgelopen; 2° voor het beheer van afgedankte batterijen waarvan de producent niet-identificeerbaar is, wordt een overeenkomst gesloten tussen organisaties voor producentenverantwoordelijkheid en producenten die de verplichtingen individueel nakomen.De overeenkomsten regelen de verdeling van alle kosten verbonden aan het beheer van niet-identificeerbare afgedankte batterijen of onderdelen ervan, in overeenstemming met artikel 3.4.5.16; 3° de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid en producenten die individueel aan de verplichtingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voldoen, beschikken over een registratiesysteem dat toelaat om te bepalen in welk inzamelpunt de niet-identificeerbare afgedankte batterijen of onderdelen zijn ingezameld. § 9. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, verzamelen en verwerken alle inzamelrecipiënten die ter beschikking worden gesteld van de inzamelpunten en de burger voor de inzameling van afgedankte batterijen. 3.4.5.11. § 1. Als de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid betrekking heeft op huishoudelijke afvalstoffen, gebeurt de inzameling ook in samenwerking met de gemeenten conform artikel 59, lid 2, a), iii), artikel 60, lid 2, a), iii), artikel 61, lid 1, d), en artikel 66 van verordening (EU) 2023/1542.

Producenten, in geval van individuele nakoming van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, en organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, in geval van collectieve nakoming van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, dragen in het geval, vermeld in het eerste lid, de nettokosten voor de inzameling van de afgedankte batterijen die onderworpen zijn aan de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en die zijn ingezameld via de gemeentelijke inzamelkanalen. De vergoeding van de nettokosten wordt afgesproken tussen producenten, organisaties voor producentenverantwoordelijkheid en de rechtspersonen van publiek recht. Als geen akkoord wordt bereikt over de vergoeding van de nettokosten, kan de minister, na advies van de OVAM, bindende voorschriften vaststellen voor de aanrekening van die kosten. Die voorschriften bevatten onder meer een lijst van te vergoeden kosten.

Ze worden opgesteld in overleg met de betrokken producenten en organisaties voor producentenverantwoordelijkheid.

Om recht te hebben op de vergoeding van de nettokosten, moet de toegang tot het gemeentelijk inzamelkanaal en de inzameling gratis zijn voor de houder. § 2. De samenwerking met de gemeenten is niet verplicht voor de inzameling van de volgende batterijen: 1° afgedankte industriële batterijen van meer dan 25 kg;2° afgedankte loodbatterijen met een gewicht groter dan 5 kg. Voor afgedankte batterijen voor elektrische voertuigen van minder dan 25 kg is de samenwerking niet verplicht, als kan aangetoond worden dat ze niet in het gemeentelijk inzamelkanaal terechtkomen. § 3. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, sluiten een overeenkomst met de rechtspersonen van publiek recht voor de afgedankte batterijen die door het recyclagepark worden ingezameld.

De overeenkomst wordt gesloten op basis van een modelovereenkomst die aan de OVAM wordt voorgelegd voor advies overeenkomstig artikel 3.4.5.15.

De overeenkomst, vermeld in het eerste lid, stelt al de volgende elementen vast: 1° de modaliteiten voor de gratis toegang en afgifte van afgedankte batterijen;2° de toegang tot de inzamelpunten;3° een regeling rond de vergoeding van de netto-kosten voor de inzamelpunten, met inbegrip van de dekking van de infrastructuur- en werkingskosten van de recyclageparken;4° de terbeschikkingstelling, door de producent of organisatie voor producentenverantwoordelijkheid, van de nodige recipiënten voor de tijdelijke opslag van de ingezamelde afgedankte batterijen;5° de transparantie van het inzamelsysteem op het vlak van de statistische opvolging van de stromen. Art. 3.4.5.12. Producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen en organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, zorgen ervoor dat: 1° op de ingezamelde afgedankte batterijen voor lichte vervoermiddelen, batterijen voor elektrische voertuigen en afgedankte industriële batterijen een evaluatie wordt uitgevoerd om na te gaan of de batterijen in aanmerking komen voor hergebruik, voorbereiding voor hergebruik, herbestemming, voorbereiding voor herbestemming of herfabricage;2° de criteria en procedure voor de evaluatie, vermeld in punt 1°, worden opgenomen in een operationeel plan, als vermeld in het tweede lid, rekening houdend met de technische, operationele, juridische en financiële haalbaarheid en ook rekening houdend met de marktvraag naar stacks, modules en cellen van de batterijen, vermeld in punt 1°, na voorbereiding voor hergebruik, voorbereiding voor herbestemming, herbestemming en herfabricage;3° de ingezamelde afgedankte batterijen verwerkt worden in inrichtingen die beschikken over de nodige vergunningen, en die de verwerking uitvoeren in overeenstemming met artikel 70 tot en met 72 van verordening (EU) 2023/1542 en andere geldende milieuwetgeving;4° de vergunde inrichting voor verwerking de nodige gegevens rapporteert aan de producent of de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid, zodat de producent of de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid in staat is om de nodige gegevens te rapporteren aan de OVAM conform dit besluit. De producenten of de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, vermeld in het eerste lid, stellen een operationeel plan op dat al de volgende elementen bevat: 1° een beschrijving van de wijze van opslag, inzameling, verwerking en recycling van afgedankte batterijen;2° de stimulerende maatregelen om de hoeveelheid ingezamelde afgedankte batterijen en de hoeveelheid gerecycleerd materiaal te verhogen. Art. 3.4.5.13. § 1. Producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen en organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, bezorgen binnen zes maanden na afloop van het rapportagejaar aan de OVAM of de organisatie die daarvoor is aangewezen, al de volgende informatie voor het verstreken kalenderjaar: 1° de informatie, vermeld in artikel 75 van verordening (EU) 2023/1542;2° voor draagbare batterijen en batterijen voor lichte vervoersmiddelen: a) informatie die aantoont: 1) dat passende maatregelen zijn genomen om de vastgelegde inzamelingsdoelstellingen ten aanzien van afgedankte draagbare batterijen, vermeld in artikel 59, lid 3, eerste alinea, punt a), b), en c), van de voormelde verordening, en de vastgelegde inzamelingsdoelstellingen ten aanzien van afgedankte batterijen voor lichte vervoermiddelen, vermeld in artikel 60, lid 3, eerste alinea, punt a) en b), van de voormelde verordening, te behalen;2) dat de berekeningsmethode conform bijlage XI van de voormelde verordening wordt toegepast;3) op welke wijze de parameters om het inzamelpercentage te berekenen zijn bepaald;b) een gedetailleerde analyse van de resultaten van het onderzoek naar de samenstelling van de ingezamelde stromen gemengd stedelijk afval en afgedankte elektrische en elektronische apparatuur voor het voorgaande kalenderjaar om het aandeel afgedankte draagbare batterijen en afgedankte batterijen voor lichte vervoermiddelen daarin te bepalen, met inbegrip van een analyse van de evolutie van de resultaten over de tijd.Op basis van de resultaten van de analyse kan de OVAM verzoeken om corrigerende maatregelen voor te stellen; 3° de volgende informatie over de inrichtingen en de wijze waarop de ingezamelde afgedankte batterijen zijn voorbereid voor hergebruik, voorbereid voor herbestemming of gerecycled, opgesplitst per chemische samenstelling en categorie van batterijen: a) de hoeveelheid afgedankte batterijen die aan elke vergunde inrichting is geleverd;b) de volgende gegevens van de vergunde inrichting die de afgedankte batterijen voor voorbereiding voor hergebruik, voorbereiding voor herbestemming, of recycling heeft ontvangen;1) het ondernemingsnummer;2) het postnummer en de plaats;3) de straatnaam en het nummer;4) het land;5) het telefoon- en faxnummer;6) het e-mailadres;7) de voor- en achternaam van een contactpersoon c) de hoeveelheid afgedankte batterijen die een proces van voorbereiding voor hergebruik, voorbereiding voor herbestemming of recycling begint te ondergaan;d) per recyclageproces: 1) de gegevens over de recyclingrendementen voor afgedankte batterijen, de materiaalterugwinning uit afgedankte batterijen en de bestemming en de opbrengst van de uiteindelijke outputfracties.De rapportage over de recyclingrendementen en de materiaalterugwinning behelst alle afzonderlijke stappen van de voorbereiding voor recycling, de recycling en alle outputfracties die daarbij geproduceerd worden. De recyclingrendements- en materiaalterugwinningspercentages zijn berekend volgens de berekeningsmethode, vermeld in artikel 71, lid 3 en 4, van de voormelde verordening; 2) een beschrijving en de hoeveelheid van de te verwijderen afvalstromen, en de plaats van eindverwerking;3) een beschrijving van de wijze waarop voldaan wordt aan de voorschriften, vermeld in punt 5 en 6 van bijlage XII, deel A, bij de voormelde verordening;e) per proces van voorbereiding voor hergebruik en voorbereiding voor herbestemming: 1) een beschrijving van het proces;2) de hoeveelheid batterijen die na voorbereiding worden hergebruikt of herbestemd;3) de hoeveelheid afgedankte batterijen of onderdelen die aan elke vergunde inrichting voor recyclage is geleverd, en per recyclageproces de gegevens, vermeld in punt 4°, d);4° als ingezamelde afgedankte batterijen zijn uitgevoerd uit de Europese Unie: de informatie waaruit blijkt dat de verwerking heeft plaatsgevonden onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden, vermeld in de voormelde verordening, en in overeenstemming met ander Unierecht over de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu als vermeld in artikel 72, lid 3 en 4, van de voormelde verordening; 5° een verslag over de acties voor de preventie, de sensibilisering en de informatieverstrekking, dat aantoont dat voldaan is aan de vereisten, vermeld in artikel 3.4.5.8 en 3.4.5.9 van dit besluit, en artikel 74 van de voormelde verordening; 6° de belangrijkste ontwikkelingen in het beheer van afgedankte batterijen in het rapportagejaar; 7° een verslag over de uitvoering van het financieel plan, vermeld in artikel 3.4.5.16, § 7, van dit besluit; 8° een verslag over de uitvoering van de andere maatregelen uit het beheerplan, vermeld in artikel 3.4.5.6 van dit besluit; 9° als een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid maar een deel van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid van een producent overneemt, bezorgt de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid, de volgende informatie: a) de informatie, vermeld in punt 1° tot en met 9°, die betrekking heeft op de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die door de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid worden nagekomen;b) de informatie, vermeld in punt 1° tot en met 9°, die betrekking heeft op de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die door de individuele producent worden nagekomen.De informatie wordt aan de OVAM bezorgd op niveau van de individuele producent. § 2. De rapportage, vermeld in paragraaf 1, voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de cijfergegevens die in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid aan de OVAM worden verstrekt, worden gevalideerd door een onafhankelijke keuringsinstelling;2° producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen en organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, beoordelen de cijfergegevens van inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of -makelaars, inrichtingen voor voorbereiding voor hergebruik, voorbereiding voor herbestemming en verwerkers die in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid aan de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid of de producent worden geleverd.Als dat nodig is, laten de producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen en organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, de cijfers valideren door een onafhankelijke keuringsinstelling; 3° de cijfergegevens over de batterijen die op de markt worden aangeboden, die in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid door de producenten aan de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid worden verstrekt, worden gevalideerd door een onafhankelijke keuringsinstelling.De organisatie voor producentenverantwoordelijkheid of een door dat organisme aangestelde derde kan die taak overnemen, op voorwaarde dat alle leden minstens een keer om de vijf jaar gecontroleerd worden en de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid over die actie en de resultaten jaarlijks aan de OVAM rapporteert.

Na goedkeuring van de OVAM kunnen de producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen en organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, afwijken van de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, als de kwaliteit van de cijfergegevens op een andere manier gegarandeerd kan worden. § 3. In de jaarlijkse rapportage wordt ook een kwaliteitsrapport opgenomen dat de elementen vermeld in het tweede lid bevat, en de zelfcontroles en de regelmatige onafhankelijke controles beschrijft.

Het kwaliteitsrapport wordt opgesteld op basis van het Europese model en de handleiding die de OVAM publiceert op haar website, of op de website van de organisatie die daarvoor is aangewezen.

Het kwaliteitsrapport, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende elementen: 1° de gebruikte informatiebronnen, de methode om informatie te verzamelen en de kwaliteit van de gegevens die zijn gerapporteerd;2° het proces om de data te valideren;3° informatie over de volledigheid en dekking van de gegevens, en de moeilijkheden bij het verzamelen van de gegevens;4° een verklaring voor significante wijzigingen van gerapporteerde gegevens ten opzichte van de vorige rapportagejaren;5° een lijst van relevante gegevens- of informatiebronnen, waaronder downloadbare referentiedocumenten. § 4. Als de OVAM vaststelt dat de maatregelen die producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen, of organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, hebben genomen, niet volstaan om de inzamelingsdoelstellingen te behalen, verzoekt de OVAM conform artikel 69, lid 3 tot en met 5, van verordening (EU) 2023/1542, om een ontwerpplan met corrigerende maatregelen voor te leggen die ervoor zorgen dat de inzamelingsdoelstellingen kunnen worden behaald. Het ontwerpplan wordt bij de OVAM ingediend uiterlijk negentig dagen nadat de producenten die de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel nakomen, of organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die zijn aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, het verzoek hebben ontvangen.

De OVAM deelt eventuele opmerkingen op de corrigerende maatregelen mee aan de producent of de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid uiterlijk dertig dagen nadat de OVAM het ontwerpplan, vermeld in het eerste lid, heeft ontvangen. Als de OVAM haar opmerkingen over het ontwerpplan met corrigerende maatregelen meedeelt, stelt de producent of de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid rekening houdend met die opmerkingen uiterlijk dertig dagen nadat ze die opmerkingen heeft ontvangen, een aangepast plan met corrigerende maatregelen op, en voert het plan dienovereenkomstig uit.

De inhoud van de rapportage, het plan met corrigerende maatregelen en de naleving ervan door de producent of de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid, worden meegenomen in de beoordeling of nog altijd wordt voldaan aan de voorwaarden voor de registratie, vermeld in artikel 55 van verordening (EU) 2023/1542 en, waar van toepassing, de goedkeuring, vermeld in artikel 58 van de voormelde verordening. § 5. Als verschillende organisaties voor producentenverantwoordelijkheid voor dezelfde afvalstroom actief zijn, wijzen de betrokken organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, op hun kosten, dezelfde onafhankelijke keuringsinstelling aan, om te controleren of de organisaties hun verplichtingen op gecoördineerde wijze nakomen. Als de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid niet tot een gezamenlijke keuze van keuringsinstelling komen, beslist de OVAM, na overleg met de diverse organisaties voor producentenverantwoordelijkheid.

De controle, vermeld in het eerste lid, bestaat uit al de volgende elementen: 1° de cijfergegevens van de organisaties, vermeld in het eerste lid, worden gecontroleerd en gecorrigeerd op dubbeltellingen en hiaten;2° er wordt gecontroleerd of de activiteiten, vermeld in artikel 59, lid 1, artikel 60, lid 1, en artikel 61, lid 1, van verordening (EU) 2023/1542, het volledige grondgebied dekken. § 6. De producenten en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid bezorgen aan de OVAM alle informatie die de OVAM nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen, de controle van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en het waarborgen van de betrouwbaarheid van de gerapporteerde gegevens. Als de partijen dat nodig achten, wordt een systeem uitgewerkt dat confidentialiteit garandeert. § 7. De OVAM of de organisatie die door de OVAM daarvoor is aangewezen, stelt een elektronisch systeem en modelformulier ter beschikking waarmee de gegevens conform artikel 3.4.5.13, § 1 tot en met § 5, van dit besluit, worden gerapporteerd.

Een opsplitsing per chemische samenstelling als vermeld in paragraaf 1, 3°, en artikel 75 van verordening (EU) 2023/1542, bestaat uit een opsplitsing in de volgende soorten batterijen in overeenstemming met het modelformulier: 1° alkalinebatterijen;2° zinkkoolbatterijen;3° zilveroxidebatterijen;4° zink-luchtbatterijen;5° primaire lithiumbatterijen;6° nikkel-cadmium-batterijen;7° nikkel-metaalhydridebatterijen;8° loodbatterijen;9° herlaadbare lithiumbatterijen;10° andere batterijen; Art. 3.4.5.14. § 1. Conform artikel 57, lid 8, van verordening (EU) 2023/1542, worden afvalverwerkers geselecteerd via een niet-discriminerende selectieprocedure op basis van transparante gunningscriteria. Producenten of organisaties voor producentenverantwoordelijkheid voeren die selectie uit. § 2. De overeenkomsten voor inzameling en verwerking van afgedankte batterijen die zijn ingezameld binnen het terugname- en inzamelingssysteem die is ingesteld door de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid, worden toegewezen op basis van een model van lastenboeken en een model van procedure voor toewijzing van de markten.

Het model van lastenboek en het model van procedure voor toewijzing van de markten worden door de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid opgesteld en goedgekeurd door de OVAM. Elke wijziging in het model van lastenboek en in de procedure voor toewijzing van de markten wordt voorafgaandelijk goedgekeurd door de OVAM. In het model van lastenboek voor verwerking krijgen de criteria voor milieu-performantie samen minstens een gewicht van 30%.

De procedure voor toewijzing van de markten waarborgt al de volgende elementen: 1° voldoende publiciteit van de oproep tot kandidaten;2° gelijke behandeling van kandidaten;3° transparantie;4° respecteren van de mededingingsregels en van de toepasselijke milieuwetgeving. § 3. De organisatie voor producentenverantwoordelijkheid legt de kandidaat- inzamelaars vooraf ter goedkeuring voor aan de OVAM, waarbij de OVAM nagaat of die kandidaten voldoen aan de milieureglementering.

De organisatie voor producentenverantwoordelijkheid bezorgt aan de OVAM voor elke geselecteerde kandidaat-recycler een kopie van de documentatie over de recyclingrendements- en materiaalterugwinningspercentages, die is opgesteld volgens het model die de Europese Commissie heeft vastgesteld, en als dat van toepassing is, minstens ook gevalideerd is door de bevoegde overheid.

Als de documentatie, vermeld in het tweede lid, niet in overeenstemming is met de vereisten, vermeld in artikel 71 van verordening (EU) 2023/1542, en het behalen van de doelstellingen voor recyclingrendement en materiaalterugwinning niet is aangetoond, beschikt de OVAM over maximaal vier weken nadat ze de documentatie, vermeld in het tweede lid, heeft ontvangen om een kandidaat-recycler af te keuren.

De organisatie voor producentenverantwoordelijkheid wijst alleen overeenkomsten toe aan kandidaten die voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1° ze beschikken over alle administratieve toelatingen om de diensten in kwestie te leveren, in overeenstemming met de milieureglementering;2° de OVAM heeft hun kandidatuur niet afgekeurd. Een verslag over de toewijzingsprocedure en de gemotiveerde keuze van de afvalverwerkers wordt aan de OVAM voorgelegd voor advies. De OVAM heeft het recht om bijkomende vragen te stellen. De OVAM gaat na of de procedure die is opgenomen in het lastenboek, vermeld in paragraaf 2, is gerespecteerd en controleert of de kandidaten gelijk zijn behandeld. § 4. Een overeenkomst tussen de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid en de afvalverwerkers wordt toegewezen voor een maximale duur van vijf jaar.

Als de uitvoering van een overeenkomst investeringen met zich meebrengt die aanleiding geven tot de creatie van nieuwe markten of tot de verbetering van recyclingtechnieken, kan de duur van de overeenkomst gelijkgesteld worden aan de afschrijvingsperiode. § 5. Paragraaf 2 tot en met 4 zijn voor de volgende gevallen niet van toepassing: 1° voor de toewijzing van overeenkomsten door de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, waarvan de waarde voor de initiële periode van de toewijzing het bedrag van 140.000 euro, exclusief btw, niet overschrijdt; 2° in specifieke omstandigheden die gemotiveerd worden door de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid, en na goedkeuring van de OVAM;3° voor overeenkomsten die zijn gesloten door de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid op verzoek van individuele producenten, voor de inzameling en recyclage van afgedankte batterijen afkomstig van terugname- en inzamelingssystemen van die individuele producenten. Bij toewijzing van een overeenkomst voor de verwerking van afgedankte batterijen in de gevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, wordt de gemotiveerde keuze van de afvalverwerker en de vooropgestelde duur van het contract aan de OVAM voorgelegd voor goedkeuring. De motivatie bevat minimaal een kopie van de documentatie over de recyclingrendements- en materiaalterugwinningspercentages volgens het model dat de Europese Commissie heeft vastgesteld, en als dat van toepassing is, minstens gevalideerd is door de bevoegde overheid.

Als de documentatie, vermeld in het tweede lid, niet in overeenstemming is met de vereisten, vermeld in artikel 71 van verordening (EU) 2023/1542, en het behalen van de doelstellingen voor recyclingrendement en materiaalterugwinning niet is aangetoond, beschikt de OVAM over maximaal vier weken nadat ze de documentatie, vermeld in het tweede lid, heeft ontvangen, om een kandidaat-recycler af te keuren. § 6. De OVAM wordt geïnformeerd over elke wijziging in een recyclageproces, na de toewijzing van de overeenkomsten, die invloed kan hebben op de recyclingrendements- en materiaalterugwinningspercentages.

Art. 3.4.5.15. § 1. Waar in artikel 3.4.5.6 tot en met 3.4.5.16 de goedkeuring van de OVAM vereist is, keurt de OVAM binnen dertig dagen, vanaf de datum waarop de OVAM de documenten of informatie heeft ontvangen, de documenten of informatie, al dan niet goed.

Als de OVAM om aanvullende informatie verzoekt, kan de termijn, vermeld in het eerste lid, maximaal met dertig dagen worden verlengd.

De verlenging gaat in vanaf de datum waarop de OVAM alle opgevraagde informatie heeft ontvangen. Als de OVAM de documenten afkeurt, wordt een aangepast voorstel voor goedkeuring voorgelegd aan de OVAM. Een voorstel kan maar worden uitgevoerd na goedkeuring van de OVAM. § 2. In afwijking van paragraaf 1: 1° wordt de modelovereenkomst conform artikel 3.4.5.11, § 3, voor advies aan de OVAM voorgelegd; 2° wordt het verslag over de toewijzingsprocedure en de gemotiveerde keuze van de afvalverwerkers conform artikel 3.4.5.14, § 3, vijfde lid, voor advies aan de OVAM voorgelegd; 3° wordt het financieel plan conform artikel 3.4.5.16, § 8, voor advies aan de OVAM voorgelegd; 4° wordt het model toetredingsovereenkomst conform paragraaf 5 voor advies aan de OVAM voorgelegd. De OVAM geeft binnen dertig dagen vanaf de datum waarop de OVAM de documenten heeft ontvangen het advies, vermeld in het eerste lid.

Als geen advies gegeven wordt binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, wordt de OVAM geacht een gunstig advies te hebben gegeven. Als de OVAM om aanvullende informatie verzoekt, kan de termijn, vermeld in het tweede lid, maximaal met dertig dagen worden verlengd. De verlenging gaat in vanaf de datum waarop de OVAM alle opgevraagde informatie heeft ontvangen. § 3. Een vertegenwoordiger van de OVAM wordt in de hoedanigheid van permanente waarnemer zonder stemrecht uitgenodigd voor alle vergaderingen van het bestuursorgaan van de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid, en ook voor de algemene vergaderingen.

De OVAM krijgt tijdig een uitnodiging om deel te nemen aan de vergaderingen, vermeld in het eerste lid, en ze ontvangt de notulen van die vergaderingen na afloop ervan. § 4. Als producenten conform artikel 57, lid 1, van verordening (EU) 2023/1542 een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid aanstellen om namens hen de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid na te komen, wordt tussen de producent en de organisatie een toetredingsovereenkomst getekend.

Het model toetredingsovereenkomst garandeert uitsluiting van discriminatie of verstoring van de vrije mededinging tussen producenten, en wordt ter advies voorgelegd aan de OVAM. De organisatie voor producentenverantwoordelijkheid mag alleen producenten weigeren als er ernstige redenen zijn. Elke weigering wordt gemotiveerd. De redenen voor de weigering worden voorafgaandelijk door de OVAM goedgekeurd. De lijst van de geweigerde producenten wordt jaarlijks aan de OVAM meegedeeld of online ter beschikking gesteld.

Art. 3.4.5.16. § 1. Producenten hebben een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de batterijen die ze voor het eerst op de markt aanbieden, en dragen de kosten, vermeld in artikel 56 van verordening (EU) 2023/1542. Die kosten worden afzonderlijk aan de eindgebruiker aangegeven bij het verkooppunt waar een nieuwe batterij wordt verkocht.

De financiële bijdrage wordt gedifferentieerd conform artikel 57, lid 2, van de voormelde verordening. De constitutieve elementen voor de bepaling en voor de herziening van de financiële bijdrage worden aan de OVAM ter goedkeuring voorgelegd. Het bedrag van de financiële bijdragen is jaarlijks herzienbaar.

De bepaling van het bedrag van de financiële bijdrage, vermeld in het tweede lid, maakt deel uit van het financieel plan, vermeld in paragraaf 7.

De financiële bijdrage, vermeld in het tweede lid, met vermelding van de bedragen wordt apart vermeld op de factuur tussen professionelen bij de verkoop van batterijen. De OVAM kan hiervan afwijken op basis van een gemotiveerd verzoek van de producent in geval van individuele nakoming van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, of op basis van een gemotiveerd verzoek van de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid in geval van collectieve nakoming van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. § 2. Als batterijen worden voorbereid voor hergebruik, als batterijen worden voorbereid voor herbestemming, als batterijen worden herbestemd of geherfabriceerd, maakt het kostendelingsmechanisme, vermeld in artikel 56, lid 5, van verordening (EU) 2023/1542, onderdeel uit van het financieel plan, vermeld in paragraaf 7, van de producenten van de oorspronkelijke batterijen en van de producenten van de batterijen die als gevolg van die handelingen op de markt worden aangeboden. § 3. Conform artikel 56, lid 4, d), van verordening (EU) 2023/1542 staan de producenten in voor de financiering van de kosten van het elektronische systeem waarlangs de gegevens worden gerapporteerd aan de OVAM overeenkomstig artikel 75, lid 8, van de voormelde verordening.

De kosten, vermeld in het eerste lid, worden pro rata verdeeld tussen de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid die de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor batterijen uitvoeren, volgens een verdeelsleutel die de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid in gemeenschappelijk overleg vaststellen en die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de OVAM. De financiering, vermeld in het eerste lid, heeft ook betrekking op: 1° de hosting en het onderhoud van de website en het elektronische systeem, vermeld in het eerste lid;2° een hulplijn die toegankelijk is voor alle actoren in de batterij-keten en de OVAM. In geval van individuele nakoming van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid betalen de producenten een vergoeding die in verhouding is met de hoeveelheden batterijen die op de markt zijn aangeboden.

De organisaties voor producentenverantwoordelijkheid verlenen medewerking aan de ontwikkeling en de modaliteit van het elektronische systeem, vermeld in het eerste lid, in overleg met de andere actoren in de batterij-keten voor het verzamelen van de gegevens, vermeld in artikel 3.4.5.13 van dit besluit, en artikel 75 van verordening (EU) 2023/1542.

De modaliteiten van het elektronische systeem, vermeld in het eerste lid, houden rekening met de confidentialiteit van de informatie. De toezichthouders en de onafhankelijke keuringsinstellingen hebben toegang tot het systeem in het kader van de validatie van die informatie. Ook iedereen die moet rapporteren conform artikel 75 van verordening (EU) 2023/1542, heeft toegang tot de eigen gegevens. § 4. Producenten, in geval van individuele nakoming van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, en organisaties voor producentenverantwoordelijkheid, in geval van collectieve nakoming van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, bieden een garantie ter dekking van de kosten in verband met afvalbeheeractiviteiten die door de producent of de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid verschuldigd zijn in geval van niet-naleving van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, onder meer in geval van definitieve stopzetting van hun activiteiten of insolventie als vermeld in artikel 58, lid 7, van verordening (EU) 2023/1542.

De garantie, vermeld in het eerste lid, kan een van de volgende vormen aannemen: 1° een collectieve garantie die een van de volgende vormen aanneemt: a) de producent kan een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid aanstellen om namens hem alle verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid na te komen, waarbij hij een financiële bijdrage betaalt op het moment dat hij de batterijen voor het eerst op de markt aanbiedt als vermeld in paragraaf 1.De financiële bijdrage beoogt in dat geval alle kosten te dekken die verbonden zijn aan de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. De betaling van de financiële bijdrage geldt in dat geval als de garantie voor de producent. De garantie van de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid kan in dat geval de vorm aannemen van specifieke voorzieningen of een voldoende reserve in verhouding tot het risico, vermeld in deze paragraaf; b) de deelname van de producent aan een garantiefonds dat wordt beheerd door een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid;2° een individuele garantie die een van de volgende vormen aanneemt: a) een individuele garantie, namelijk een verpande rekening, een bankgarantie op eerste verzoek of een verzekering, op naam en ten laste van de individuele producent, en de OVAM als begunstigde, die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de OVAM en die minstens de toekomstige nettokosten dekt die voortvloeien uit de afvalbeheeractiviteiten in geval van niet-naleving van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, onder meer in geval van definitieve stopzetting van de activiteiten of insolventie;b) een individuele garantie, namelijk een verpande rekening, een bankgarantie op eerste verzoek of een verzekering, op naam en ten laste van de individuele producent, en de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid als begunstigde, en die minstens de toekomstige nettokosten dekt die voortvloeien uit de afvalbeheeractiviteiten in geval van niet-naleving van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, onder meer in geval van definitieve stopzetting van de activiteiten of insolventie. Als een producent een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid heeft aangesteld om namens hem een deel van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid na te komen, dan stelt de producent een individuele garantie als vermeld in het tweede lid, 2°, b), met de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid als begunstigde.

Gelijkwaardige alternatieve waarborgen kunnen ter goedkeuring voorgelegd worden aan de OVAM. Een garantiefonds als vermeld in het tweede lid, 1°, b), beantwoordt aan al de volgende criteria: 1° het garantiefonds wordt beheerd door een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid of verschillende organisaties voor producentenverantwoordelijkheid;2° de hoogte van het bedrag van de waarborg per kilogram op de markt aangeboden batterij, per categorie, en als dat van toepassing is per chemische samenstelling, wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de OVAM, rekening houdend met: a) de levensduur;b) de duurzaamheid van de materialen;c) de garanties die door de producenten worden gegeven;d) de hoeveelheden die op de markt worden aangeboden;e) een risico-analyse;f) de vermoedelijke toekomstige kosten of opbrengsten voor inzameling, verwerking en recycling;3° de betaling van de bijdrage, vermeld in punt 2°, werkt niet bevrijdend ten aanzien van de financiële en operationele verantwoordelijkheden van de betrokken producent. § 5. Voor de batterijen waarbij is geopteerd voor een garantie als vermeld in paragraaf 4, tweede lid, 1°, b), zijn de volgende bepalingen van toepassing: 1° de kosten verbonden aan het beheer van afgedankte batterijen waarvan de producent niet meer bestaat, worden gedekt door de garantiefondsen, vermeld in paragraaf 4, tweede lid, 1°, b), in verhouding tot de waarborgen die al zijn geïnd voor de batterijen van dezelfde productcategorie;2° de kosten verbonden aan het beheer van afgedankte batterijen waarvan de producent niet geïdentificeerd kan worden, worden gedekt door de garantiefondsen, vermeld in paragraaf 4, tweede lid, 1°, b), en door de producenten die een individuele waarborg hebben gesteld, naar evenredigheid van hun marktaandeel voor de productcategorieën van batterijen in kwestie;3° als de opgebouwde waarborgen in de garantiefondsen ontoereikend zouden zijn voor de dekking van de kosten, berust de verantwoordelijkheid voor de financiering van de niet-gedekte kosten bij de producenten die een individuele waarborg hebben gesteld en bij de verschillende garantiefondsen waaraan alle producenten die hun waarborg stellen door deelname aan een garantiefonds en die op de markt aanwezig zijn op het tijdstip waarop de kosten ontstaan, bijdragen naar evenredigheid van hun marktaandeel voor de productcategorieën van batterijen in kwestie. De bedrijfsrevisor van de organisatie voor producentenverantwoordelijkheid controleert of de bepalingen, vermeld in het eerste lid, worden nageleefd en maakt daarover een attest op. § 6. Voor bepaalde batterijen met loodsamenstelling kan de OVAM beslissen dat er geen garantie moet worden gesteld, op voorwaarde dat er geen aanwijzingen zijn dat de toekomstige nettokosten die voortvloeien uit de inzameling, verwerking en recycling van die batterijen die de producent op de markt heeft aangeboden, niet gedekt zullen zijn. § 7. De producenten, in geval van individuele nakoming van de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, en de organisaties voor producentenverantwoordelijkheid in geval van collectieve nakoming van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, stellen een financieel plan op. Het financieel plan toont aan dat de producenten of organisaties voor producentenverantwoordelijkheid over de nodige financiële middelen beschikken om aan hun verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te voldoen. Dat financieel plan bevat de volgende elementen: 1° een begroting voor een minimale duur van vijf jaar;2° een berekening van de financiële bijdragen en de wijze waarop de inning gebeurt;3° de financiering van de eventuele verliezen;4° de wijze van financiering van afgedankte batterijen waarvan de producent niet meer actief is of niet meer geïdentificeerd kan worden;5° het beleid rond provisies en reserves;6° het beleggingsbeleid;7° de nodige maatregelen overeenkomstig dit artikel waaronder de garantieregeling, vermeld in paragraaf 4;8° een beschrijving van het adequate mechanisme voor zelfcontrole, ondersteund door regelmatige onafhankelijke controles, om het financiële beheer van de producent of organisatie te beoordelen. § 8. Het financieel plan, vermeld in paragraaf 7, wordt jaarlijks tegen uiterlijk 1 december voor advies voorgelegd aan de OVAM. Bijkomende informatie kan op gemotiveerde grondslag opgevraagd worden door de OVAM. Art. 3.4.5.17. § 1. De beheerder van een onlineplatform brengt alle producenten die via zijn onlineplatform batterijen, met inbegrip van batterijen die zijn ingebouwd in apparaten, lichte vervoersmiddelen of andere voertuigen, via verkoop op afstand aan particuliere huishoudens of andere gebruikers dan particuliere huishoudens op het grondgebied aanbieden, schriftelijk op de hoogte van de verplichtingen die in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op hen rusten. § 2. De beheerder van een onlineplatform verhindert dat producenten die niet beschikken over een registratie en goedkeuring als vermeld in artikel 55 en 58 van verordening (EU) 2023/1542, om de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel na te komen, en geen organisatie voor producentenverantwoordelijkheid hebben aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, via zijn onlineplatform overeenkomsten op afstand sluiten met particuliere huishoudens of andere gebruikers dan particuliere huishoudens op het grondgebied.

De beheerder van een onlinemarktplaats eist dat de producent op het moment van registratie op de onlinemarktplaats het schriftelijke bewijs verstrekt dat hij beschikt over een registratie en goedkeuring als vermeld in artikel 55 en 58 van de voormelde verordening, om de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel na te komen, of eist de beheerder dat die producent het bewijs verstrekt dat hij een organisatie voor producentenverantwoordelijkheid heeft aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen. § 3. In afwijking van paragraaf 2 kan de beheerder van een onlineplatform een producent die niet beschikt over een registratie en goedkeuring als vermeld in artikel 55 en 58 van verordening (EU) 2023/1542, om de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid individueel na te komen, en die geen organisatie voor producentenverantwoordelijkheid heeft aangesteld om die verplichtingen collectief na te komen, toch toelaten om via zijn onlineplatform overeenkomsten op afstand te sluiten met particuliere huishoudens of andere gebruikers dan particuliere huishoudens op het grondgebied. De beheerder van het onlineplatform staat in dat geval zelf in voor de verplichtingen in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid waartoe die producent normaal gezien gehouden is.

De beheerder van een onlineplatform bezorgt al de volgende elementen aan de OVAM elk jaar uiterlijk op 1 maart: 1° een overzicht van alle producenten die het voorbije jaar op zijn onlineplatform overeenkomsten op afstand hebben kunnen sluiten met particuliere huishoudens of andere gebruikers dan particuliere huishoudens op het grondgebied;2° het registratienummer van de producenten, vermeld in punt 1°, in het producentenregister, vermeld in artikel 55 van de voormelde verordening. Als en zolang de OVAM vaststelt dat een producent die op een onlineplatform actief is, in gebreke blijft om de verplichtingen die in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid op hem rusten, na te leven, verhindert de beheerder van het onlineplatform op eenvoudig verzoek van de OVAM dat die producent op zijn onlineplatform overeenkomsten op afstand sluit met particuliere huishoudens of andere gebruikers dan particuliere huishoudens op het grondgebied.

Als de beheerder van het onlineplatform nalaat om de verplichting na te komen, vermeld in het derde lid, binnen de termijn die de OVAM oplegt, staat de beheerder zelf in voor de verplichtingen van die producent in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. § 4. Als een beheerder van een onlineplatform ook optreedt als producent, is hij ook onderworpen aan de verplichtingen op het vlak van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor de batterijen die hij zelf verkoopt.".

Art. 13.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade sluiten2, wordt onderafdeling 5.2.7, die bestaat uit artikel 5.2.7.1 tot en met 5.2.7.4, vervangen door wat volgt: "Onderafdeling 5.2.7. Afgedankte batterijen

Art. 5.2.7.1. De afgedankte batterijen worden opgeslagen en verwerkt conform artikel 70, lid 1 tot en met 3, artikel 71, lid 1 tot en met 3 en bijlage XII van verordening (EU) 2023/1542.

Voor de opslag en verwerking van afgedankte lithiumbatterijen neemt de exploitant gepaste voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen om de afgedankte batterijen te beschermen tegen blootstelling aan overmatige hitte, water, breken of andere fysieke schade, en om de risico's op verhitting en brand te beheersen. De voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen voldoen aan al de volgende voorwaarden: 1° ze zijn afgestemd op de activiteit;2° ze zijn opgesteld in overleg met de hulpverleningszone of een onafhankelijk expert;3° ze zijn minstens in overeenstemming met de voorschriften voor opslag en verwerking, vermeld in bijlage XII, deel A, van de voormelde verordening. De voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen, vermeld in het tweede lid, en de contactgegevens van de hulpverleningszone of de onafhankelijke expert, vermeld in het tweede lid, 2°, worden opgenomen in een document dat ter inzage ligt van de toezichthouder. Het document wordt geactualiseerd in geval van wijzigingen.

De minister kan nadere regels bepalen voor het voorkomen en bestrijden van verhitting en brand, bij de opslag en verwerking van afgedankte batterijen.

Art. 5.2.7.2. § 1. De voorbereiding voor hergebruik, de voorbereiding voor herbestemming, de herbestemming en de herfabricage gebeuren altijd in overeenstemming met de vereisten, vermeld in artikel 73 van verordening (EU) 2023/1542, en de productvereisten, vermeld in hoofdstuk II, III, VI, VII, IX van de voormelde verordening. § 2. Tot en met 31 december 2025 worden in recyclageprocessen de volgende minimale recyclingrendementen bereikt: 1° recycling van 65% van het gemiddelde gewicht van loodzuurbatterijen a) met een zo groot mogelijke recycling van het loodgehalte als technisch haalbaar is, met vermijding van buitensporige kosten;b) met een zo groot mogelijke verwerking van de kunststoffen in een productieproces als technisch haalbaar is, met vermijding van buitensporige kosten, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel, met uitzondering van de terugwinning van energie;2° recycling van 75% van het gemiddelde gewicht van nikkel-cadmiumbatterijen, met zo groot mogelijke recycling van het cadmiumgehalte als technisch haalbaar is, met vermijding van buitensporige kosten;3° tijdens recycling wordt het kwik afgezonderd in een identificeerbare stroom, die een veilige bestemming krijgt en geen nadelige gevolgen voor mens of milieu kan veroorzaken;4° recycling van 50% van het gemiddelde gewicht van andere afgedankte batterijen. Vanaf 1 januari 2026 halen recyclers de doelstellingen voor recyclingrendement en de doelstellingen voor materiaalterugwinning, vermeld in deel B en deel C van bijlage XII bij verordening (EU) 2023/1542. De recyclingrendements- en materiaalterugwinningspercentages worden berekend met de berekeningsmethode, vermeld in artikel 71, lid 3 en 4, van de voormelde verordening.

Afgedankte batterijen worden verwerkt in inrichtingen die de beste beschikbare technieken of gelijkwaardige technieken gebruiken.

Afgedankte batterijen kunnen niet van zuren worden ontdaan buiten een inrichting die vergund is voor de verwerking van afgedankte batterijen. § 3. Om het recyclingrendement te maximaliseren, worden afgedankte batterijen gesorteerd in functie van het recyclingproces. De best beschikbare sorteertechnieken zonder buitensporige kosten worden daarvoor gebruikt. Het sorteerproces wordt onderworpen aan een statistische procescontrole om de kwaliteit van de sortering te meten.

Art. 5.2.7.3. De afvalstoffenproducent, de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of makelaar, of de kennisgever, vermeld in artikel 2, 15° van verordening (EG) 1013/2006 van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen, die afgedankte batterijen verwerkt of met het oog op verwerking aanbiedt aan een derde, behaalt de doelstellingen voor de recycling en materiaalterugwinning, vermeld in artikel 5.2.7.2, § 2, van dit besluit. Op verzoek van de OVAM verstrekt hij daarover informatie.

Art. 5.2.7.4. § 1. De volgende actoren rapporteren jaarlijks over de volgende gegevens aan de OVAM of de organisatie die daarvoor is aangewezen, binnen zes maanden nadat het rapportagejaar is afgelopen, voor het verstreken kalenderjaar: 1° geregistreerde inzamelaars, handelaars, makelaars die afgedankte batterijen inzamelen, rapporteren over de gegevens, vermeld in artikel 75, lid 1, tweede alinea, en lid 3 van verordening (EU) 2023/1542, en ook over de volgende gegevens die worden opgesplitst per chemische samenstelling en categorie van batterijen: a) de hoeveelheid ingezamelde afgedankte batterijen die voor voorbereiding voor hergebruik of voorbereiding voor herbestemming is geleverd aan vergunde inrichtingen, en de gegevens vermeld in punt 2°, over de verwerking van de geleverde afgedankte batterijen;b) de hoeveelheid ingezamelde afgedankte batterijen die voor recycling is geleverd aan vergunde inrichtingen, en de gegevens, vermeld in punt 3°, over de recycling van de geleverde afgedankte batterijen;c) de hoeveelheid ingezamelde afgedankte batterijen die naar derde landen is uitgevoerd voor voorbereiding voor hergebruik, voorbereiding voor herbestemming of verwerking, en de gegevens vermeld in punt 4°, over de verwerking van de uitgevoerde afgedankte batterijen;2° afvalverwerkers die afgedankte batterijen voorbereiden voor hergebruik of voorbereiden voor herbestemming rapporteren over de gegevens, vermeld in artikel 75, lid 5, van de voormelde verordening, en ook over de volgende gegevens, die worden opgesplitst per chemische samenstelling en categorie van batterijen, en per land waar de afgedankte batterijen zijn ingezameld: a) de volgende gegevens van de afvalverwerker: 1) de naam;2) het ondernemingsnummer;3) het postnummer en de plaats;4) de straatnaam en het nummer;5) het land;6) het telefoon- en faxnummer;7) het e-mailadres;8) de voor- en achternaam van een contactpersoon;b) een beschrijving van het proces;c) de hoeveelheid batterijen die na voorbereiding wordt hergebruikt of herbestemd;d) de hoeveelheid afgedankte batterijen of onderdelen die aan elke vergunde inrichting voor recyclage is geleverd, en de gegevens vermeld in punt 3° over de recycling van de geleverde afgedankte batterijen of onderdelen;3° afvalverwerkers die instaan voor de recycling van afgedankte batterijen, rapporteren over de gegevens, vermeld in artikel 75, lid 5, van de voormelde verordening, en ook over de volgende gegevens, die worden opgesplitst per chemische samenstelling en categorie van batterijen, en opgesplitst per land waar de afgedankte batterijen zijn ingezameld: a) de volgende gegevens van de afvalverwerker: 1) de naam;2) het ondernemingsnummer;3) het postnummer en de plaats;4) de straatnaam en het nummer;5) het land;6) het telefoon- en faxnummer;7) het e-mailadres;8) de voor- en achternaam van een contactpersoon;b) een beschrijving van het volledige verwerking- en recyclingproces;c) een beschrijving van de wijze waarop de input- en outputfracties zijn bepaald om het recyclingrendements- en materiaalterugwinningspercentage te berekenen.De recyclingrendements- en materiaalterugwinningspercentages zijn berekend en gerapporteerd volgens de berekeningsmethode, vermeld in artikel 71, lid 3 en 4, van de voormelde verordening; d) een beschrijving en de hoeveelheid van de te verwijderen afvalstromen, de plaats van eindverwerking, een beschrijving van de wijze waarop voldaan wordt aan de voorschriften, vermeld in punt 5 en 6 van bijlage XII, deel A, van de voormelde verordening, en de wijze waarop de input en output van kwik en cadmium zijn bepaald;4° afvalstoffenhouders die afgedankte batterijen uitvoeren, rapporteren over de gegevens, vermeld in artikel 75, lid 6, van de voormelde verordening, en ook over de volgende gegevens, die worden opgesplitst per chemische samenstelling en categorie van batterijen: a) de gegevens, vermeld in punt 2° en 3°, over de verwerking van de afgedankte batterijen;b) de informatie waaruit blijkt dat de verwerking heeft plaatsgevonden onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden, vermeld in de voormelde verordening, en in overeenstemming met ander Unierecht over de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu als vermeld in artikel 72, lid 3;5° inrichtingen voor herfabricage of herbestemming van batterijen rapporteren over de volgende gegevens, die worden opgesplitst per chemische samenstelling en categorie van batterijen: a) de volgende gegevens van de inrichting: 1) de naam;2) het ondernemingsnummer;3) het postnummer en de plaats;4) de straatnaam en het nummer;5) het land;6) het telefoon- en faxnummer;7) het e-mailadres;8) de voor- en achternaam van een contactpersoon;b) de hoeveelheid batterijen die de inrichting heeft ontvangen voor herfabricage of herbestemming;c) de hoeveelheid batterijen die een proces van herfabricage of herbestemming begint te ondergaan;d) de beschrijving van het proces voor herfabricage of herbestemming;e) informatie die aantoont dat voldaan is aan de definitie, vermeld in artikel 3, lid 1, punt 31) of 32), van de voormelde verordening. § 2. De rapportage, vermeld in paragraaf 1, voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de gerapporteerde gegevens worden op verzoek van de OVAM gevalideerd door een onafhankelijke keuringsinstelling; 2° elke rapportage bevat op verzoek van de OVAM een kwaliteitsrapport dat wordt opgesteld op basis van het Europese model en de handleiding die de OVAM publiceert op haar website, of op de website van de organisatie die daarvoor is aangewezen, en dat minstens de gegevens behandelt, vermeld in artikel 3.4.5.13, § 3. § 3. Distributeurs, exploitanten van verwerkingsinrichtingen voor het behandelen van voertuigwrakken, exploitanten van verwerkingsinrichtingen voor het behandelen van afgedankte elektrische en elektronische apparaten, exploitanten van verwerkingsinrichtingen voor het behandelen van afgedankte batterijen, overheidsinstanties voor afvalbeheer, en de actoren, vermeld in paragraaf 1, bezorgen aan de OVAM alle informatie die de OVAM nuttig acht voor de evaluatie van de doelstellingen, en het waarborgen van de betrouwbaarheid van de gerapporteerde gegevens. Als de partijen dat nodig achten, wordt een systeem uitgewerkt dat confidentialiteit garandeert. § 4. De OVAM of de organisatie die door de OVAM daarvoor is aangewezen, stelt een elektronisch systeem en modelformulier ter beschikking waarlangs de gegevens conform paragraaf 1 worden gerapporteerd. § 5. Een opsplitsing per chemische samenstelling als vermeld in dit artikel en artikel 75 van verordening (EU) 2023/1542 bestaat uit een opsplitsing in de volgende soorten batterijen in overeenstemming met het modelformulier, vermeld in paragraaf 4: 1° alkaline batterijen;2° zinkkool batterijen;3° zilveroxide batterijen;4° zink-lucht batterijen;5° primaire lithium batterijen;6° nikkel-cadmium batterijen;7° nikkelmetaalhydride batterijen;8° lood batterijen;9° herlaadbare lithium batterijen;10° andere batterijen. Art. 5.2.7.5. In geval van uitvoer buiten de Europese Unie worden op verzoek van de OVAM de bereikte recyclingrendements- en materiaalterugwinningspercentages gevalideerd door een onafhankelijke audit.".

Art. 14.Aan hoofdstuk 9/1 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2007 pub. 04/02/2008 numac 2008035094 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van artikel 2, 17°, van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005 type decreet prom. 21/12/2007 pub. 29/02/2008 numac 2008035341 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XVI « Toezicht, handhaving en veiligheidsmaatregelen » type decreet prom. 21/12/2007 pub. 12/02/2008 numac 2008035231 bron vlaamse overheid Decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel XV Milieuschade, tot omzetting van de Richtlijn 2004/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de milieuaansprakelijkheid met betrekking tot het voorkomen en herstellen van milieuschade sluiten2, wordt een artikel 9/1.4. toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 9/1.4. § 1. De OVAM verwerkt, overeenkomstig artikel 4/2, § 1 van het Materialendecreet, bij de uitvoering van onderafdeling 3.4.5 van dit besluit gegevens die mogelijk persoonsgegevens bevatten. § 2. De gegevens, vermeld in paragraaf 1, worden verwerkt met de volgende doelen: 1° het traceren van afvalstoffen en materialen van bij de productie tot bij de definitieve verwerking;2° het bewaken en monitoren van het afval- en materialenbeleid en de doelstellingen ter zake;3° het produceren van de nodige gegevens voor een efficiënt en effectief toezicht op de maatregelen van dit besluit;4° het vervullen van diverse Europese, internationale en Vlaamse rapportageverplichtingen die opgelegd zijn in toepasselijke wetgeving en verdragen. § 3. De aard van de gegevens betreft de naam, contactgegevens, identificatiegegevens en het ondernemingsnummer van: 1° de producenten die batterijen produceren of in België voor het eerst op de markt aanbieden;2° de gemachtigde voor de uitgebreide producentverantwoordelijkheid;3° geregistreerde inzamelaars, handelaars, makelaars die afgedankte batterijen inzamelen;4° afvalstoffenhouders die afgedankte batterijen uitvoeren.5° inrichtingen voor herfabricage of herbestemming van batterijen.6° afvalverwerkers die afgedankte batterijen voorbereiden voor hergebruik of voorbereiden voor herbestemming;7° afvalverwerkers die instaan voor de recycling van afgedankte batterijen; De gegevens, vermeld in het eerste lid, zijn nodig in het kader van een minimale gegevensverwerking voor de doelen van de gegevensverwerking, vermeld in paragraaf 2. § 4. De verwerkte persoonsgegevens hebben betrekking op: 1° de natuurlijke personen en rechtspersonen die batterijen produceren of in België voor het eerst op de markt aanbieden;2° inzamelaars, handelaars, makelaars die afgedankte batterijen inzamelen;3° afvalstoffenhouders die afgedankte batterijen uitvoeren;4° inrichtingen voor herfabricage of herbestemming van batterijen;5° afvalverwerkers die afgedankte batterijen voorbereiden voor hergebruik of voorbereiden voor herbestemming of die instaan voor de recycling van afgedankte batterijen. § 5. De OVAM kan de persoonsgegevens, vermeld in paragraaf 1, verstrekken aan: 1° de toezichthouders die belast zijn met het toezicht op de bepalingen van dit besluit; 2° de Europese en internationale instanties aan wie de OVAM moet rapporteren over afvalstoffen en materialen die door specifieke natuurlijke of rechtspersonen worden geproduceerd, ingezameld, vervoert of verwerkt.".

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 15.Beheersorganismen die beschikken over een geldige aanvaardingsplichtconvenant, en producenten die beschikken over een goedgekeurd individueel aanvaardingsplichtplan, dienen uiterlijk op 26 mei 2025 een volledige aanvraag tot registratie en goedkeuring in conform de procedure, vermeld in artikel 3.4.5.2 tot en met 3.4.5.5 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 23/05/2012 numac 2012035464 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, zoals gewijzigd bij dit besluit. De aanvragen worden vervolgens behandeld conform de voormelde procedure.

Beheersorganismen die niet beschikken over een geldige aanvaardingsplichtconvenant, en producenten die niet beschikken over een goedgekeurd individueel aanvaardingsplichtplan, kunnen een volledige aanvraag tot registratie en goedkeuring indienen conform de procedure, vermeld in artikel 3.4.5.2 tot en met 3.4.5.5 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 17/02/2012 pub. 23/05/2012 numac 2012035464 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen sluiten tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, zoals gewijzigd bij dit besluit.

De aanvragen worden vervolgens behandeld conform de voormelde procedure.

Art. 16.Dit besluit treedt in werking 10 dagen na publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 8, 1° dat in werking treedt op 1 januari 2026.

Het besluit is eerst van toepassing vanaf 18 augustus 2025 met uitzondering van artikel 3, 4, 8,1° en 15.

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 mei 2025.

De minister-president van de Vlaamse Regering, M. DIEPENDAELE De Vlaamse minister van Omgeving en Landbouw, J. BROUNS


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld


^