Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 29 augustus 2013
gepubliceerd op 21 november 2013

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende de algemene regeling van de studies in de hogere kunstscholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2013029533
pub.
21/11/2013
prom.
29/08/2013
ELI
eli/besluit/2013/08/29/2013029533/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 AUGUSTUS 2013. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende de algemene regeling van de studies in de hogere kunstscholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/10/2002 numac 2002029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029065 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van de inspectiedienst van de Franse Gemeenschap voor het gewoon kleuteronderwijs, het gewoon lager onderwijs en het gewoon basisonderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029066 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bespoediging van de benoemingen van de personeelsleden uit het onderwijs van de Franse Gemeenschap sluiten tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten), de artikelen 36, 39, tweede lid, 1°, 41quater, 41quater/1, 41quinquies, 43, § 3 en 46;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 17/07/2002 pub. 24/09/2002 numac 2002029424 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de organisatie van het academiejaar en houdende de algemene regeling van de studies in de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten tot vaststelling van de organisatie van het academiejaar en houdende de algemene regeling van de studies in de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van 17 juli 2002 houdende organisatie van het examen voor de toelating in de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;

Gelet op het overleg van 22 februari 2013 met de studentenvereniging, ingericht overeenkomstig artikel 32 van het decreet van 12 juni 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/06/2003 pub. 10/07/2003 numac 2003029362 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling en organisatie van de deelneming van de studenten aan het leven van de universitaire instellingen en tot instelling van de deelneming van de studenten aan het leven van de gemeenschap sluiten tot bepaling en organisatie van de deelneming van de studenten binnen de universitaire instellingen en tot instelling van de deelneming van de studenten op gemeenschapsniveau;

Gelet op de raadpleging van de meest representatieve groeperingen van de inrichtende machten van 13 december 2012;

Gelet op het advies van de Hoge raad van het hogere kunstonderwijs verleend op 10 januari 2013;

Gelet op het advies nr. 53.555/2 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de hogere kunstscholen ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK II. - Definities

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :1. het decreet van 17 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/1999 pub. 29/10/1999 numac 1999029643 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het hoger kunstonderwijs type decreet prom. 17/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999029327 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het administratief statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het onderwijzend hulppersoneel van de inrichtingen voor het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap type decreet prom. 17/05/1999 pub. 30/11/1999 numac 1999029361 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vakantiecentra sluiten : het decreet van 17 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/1999 pub. 29/10/1999 numac 1999029643 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het hoger kunstonderwijs type decreet prom. 17/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999029327 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het administratief statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het onderwijzend hulppersoneel van de inrichtingen voor het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap type decreet prom. 17/05/1999 pub. 30/11/1999 numac 1999029361 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vakantiecentra sluiten betreffende het hoger kunstonderwijs; 2. het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/10/2002 numac 2002029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029065 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van de inspectiedienst van de Franse Gemeenschap voor het gewoon kleuteronderwijs, het gewoon lager onderwijs en het gewoon basisonderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029066 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bespoediging van de benoemingen van de personeelsleden uit het onderwijs van de Franse Gemeenschap sluiten tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten);3. het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 21/06/2004 numac 2004029153 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende bevestiging van sommige specifieke opleidingsprofielen bepaald overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 27 oktober 1994 tot regeling van het overleg in het secundair onderwijs sluiten : het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 21/06/2004 numac 2004029153 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende bevestiging van sommige specifieke opleidingsprofielen bepaald overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 27 oktober 1994 tot regeling van het overleg in het secundair onderwijs sluiten betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten;4. onderwijsactiviteiten : onderwijsactiviteiten bedoeld bij het decreet van 17 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/1999 pub. 29/10/1999 numac 1999029643 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het hoger kunstonderwijs type decreet prom. 17/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999029327 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het administratief statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het onderwijzend hulppersoneel van de inrichtingen voor het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap type decreet prom. 17/05/1999 pub. 30/11/1999 numac 1999029361 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vakantiecentra sluiten, artikel 4, tweede lid;5. academiejaar : het academiejaar zoals bepaald in het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 21/06/2004 numac 2004029153 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende bevestiging van sommige specifieke opleidingsprofielen bepaald overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 27 oktober 1994 tot regeling van het overleg in het secundair onderwijs sluiten, artikel 24;6. pedagogische beheersraad : de raad zoals bedoeld in artikel 16 van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/10/2002 numac 2002029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029065 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van de inspectiedienst van de Franse Gemeenschap voor het gewoon kleuteronderwijs, het gewoon lager onderwijs en het gewoon basisonderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029066 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bespoediging van de benoemingen van de personeelsleden uit het onderwijs van de Franse Gemeenschap sluiten;7. hogere raad voor het hogere kunstonderwijs : de hogere raad bedoeld bij het decreet van 17 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/1999 pub. 29/10/1999 numac 1999029643 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het hoger kunstonderwijs type decreet prom. 17/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999029327 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het administratief statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het onderwijzend hulppersoneel van de inrichtingen voor het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap type decreet prom. 17/05/1999 pub. 30/11/1999 numac 1999029361 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vakantiecentra sluiten, artikel 26;8. kunst-, algemene en technische cursussen : rangschikking van de cursussen zoals bepaald in het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 september 2002 houdende rangschikking van de cursussen in de Hogere Kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;9. afgevaardigde van de Regering : de afgevaardigde zoals bedoeld bij artikel 34bis van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/10/2002 numac 2002029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029065 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van de inspectiedienst van de Franse Gemeenschap voor het gewoon kleuteronderwijs, het gewoon lager onderwijs en het gewoon basisonderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029066 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bespoediging van de benoemingen van de personeelsleden uit het onderwijs van de Franse Gemeenschap sluiten;10. hogere kunstschool : inrichting voor hoger kunstonderwijs bedoeld bij het decreet van 17 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/1999 pub. 29/10/1999 numac 1999029643 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het hoger kunstonderwijs type decreet prom. 17/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999029327 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het administratief statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het onderwijzend hulppersoneel van de inrichtingen voor het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap type decreet prom. 17/05/1999 pub. 30/11/1999 numac 1999029361 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vakantiecentra sluiten;11. proef : geheel van de operaties van kunstevaluatie, voortgezette evaluaties en examens van één studiejaar;12. artistieke evaluatie : evaluatie die overeenstemt met één of meerdere kunstcursussen.Ze bestaat voor 50% uit jaarpunten en voor 50% uit de punten van de examencommissie; 13. voortgezette evaluatie : evaluatie gedaan gedurende de hele duur van het academiejaar;14. werkdag : een werkdag is, met uitzondering van de zondagen en de wettelijke feestdagen, alle kalenderdagen.Indien de termijn uitgedrukt in werkdagen op een zaterdag verstrijkt, wordt de termijn tot de volgende werkdag verlengd; 15. inrichtende macht : de inrichtende macht zoals bepaald in het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/10/2002 numac 2002029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029065 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van de inspectiedienst van de Franse Gemeenschap voor het gewoon kleuteronderwijs, het gewoon lager onderwijs en het gewoon basisonderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029066 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bespoediging van de benoemingen van de personeelsleden uit het onderwijs van de Franse Gemeenschap sluiten, artikel 2, § 1, 3°. HOOFDSTUK III. - De algemene regeling van de studies Afdeling 1. - Het academiejaar

Art. 3.De onderwijsactiviteiten beginnen op 15 september.

In afwijking van het vorige lid, voor het eerste studiejaar, beginnen de onderwijsactiviteiten ten laatste op 21 september.

Wanneer deze datums op een zaterdag of een zondag vallen, wordt de eerste dag vastgesteld op de eerstvolgende maandag.

Art. 4.De onderwijsactiviteiten, met uitzondering van de stages bedoeld in artikel 4, tweede lid, 3° van het decreet van 17 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/1999 pub. 29/10/1999 numac 1999029643 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het hoger kunstonderwijs type decreet prom. 17/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999029327 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het administratief statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het onderwijzend hulppersoneel van de inrichtingen voor het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap type decreet prom. 17/05/1999 pub. 30/11/1999 numac 1999029361 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vakantiecentra sluiten en van de activiteiten bedoeld in 3° van artikel 22 van het decreet van 31 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 18/06/2004 numac 2004029170 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het hoger onderwijs ter bevordering van de integratie in de Europese ruimte van het hoger onderwijs en betreffende de herfinanciering van de universiteiten type decreet prom. 31/03/2004 pub. 21/06/2004 numac 2004029153 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende bevestiging van sommige specifieke opleidingsprofielen bepaald overeenkomstig artikel 6 van het decreet van 27 oktober 1994 tot regeling van het overleg in het secundair onderwijs sluiten, worden opgeschort : 1. op de volgende zon- en feestdagen : Paasmaandag en Pinksteren, Hemelvaartsdag, 1 mei, 1 en 11 november;2. op 27 september en 2 november;3. gedurende de wintervakantie die over twee weken lopen met inbegrip van Kerstmis en Nieuwjaar;4. gedurende de lentevakantie, die over twee weken loopt en samenvalt met de vakantie van het basis- en secundair onderwijs;5. gedurende de zomervakantie die op 7 juli begint en op 22 augustus een einde neemt;6. gedurende vijf dagen vastgesteld door de Inrichtende macht, met inachtneming van de overlegprocedures.

Art. 5.Het afzonderlijk studiereglement van de hogere kunstschool stelt de nadere regels vast voor de aanwezigheidscontrole. Afdeling 2. - De evaluatie van de studenten

Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 6.De examens en de artistieke evaluaties zijn openbaar.

De student die regelmatig de onderwijsactiviteiten van het programma van het studiejaar volgt waarvoor hij ingeschreven is, is ingeschreven voor de artistieke examens en evaluaties van de eerste zittijd als gevolg van zijn inschrijving voor de cursussen.

De student die na de eerste zittijd uitgesteld wordt, wordt ingeschreven voor de tweede zittijd. Hij kan van dat recht afzien door het schriftelijk bekend te maken aan de directeur van de hogere kunstschool, ten laatste de eerste dag van de tweede zittijd.

De uurregelingen voor de examens en de artistieke evaluatiezittijd, alsmede de plaats van de examens en artistieke evaluaties, worden minstens 20 werkdagen voor het begin van elke zittijd en van de artistieke evaluatiezittijd op de uithangborden meegedeeld van de hogere kunstschool.

Art. 7.Het is verboden voor elke persoon een examen af te nemen, lid te zijn van een artistieke examencommissie en aan de betrokken beraadslagingen deel te nemen als de student :1. zijn echtgenoot(ote) of samenwonende is;2. een ouder of een aanverwante is tot en met de vierde graad;3. een ouder of een aanverwante is tot en met de vierde graad van de persoon bedoeld bij punt 1.

Art. 8.§ 1. De kunstcursussen maken het voorwerp uit van een artistieke evaluatie.

In afwijking van het vorige lid, bepaalt de directeur, op advies van de pedagogische beheersraad, onder de cursussen vastgesteld in bijlage 1 bij dit besluit, de cursussen die het voorwerp uitmaken van een voortgezette evaluatie.

In afwijking van het eerste lid, bepaalt de directeur, op advies van de pedagogische beheersraad, onder de cursussen vastgesteld in bijlage 2 bij dit besluit, de cursussen die het voorwerp uitmaken van een examen.

De bijlagen 1 en 2 bij dit besluit worden op advies van de hoge raad van het hogere kunstonderwijs opgesteld. § 2. De algemene en technische cursussen maken het voorwerp uit van een examen.

In afwijking van het vorige lid, bepaalt de directeur, op advies van de pedagogische beheersraad, de algemene en technische cursussen die het voorwerp uitmaken van een voortgezette evaluatie. § 3. In het afzonderlijk studiereglement wordt bepaald of een cursus het voorwerp uitmaakt van een artistieke evaluatie, een voortgezette evaluatie of een examen.

Art. 9.De directeur kan de deelneming aan een deel of het geheel van de zittijd weigeren voor de studenten die niet regelmatig de onderwijsactiviteiten hebben gevolgd volgens de nadere regels bepaald in het afzonderlijk studiereglement.

Van zijn met redenen omklede beslissing wordt bij aangetekende brief aan de student ten laatste vijftien werkdagen voor het begin van de zittijden en van de evaluatiezittijd door een artistieke examencommissie, kennisgegeven.

Onderafdeling 2. - Artistieke evaluaties

Art. 10.Per academiejaar richt de hogere kunstschool één artistieke evaluatiezittijd in tijdens het derde kwadrimester. Deze zittijd wordt op 7 juli beëindigd.

De directeur bepaalt de datums van begin en einde van de evaluatiezittijd door een artistieke examencommissie.

In afwijking van het eerste lid kunnen de artistieke evaluaties op andere periodes ingericht worden op advies van de pedagogische beheersraad. In deze afwijking moet in het afzonderlijk studiereglement voorzien worden.

Art. 11.Het huishoudelijk reglement van de artistieke examencommissies wordt door de inrichtende macht vastgelegd op advies van de pedagogische beheersraad dat door de directeur overgezonden wordt.

Art. 12.De artistieke examencommissies bestaan uit leden van het onderwijzend personeel van de hogere kunstschool en, in voorkomend geval, uit externe leden. Het aantal leden die stemgerechtigd zijn in een artistieke examencommissie mag niet minder dan drie bedragen.

De artistieke examencommissie die hoofdzakelijk uit leden van het onderwijzend personeel van de hogere kunstschool bestaat, is een interne examencommissie. De artistieke examencommissie die hoofdzakelijk uit niet tot de hogere kunstschool behorende leden bestaat, is een externe examencommissie.

Voor de artistieke evaluaties van het laatste studiejaar dat leidt tot de toekenning van een graad van bachelor of van master, is een externe examencommissie noodzakelijk.

Voor de artistieke evaluaties van de andere studiejaren bepaalt de directeur, op advies van de pedagogische beheersraad, of de artistieke examencommissie extern of intern moet zijn. Deze vermelding wordt in het afzonderlijk studiereglement opgenomen.

Art. 13.De leden van de externe examencommissies worden aangesteld door de directeur, op advies van de raad voor studierichting.

De directeur van de hogere kunstschool of, als hij verhinderd wordt, zijn afgevaardigde aangesteld door de Inrichtende macht, zit de externe artistieke examencommissies voor.

De voorzitter van de externe examencommissie heeft een raadgevende stem.

De directeur van de hogere kunstschool deelt minstens vijftien werkdagen voor het begin van de artistieke evaluatiezittijd, aan de afgevaardigde van de Regering, de kalender mee van de artistieke evaluaties alsmede de lijsten van de leden van de externe artistieke examencommissies.

De hoogleraar die verantwoordelijk is voor de artistieke cursus(sen) waarvoor de evaluatie georganiseerd wordt, neemt deel aan de externe artistieke examencommissie.

Hij beschikt over een raadgevende stem.

De Minister mag één vertegenwoordiger van de Regering afvaardigen voor het bijwonen van de externe artistieke examencommissies. Deze vertegenwoordiger zorgt voor het regelmatige verloop van de verrichtingen.

Art. 14.De leden van de interne artistieke examencommissie worden door de directeur aangesteld op advies van de raad van studierichting.

Hij mag een secretaris van de examencommissie aanstellen. Deze secretaris is niet stemgerechtigd.

De hoogleraar die verantwoordelijk is voor de artistieke cursus(sen) waarvoor de evaluatie georganiseerd wordt, zit de interne examencommissie voor.

Hij beschikt over een raadgevende stem.

Wanneer de evaluatie georganiseerd wordt voor een of meerdere cursussen en meerdere hoogleraren ervoor verantwoordelijk zijn, stelt de directeur de voorzitter van de interne artistieke examencommissie aan op advies van de pedagogische beheersraad.

De voorzitter van de interne artistieke examencommissie is stemgerechtigd.

Art. 15.Behoudens bij overmacht die door de voorzitter van de examencommissie aangenomen moet worden, worden de leden van de artistieke examencommissie ertoe gehouden aan de werkzaamheden van de artistieke examencommissie binnen welke ze aangewezen werden, deel te nemen.

Art. 16.De leden van de artistieke examencommissie evalueren individueel het artistieke werk van de student en geven hun punten aan de voorzitter van de artistieke examencommissie.

Art. 17.§ 1. De beraadslagingen van de artistieke examencommissies verlopen met gesloten deuren.

Deze beraadslagingen kunnen het totaal van de punten gegeven door de artistieke examencommissie wijzigen volgens de nadere regels bepaald in het afzonderlijk studiereglement.

De stemmen en de individuele punten van ieder lid van de artistieke examencommissie blijven geheim. § 2. Het proces-verbaal van de artistieke beraadslaging vermeldt de samenstelling van de artistieke examencommissie en de resultaten van deze beraadslaging.

Het proces-verbaal wordt gedateerd en getekend door de Voorzitter en de leden van de artistieke examencommissie, ten laatste bij de sluiting van de artistieke beraadslaging. § 3. De processen-verbaal van de artistieke examencommissies worden bewaard door de hogere kunstschool gedurende drie jaar vanaf het einde van het betrokken academiejaar.

Art. 18.§ 1. De student, die om wettige redenen niet op de vastgestelde datum aan een artistieke evaluatie kan deelnemen, mag aan deze artistieke evaluatie deelnemen in de loop van dezelfde artistieke evaluatiezittijd voor zover de organisatie van de school het toelaat en mits toestemming van de betrokken directeur. In dat geval kan de samenstelling van de artistieke examencommissie verschillen van de oorspronkelijke examencommissie. § 2. Binnen de twee werkdagen dient de student de wettige reden bedoeld bij het vorige lid, schriftelijk, bij de directeur in. § 3. De wettigheid van de reden wordt door de directeur beoordeeld.

Van deze beslissing wordt per aangetekende brief binnen de drie werkdagen aan de student kennisgegeven.

Onderafdeling 3. - De examens

Art. 19.Per academiejaar organiseert de hogere kunstschool, gedurende het derde kwadrimester, twee zittijden. De eerste zittijd eindigt voor 7 juli en de tweede begint op 23 augustus van het lopende academiejaar en eindigt ten laatste op 14 september.

Bij uitzondering op het eerste lid, voor de studenten die voor het eerste jaar van de studies die leiden tot de graad van bachelor ingeschreven zijn, organiseert de hogere kunstschool vervroegde examens op het einde van het eerste kwadrimester voor de gesloten cursussen. Deze examens geven aanleiding tot een vrijstelling en kunnen in aanmerking worden genomen maar worden niet in aanmerking genomen als de studenten ze niet slagen.

De directeur stelt de begin- en einddata van de zittijden vast.

In afwijking van het eerste lid kunnen de artistieke evaluaties op andere periodes ingericht worden op advies van de pedagogische beheersraad. Deze afwijking moet in het afzonderlijk studiereglement bepaald worden.

Art. 20.Op de voordracht van de betrokken hoogleraar en bij beslissing van de directeur worden de examens ofwel mondeling ofwel schriftelijk ingericht. Hij maakt deze beslissing bekend op de uithangborden van de hogere kunstschool ten laatste 7 werkdagen vóór het begin van de zittijd.

Art. 21.Behoudens bij overmacht die door de directeur aangenomen moet worden, nemen de hoogleraars deel aan de examens waarbij ze betrokken zijn.

Art. 22.De exemplaren van de examens liggen ter beschikking van de studenten gedurende een termijn van zestig werkdagen volgend op de afsluitingsdatum van de examenzittijd. De exemplaren van de examens worden bewaard door de hogere kunstschool gedurende drie jaar vanaf het einde van de betrokken examenzittijd.

Art. 23.§ 1. De student, die om wettige redenen niet op de vastgestelde datum aan een artistieke evaluatie kan deelnemen, mag aan deze artistieke evaluatie deelnemen in de loop van dezelfde artistieke evaluatiezittijd voor zover de organisatie van de school het toelaat en mits toestemming van de betrokken directeur. In dat geval kan de samenstelling van de artistieke examencommissie verschillen van de oorspronkelijke examencommissie. § 2. Binnen de twee werkdagen dient de student de wettige reden bedoeld bij het vorige lid, schriftelijk, bij de directeur in. § 3. De wettigheid van de reden wordt door de directeur beoordeeld.

Van deze beslissing wordt per aangetekende brief binnen de drie werkdagen aan de student kennisgegeven.

Onderafdeling 4. - Voortgezette evaluaties

Art. 24.In geval van voortgezette evaluatie bestaan de jaarpunten per onderwijsactiviteit en voor de eindberaadslaging uit het gemiddelde van punten toegekend door de verantwoordelijke voor deze onderwijsactiviteit gedurende het jaar. Deze punten wordt bij elke zittijd gevoegd. Deze verscheidene punten kunnen verschillend gewogen worden. Deze weging wordt in het afzonderlijk studiereglement bepaald.

Onderafdeling 5. - De eindverhandeling

Art. 25.Het afzonderlijk studiereglement bepaalt of de studenten een eindverhandeling moeten voorstellen en verdedigen.

De voorstelling en de verdediging van een eindverhandeling wordt gelijkgesteld met examens wat betreft de inrichting van de evaluatie ervan.

Wanneer de student beslist deze eindverhandeling enkel tijdens de tweede zittijd voor te stellen, bericht hij er de directeur schriftelijk van vijf werkdagen vóór de datum bepaald voor het indienen van de eindverhandeling in het afzonderlijk studiereglement.

Voor de beraadslaging van de eerste zittijd zal hij als uitgesteld beschouwd worden voor zover hij aan de andere voorwaarden voldoet om in aanmerking te komen voor dit statuut.

Art. 26.De directeur stelt, op voorstel van de student, onder de leden van het onderwijzend personeel, de promotor van de eindverhandeling aan.

Art. 27.De evaluatie van de eindverhandeling wordt door een examencommissie gevoerd die daartoe samengesteld wordt door de promotor van de eindverhandeling. Zij moet samengesteld zijn uit minstens één lid buiten de hogere kunstschool. Het aantal stemgerechtigde leden van de examencommissie kan niet minder dan drie bedragen.

De eindverhandeling wordt aan de leden van de examencommissie meegedeeld op de datum vastgesteld in het afzonderlijk studiereglement.

Onderafdeling 6. - De beraadslagende examencommissies

Art. 28.De Inrichtende macht stelt op advies van de pedagogische beheersraad overgezonden door de directeur, het huishoudelijk reglement op van de beraadslagende examencommissies.

De beraadslagende examencommissie worden door de directeur van de hogere kunstschool voorgezeten. Bij verhindering worden de beraadslagende examencommissies door een adjunct-directeur voorgezeten, een domeindirecteur of een afgevaardigde aangewezen door de Inrichtende Macht.

Het secretariaat van de beraadslagende examencommissies wordt door de directeur van de hogere kunstschool ingericht. Hij wijst de secretaris aan van elke beraadslagende examencommissie en maakt zijn naam bekend op het uithangbord van de hogere kunstschool v~~r het begin van iedere zittijd. De secretaris is niet stemgerechtigd.

De beraadslagende examencommissie kan enkel geldig beraadslagen en beslissen indien meer dan de helft van de hoogleraren die er lid van zijn, aanwezig is.

De beslissingen van de beraadslagende examencommissies worden genomen met de meerderheid van stemmen van de aanwezige stemgerechtigde leden.

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.

De beraadslagingen gebeuren met gesloten deuren.

Art. 29.Behoudens bij overmacht bepaald door de Voorzitter van de examencommissie, zijn de leden van het onderwijzend personeel ertoe gehouden aan de beraadslagende examencommissies deel te nemen die de studenten betreffen wier onderwijsactiviteiten zij hebben omkaderd.

Art. 30.De voorzitter van de beraadslagende examencommissie sluit de beraadslaging af zodra een beslissing genomen is voor het geheel van de studenten.

Art. 31.De met redenen omklede uitslagen van de beraadslaging worden in een proces-verbaal opgenomen waarin ook de samenstelling van de beraadslagende examencommissie vermeld wordt.

De proces-verbalen worden door de voorzitter en de secretaris getekend ten laatste binnen de drie werkdagen na de afsluiting van de beraadslaging.

Een afschrift van de proces-verbalen van de beraadslagende examencommissies wordt aan de Regering van de Franse Gemeenschap, aan de zetel van het algemeen bestuur onderwijs en wetenschappelijk onderzoek - Algemene Directie voor niet-verplicht onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek alsook aan de Afgevaardigde van de Regering bij de betrokken hogere kunstschool overgezonden.

De proces-verbalen van de beraadslagende examencommissies worden gedurende veertig jaar op de zetel van de hogere kunstschool bewaard vanaf het einde van het betrokken academiejaar.

Art. 32.De voorzitter van de examencommissie maakt, binnen de vierentwintig uur na de afsluiting van de beraadslaging, de beslissingen op het uithangbord van de hogere kunstschool bekend, met vermelding van de naam, voornaam en uitslag van elke student.

De student wordt verondersteld van zijn resultaten kennis te hebben genomen de dag waarop ze op het uithangbord voorkomen. Afdeling 3. - Bepaling van de resultaten

Onderafdeling 1. - De weging van de resultaten

Art. 33.Voor het bepalen van de resultaten stelt de directeur, op advies van de pedagogische beheersraad, een wegingcoëfficiënt op voor de resultaten van elke artistieke evaluatie, elke voortgezette evaluatie en elk examen.

Deze coëfficiënten worden in het afzonderlijk studiereglementsermeld.

Art. 34.Voor de artistieke evaluaties worden jaarpunten toegekend door de hoogleraar (-ren) die verantwoordelijk is (zijn) voor de cursus. Het afzonderlijk studiereglement bepaalt wanneer deze punten aan de secretaris van de beraadslagende examencommissie gegeven moeten worden ten laatste op de vooravond van het begin van de zittijd van artistieke evaluaties.

De jaarpunten tellen voor 50% van de artistieke evaluatie. De punten bedoeld bij artikel 17, § 1, zijn het saldo.

Onderafdeling 2. - Voorwaarden voor het slagen

Art. 35.§ 1. De eindevaluatie van een onderwijs wordt uitgedrukt in de vorm van punten tussen 0 en 20. Om te slagen moeten 10 punten op 20 behaald worden.

Het slagen voor een studiejaar wordt van rechtswege verworven door elke student die minstens 10 op 20 voor ieder onderwijs heeft bekomen. § 2. Om toegelaten te worden tot een studiejaar moet de student voor het vorige studiejaar in dezelfde cursus geslaagd zijn, onverminderd de bepalingen van de artikelen 43, 44 en 45 van dit besluit.

Art. 36.Op het einde van een eerste zittijd en van de zittijd voor artistieke evaluaties, voor de studenten die niet aan de voorwaarden voldoen om van rechtswege toegelaten te worden, beraadslaagt en beslist de beraadslagende examencommissie collegiaal en soeverein over het slagen of het uitstellen van de student.

Bij uitzondering op het vorige lid kan de student die enkel niet geslaagd is voor cursussen die het voorwerp uitmaken van een artistieke evaluatie of een voortgezette evaluatie, afgewezen worden.

De uitgestelde student kan een tweede zittijd afleggen.

Art. 37.De uitgestelde student wordt vrijgesteld van het opnieuw afleggen van de examens waarvoor hij tijdens de eerste zittijd geslaagd was met minstens 12 punten op 20.

De punten toegekend tijdens de eerste zittijd voor de artistieke evaluaties, voor de stages en voor de praktische activiteiten worden, voor de beraadslaging van de resultaten van de tweede zittijd, overgenomen.

Art. 38.Op het einde van een tweede zittijd, voor de studenten die niet aan de voorwaarden voldoen om van rechtswege toegelaten te worden, beraadslaagt en beslist de beraadslagende examencommissie collegiaal en soeverein over het slagen of het afwijzen van de student.

Art. 39.Behoudens de gevallen bedoeld bij artikel 40, wanneer de examencommissie tot de toelating beslist, stelt zij de verwerving door de student vast van het geheel van de studiepunten van het betrokken studiejaar.

Art. 40.§ 1. In afwijking van artikel 38 en met uitzondering van de jaren die tot een diploma aanleiding geven van de eerste cyclus in studies van het korte type en van de tweede cyclus voor studies van het lange type, spreekt de beraadslagende examencommissie het slagen voor een studiejaar uit zodra de student minstens 48 studiepunten heeft verworven. In dat geval moet het saldo van de studiepunten integraal gedurende het volgende studiejaar verworven worden. De overblijvende studiepunten worden door de beraadslagende examencommissie van het studiejaar waarvoor ze ingeschreven zijn, beraadslaagd.

De student kan van dit recht afzien. Van dit afzien moet schriftelijk aan de directeur van de hogere kunstschool ten laatste op 15 oktober kennis worden gegeven. § 2. Voor de jaren die tot een diploma aanleiding geven van de eerste cyclus in studies van het korte type en van de tweede cyclus voor studies van het lange type, spreekt de beraadslagende examencommissie de verlenging van de tweede zittijd uit zodra de student er minstens 48 studiepunten heeft verworven. In dat geval, moet het saldo van de studiepunten v~~r 1 februari integraal verworven zijn.

In afwijking daarvan, op eensluidend advies van de beraadslagende examencommissie, kan de directeur de student ertoe machtigen, als deze voor alle artistieke en examens op het programma van het laatste studiejaar geslaagd is, de eindverhandeling voor te stellen en te verdedigen tot een datum die niet na 31 januari van het volgende academiejaar kan plaatsvinden.

In dat geval wordt de tweede zittijd enkel afgesloten als de student de examens heeft afgelegd waarvoor de studiepunten nog verworven moesten worden.

De beraadslagende examencommissie spreekt zich over de door de student verworven resultaten.

De student kan schriftelijk van dit recht afzien door een brief te sturen aan de directeur van de hogere kunstschool ten laatste op 15 oktober. § 3. Bij uitzondering op de paragrafen 1 en 2 kan de examencommissie zich niet uitspreken over het slagen of de verlenging van de tweede zittijd wanneer de door de student niet-verworven studiepunten op de lijst voorkomen van de basiscursussen van het jaar.

Deze lijst basiscursussen wordt door de directeur bepaald, op advies van de pedagogische beheersraad, ten laatste op 1 december van het lopende jaar. Deze lijst wordt op het uithangbord van de hogere kunstschool bekend gemaakt. § 4. Bij uitzondering op paragraaf 2 kan de examencommissie zich niet uitspreken over de verlenging van de tweede zittijd wanneer de door de student niet-verworven studiepunten in de vorm van een artistieke evaluatie of een voortgezette evaluatie worden geëvalueerd.

Onderafdeling 3. - Vermeldingen

Art. 41.De vermeldingen zijn voldoening, onderscheiding, grote onderscheiding en grootste onderscheiding en worden van rechtswege behaald als het globaal resultaat van de student respectievelijk 60, 70, 80, 90 % behaalt van het maximum aantal punten en als de student voor geen enkel examen gezakt is.

De beraadslagende examencommissie bepaalt of de vermelding toegekend mag worden wanneer de student minder dan 12 op 20 behaald heeft voor een of meerdere onderwijsactiviteiten.

Onderafdeling 4. - Vrijstellingen voor de student die zakt

Art. 42.§ 1. Binnen één studiejaar en eenzelfde hogere kunstschool moet een student die afgewezen werd de artistieke evaluaties, de voortgezette evaluaties en de examens van een cursus niet meer afleggen als hij punten ervoor van minstens 12 op 20 heeft behaald gedurende de laatste vijf academiejaren. De aldus bekomen punten worden overgedragen.

De student kan schriftelijk van dit recht afzien door een brief te sturen aan de directeur van de hogere kunstschool ten laatste op 1 december. § 2. Binnen eenzelfde studiejaar en in geval van verandering van hogere kunstschool, moet een student die afgewezen werd de artistieke evaluaties, de voortgezette evaluaties en de examens van een onderwijs niet meer afleggen als hij punten ervoor van minstens 12 op 20 heeft behaald gedurende de laatste vijf academiejaren. De bekomen punten worden niet overgedragen.

De student kan schriftelijk van dit recht afzien door een brief te sturen aan de directeur van de hogere kunstschool ten laatste op 1 december. Afdeling 4. - Toegang en geïndividualiseerd programma

Onderafdeling 1. - Valorisatie van de verworven ervaring

Art. 43.Onverminderd het slagen voor de toegangsproef bedoeld bij artikel 25 van het decreet van 17 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/05/1999 pub. 29/10/1999 numac 1999029643 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het hoger kunstonderwijs type decreet prom. 17/05/1999 pub. 15/06/1999 numac 1999029327 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het administratief statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het onderwijzend hulppersoneel van de inrichtingen voor het onderwijs voor sociale promotie van de Franse Gemeenschap type decreet prom. 17/05/1999 pub. 30/11/1999 numac 1999029361 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de vakantiecentra sluiten, kan de directeur, na advies van de pedagogische beheersraad, de studiepunten in aanmerking nemen die verworven werden tijdens hogere studies of gedeelten van hogere studies die door de studenten al met vrucht gevolgd zouden zijn.

Kunnen gevaloriseerd worden de studiepunten die definitief verworven zijn in de oorspronkelijke inrichting voor hoger onderwijs.

Een examencommissie kan door de directeur aangesteld worden om een beslissing te nemen over de aanvraag van de student. Deze examencommissie bestaat uit de hoogleraren die les geven voor cursussen die direct verband houden met de aanvraag om studiepunten in aanmerking te nemen.

Art. 44.Na advies van de pedagogische beheersraad, kan de directeur de studiepunten die overeenstemmen met de kennis en de competenties van de studenten verworven door hun persoonlijke of beroepservaring, in aanmerking nemen.

De ervaring die de student in aanmerking wenst te laten nemen, moet overeenstemmen met de kennis en competenties verwacht op het einde van één of meerdere cursussen die op het cursussenschema voorkomen (-komt). De kennis en de competenties worden geanalyseerd en nagegaan door een examencommissie. Deze examencommissie bestaat uit de hoogleraren die les geven voor cursussen die direct verband houden met de aanvraag om studiepunten in aanmerking te laten nemen.

Art. 45.De aanvragen om inaanmerkingneming van de verworven ervaring worden v~~r 15 oktober ingediend.

Voor de gevallen van studiepunten die verworven werden tijdens hogere studies of gedeelten van hogere studies en voor de gevallen van inaanmerkingneming van studiepunten die overeenstemmen met de kennis en de bekwaamheden verworven door hun beroepservaring, worden de aanvragen door relevante documenten gestaafd.

De aanvraag, de bewijsstukken en de met redenen omklede beslissing van de directeur worden in het dossier van de student bewaard.

Onderafdeling 2. - Verkorting van de minimale duur van de studies

Art. 46.Overeenkomstig artikel 41quinquies van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/10/2002 numac 2002029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029065 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van de inspectiedienst van de Franse Gemeenschap voor het gewoon kleuteronderwijs, het gewoon lager onderwijs en het gewoon basisonderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029066 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bespoediging van de benoemingen van de personeelsleden uit het onderwijs van de Franse Gemeenschap sluiten, kan de directeur, na advies van de pedagogische beheersraad, aan de studenten die een inaanmerkingneming van de verworven ervaring volgens de bepalingen bedoeld bij de artikelen 43 en 44 genieten, een verkorting van de minimale duur van de studies toekennen.

Onderafdeling 3. - Studiepunten door vervroeging

Art. 47.Een student die vrijstellingen geniet, kan, op advies van de pedagogische beheersraad, bij de directeur de toestemming vragen om studiepunten van het hogere studiejaar te behalen, ten belope van het aantal studiepunten waarvan hij vrijgesteld wordt.

De directeur bepaalt het programma van de student op basis van zijn aanvraag die hij soeverein evalueert in functie van de coherentie van zijn programma en de vereisten inzake organisatie opgelegd aan de hogere kunstschool.

De student dient zijn aanvraag in ten laatste op 15 oktober.

Art. 48.Een student die een inaanmerkingneming van de verworven ervaring bedoeld bij de artikelen 43 en 44 geniet, kan, op advies van de pedagogische beheersraad, bij de directeur de toestemming vragen om studiepunten van het volgende studiejaar te behalen, ten belope van het aantal studiepunten waarvan hij vrijgesteld wordt.

De directeur bepaalt het programma van de student op basis van zijn aanvraag die hij soeverein evalueert in functie van de coherentie van zijn programma en de vereisten inzake organisatie opgelegd aan de hogere kunstschool.

De student dient zijn aanvraag in ten laatste de dag na de kennisgeving van de inaanmerkingneming van de verworven ervaring bedoeld bij de artikelen 43 en 44.

Onderafdeling 4. - Verspreiding van de studies

Art. 49.Op aanvraag van de student kan de directeur van de hogere kunstschool hem toelaten om het onderwijs van een studiecyclus in de tijd te verspreiden over een aantal academiejaren dat hoger is dan het aantal studiejaren bepaald in het programma.

De aanvraag tot verspreiding moet ten laatste op 15 oktober ingediend worden.

Het aantal studiejaren voortvloeiend uit de verspreiding mag niet hoger zijn dan twee keer het aantal studiejaren van de cyclus.

Wanneer de directeur een gunstig advies verleent over de aanvraag van de student, stellen ze een overeenkomst in twee exemplaren op die de verdeling van de studiepunten over de verspreidingsjaren omvat.

Deze overeenkomst kan jaarlijks worden herzien vóór 15 oktober.

Onderafdeking 5. - Jonge talenten

Art. 50.De hogere kunstscholen, op het gebied van de muziek, kunnen jonge talenten ontvangen die aan de voorwaarden niet beantwoorden voor de toegang tot de eerste cyclus van het hoger onderwijs onder de volgende voorwaarden :1° het jonge talent is geslaagd, onder dezelfde voorwaarden als de andere kandidaten, voor de toelatingsproef;2° een overeenkomst die eigen is aan elk jong talent, werd ondertekend tussen de hogere kunstschool en de inrichting voor leerplichtonderwijs waarin het jonge talent is ingeschreven.

Het jonge talent mag in het hoger onderwijs niet meer dan 40 studiepunten per jaar volgen.

Het jonge talent telt mee in de berekening van het variabele gedeelte bedoeld in artikel 54, § 3 en § 4 van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/10/2002 numac 2002029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029065 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van de inspectiedienst van de Franse Gemeenschap voor het gewoon kleuteronderwijs, het gewoon lager onderwijs en het gewoon basisonderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029066 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bespoediging van de benoemingen van de personeelsleden uit het onderwijs van de Franse Gemeenschap sluiten, naar strikte rata van de studiepunten gevolgd tijdens het betrokken jaar.

De hogere kunstschool die jonge talenten inschrijft met toepassing van dit artikel, krijgt geen sociale subsidies en geen werkingssubsidies voor deze studenten.

De studiepunten gevolgd door het jonge talent in het hoger kunstonderwijs en in aanmerking genomen door een beraadslagende examencommissie kunnen aanleiding geven tot vrijstellingen wanneer het jonge talent aan de voorwaarden bedoeld in artikel 41, eerste lid, van het decreet van 20 december 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/05/2002 numac 2002029138 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (1) type decreet prom. 20/12/2001 pub. 03/10/2002 numac 2002029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2002 type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029065 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van het statuut van de personeelsleden van de inspectiedienst van de Franse Gemeenschap voor het gewoon kleuteronderwijs, het gewoon lager onderwijs en het gewoon basisonderwijs gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap type decreet prom. 20/12/2001 pub. 31/01/2002 numac 2002029066 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bespoediging van de benoemingen van de personeelsleden uit het onderwijs van de Franse Gemeenschap sluiten, zal voldoen en zich zal inschrijven voor het hogere kunstonderwijs.

De afgevaardigden van de Regering brengen jaarlijks een verslag uit aan de Regering over de toepassing van deze maatregel. Afdeling 5. - Beroepen

Onderafdeling 1. - Beroepen betreffende een onregelmatigheid tijdens het verloop van de proeven

Art. 51.Elk beroep betreffende enige onregelmatigheid in het verloop van de proeven wordt per aangetekende brief aan de secretaris van de beraadslagende examencommissie gestuurd, ten laatste binnen de drie werkdagen na de kennisgeving van de resultaten van de proef.

Het indienen van het beroep kan eveneens gedaan worden door een brief aan de secretaris. In dat geval wordt een ontvangstbewijs uitgereikt.

Art. 52.De secretaris van de beraadslagende examencommissie onderzoekt het beroep en brengt, ten laatste binnen de twee werkdagen na de ontvangst, een verslag uit aan de voorzitter van de beraadslagende examencommissie.

Art. 53.Binnen de werkdag volgend op de ontvangst van het verslag, roept de voorzitter van de beraadslagende examencommissie, een beperkte examencommissie samen bestaande uit zichzelf, twee leden van de beraadslagende examencommissie gekozen onder deze die niet betrokken zijn bij de aangehaalde onregelmatigheid. Deze beperkte examencommissie beslist tijdens de zitting, bij een formeel met redenen omklede beslissing waarvan aan de klager(s) binnen de twee werkdagen kennis wordt gegeven.

Onderafdeling 2. - Beroepen betreffende de weigering om inschrijving voor proeven

Art. 54.De student van wie de inschrijving voor de proef geweigerd wordt, kan binnen de drie werkdagen na de ontvangst van de kennisgeving van de weigering, bij de Inrichtende macht een klacht indienen per aangetekende brief.

Deze laatste deelt zijn met redenen omklede beslissing aan de student mee binnen de vijf werkdagen na het indienen van de klacht. HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 55.De onderafdelingen 1, 3, 4, 5 en 6 van de afdeling 7, hoofdstuk IV van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 17/07/2002 pub. 24/09/2002 numac 2002029424 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de organisatie van het academiejaar en houdende de algemene regeling van de studies in de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten tot vaststelling van de organisatie van het academiejaar en houdende de algemene regeling van de studies in de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, worden opgeheven.

Art. 56.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 17/07/2002 pub. 24/09/2002 numac 2002029424 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de organisatie van het academiejaar en houdende de algemene regeling van de studies in de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sluiten tot vaststelling van de organisatie van het academiejaar en houdende de algemene regeling van de studies in de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, wordt opgeheven.

Art. 57.In artikel 8, tweede lid, van het besluit van 17 juli 2002 houdende organisatie van het examen voor de toelating in de hogere kunstscholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, worden de woorden "in het eerste jaar" en de woorden "wanneer hij niet geslaagd is voor het eerste jaar", opgeheven.

Art. 58.Dit besluit treedt in werking vanaf het academiejaar 2013- 2014 met uitzondering van de artikelen 43 tot 48 en 55 die in werking treden vanaf het academiejaar 2012-2013.

Art. 59.De Minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 augustus 2013.

De Minister-president, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT

^