13 MAART 2001. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen met het oog op de oprichting van een algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek

Art. 2.In het Gerechtelijk Wetboek wordt een artikel 65bis ingevoegd luidend als volgt : « Om tot voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank te kunnen aangewezen worden, moeten de kandidaten sedert minstens vijf jaar vrederechter of toegevoegd vrederechter zijn, rechter of toegevoegd rechter in een politierechtbank gelegen in het rechtsgebied van het betrokken hof van beroep.

De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden voor een niet hernieuwbare termijn van vier jaar verkozen door de leden van de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank.

Het voorzitterschap van de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank wordt afwisselend waargenomen door een vrederechter of een toegevoegd vrederechter en door een rechter of toegevoegd rechter in de politierechtbank. »

Art. 3.In artikel 69, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1970, 11 juli 1994 en 10 februari 1998, wordt het woord « politierechters » vervangen door de woorden « rechters in de politierechtbank ».

Art. 4.Artikel 186bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 186bis.Voor de toepassing van deze titel, doch met uitzondering van hoofdstuk Vquinquies, treedt de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg op als korpschef van de vrederechters, de rechters in de politierechtbank, de toegevoegde vrederechters en de toegevoegde rechters in de politierechtbank van zijn gerechtelijk arrondissement.

Voor de toepassing van deze titel zijn voor de berekening van de termijnen de bepalingen van de artikelen 50, eerste lid, 52, eerste lid, 53 en 54 van toepassing. »

Art. 5.In artikel 188 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juli 1991 en gewijzigd bij de wetten van 11 juli 1994, 6 mei 1997 en 24 maart 1999, wordt het woord « politierechter » vervangen door de woorden « rechter in de politierechtbank ».

Art. 6.In artikel 259nonies van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het zesde lid, worden de woorden « of aan de voorzitter van de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank » tussen de woorden « De korpschef » en « zendt bij » ingevoegd;2° in het zevende lid, worden de woorden « of de voorzitter van de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank » ingevoegd tussen de woorden « aan de korpschef » en « , die het origineel » en tussen de woorden « de korpschef » en « een afschrift van »;3° in het achtste lid, wordt de eerste zin aangevuld met de woorden « of de voorzitter van de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank ».

Art. 7.In artikel 259decies, § 2, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden « of de voorzitter van de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank » tussen de woorden « de korpschef » en « en twee magistraten » ingevoegd;2° tussen het tweede en het derde lid de volgende leden ingevoegd : « Voor de vrederechters, de rechters in de politierechtbank, de toegevoegde vrederechters en de toegevoegde rechters in de politierechtbank worden de twee magistraten bedoeld in het vorige lid zo verkozen door en uit de leden van de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank dat er steeds enerzijds een vrederechter of een toegevoegd vrederechter en anderzijds een rechter of toegevoegd rechter in de politierechtbank onder de beoordelaars is en dat er ten minste één onder hen uit een ander arrondissement komt.Ten minste één van de aldus, door de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank van het rechtsgebied van het hof van beroep te Luik, aangewezen beoordelaars of hun plaatsvervangers dient het bewijs leveren van de kennis van de Duitse taal.

Voor wat het hof van beroep te Brussel betreft worden twee algemene vergaderingen van vrederechters en rechters in de politierechtbank opgericht volgens de taal van het diploma van de betrokken vrederechter, rechter in de politierechtbank, toegevoegde vrederechter of toegevoegde rechter in de politierechtbank. »

Art. 8.In artikel 261, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 17 februari 1997, wordt het woord « politierechter » vervangen door de woorden « rechter in de politierechtbank ».

Art. 9.In artikel 287bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 februari 1997 en gewijzigd bij de wetten van 20 mei 1997, 12 april 1999 en 17 juli 2000, worden in de Nederlandse tekst de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste en derde lid wordt het woord « politierechter » vervangen door de woorden « rechter in de politierechtbank »;2° in § 3, eerste lid wordt het woord « politierechter » vervangen door de woorden « rechter in de politierechtbank.».

Art. 10.In artikel 287ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 17 februari 1997 en gewijzigd bij de wetten van 20 mei 1997, 12 april 1999 en 17 juli 2000 worden in de Nederlandse tekst de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, 1° wordt het woord « politierechter » vervangen door de woorden « rechter in de politierechtbank »;2° in § 2, eerste en tweede lid wordt het woord « politierechter » vervangen door de woorden « rechter in de politierechtbank ».

Art. 11.In artikel 340 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Bij elk hof en elke rechtbank en in elk rechtsgebied van het hof van beroep wat betreft de vrederechters, de rechters in de politierechtbank, de toegevoegde vrederechters en de toegevoegde rechters in de politierechtbank wordt een algemene vergadering opgericht.

De algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank heeft haar zetel op het hof van beroep. »; 2° in § 2, wordt het 1° vervangen als volgt : « hetzij om te beraadslagen en te beslissen over onderwerpen die voor alle kamers of voor de vrederechters of de rechters in de politierechtbank van belang zijn, hetzij ter behandeling van zaken van openbare orde die tot de bevoegdheid van één van deze rechtscolleges of de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank behoren;»; 3° in § 2, 2°, wordt de eerste zin aangevuld met de woorden « of voor wat de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank betreft van de betrokken rechtscolleges »;4° in § 2, 2°, worden tussen de woorden « de korpschef » en « overgezonden aan » de woorden « of de voorzitter van de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank » ingevoegd;5° § 2 wordt aangevuld met een 6° luidende : « 6° voor de verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank.»

Art. 12.In artikel 341, § 1, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998, wordt het 7° vervangen als volgt : « 7° de leden bedoeld in de artikelen 59, 60 en 69 voor de vredegerechten en de politierechtbanken gelegen binnen hetzelfde rechtsgebied van het hof van beroep. »

Art. 13.In artikel 344 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 22 december 1998, wordt de eerste zin aangevuld als volgt: « en, voor de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank, door de hoofdgriffier aangewezen door de voorzitter van deze vergadering. »

Art. 14.In artikel 367ter van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 juli 1991 en vervangen bij de wet van 3 april 1997, wordt het woord « politierechter » vervangen door de woorden « rechter in de politierechtbank ».

Art. 15.In artikel 649, 2°, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 12 maart 1998, wordt het woord « politierechter » vervangen door de woorden « rechter in de politierechtbank ». HOOFDSTUK III. - Aanpassing van de wet van 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur

Art. 16.In artikel 2, § 2, van de wet van 8 maart 1999 tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste streepje worden de woorden « of tot het openbaar ministerie bij dit Hof » ingevoegd tussen de woorden « Hof van Cassatie » en « en één lid »;2° in het tweede streepje worden de woorden « het Hof van Cassatie uitgezonderd » ingevoegd tussen de woorden « bij deze hoven » en « , waarvan ten minste »;3° het derde streepje wordt vervangen als volgt : « - acht leden van de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken en de rechtbanken van koophandel, waarvan ten minste een lid behoort tot een arbeidsrechtbank en een lid tot een rechtbank van koophandel en waarvan ten minste drie leden van elk geslacht;» 4° het vijfde streepje wordt vervangen als volgt : « - twee vrederechters en 2 rechters in de politierechtbank waarvan telkens een van elk geslacht.»

Art. 17.In artikel 3, van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, tweede lid, tweede streepje, worden de woorden « de arbeidsrechtbanken en de politierechtbanken » vervangen door de woorden « en de arbeidsrechtbanken »;2° in § 1, tweede lid, wordt het derde streepje vervangen als volgt : « - het kiescollege voor de vrederechters en de rechters in de politierechtbank bestaat uit de vrederechters, de rechters in de politierechtbank, de toegevoegde vrederechters en de toegevoegde rechters in de politierechtbank;» 3° § 5 wordt opgeheven.

Art. 18.In artikel 4, § 3, van dezelfde wet wordt het derde streepje opgeheven. HOOFDSTUK IV. - Wijziging van de wet van 22 december 1998 tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem

Art. 19.Artikel 101 van de wet van 22 december 1998 tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem, wordt aangevuld als volgt : « De korpschefs en de titularissen van een adjunct-mandaat die na de inwerkingtreding van alle bepalingen van de artikelen 22 tot 52 nog overeenkomstig de oude procedure werden benoemd, worden op het ogenblik van hun benoeming geacht te zijn aangewezen hetzij als korpschef, hetzij als houder van een adjunct-mandaat en terzelfder tijd in het ambt van magistraat te zijn benoemd in de hoven en rechtbanken of in de parketten bij die hoven en rechtbanken waar zij werkzaam zijn. »

Art. 20.In dezelfde wet wordt een artikel 101bis ingevoegd, luidende : «

Art. 101bis.De procedures tot invulling van vacatures van korpschefs en deze van houder van een adjunct-mandaat die voor 2 augustus 2000 werden aangevat en die nog niet zijn afgehandeld op 1 februari 2001 worden ab initio hernomen overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek die op dat ogenblik van kracht zijn.

Voor alle plaatsen die vacant waren voor 2 augustus 2000 en die bij gebrek aan kandidaten na 1 februari 2001 opnieuw worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, zal de benoeming of aanwijzing geschieden overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek die op dat ogenblik van kracht zijn. »

Art. 21.In artikel 105, eerste lid, van dezelfde wet worden de woorden « zes maanden » vervangen door de woorden « achttien maanden ». HOOFDSTUK V. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 22.De eerste algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank wordt samengeroepen en voorgezeten door de oudstbenoemde vrederechter, rechter in de politierechtbank, toegevoegde vrederechter of toegevoegde rechter in de politierechtbank van het rechtsgebied van het hof van beroep. Voldoen meerdere personen aan dit criterium, dan wordt voorrang gegeven aan de oudste in leeftijd.

Als eerste voorzitter van de algemene vergadering van vrederechters en rechters in de politierechtbank is verkozen de kandidaat die de meeste stemmen behaalt. Bij gelijkheid van stemmen wordt een nieuwe stemming gehouden, beperkt tot die kandidaten.

Art. 23.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 19 dat uitwerking heeft met ingang van 2 augustus 2000.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met's Lands zegel zal worden en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 13 maart2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Met `s Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 2000-2001. Senaat Parlementaire stukken. - Wetsvoorstel van de heer Vandenberghe c.s., 2-441 nr. 001. - Amendementen, 2-441 nr. 002. - Verslag, 2-441 nr. 003. - Tekst aangenomen door de Commissie, 2-441 nr.004. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering, 2-441 nr. 005.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering 6 juli 2000.

Kamer van volksvertegenwoordigers Parlementaire stukken. - Ontwerp overgezonden door de Senaat, 800 nr. 001. - Amendementen, 800 nrs.002 tot 007. - Tekst aangenomen door de commissie, 800 nr. 008. - Verslag, 800 nr. 009. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en teruggezonden naar de Senaat, 800 nr. 0010.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering 10 en 11 januari 2001.

Senaat Parlementaire stukken. - Ontwerp geamendeerd door de Kamer, 2-441 nr. 006. - Amendementen, 2-441 nr.007. - Verslag, 2-441 nr. 008. - Advies van de Hoge Raad voor de Justitie, 2-441 nr. 009. - Tekst aangenomen door de Commissie, 2-441 nr. 010. - Amendementen, 2-441 nr. 011. - Tekst aangenonen in plenaire vergadering, 2-411 nr. 012.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering 22 februari 2001.