gepubliceerd op 31 december 2021
Wet tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022
12 DECEMBER 2021. - Wet tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt: TITEL 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
TITEL 2. - Werk HOOFDSTUK 1. - Verhoging van het aantal vrijwillige overuren voor alle sectoren in 2021 en 2022
Art. 2.§ 1. De 100 uren bedoeld in artikel 25bis, § 1, eerste lid, van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten worden in alle sectoren verhoogd tot 220 uren in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022.
Deze bijkomende overuren worden relance-uren genoemd en dienen te worden gepresteerd tijdens de periode waarop zij betrekking hebben.
De bijkomende overuren die, in toepassing van artikel 52 van de wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020044510 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie type wet prom. 20/12/2020 pub. 24/12/2020 numac 2020016459 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 sluiten houdende tijdelijke ondersteunings-maatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, tijdens het jaar 2021 reeds werden gepresteerd bij de werkgevers die tot de cruciale sectoren behoren, worden in mindering gebracht van de bijkomende overuren die in toepassing van het eerste lid kunnen worden gepresteerd tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. § 2. De bijkomende overuren, relance-uren genaamd, die met toepassing van artikel 25bis, § 1, eerste lid, van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten worden gepresteerd tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en tijdens de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022, worden niet aangerekend bij de berekening van het gemiddelde bedoeld in artikel 26bis, § 1, van dezelfde wet en worden niet in aanmerking genomen voor de naleving van de grens bedoeld bij artikel 26bis, § 1bis, van dezelfde wet. § 3. Het overloon bepaald bij artikel 29, § 1, van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten is niet van toepassing op de bijkomende overuren, relance-uren genaamd, die tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en tijdens de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022, op grond van § 1 van dit artikel worden gepresteerd. § 4. Het akkoord van de werknemer met betrekking tot de relance-uren moet schriftelijk worden vastgesteld voor een hernieuwbare periode van zes maanden. Dit akkoord moet uitdrukkelijk en voorafgaandelijk aan de betrokken periode worden gesloten.
In de mate de werknemer zijn akkoord zoals bedoeld in artikel 25bis, § 2, van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten heeft gegeven voor de overuren bedoeld in § 1, tweede lid, kan dit akkoord ook vanaf 1 juli 2021 verder gelden voor de resterende duur van de periode van zes maanden.
Art. 3.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2021. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van de wet van 24 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/1999 pub. 27/01/2000 numac 2000012029 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet ter bevordering van de werkgelegenheid type wet prom. 24/12/1999 pub. 31/12/1999 numac 1999024144 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende sociale en diverse bepalingen sluiten ter bevordering van de werkgelegenheid
Art. 4.In artikel 33bis, § 1, van de wet van 24 december 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/1999 pub. 27/01/2000 numac 2000012029 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet ter bevordering van de werkgelegenheid type wet prom. 24/12/1999 pub. 31/12/1999 numac 1999024144 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende sociale en diverse bepalingen sluiten ter bevordering van de werkgelegenheid, ingevoegd bij de wet van 26 maart 2018, worden het vierde lid en het vijfde lid vervangen door één enkel lid, dat het vierde lid wordt, luidende: "De toepassing van het eerste lid mag er voor de werknemer evenwel niet toe leiden dat het voltijds loon lager zou zijn dan het loon bedoeld in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van de Nationale Arbeidsraad van 2 mei 1988.".
Art. 5.Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 april 2022. HOOFDSTUK 3. - Eenmalige innovatiepremies
Art. 6.In artikel 31, eerste en tweede lid, van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 19/07/2005 numac 2005012166 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg sluiten houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg, gewijzigd bij de wetten van 17 mei 2007, 27 maart 2009, 1 februari 2011, 17 augustus 2013, 10 augustus 2015, 30 september 2017 en 26 mei 2019, worden de woorden "1 januari 2021" telkens vervangen door de woorden "1 januari 2023".
Art. 7.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021. HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020044510 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie type wet prom. 20/12/2020 pub. 24/12/2020 numac 2020016459 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 sluiten houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie
Art. 8.In artikel 40 van de wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020044510 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie type wet prom. 20/12/2020 pub. 24/12/2020 numac 2020016459 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 sluiten houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, gewijzigd bij wet van 2 april 2021, wordt het punt 6° aangevuld met een lid, luidende als volgt: "Voor de periode van 27 juni 2021 tot en met 30 juni 2021, wordt onder werkgevers die tot cruciale sectoren behoren verstaan: de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die personeel tewerkstellen en die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking zoals opgenomen in bijlage 1 van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals in voege op 26 juni 2021, alsook de producenten, leveranciers, aannemers en onderaannemers van goederen, werken en diensten die essentieel zijn voor de activiteit van deze ondernemingen en deze diensten.".
Art. 9.Artikel 8 heeft uitwerking met ingang van 27 juni 2021.
Art. 10.In artikel 52 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2021 pub. 29/07/2021 numac 2021021520 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteunings- maatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de woorden "voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 september 2021" telkenmale vervangen door de woorden "voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021";2° in paragraaf 3 worden de woorden "tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 september 2021" vervangen door de woorden "tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021";3° in paragraaf 4 worden de woorden "tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 september 2021" vervangen door de woorden "tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021".
Art. 11.In artikel 58 van dezelfde wet, laatstelijk gewijzigd bij wet van 18 juli 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2021 pub. 29/07/2021 numac 2021021520 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteunings- maatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie sluiten, wordt het 2e lid vervangen als volgt: "De artikelen 40 tot 53 treden buiten werking op 30 september 2021, met uitzondering van artikel 46 dat buiten werking treedt op 31 maart 2021 en artikel 52 dat buiten werking treedt op 30 juni 2021.".
Art. 12.Artikel 10 heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2021.
Artikel 11 heeft uitwerking met ingang van 30 juni 2021.
TITEL 3. - Sociale Zaken ENIG HOOFDSTUK. - Wijziging van hoofdstuk 7 - Harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van sociale zekerheidsbijdragen - van Titel IV van de programmawet (I) van 24 december 2002
Art. 13.In artikel 331 van de programmawet (I) van 24 december 2002, laatst gewijzigd bij de wet van 16 mei 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2016 pub. 23/05/2016 numac 2016202603 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt aangevuld met de volgende zin: "Bij een refertekwartaalloon lager dan een bepaalde loongrens S2 wordt aan F een complement toegevoegd dat lineair met het verschil tussen deze loongrens en het refertekwartaalloon stijgt volgens een hellingscoëfficiënt ?."; 2° Het vijfde lid wordt aangevuld met de volgende zin: "De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, wat moet worden verstaan onder hellingscoëfficiënt ?, waarbij deze coëfficiënt kan verschillen volgens de tewerkstellingscategorie en onder loongrens S2, waarbij deze loongrens kan verschillen volgens de tewerkstellingscategorie."; 3° Het zesde lid wordt aangevuld met de volgende zin: "De Koning bepaalt, bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de wijze waarop de loongrens S2 automatisch wordt aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen.".
Art. 14.Dit hoofdstuk treedt in werking op 1 april 2022.
TITEL 4. - Fiscale maatregelen HOOFDSTUK 1. - Vrijstelling van de relance-uren
Art. 15.§ 1. In afwijking van de artikelen 31, tweede lid, 1°, en 32 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, worden vrijgesteld van inkomstenbelastingen: 1° de bezoldigingen met betrekking tot 120 vrijwillige overuren die tijdens de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 overeenkomstig artikel 2 worden gepresteerd;2° de bezoldigingen met betrekking tot 120 vrijwillige overuren die tijdens de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 overeenkomstig artikel 2 worden gepresteerd. De in artikel 15, eerste lid, 2°, van de wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020044510 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie type wet prom. 20/12/2020 pub. 24/12/2020 numac 2020016459 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 sluiten houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie en in het eerste lid, 1°, bedoelde vrijstellingen kunnen, samengenomen, slechts voor 120 vrijwillige overuren worden verleend. § 2. Wanneer de belastingplichtige in 2021 en/of 2022 bijkomende vrijwillige overuren heeft gepresteerd en niet alle bezoldigingen voor die in 2021, respectievelijk in 2022, gepresteerde overuren in hetzelfde belastbare tijdperk worden betaald of toegekend, wordt de vrijstelling eerst aangerekend op de bezoldigingen voor de bijkomende vrijwillige overuren die in het belastbare tijdperk verbonden met het inkomstenjaar 2021, respectievelijk 2022, worden betaald of toegekend, en, desgevallend, vervolgens op de bezoldigingen voor die overuren die in elk van de volgende belastbare tijdperken worden betaald of toegekend.
Wanneer in een belastbaar tijdperk bezoldigingen worden betaald of toegekend voor meer dan het aantal voor dat belastbare tijdperk vrijstelbare bijkomende vrijwillige overuren, wordt de vrijstelling verhoudingsgewijs aangerekend op de bezoldigingen voor de in 2021, respectievelijk in 2022, gepresteerde bijkomende vrijwillige overuren. § 3. De belastingvermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag bedoeld in artikel 154bis van Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing bedoeld in artikel 275/1 van hetzelfde Wetboek zijn niet van toepassing op het overwerk dat in aanmerking komt voor de in paragraaf 1, eerste lid bedoelde vrijstelling. § 4. De in paragraaf 1, eerste lid, bedoelde bezoldigingen worden vermeld op de berekeningsnota die gevoegd is bij het aanslagbiljet inzake personenbelasting van de genieter.
Art. 16.Het aantal vrijwillige overuren waarvoor een vrijstelling wordt verleend bij toepassing van artikel 16, § 1, van de wet van 29 mei 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/05/2020 pub. 11/06/2020 numac 2020021216 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie sluiten houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie, artikel 15 van de wet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020044510 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie type wet prom. 20/12/2020 pub. 24/12/2020 numac 2020016459 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 sluiten houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie of artikel 2 van deze wet, wordt in mindering gebracht van het aantal overuren waarvoor bij toepassing van artikel 38, § 1, eerste lid, 30°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het betrokken belastbare tijdperk een vrijstelling kan worden verleend.
Art. 17.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2021.
Artikel 16 is van toepassing vanaf aanslagjaar 2022. HOOFDSTUK 2. - Verhoging van het aantal fiscaal voordelige overuren met overwerktoeslag
Art. 18.In artikel 154bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 19/07/2005 numac 2005012166 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 23 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid worden in de eerste zin de woorden "voor de aanslagjaren 2020 en 2021" vervangen door de woorden "voor de aanslagjaren 2020, 2021 en 2023";2° in het derde lid worden de tweede en derde zin opgeheven; 3° het derde lid wordt aangevuld met een zin, luidende: "Het in het tweede lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt eveneens opgetrokken tot 180 uren voor het aanslag-jaar 2022 voor zover dat die bijkomende 50 uren overwerk worden gepresteerd in de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 en voor het aanslagjaar 2024 voor zover zowel het basiscontingent van 130 uren als die bijkomende 50 uren overwerk worden gepresteerd in de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023."; 4° in het zevende lid worden de woorden "derde en" opgeheven.
Art. 19.In artikel 275/1, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 19/07/2005 numac 2005012166 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 2 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het zevende lid worden in de eerste zin de woorden "en vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022" ingevoegd tussen de woorden "31 december 2020" en de woorden "worden betaald of toegekend";2° in het zevende lid worden de tweede en derde zin opgeheven;3° het zevende lid wordt aangevuld met een zin, luidende: "Het in het zesde lid bepaalde maximum van 130 uren overwerk wordt eveneens opgetrokken tot 180 uren voor de bezoldigingen die in 2021 worden betaald of toegekend voor zover dat die bijkomende 50 uren overwerk worden gepresteerd in de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 en voor de bezoldigingen die in 2023 worden betaald of toegekend, voor zover dat zowel het basiscontingent van 130 uren als die bijkomende 50 uren overwerk in de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023 worden gepresteerd.Om te bepalen of het om de eerste 180 uren gaat die als overwerk worden gepresteerd in 2021, worden voor de uren overwerk gepresteerd in de periode van 1 januari 2021 tot 30 juni 2021 voor maximum 130 uren in rekening gebracht."; 4° het laatste lid wordt opgeheven.
Art. 20.Dit hoofdstuk heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2021. HOOFDSTUK 3. - Verhoging van het maximumbedrag van de fiscale werkbonus
Art. 21.In artikel 289ter/1, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij de wet van 19 juni 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/06/2011 pub. 28/06/2011 numac 2011003233 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wat de werkbonus en de opzeggingsvergoeding betreft type wet prom. 19/06/2011 pub. 07/07/2011 numac 2011015062 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende uitvoering en wijziging van de wet van 19 januari 2010 tot opheffing van de wet van 9 februari 1999 tot oprichting van het Belgisch Overlevingsfonds en tot oprichting van een Belgisch Fonds voor Voedselzekerheid sluiten en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 25 december 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "500 euro" worden vervangen door de woorden "515 euro";2° de woorden "515 euro", zoals vervangen door de bepaling onder 1°, worden vervangen door de woorden "520 euro".
Art. 22.Artikel 21, 1°, treedt in werking vanaf aanslagjaar 2023.
Artikel 21, 2°, treedt in werking vanaf aanslagjaar 2024.
TITEL 5. - Wijziging van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid
Art. 23.In artikel 14/2, § 1, eerste lid, en in artikel 14/3, § 1, eerste en tweede lid, van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 13 april 2019 houdende diverse bepalingen inzake pensioenen, worden de woorden "1 januari 2025" telkens vervangen door de woorden "1 januari 2030".
Art. 24.In artikel 14/4 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, vierde lid, worden de woorden "1 januari 2023" vervangen door de woorden "1 januari 2027" en de woorden "1 januari 2025" vervangen door de woorden "1 januari 2030";2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "en 1 januari 2022" vervangen door de woorden ", 1 januari 2022, 1 januari 2024 en 1 januari 2026";3° in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "en 1 juli 2020" vervangen door de woorden ", 1 juli 2020, 1 juli 2022 en 1 juli 2024";4° in paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "1 juli 2022" vervangen door de woorden "1 juli 2026";5° in paragraaf 3 worden de woorden "1 januari 2023" vervangen door de woorden "1 januari 2027" en de woorden "1 januari 2025" vervangen door "1 januari 2030".
Art. 25.In artikel 16 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 3, 1e lid, worden de woorden "1 januari 2025" vervangen door de woorden "1 januari 2030";2° in paragraaf 3, 8e lid, worden de woorden "1 januari 2032" vervangen door de woorden "1 januari 2037". Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 12 december 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. Dermagne De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, K. LALIEUX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be): Stukken: 55-2304 (2021-2022) 001: Wetsontwerp. 002: Amendement. 003: Verslag (Financiën). 004: Verslag (Sociale Zaken). 005: Tekst aangenomen door de commissies. 006: Tekst aangenomen door de plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.
Integraal verslag: 9 december 2021