17 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage IIIbis van het KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 2751, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Voor de toepassing van de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing, moeten de schuldenaars van de voorheffing een tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing indienen. In die tweede aangifte moeten ze aan de hand van de in bijlage IIIbis bij het KB/WIB 92 opgenomen codes aangegeven van welke maatregel ze willen gebruik maken.

In het kader van de jobsdeal werd het aantal overuren waarvoor een vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing kan worden verleend, verhoogd van 130 naar 180 uren voor 2019 en 2020 (artikel 2751, zevende lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) zoals ingevoegd bij de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019011564 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal sluiten tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal). Voor de toepassing van deze maatregel werd in de omschrijving van de codes 44 en 45 in de bijlage IIIbis van het KB/WIB 92, die in beginsel worden gebruikt voor het basiscontingent van 130 uren overwerk, een verwijzing naar artikel 2751, zevende lid, WIB 92 ingevoegd (artikel 1, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 29 augustus 2019 tot wijziging van de bijlage IIIbis, KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 2751, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992). Voor de bezoldigingen die vanaf 1 januari 2021 worden betaald of toegekend geldt de verhoging die in het kader van de jobsdeal werd ingevoerd niet meer en worden de codes 44 en 45 opnieuw enkel gebruikt voor het basiscontingent van 130 overuren. Artikel 1, 1° en 2°, van dit besluit past de omschrijving van de codes 44 en 45 in die zin aan.

Voor de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing voor overwerk bestaan dan vijf codes: - de code 44 (zoals aangepast door artikel 1, 1°, van dit besluit) voor de eerste 130 overuren met een overwerktoeslag van 50 of 100 pct.; - de code 45 (zoals aangepast door artikel 1, 2°, van dit besluit) voor de eerste 130 overuren met een overwerktoeslag van 20 pct.; - de code 51 voor 50 bijkomende overuren wanneer werken in onroerende staat worden verricht op werven met een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem en een overwerktoeslag geldt van 50 of 100 pct.; - de code 52 voor 50 bijkomende overuren wanneer werken in onroerende staat worden verricht op werven met een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem wanneer een overwerktoeslag geldt van 20 pct.; - de code 55 voor 230 bijkomende overuren in de horeca.

De wet van 12 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2021 pub. 17/12/2021 numac 2021043466 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot invoering van het "Terug Naar Werk-traject" onder de coördinatie van de "Terug Naar Werk-coördinator" in de uitkeringsverzekering voor werknemers sluiten tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 heeft het aantal overuren waarvoor een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing kan worden verleend, opnieuw tijdelijk verhoogd van 130 naar 180 uren voor werknemers uit alle sectoren en dit voor de overuren gepresteerd in de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023.

Voor de bezoldigingen die in 2021 en 2023 worden betaald of toegekend, wordt het aantal overuren waarvoor een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing kan worden verleend, verhoogd van 130 tot 180 uren voor werknemers uit alle sectoren voor zover dat die bijkomende uren overwerk worden gepresteerd respectievelijk in de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 en in de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023. Voor de bezoldigingen die in 2022 worden betaald of toegekend, geldt de verhoging voor de overuren die in het volledige jaar 2022 worden gepresteerd.

Voor de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing met betrekking tot deze 50 bijkomende overuren zal de code 58 of 59 moeten worden gebruikt, naargelang het gaat om overuren met een overwerktoeslag van 50 of 100 pct. of overuren met een overwerktoeslag van 20 pct. Voor de bijkomende 50 overuren die onder de maatregel voor werken in onroerende staat verricht op werven met een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem vallen, moeten de codes 51 en 52 verder worden gebruikt en voor de bijkomende 230 overuren die onder de maatregel horeca vallen, moet de code 55 verder worden gebruikt. Op deze manier kan beter worden bepaald in welke mate gebruik wordt gemaakt van de tijdelijke verhoging van het aantal fiscaal voordelige uren overwerk in het kader van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2021-2022.

Werkgevers moeten in toepassing van punt 1 van de bijlage IIIter, KB/WIB 92 een nominatieve lijst met daarin voor elke werknemer een aantal gegevens ter beschikking houden van de administratie. Eén van die gegevens is de periode van het jaar gedurende dewelke die werknemer overwerk gepresteerd heeft. Er wordt gewezen op het belang van het correct bijhouden van deze gegevens, gelet op het feit dat de verhoging van het aantal fiscaal voordelige overuren van 130 naar 180 uren voor alle sectoren in 2021 en 2023 slechts geldt voor overuren die in een bepaalde periode van het jaar worden gepresteerd (in casu in de periode van 1 juli 2021 tot en met 31 december 2021 en in de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023).

De onderstaande voorbeelden illustreren welke codes moeten worden gebruikt voor de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing voor overwerk in de tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing.

Voorbeeld 1 Een werknemer die werkt in de distributiesector, heeft in de periode van januari tot april 2021 130 overuren gepresteerd waarvoor een overwerktoeslag van 50 pct. wordt betaald. Zijn werkgever past voor deze overuren een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing toe. In de tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing gebruikt hij daarvoor de code 44. In juni 2021 presteert de werknemer 5 overuren.

Deze uren komen niet in aanmerking voor een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing.

De overuren die de werknemer presteert vanaf juli 2021 komen wel weer in aanmerking voor de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing en dit voor maximum 50 overuren. Om aanspraak te maken op die vrijstelling, moet de werkgever de nieuwe code 58 gebruiken.

Mois 2021 / Maand 2021

Nombre d'heures supplémentaires prestées par le travailleur / Aantal door de werknemer gepresteerde overuren

Heures supplémentaires à mentionner dans le code 44 / Overuren te vermelden onder code 44

Heures supplémentaires à mentionner dans le code 58 / Overuren te vermelden onder code 58

janvier/januari

30

30

-

février/februari

30

30

-

mars/maart

30

30

-

avril/april

10

10

-

mai/mei

30

30

-

juin/juni

20

-

-

juillet/juli

10

-

10

août/augustus

-

-

-

septembre/september

10

-

10

octobre/oktober

10

-

10

novembre/november

10

-

10

décembre/december

20

-

10

total / totaal

210

130

50

Voorbeeld 2 Een werkneemster die werkt in de IT-sector, presteert in de periode van januari tot mei 2023 130 overuren waarvoor een overwerktoeslag van 50 pct. wordt betaald. Haar werkgever past voor deze overuren een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing toe. In de tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing gebruikt hij daarvoor de code 44.

In juni 2023 presteert de werkneemster 20 overuren. Deze uren komen ook in aanmerking voor een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing in het kader van de tijdelijke maatregel en hiervoor gebruikt de werkgever de code 58 in de tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing.

De overuren die door de werkneemster worden gepresteerd vanaf juli 2023 geven geen recht meer op een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing.

Mois 2021 / Maand 2021

Nombre d'heures supplémentaires prestées par le travailleur / Aantal door de werknemer gepresteerde overuren

Heures supplémentaires à mentionner dans le code 44 / Overuren te vermelden onder code 44

Heures supplémentaires à mentionner dans le code 58 / Overuren te vermelden onder code 58

janvier/januari

30

30

-

février/februari

30

30

-

mars/maart

30

30

-

avril/april

10

10

-

mai/mei

30

30

-

juin/juni

20

-

20

juillet/juli

10

-

-

août/augustus

10

-

-

septembre/september

10

-

-

octobre/oktober

20

-

-

novembre/november

10

-

-

décembre/december

-

-

-

total / totaal

210

130

20

Voorbeeld 3 Een werknemer die werkt in de bouwsector, presteert in de periode van januari tot mei 2021 130 overuren met overwerktoeslag. Zijn werkgever past voor deze overuren een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing toe. In de tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing gebruikt hij daarvoor de code 44/45, naargelang de wettelijke overwerktoeslag 50 of 100 pct. dan wel 20 pct. bedraagt.

In de maand juni 2021 doet hij 10 overuren op een werf met aanwezigheidsregistratie: de werkgever kan voor deze overuren een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing toepassen in het kader van de maatregel voor werken in onroerende staat met een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem en hij gebruikt hiervoor de code 51/52 in zijn tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing. In de maand juni 2021 doet deze werknemer nog eens 10 overuren op een werf zonder aanwezigheidsregistratie: deze overuren komen niet in aanmerking voor een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing.

In de maanden juli en augustus 2021 doet de werknemer telkens 10 overuren op een werf met aanwezigheidsregistratie: de werkgever kan een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing toepassen in het kader van de maatregel voor werken in onroerende staat met een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem en gebruikt de code 51/52 in zijn tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing.

In de maand juli en augustus 2021 doet de werknemer ook nog eens 10 overuren op een werf zonder aanwezigheidsregistratie: deze overuren komen eveneens in aanmerking voor een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing in het kader van de tijdelijke maatregel en de werkgever gebruikt hiervoor de nieuwe code 58/59 in de tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing naargelang de wettelijke overwerktoeslag 50 of 100 pct. dan wel 20 pct. bedraagt.

De bijkomende overuren in het kader van de maatregel voor werken in onroerende staat met een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem en de bijkomende overuren in het kader van de tijdelijke maatregel mogen samen niet meer bedragen dan 50 uren.

Mois 2021 / Maand 2021

Nombre d'heures supplémentaires prestées par le travailleur / Aaantal door de werknemer gepresteerde overuren

Avec SEEP(1) / Met EARS(1)

Heures supplémentaires à mentionner dans le code 44 (2) / 45 (3)/ Overuren te vermelden onder code 44 (2)/45 (3)

Heures supplémentaires à mentionner dans le code 51(2)/52(3) / Overuren te vermelden onder code 51(2)/52(3)

Heures supplémentaires à mentionner dans le code 58(2)/59(3)/ Overuren te vermelden onder code 58(2)/59(3)

janvier/januari

20

oui/ja

20

février/februari

20

oui/ja

20

mars/maart

30

non/neen

30

avril/april

15

oui/ja

15

15

non/neen

15

mai/mei

30

non/neen

30

juin/juni

10

oui/ja

10

10

non/neen

juillet/juli

10

oui/ja

10

10

non/neen

10

août/augustus

10

oui/ja

10

10

non/neen

10

septembre/september

20

oui/ja

octobre/oktober

20

non/neen

novembre/november

10

oui/ja

décembre/december

-

-

total / totaal

240

130

30

20

(1) Elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem (2) wettelijke overwerktoeslag van 50 of 100 pct.(3) wettelijke overwerktoeslag van 20 pct. Voor de bijkomende 50 overuren die onder de toepassing van de bestaande verhoging voor werken in onroerende staat met een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem vallen, moet de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing dus verder worden aangevraagd aan de hand van, naargelang het geval, de code 51 of 52.

Voorbeeld 4 Een werkneemster werkt in de horeca. Voor de bijkomende 230 overuren die onder de toepassing vallen van de bestaande verhoging voor de horeca, moet de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing verder worden aangevraagd aan de hand van de code 55.

Mois 2021 / Maand 2021

Nombre d'heures supplémentaires prestées par le travailleur / Aantal door de werknemer gepresteerde overuren

Heures supplémentaires à mentionner dans le code 44 / Overuren te vermelden onder code 44

Heures supplémentaires à mentionner dans le code 58 / Overuren te vermelden onder code 58

janvier/januari

-

-

-

février/februari

-

-

-

mars/maart

-

-

-

avril/april

-

-

-

mai/mei

-

-

-

juin/juni

40

40

-

juillet/juli

40

40

-

août/augustus

40

40

-

septembre/september

40

10

30

octobre/oktober

20

-

20

novembre/november

40

-

40

décembre/december

20

-

20

total / totaal

240

130

110

Inwerkingtreding De aanpassing van de verwijzing naar het relevante onderdeel van artikel 2751, WIB 92 in de omschrijving van de codes 44 en 45 in de bijlage IIIbis van het KB/WIB 92 heeft uitwerking vanaf 1 januari 2021.

In lijn met de inwerkingtreding van artikel 19 van de wet van 12 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2021 pub. 17/12/2021 numac 2021043466 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot invoering van het "Terug Naar Werk-traject" onder de coördinatie van de "Terug Naar Werk-coördinator" in de uitkeringsverzekering voor werknemers sluiten tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022, heeft de invoeging van de nieuwe codes in de bijlage IIIbis, KB/WIB 92 uitwerking vanaf 1 juli 2021 en is ze van toepassing op de bezoldigingen die vanaf 1 juli 2021 worden betaald of toegekend (met dien verstande natuurlijk dat het, zoals bepaald in artikel 2751, zevende lid, WIB 92, zoals gewijzigd door de voormelde wet van 12 december 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/12/2021 pub. 17/12/2021 numac 2021043466 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot invoering van het "Terug Naar Werk-traject" onder de coördinatie van de "Terug Naar Werk-coördinator" in de uitkeringsverzekering voor werknemers sluiten, moet gaan om bezoldigingen voor overuren die vanaf 1 juli 2021 zijn gepresteerd).

Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

17 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage IIIbis van het KB/WIB 92 op het stuk van de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing als bedoeld in artikel 2751 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, de artikelen 300, § 1, en 312;

Gelet op de wet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/05/2019 pub. 15/05/2019 numac 2019012436 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen 2019-I. sluiten houdende diverse fiscale bepalingen 2019-I, artikel 49;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 26 november 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 13 december 2021;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende: - dat in het kader van de uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 het aantal uren overwerk met overwerktoeslag waarvoor een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing kan worden verleend, tijdelijk is verhoogd van 130 tot 180 uren per jaar voor alle sectoren; - dat deze verhoging geldt voor het overwerk dat vanaf 1 juli 2021 wordt gepresteerd; - dat de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing zo snel mogelijk rekening moet kunnen houden met die verhoging van het aantal uren overwerk waarvoor een vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing kan worden verleend om zo het aantal correcties te beperken; - dat de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing zo snel mogelijk op de hoogte moeten worden gebracht van welke codes ze voor deze maatregel moeten gebruiken in de tweede aangifte in de bedrijfsvoorheffing die ze bij toepassing van artikel 952, KB/WIB 92 moeten indienen; - dat dit besluit dus dringend moet worden getroffen;

Op de voordracht van de minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In de bijlage IIIbis van het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/08/2006 pub. 28/08/2006 numac 2006003400 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de aangifte in de bedrijfsvoorheffing sluiten, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 juli 2009 en laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 maart 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de code "44 overuren (art.2751, vierde lid, tweede streepje, en zevende lid, WIB 92)" wordt vervangen door de code "44 overuren (art. 2751, vierde lid, tweede streepje, en zesde lid, WIB 92)"; 2° de code "45 overuren (art.2751, vierde lid, eerste streepje, en zevende lid, WIB 92)" wordt vervangen door de code "45 overuren (art. 2751, vierde lid, eerste streepje, en zesde lid, WIB 92)"; 3° de bijlage wordt aangevuld met twee codes, luidende: "58 overuren (art.2751, vierde lid, tweede streepje, en zevende lid, WIB 92); 59 overuren (art. 2751, vierde lid, eerste streepje, en zevende lid, WIB 92)".

Art. 2.Artikel 1, 1° en 2°, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021 en is van toepassing op de vanaf diezelfde datum betaalde of toegekende bezoldigingen.

Artikel 1, 3°, heeft uitwerking vanaf 1 juli 2021 en is van toepassing op de vanaf diezelfde datum betaalde of toegekende bezoldigingen.

Art. 3.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 december 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM