gepubliceerd op 28 maart 2003
Wet tot organisatie van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, de wet van 18 december 1998 tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, alsook het Kieswetboek
11 MAART 2003. - Wet tot organisatie van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, de wet van 18 december 1998 tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, alsook het Kieswetboek (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. HOOFDSTUK I. - Het systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier Afdeling I. - Algemene bepalingen
Art. 2.De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, bepalen dat er, voor de kieskantons die Hij aanwijst uit die welke gebruik maken van een geautomatiseerd stemsysteem krachtens artikel 1 van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, alsook voor de gemeenten die er deel van uitmaken, gebruik gemaakt wordt van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier. Het gebruik van een dergelijk systeem is beperkt tot de verkiezingen die in de loop van het jaar 2003 zullen plaatsvinden en enkel voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers.
Art. 3.Het in artikel 2 bedoelde controlesysteem omvat per stembureau : 1° meerdere printers die elk met een stemmachine verbonden zijn en bestemd zijn voor het afdrukken van het stembevestigingsdocument;2° een venster per printer dat het document zichtbaar maakt voor de kiezer;3° een stembus per printer, bestemd voor het opvangen van het document dat verschaft wordt door de printer en dat de stemmen uitgebracht op het scherm voor geautomatiseerde stemming weergeeft.
Art. 4.De Koning stelt de technische normen vast van het systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming als waarborg voor zijn betrouwbaarheid en veiligheid, alsmede voor het geheim van de stemming.
Art. 5.De kosten die verbonden zijn aan de aankoop en de werking van het systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier vallen volledig ten laste van de Staat. De kredieten die hiervoor nodig zijn, worden ingeschreven op de begroting van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
Art. 6.De systemen voor het afdrukken op papier, bestemd voor de controle van de geautomatiseerde stemming, zijn eigendom van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, die ze ter beschikking stelt van de in artikel 2 bedoelde gemeenten.
De gemeente die hoofdplaats is van een kanton, bedoeld in artikel 2, draagt zorg voor de apparatuur en is verantwoordelijk voor het opbergen ervan. Afdeling 2. - Kiesverrichtingen
Art. 7.De kiesverrichtingen vermeld in deze wet worden uitgevoerd zonder afbreuk te doen aan de verrichtingen die zijn bepaald bij de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming.
Een exemplaar van deze wet wordt gedeponeerd in de stembureaus die deel uitmaken van een kanton waar er gebruik gemaakt wordt van het systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier. Een tweede exemplaar wordt ter beschikking gesteld van de kiezers in de wachtkamer.
Zodra het stembureau samengesteld is, controleert de voorzitter, in aanwezigheid van de leden van het bureau en voorafgaand aan de opening van de stemming, of de in artikel 3, 3°, bedoelde stembussen leeg zijn, waarna ze verzegeld worden.
Art. 8.§ 1. Wanneer de kiezer voor alle verkiezingen gestemd heeft, drukt de printer verbonden met de stemmachine een document af met daarop de stemmen die op het scherm voor geautomatiseerde stemming uitgebracht zijn.
De kiezer mag zijn stemmen bekijken door een venster en zo controleert hij de overeenstemming tussen de stemmen die op het document afgedrukt zijn en de stemmen die hij uitgebracht heeft op het scherm voor geautomatiseerde stemming, waarbij deze laatsten gelijktijdig zichtbaar zijn op het scherm.
Indien de kiezer, na deze controle uitgevoerd te hebben, vaststelt dat de stemmen die op deze twee dragers voorkomen, overeenstemmen, stemt hij in met de stemmen die hij uitgebracht heeft, door met behulp van de leespen die te zijner beschikking gesteld is, het vakje met de vermelding « akkoord » aan te wijzen op het scherm. Het afgedrukte document waarop dezelfde vermelding staat, valt in de daarvoor bestemde stembus. § 2. Indien de kiezer een tegenstrijdigheid vaststelt tussen de stemmen die hij uitgebracht heeft op het scherm voor geautomatiseerde stemming en die welke afgedrukt zijn op papier, wijst hij op het scherm, met behulp van zijn leespen, het vakje met de vermelding « niet akkoord » aan. Vervolgens verwittigt hij de voorzitter van het stembureau die overgaat tot een controle ervan.
Indien de tegenstrijdigheid bevestigd wordt door de voorzitter van het stembureau, wordt de magnetische kaart geannuleerd en het afgedrukte document waarop de vermelding « niet akkoord » staat, valt in de daarvoor bestemde stembus. De kiezer wordt vervolgens verzocht zijn stem opnieuw uit te brengen op een andere stemmachine. Daartoe krijgt hij een nieuwe magnetische kaart.
Als de voorzitter van het stembureau geen enkele tegenstrijdigheid vaststelt, worden de door de kiezer uitgebrachte stemmen bevestigd en het afgedrukte document met de vermelding « akkoord » valt in de daarvoor bestemde stembus. § 3. Wanneer de stemming gesloten is, verzekert de voorzitter, of één van de bijzitters die hij aanwijst, het toezicht op de stembussen die de afgedrukte documenten bevatten, tot aan het begin van de stemopnemingsverrichtingen. Op het geplande uur voor deze verrichtingen brengt hij de naar behoren verzegelde stembussen naar het stemopnemingsbureau, vergezeld van de getuigen indien nodig. Hij krijgt een ontvangstbewijs ervan van de voorzitter van dit bureau. Afdeling 3. - Stemopneming van de afgedrukte documenten met de
uitgebrachte stemmen op het scherm voor geautomatiseerde stemming
Art. 9.§ 1. In de kantons waar gebruik gemaakt wordt van het systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier, worden stemopnemingsbureaus samengesteld overeenkomstig artikel 95 van het Kieswetboek.
De stemopnemingsverrichtingen van de afgedrukte documenten met daarop de stemmen die op het scherm voor geautomatiseerde stemming zijn uitgebracht, verlopen overeenkomstig de bepalingen van Titel IV, Hoofdstuk IV, van het Kieswetboek, met uitzondering van artikel 149, tweede en derde lid. § 2. De voorzitter van het kantonhoofdbureau gaat de overeenstemming na tussen de uitslagen van de totalisatie van de stemmen die op de magneetkaarten opgenomen worden en deze bekomen door de stemopneming van de afgedrukte documenten met daarop de stemmen die op het scherm voor geautomatiseerde stemming zijn uitgebracht.
Bij gebrek aan overeenstemming wordt de voorrang gegeven aan de uitslagen van de stemopneming van de afgedrukte documenten. Afdeling 4. - Bijzondere bepaling
Art. 10.De afgedrukte documenten met daarop de stemmen die op het scherm voor geautomatiseerde stemming zijn utgebracht, worden neergelegd bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg, of subsidiair, bij de griffie van het vredegerecht van het stemopnemingsbureau; zij worden er bijgehouden tot de tweede dag na de dag van de geldigverklaring van de verkiezingen. De Kamer van volksvertegenwoordigers of de Senaat kunnen zich deze documenten doen overleggen indien zij dit nodig achten.
De afgedrukte documenten met daarop de stemmen die op het scherm voor geautomatiseerde stemming zijn uitgebracht, worden vernietigd wanneer de verkiezing definitief geldig of ongeldig verklaard is. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming
Art. 11.In artikel 5bis van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, ingevoegd bij de wet van 18 december 1998 en vervangen bij de wet van 12 augustus 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het volgende lid tussen het eerste en het tweede lid ingevoegd : « Deze aanwijzingen kunnen zowel bij de volledige vernieuwing van elke assemblee gebeuren als bij een herverkiezing die georganiseerd wordt naar aanleiding van de vernietiging van een verkiezing, evenals bij een verkiezing ingevolge een vacature waarin niet kan worden voorzien door het aanstellen van een opvolger.»; 2° in § 1 wordt het tweede lid (dat het derde lid wordt) aangevuld als volgt : « Zij wijzen een voorzitter en een secretaris aan in hun midden.»; 3° in § 2, wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Zij kunnen in het bijzonder de betrouwbaarheid controleren van de software in de stemmachines, de correcte overschrijving van de uitgebrachte stemmen op de magneetkaart, de correcte overschrijving door de elektronische stembus van de uitgebrachte stemmen op de geheugendrager van het stembureau, de correcte registratie van de geheugendrager van het stembureau op de geheugendrager bestemd voor het optellen van de stemmen, de totalisering van de uitgebrachte stemmen, de optische lezing van de uitgebrachte stemmen en het controlesysteem van de geautomatiseerde stemming door het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier.».
Art. 12.In dezelfde wet wordt een artikel 5ter ingevoegd, luidende : « Art. 5ter . § 1. Bij de verkiezingen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, van het Europees Parlement en van de Gewest- en Gemeenschapsraden, kan elke politieke formatie die in een van de beide kamers vertegenwoordigd is door minstens twee parlementsleden een informaticaspecialist aanwijzen. § 2. Vanaf de veertigste dag voor de verkiezingen, ontvangen de in § 1 bedoelde informaticaspecialisten van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken de broncodes van de stemsoftware van de verschillende geautomatiseerde stem- en stemopnemingssystemen voor controle en analyse. Zij krijgen alle gegevens en inlichtingen die nodig zijn voor het uitoefenen van deze controle. § 3. De in § 1 bedoelde informaticaspecialisten zijn tot geheimhouding verplicht. Elke schending van de geheimhoudingsplicht wordt bestraft overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek. ». HOOFDSTUK III. - Wijziging van de wet van 18 december 1998 tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming.
Art. 13.In artikel 2 van de wet van 18 december 1998 tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, worden de woorden « 31 december 2000 » vervangen door de woorden « 31 december 2003 ». HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van het Kieswetboek
Art. 14.In artikel 95, § 4, van het Kieswetboek, vervangen bij de wet van 5 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 30 juli 1991 en het koninklijk besluit van 5 april 1995, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het derde lid, 6°, wordt vervangen als volgt : « 6° de bekleders van een ambt van niveau A of B die onder de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten ressorteren en de bekleders van een gelijkwaardige graad die ressorteren onder provincies, gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, onder enige instelling van openbare nut al dan niet bedoeld in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut of onder de autonome overheidsbedrijven bedoeld in de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;»; 2° dezelfde paragraaf wordt aangevuld met het volgende lid : « De overheden die de personen bedoeld in het voorgaande lid onder 6° en 7° tewerkstellen, delen de naam, voornamen, adres en beroep van deze personen mede aan de gemeentebesturen waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben.».
Art. 15.In artikel 109 van hetzelfde Wetboek wordt tussen het vierde en het vijfde lid het ovlgende lid ingevoegd : « De deskundigen, die zijn aangewezen bij artikel 5bis van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, en de personen die belast zijn met het verlenen van technische bijstand worden toegelaten in de stembureaus op de dag van de stemming na vertoon aan de voorzitter van het stembureau van hun legitimatiekaart uitgereikt door de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. ».
Art. 16.Artikel 110 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : «
Art. 110.Hij die, zonder lid van het stembureau, kiezer van de stemafdeling, kandidaat, deskundige aangewezen bij artikel 5bis van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, of verlener van technische bijstand te zijn, gedurende de kiesverrichtingen het lokaal van een der stemafdelingen betreedt, wordt op bevel van de voorzitter of van zijn gemachtigde uit het lokaal verwijderd; indien hij weerstand biedt of opnieuw binnentreedt, wordt hij gestraft met geldboete van vijftig tot vijfhonderd euro. ».
Art. 17.Artikel 130 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 30 juli 1991 en gewijzigd bij de gewone wet van 16 juli 1993, wordt aangevuld met het volgende lid : « De provinciegouverneur of de gouverneur van het administratief arrondissement van Brussel-Hoofdstad regelt de omslag van de verkiezingsuitgaven van elk hoofdbureau onder de gemeenten die eronder ressorteren. ».
Art. 18.Artikel 138 van hetzelfde Kieswetboek wordt aangevuld met het volgende lid : « Vanaf het stembureau is gevormd, gaat de voorzitter, in aanwezigheid van de leden van het bureau en vóór de opneming van de stemming, na of de stembussen leeg zijn waarna ze worden gesloten. ».
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 11 maart 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 2002-2003. Kamer van Volksvertegenwoordigers : Parlementaire bescheiden. - Wetsontwerp, nr. 2129/1. - Amendementen, nr. 2129/2. - Amendement, nr. 2129/3. - Verslag, nr. 2129/4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 2129/5.
Integraal verslag : 30 januari 2003.
Senaat : Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van Volksvertegenwoordigers, nr. 2-1448/1. - Verslag, nr. 2-1448/2. - Amendementen, nr. 2-1448/3. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 2-1448/4.
Handelingen van de Senaat : 12 en 13 februari 2003.