FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

Bericht aan de overheidsinstellingen, de instellingen van openbaar nut en de overheidsbedrijven betreffende de mededeling van het beroep van hun personeelsleden aan de gemeentebesturen Door artikel 14 van de wet van 11 maart 2003 tot organisatie van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, de wet van 18 december 1998 tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, alsook het Kieswetboek, wordt eveneens artikel 95, § 4 van het Kieswetboek aangepast (Belgisch Staatsblad van 28 maart 2003, derde editie, blz. 15808). - In artikel 95, § 4 van het Kieswetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het derde lid, 6°, wordt vervangen als volgt : « 6° de bekleders van een ambt van niveau A of B die onder de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten ressorteren en de bekleders van een gelijkwaardige graad die ressorteren onder de provincies, gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, onder enige instelling van openbaar nut al dan niet bedoeld in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut of onder de autonome overheidsbedrijven bedoeld in de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;» 2° Dezelfde paragraaf wordt aangevuld met het volgende lid : « De overheden die de personen bedoeld in het voorgaande lid onder 6° en 7° (= het onderwijzend personeel) tewerkstellen, delen de naam, voornamen, adres en beroep van deze personen mede aan de gemeentebesturen waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben.» - In artikel 95, § 4, van het Kieswetboek wordt de aanwijzing van de leden voor de stem- en stemopnemingsbureaus geregeld. Bepaalde categorieën van personen worden, ingevolge hun beroep, achtereenvolgens aangeduid om deel uit te maken van een stem- of stemopnemingsbureau.

Een omvangrijke groep vormen de ambtenaren. Het is wenselijk het potentieel van deze groep dan ook op peil te houden en zelfs uit te breiden naar andere categorieën van ambtenaren.

Het vermelde artikel 95 van het Kieswetboek wordt derhalve aangepast aan de nieuwe categorieën van ambtenaren ingevolge de Staatshervorming en de hervorming van de overheidsbedrijven.

Door de voorgestelde aanpassingen wordt bovendien de kritiek ondervangen dat het meestal dezelfde personen zijn die aangewezen worden als lid van een stem- of stemopnemingsbureau.

Het nieuwe artikel bepaalt bovendien dat de overheden die de ambtenaren (categorie 6) en het onderwijzend personeel (categorie 7) tewerkstellen, de lijst van deze personeelsleden moeten meedelen aan de gemeentebesturen waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben. Deze informatie zal permanent worden bijgehouden in het bevolkingsregister.

Uit dit nieuwe artikel volgt derhalve dat de personeelsdiensten van de overheidsdiensten, de instelling van openbaar nut en de overheidsbedrijven, alsmede van de onderwijsinstellingen stelselmatig het beroep dienen mede te delen van hun contractuele en vastbenoemde ambtenaren van niveau A of B of van een gelijkwaardige graad, alsmede van het contractueel en vastbenoemd onderwijspersoneel aan de bevolkingsdiensten van de gemeenten waar de personeelsleden in kwestie hun hoofdverblijfplaats hebben.

Mag ik aan de bevoegde besturen vragen deze nieuwe bepaling van artikel 95, § 4 van het Kieswetboek vanaf heden efficiënt uit te voeren, zodat de nagestreefde finaliteit van dit wetsartikel wordt bereikt.

Brussel, 28 maart 2003.

De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE