gepubliceerd op 15 april 2003
Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen van de onderrichtingen voor de kiezer in de kieskantons en gemeenten die voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem en voor het gebruik van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier zijn aangewezen bij de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers
10 APRIL 2003. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen van de onderrichtingen voor de kiezer in de kieskantons en gemeenten die voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem en voor het gebruik van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier zijn aangewezen bij de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op het Kieswetboek, inzonderheid op artikel 112, vervangen bij de wet van 30 juli 1991;
Gelet op de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, inzonderheid op artikel 29;
Gelet op de wet van 11 maart 2003 tot organisatie van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, de wet van 18 december 1998 tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, alsook het Kieswetboek;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1998 tot vervanging van het koninklijk besluit van 18 april 1994 houdende aanwijzing van de kieskantons voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 2003 houdende aanwijzing van de kieskantons voor het gebruik van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 april 2003 houdende bijeenroeping van de kiescolleges voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers en bijeenroeping van de nieuwe federale Wetgevende Kamers;
Gelet op het ministerieel besluit van 10 maart 1999 tot vaststelling, in de kantons en gemeenten die gebruik maken van een geautomatiseerd stemsysteem, van de volgorde waarin de stemmen worden uitgebracht bij gelijktijdige verkiezingen;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het, gezien de nabijheid van de voor 18 mei 2003 voorziene gelijktijdige verkiezingen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers en voor de Senaat, aangewezen is onverwijld de modellen te bepalen van de onderrichtingen voor de kiezer die met het oog op die verkiezingen van toepassing zullen zijn in de kieskantons en de gemeenten die voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem en voor het gebruik van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier zijn aangewezen, Besluit :
Artikel 1.In de kieskantons en de gemeenten die bij het voormeld koninklijk besluit van 30 maart 1998 voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem en bij het voormeld koninklijk besluit van 26 maart 2003 voor het gebruik van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier zijn aangewezen bij de gelijktijdige verkiezingen voor de Kamer van volksvertegenwoordigers en voor de Senaat, zijn de onderrichtingen voor de kiezer (model I) conform bij het model in bijlage van dit besluit.
Art. 2.Het ministerieel besluit van 31 maart 1999 tot vaststelling van de modellen van de onderrichtingen voor de kiezer in de kieskantons die zijn aangewezen voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem bij de gelijktijdige verkiezingen voor het Europese Parlement, de federale Wetgevende Kamers, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 10 april 2003.
A. DUQUESNE
Bijlage Onderrichtingen voor de kiezer in de kieskantons die voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem en voor het gebruik van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier zijn aangewezen bij de gelijktijdige verkiezingen voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers en voor de Senaat 1° De kiezers worden tot de stemming toegelaten van 8 tot 15 uur. Kiezers die zich om 15 uur in het lokaal bevinden, worden nog tot de stemming toegelaten. 2° Nadat de voorzitter de identiteitskaart en de oproepingsbrief van de kiezer heeft gecontroleerd, overhandigt de voorzitter in ruil voor die documenten aan de kiezer een magneetkaart voor de stemming.3° De kiezer mag zich niet langer in het stemhokje ophouden dan nodig is om te stemmen.Om zijn stem uit te brengen, steekt hij eerst de magneetkaart in de daartoe bestemde gleuf van de lees-registreereenheid voor magneetkaarten van de stemmachine. - In de gemeenten waar de kiezer, krachtens de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, de taal van de stemverrichtingen kan kiezen, bepaalt hij door middel van de leespen die hem ter beschikking is gesteld, in welke taal hij zijn stemmen wil uitbrengen. 4° De kiezer brengt eerst zijn stem uit voor de verkiezing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en, nadat hij die bevestigd heeft, brengt hij zijn stem uit voor de verkiezing van de Senaat, die hij eveneens bevestigt.5° Voor iedere verkiezing geldt het volgende : - de kiezer duidt de lijst aan waarvoor hij wil stemmen door met de lichtpen loodrecht in de zone van de gekozen lijst te drukken; - indien de kiezer akkoord is met de volgorde waarin de kandidaten (titularissen en opvolgers) voorkomen op de lijst, die hij steunt, plaatst hij de leespen loodrecht op het lichtstipje in het stemvak bovenaan die lijst, linksboven op het scherm; - anders geeft de kiezer een naamstem voor één of meer kandidaten (titularissen en/of opvolgers) van die lijst door de leespen loodrecht achtereenvolgens op het stemvak naast de naam van die kandidaat of kandidaten te plaatsen. 6° Nadat de kiezer zijn stem voor beide verkiezingen heeft bevestigd, neemt hij zijn magneetkaart terug.De kiezer kan al dan niet opteren voor de visualisatie van zijn uitgebrachte stemmen. De kiezer steekt hiervoor zijn magneetkaart terug in de gleuf; er kan echter niets meer worden gewijzigd aan de uitgebrachte stemmen. De kiezer geeft nadien zijn magneetkaart terug aan de voorzitter.
Nadat de voorzitter ze heeft gecontroleerd, verzoekt de voorzitter de kiezer ze in de stembus te steken. De kiezer krijgt zijn identiteitskaart terug, alsook zijn oproepingsbrief, afgestempeld door de voorzitter of de daartoe gemachtigde bijzitter. 6°bis In de kantons waar gebruik gemaakt wordt van een systeem voor het controleren van de geautomatiseerde stemming door middel van het afdrukken van de uitgebrachte stemmen op papier, drukt de printer verbonden met de stemmachine een document af met daarop de stemmen die uitgebracht zijn. Dit afdrukken gebeurt nadat de kiezer zijn stem voor beide verkiezingen heeft bevestigd.
De kiezer kan dit document door een venster bekijken en een controle van overeenstemming uitoefenen tussen de stemmen afgedrukt op het document en deze op het scherm.
Als de kiezer vaststelt dat er overeenstemming is tussen de stemmen afgedrukt op het document en deze die op het scherm verschijnen, plaatst hij de lichtpen op het vakje « akkoord ». Op het document wordt de vermelding « akkoord » gedrukt; het document wordt afgesneden en valt automatisch in de daarvoor bestemde stembus.
De kiezer neemt zijn magneetkaart terug en geeft deze aan de voorzitter.
Nadat de voorzitter ze heeft gecontroleerd, verzoekt de voorzitter de kiezer ze in de stembus te steken. De kiezer krijgt zijn identiteitskaart terug, alsook zijn oproepingsbrief, afgestempeld door de voorzitter of de daartoe gemachtigde bijzitter.
Als de kiezer evenwel een tegenstrijdigheid vaststelt tussen de stemmen afgedrukt op het document en deze die op het scherm verschijnen, plaatst hij de lichtpen op het vakje « niet akkoord » en verwittigt hij onmiddellijk de voorzitter van het stembureau; deze gaat over tot een controle. Als de tegenstrijdigheid bevestigd wordt door de voorzitter van het stembureau wordt de magneetkaart geannuleerd. Op het afgedrukt document wordt de vermelding « niet akkoord » gedrukt; het document wordt afgesneden en valt automatisch in de daarvoor bestemde stembus. De kiezer wordt verzocht opnieuw te stemmen met een andere magneetkaart en op een andere stemmachine.
Als de voorzitter van het stembureau geen enkele tegenstrijdigheid vaststelt tussen de stemmen afgedrukt op het document en deze die op het scherm verschijnen, verzoekt hij de kiezer de lichtpen op het vakje « akkoord » te plaatsen. Op het document wordt de vermelding « akkoord » gedrukt; het document wordt afgesneden en valt automatisch in de daarvoor bestemde stembus.
De magneetkaart wordt, na controle door de voorzitter, in de stembus gestoken. 7° De magneetkaart wordt geannuleerd : a) indien bij de in punten 6° en 6°bis bedoelde controle van de magneetkaart door de voorzitter blijkt dat een merkteken of opschrift op de kaart werd gemaakt dat de kiezer herkenbaar kan maken;b) indien de kiezer door een verkeerde manipulatie of door enige andere onvrijwillige beweging de hem overhandigde kaart heeft beschadigd;c) indien de registratie van de kaart door de elektronische stembus om welke technische reden ook onmogelijk blijkt;d) indien de voorzitter de in punt 6°bis bedoelde tegenstrijdigheid tussen de stemmen afgedrukt op het document en deze die op het scherm verschijnen bevestigt. In de in het vorige lid bedoelde gevallen wordt de kiezer verzocht opnieuw te stemmen met een andere kaart. Indien de kaart bij een tweede poging opnieuw wordt geannuleerd krachtens het vorige lid, a), wordt de kiezer niet meer toegelaten tot de stemming, aangezien zijn stem ongeldig wordt verklaard. 8° Wie zijn stemrecht meermaals uitoefent, of gestemd heeft zonder het recht daartoe te hebben of wie zonder geldige volmacht voor een ander heeft gestemd, is strafbaar. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 10 april 2003.
De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE