gepubliceerd op 30 mei 2007
Wet tot aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek aan de wetgeving ter bestrijding van discriminatie en tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden
10 MEI 2007. - Wet tot aanpassing van het Gerechtelijk Wetboek aan de wetgeving ter bestrijding van discriminatie en tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 578, 10°, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2003, wordt vervangen als volgt : « 10° van de geschillen op basis van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van de discriminatie tussen mannen en vrouwen en die betrekking hebben op de arbeidsbetrekkingen en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid, in de zin van artikel 6, § 1, 4° en 5°, van voormelde wet, met uitzondering van de geschillen bedoeld in artikel 581, 9°, en onder voorbehoud van de bevoegdheden van de Raad van State, zoals bepaald door de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State; ».
Art. 3.Artikel 578, 13°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2003, wordt vervangen als volgt : « 13° van de geschillen op basis van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en die betrekking hebben op de arbeidsbetrekkingen en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid, in de zin van artikel 5, § 1, 4° en 5° van voormelde wet, met uitzondering van de geschillen bedoeld in artikel 581, 10°, en onder voorbehoud van de bevoegdheden van de Raad van State, zoals bepaald door de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State. »
Art. 4.Artikel 578, 15°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 13 februari 1998 en gewijzigd bij de wet van 13 december 2005, wordt vervangen als volgt : « 15° van de geschillen op basis van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en die betrekking hebben op de arbeidsbetrekkingen en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid, in de zin van artikel 5, § 1, 4° en 5°, van voormelde wet, met uitzondering van de geschillen bedoeld in artikel 581, 11°, en onder voorbehoud van de bevoegdheden van de Raad van State, zoals bepaald door de gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State; ».
Art. 5.Artikel 581, 9°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 7 mei 1999, wordt vervangen als volgt : « 9° van de geschillen op basis van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van de discriminatie tussen mannen en vrouwen, die betrekking hebben op de arbeidsbetrekkingen en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid, in de zin van artikel 6, § 1, 4° en 5°, van voormelde wet en die betrekking hebben op zelfstandige beroepen; ».
Art. 6.Artikel 581, 10°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2003, wordt vervangen als volgt : « 10° van de geschillen op basis van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en die betrekking hebben op de arbeidsbetrekkingen en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid in de zin van artikel 5, § 1, 4° en 5°, van voormelde wet en die betrekking hebben op zelfstandige beroepen; ».
Art. 7.Artikel 581 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 30 juli 1971, 1 augustus 1985, 30 december 1992, 7 mei 1999, 25 februari 2003 en 8 april 2003, wordt aangevuld met een 11° luidende : « 11° van de geschillen op basis van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en die betrekking hebben op de arbeidsbetrekkingen en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid, in de zin van artikel 5, § 1, 4° en 5°, van voormelde wet en die be- trekking hebben op zelfstandige beroepen. »
Art. 8.Artikel 585, 9°, (tweede nummer 9°) van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2003, wordt vervangen als volgt : « 10° over de vorderingen tot staking krachtens artikel 20 van de wet van10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie; ».
Art. 9.Artikel 585 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1989, 27 maart 2001 en 25 februari 2003, wordt aangevuld met een 11° en 12°, luidende : « 11° over de vorderingen tot staking krachtens artikel 18 van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden; 12° over de vorderingen tot staking krachtens artikel 25 van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen.».
Art. 10.Artikel 587bis van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2003, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 587bis.- De voorzitter van de arbeidsrechtbank, aangezocht bij verzoekschrift, doet uitspraak over : 1° de vorderingen krachtens de artikelen 4 en 5, §§ 3 en 4 van de wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden;2° de vorderingen tot staking krachtens artikel 20 van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie;3° de vorderingen tot staking krachtens artikel 18 van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden;4° de vorderingen tot staking krachtens artikel 25 van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen. ».
Art. 11.Artikel 588, 13°, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 25 februari 2003, wordt vervangen als volgt : « 13° de vorderingen tot staking krachtens artikel 20 van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. »
Art. 12.Artikel 588 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 24 juni 1970, 14 juli 1971, 5 december 1984, 11 april 1989, 4 december 1990, 25 februari 2003 en 27 december 2004, wordt aangevuld met een 15° en een 16°, luidend als volgt : « 15° de vorderingen tot staking krachtens artikel 18 van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden; 16° de vorderingen tot staking krachtens artikel 25 van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van de discriminatie tussen vrouwen en mannen.»
Art. 13.Artikel 764, eerste lid, 10° van hetzelde Wetboek wordt vervangen als volgt : « 10° de vorderingen bepaald in de artikelen 578, 11°, 580, 2°, 3°, 6° à 18°, 581, 2°, 3°, 9° et 10°, 582, 1°, 2°, 6° et 8° et 583; ».
Art. 14.Artikel 764, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt : « 12° de vorderingen ingesteld op grond van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie; 13° de vorderingen ingesteld op grond van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden;14° de vorderingen ingesteld op grond van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen.».
Art. 15.Het openbaar ministerie of, al naargelang de aard van de daad, het arbeidsauditoraat, kan in rechte optreden in de burgerrechtelijke geschillen waartoe de toepassing van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden aanleiding zou geven.
Art. 16.Het openbaar ministerie of, al naargelang de aard van de daad, het arbeidsauditoraat, kan in rechte optreden in de burgerrechtelijke geschillen waartoe de toepassing van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van de discriminatie tussen vrouwen en mannen, aanleiding zou geven.
Art. 17.Het openbaar ministerie of, al naargelang de aard van de daad, het arbeidsauditoraat, kan in rechte optreden in de burgerrechtelijke geschillen waartoe de toepassing van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, aanleiding zou geven.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 10 mei 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, C. DUPONT Met's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX