Etaamb.openjustice.be
Wet van 10 augustus 2005
gepubliceerd op 01 september 2005

Wet tot oprichting van het informatiesysteem Phenix

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2005009655
pub.
01/09/2005
prom.
10/08/2005
ELI
eli/wet/2005/08/10/2005009655/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 2005. - Wet tot oprichting van het informatiesysteem Phenix (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Definities en beginselen

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Een informatiesysteem, Phenix genaamd, wordt opgericht, met als doeleinden de interne en externe communicatie die is vereist voor de werking van de justitie, het beheer en de bewaring van de gerechtelijke dossiers, de invoering van een nationale rol, het aanleggen van een gegevensbank voor de rechtspraak, het opmaken van statistieken en het verlenen van bijstand bij het beheer en het bestuur van de gerechtelijke instellingen.

Phenix wordt geleid door een beheerscomité en een toezichtscomité die worden geadviseerd door een comité van gebruikers. De samenstelling, de opdrachten en de bevoegdheden van deze comités zijn vastgelegd in deze wet.

De kredieten die zijn vereist voor de oprichting en de werking van Phenix worden op de begroting van de FOD Justitie ingeschreven.

Interne en externe communicatie

Art. 3.De interne communicatie heeft betrekking op de communicatie die is vereist voor de werking en het beheer van de hoven en rechtbanken en van de parketten ervan, alsmede voor het aanleggen en het beheren van de dossiers van de rechtspleging.

De externe communicatie heeft betrekking op de kennisgeving, de betekening en de mededeling van de akten die zijn vereist in het kader van de gerechtelijke procedures, alsmede op de communicatie met de openbare overheden om de nodige gegevens voor het samenstellen en het beheren van de gerechtelijke dossiers te verzamelen.

Art. 4.Binnen Phenix wordt een centraal repertorium van gerechtelijke elektronische adressen opgericht, dat toe gankelijk is voor de leden van de rechterlijke orde en voor de medewerkers van het gerecht, alsmede voor andere categorieën van personen die door de Koning worden bepaald op voorstel van het beheerscomité en na advies van het toezichtscomité.

Bovendien bepaalt de Koning, op voorstel van het beheerscomité en na advies van het toezichtscomité, de in dat repertorium opgenomen gegevens, de wijze waarop gegevens worden verzameld, de bewaringstermijn ervan, de regels voor de duurzaamheid van de gegevens, alsmede de nadere regels voor de toegang en voor de controle van de toegang.

Beheer en bewaring van de gerechtelijke dossiers

Art. 5.Binnen Phenix wordt een verwerking voor het beheer en de bewaring van de gerechtelijke dossiers ingesteld.

De in de gerechtelijke dossiers verwerkte gegevens, de omstandigheden van de verwerking en de duur van bewaring worden bepaald in het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van strafvordering en in de bijzondere bepalingen die de samenstelling van die dossiers regelen.

Overeenkomstig het Gerechtelijk Wetboek, het Wetboek van strafvordering en de bijzondere bepalingen bepaalt de Koning, op voorstel van het beheerscomité en na advies van het toezichtscomité, de regels voor de duurzaamheid van de gegevens, de regels voor de toegang en voor de controle van de toegang tot de gerechtelijke dossiers.

Nationale rol

Art. 6.Binnen Phenix wordt een nationale rol ingesteld.

Elke zaak die voor de rechterlijke orde wordt gebracht, moet worden ingeschreven in de nationale rol en krijg een uniek nummer.

Overeenkomstig het Gerechtelijk Wetboek, het Wetboek van strafvordering en de bijzondere bepalingen, bepaalt de Koning, op voorstel van het beheerscomité en na advies van het toezichtscomité, de regels voor de duurzaamheid van de gegevens, de regels voor de toegang en voor de controle van de toegang tot de rol.

Gegevensbank voor de rechtspraak

Art. 7.Onverminderd de bepalingen van de wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister wordt in Phenix een interne gegevensbank voor de rechtspraak aangelegd teneinde de verschillende leden van eenzelfde gerecht de mogelijkheid te bieden de gerechtelijke dossiers te verwerken, alsmede een externe gegevensbank om de beslissingen die belangrijk zijn voor de kennis en de ontwikkeling van het recht onder het publiek te verspreiden.

Art. 8.De interne gegevensbank voor de rechtspraak bevat integraal alle beslissingen van de gerechten.

De beslissingen van ieder gerecht zijn enkel toegankelijk voor de leden van dat gerecht.

De leden van de rechterlijke orde hebben uitsluitend toegang om hun professionele taak uit te oefenen.

De Koning bepaalt, op voorstel van het beheerscomité en na advies van het toezichtscomité, de regels voor de duurzaamheid van de gegevens, de nadere regels voor de toegang en de categorieën van personen die toegang hebben tot die gegevensbank, alsmede de bijzondere beveiligingsmaatregelen voor die gegevensbank.

Art. 9.De externe gegevensbank voor de rechtspraak bevat de beslissingen geselecteerd door ieder gerecht, overeenkomstig de selectieregels bepaald door het beheerscomité, na raadpleging van het comité van gebruikers.

De geselecteerde beslissingen die persoonsgegevensbevatten worden over het algemeen anoniem gemaakt.

De Koning bepaalt, op voorstel van het beheerscomité en na advies van het toezichtscomité, de nadere regels voor het anoniem maken van de beslissingen, de uitzonderingen op deze regel die kunnen zijn vereist voor het begrip van de beslissingen, alsmede de wijze waarop de in de beslissingen vermelde personen zich in voorkomend geval kunnen verzetten tegen de vermelding in de gepubliceerde beslissingen van persoonsgegevens die hen betreffen.

Interne en externe statistieken

Art. 10.Binnen Phenix wordt de verwerking van persoonsgegevens met het oog op het opmaken van interne statistieken en de verwerking van anonieme gegevens of gecodeerde persoonsgegevens ingesteld met het oog op het opmaken van externe statistieken voor derden ten aanzien van het gerecht.

Art. 11.De gegevensverwerking met het oog op interne statistieken gebeurt op verzoek van een korpschef met het oog op het goed beheer van een gerecht of een parket.

Art. 12.Het beheerscomité van Phenix maakt, op verzoek van de minister van Justitie, van een of meer korpschefs, van de Hoge Raad voor de Justitie of op eigen initiatief, algemene statistieken op over de werklast van de rechterlijke orde, over de werking van de gerechtelijke instellingen en over de voor de gerechtelijke overheden gebrachte zaken.

De gegevens worden vóór de externe statistische verwerking anoniem gemaakt of gecodeerd op de wijze die door de Koning is bepaald op voorstel van het beheerscomité, na advies van het toezichtscomité.

Art. 13.De Koning bepaalt, op voorstel van het beheerscomité en na advies van het toezichtscomité, de nadere regels voor de verwerking van statistische gegevens en de regels voor de duurzaamheid van de gegevens.

Bijstand bij het beheer en het bestuur van de gerechtelijke instellingen

Art. 14.De bijstand bij het beheer en het bestuur van de gerechtelijke instellingen heeft betrekking op het beheer van de human resources, op het beheer van documentatie, op het beheer van de leveringen en op de boekhouding.

De Koning bepaalt, op voorstel van het beheerscomité en na advies van het toezichtscomité, de nadere regels voor de werking, de regels voor de toegang, de bijzondere beveiligingsmaatregelen voor die verwerkingen en de regels voor de duurzaamheid van de gegevens. HOOFDSTUK II. - Organen van Phenix Beheerscomité

Art. 15.§ 1. Er wordt een beheerscomité van Phenix opgericht, samengesteld uit een voorzitter, een ondervoorzitter, 8 vaste leden en 8 plaatsvervangende leden. § 2. De voorzitter en de ondervoorzitter worden door de Koning voor een hernieuwbare termijn van 6 jaar benoemd bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, een van beiden op gezamenlijke voordracht van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en van de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, de andere op voordracht van de minister van Justitie.

Na 3 jaar wisselen zij van ambt. Een driejarig mandaat dat voortijdig wordt beëindigd, wordt voleindigd door een andere persoon die wordt aangewezen op de wijze waarop de te vervangen titularis is aangewezen.

Zij worden gekozen onder personen die alle waarborgen inzake onafhankelijkheid bieden en een duidelijke deskundigheid hebben inzake het recht en het informatiebeheer.

De voorzitter en de ondervoorzitter behoren tot een verschillende taalrol.

Ten minste een van beiden moet een magistraat van de rechterlijke orde zijn.

Ingeval de voorzitter zijn ambt niet kan vervullen, wordt hij vervangen door de ondervoorzitter en bij ontstentenis door het lid met de meeste dienstanciënniteit en, onder de leden met dezelfde dienstanciënniteit, door het oudste lid. § 3. De Koning benoemt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de leden, onder wie 4 vaste leden en 4 plaatsvervangende leden op voordracht van de Minister van Justitie worden benoemd en 4 vaste leden en 4 plaatsvervangende leden op gezamenlijke voordracht van de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en van de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie.

Bij de volgorde waarin de leden worden voorgedragen, wordt rekening gehouden met een zo evenwichtig mogelijke participatie op functioneel vlak en op het vlak van geslacht.

Van de vaste leden en de plaatsvervangende leden voorgedragen door de eerste voorzitter van en de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, moeten ten minste twee leden deel uitmaken van een parket of van een auditoraat van eerste aanleg, heeft ten minste een lid de hoedanigheid van lid van een gerecht in hoger beroep of van het Hof van Cassatie, ten minste een de hoedanigheid van lid van de zetel van een gerecht van eerste aanleg, ten minste een de hoedanigheid van lid van een griffie en ten minste een de hoedanigheid van lid van een parketsecretariaat. § 4. De Minister van Justitie ziet erop toe dat de openstaande plaatsen in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt. De kandidaturen worden gericht aan de voorzitter van het directiecomité van de FOD Justitie. § 5. Het beheerscomité is samengesteld uit een gelijk aantal leden van de Nederlandse taalrol en van de Franse taalrol. § 6. De leden worden voor een hernieuwbare termijn van 6 jaar benoemd. § 7. De voorzitter en de ondervoorzitter van het comité van gebruikers hebben bovendien met raadgevende stem zitting in het beheerscomité. § 8. De voorzitter, de ondervoorzitter en de leden zijn gebonden door het beroepsgeheim voor de naamsgebonden gegevens waarvan zij in het kader van hun functie kennis hebben. § 9. De bevoegde tuchtrechtelijke overheid stelt het beheerscomité in kennis van enige tuchtrechtelijke vervolging tegen een van de leden ervan en van de redenen die hieraan ten grondslag liggen. Ingeval die feiten verband houden met de werkzaamheden van het lid in het beheerscomité, verleent het beheerscomité een advies dat bij het dossier van de tuchtrechtelijke procedure wordt gevoegd. § 10. De Koning bepaalt het bedrag van de zitpenningen en van de verplaatsingskosten dat kan worden toegekend aan de leden.

Art. 16.§ 1. De voorzitter en de ondervoorzitter van het beheerscomité oefenen hun functie voltijds uit.

Zij mogen tijdens hun mandaat geen andere beroepswerkzaamheden verrichten, tenzij zij daartoe door de Ministerraad gemachtigd zijn.

Zij hebben recht op dezelfde bezoldiging als die van de eerste advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie, evenals op de daaraan verbonden verhogingen en voordelen. § 2. De voorzitter of de ondervoorzitter die magistraat van de rechterlijke orde is, wordt van rechtswege door zijn gerecht gedetacheerd.

Er wordt voorzien in zijn vervanging als magistraat door een benoeming in overtal. Indien het een korpschef betreft, wordt in zijn vervanging voorzien door de benoeming in overtal van een magistraat tot de onmiddellijk lagere rang. Hij neemt zijn plaats op de ranglijst opnieuw in na beëindiging van zijn mandaat.

Art. 17.Het beheerscomité beheert Phenix en neemt elk initiatief dat kan bijdragen tot de doeltreffendheid ervan, conform de bepalingen van deze wet, van het Gerechtelijk Wetboek en van het Wetboek van strafvordering en de andere relevante wetsbepalingen.

Het neemt alle beslissingen die in het kader van de bepalingen van deze wet zijn vereist.

Het stelt de Minister van Justitie, het Hof van Cassatie en de Hoge Raad voor de Justitie in kennis van alle middelen die zijn vereist voor de goede werking van Phenix en voor de uitoefening van zijn bevoegdheden.

Het stelt een codedienst in, die belast is met het voorstellen van de codes die nodig zijn voor het oprichten en beheren van de gegevensbank.

Het neemt de codes aan.

Het onderzoekt de suggesties van het comité van gebruikers en geeft een met redenen omkleed antwoord erop.

Het neemt initiatieven om het Phenix-systeem aan te passen aan de wijzigingen op wetgevend, regelgevend en technologisch vlak, inzonderheid inzake de vereenvoudiging van het gerechtelijk taalgebruik.

Het sluit met de FOD Justitie akkoorden met betrekking tot de diensten die zijn vereist voor het beheer van het systeem.

Na advies van het toezichtscomité stelt het aan de Koning de regels voor voor de toegang en voor de controle van de toegang tot de elektronische dossiers van de rechtspleging en tot de in het systeem opgenomen gegevens.

Het bevestigt de overeenstemming van de documenten die zijn omgezet of op een nieuwe elektronische drager zijn geplaatst.

Art. 18.Het beheerscomité beraadslaagt alleen op geldige wijze als de meerderheid van zijn leden aanwezig is.

Het beslist bij meerderheid van stemmen van de aanwezige of door hun plaatsvervangers vertegenwoordigde leden. In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter of, ingeval hij belet is, van de ondervoorzitter, beslissend.

In spoedeisende gevallen beslist de voorzitter alleen en geeft hij van zijn beslissing kennis aan de leden van het beheerscomité.

Zijn beslissing wordt definitief ingeval zij binnen een termijn van een maand niet door het beheerscomité ongedaan is gemaakt.

Art. 19.Het beheerscomité werkt een mechanisme uit voor de controle : - aan de toegang tot de lokalen waar de installatie voor de gegevensverwerking zich bevindt; - van het geheugen van de computers die de gegevens verwerken; - van de dragers waarop de gegevens zijn opgeslagen; - van de invoering van de gegevens; - van de beschikbaarheid van de gegevensverwerkingen; - van de aanwending van de gegevensverwerkingen; - van de mededeling van de gegevens; - van de toegang tot de gegevensverwerkingen; - van het mechanisme voor het archiveren van de gegevens; - van de keuze van de technische standaarden die worden gebruikt voor het saven en het meedelen van de gegevens.

Het geeft op verzoek van het toezichtscomité kennis van zijn vaststellingen.

Art. 20.Het beheerscomité stelt de minister van Justitie en de betrokken korpschef op de hoogte van alle onregelmatigheden betreffende de regels die gelden voor Phenix en van alle gevallen waarin deze regels niet worden nageleefd.

Art. 21.Het beheerscomité deelt jaarlijks op 1 april aan de minister van Justitie en aan het Hof van Cassatie een activiteitenverslag mee, daaronder begrepen de budgettaire verwachtingen voor de werking van Phenix en de wijze van bewaring van de bestaande gegevens.

Toezichtscomité

Art. 22.Binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt een sectoraal toezichtscomité « Phenix » opgericht, samengesteld uit : - 3 vaste leden en 3 plaatsvervangende leden aangewezen door en uit de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, onder wie ten minste een magistraat; - 3 vaste leden, onder wie de voorzitter, en 3 plaatsvervangende leden, met de hoedanigheid van magistraat van de rechterlijke orde, werkend, op rust gesteld of emeritus, benoemd door de Kamer van volksvertegenwoordigers op voordracht van de Ministerraad, na gelijkluidend en gezamenlijk advies van de eerste voorzitter van en van de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie.

De voorzitter wordt gekozen onder de magistraten van de rechterlijke orde, die een duidelijke deskundigheid hebben inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van de persoonsgegevens.

Het toezichtscomité is samengesteld uit een gelijk aantal leden van de Nederlandse taalrol en van de Franse taalrol.

De leden worden voor een hernieuwbare termijn van 6 jaar benoemd.

Zij zijn gebonden door het beroepsgeheim.

Binnen de perken van hun bevoegdheden ontvangen zij van niemand instructies. Zij kunnen niet uit hun ambt worden ontheven naar aanleiding van de meningen die zij uiten of van de daden die zij stellen om hun functie uit te oefenen.

De bevoegde tuchtrechtelijke overheid stelt het toezichtscomité in kennis van elke tuchtrechtelijke vervolging tegen een van zijn leden en van de redenen die hieraan ten grondslag liggen. Ingeval die feiten verband houden met de werkzaamheden van het lid in het toezichtscomité, verleent het toezichtscomité een advies dat bij het tuchtdossier wordt gevoegd.

Art. 23.Ingeval de voorzitter zijn ambt niet kan vervullen, wordt hij vervangen door het lid met de meeste dienstanciënniteit en, onder de leden met dezelfde dienstanciënniteit, door het oudste lid.

De Koning bepaalt het bedrag van de zitpenningen en van de verplaatsingskosten dat kan worden toegekend aan de leden.

Art. 24.§ 1. Het toezichtscomité verleent advies op eigen initiatief of op verzoek van de regering, van de Wetgevende Kamers, van het beheerscomité, van de Minister van Justitie of van het Hof van Cassatie, van andere gerechtelijke instanties of van de Hoge Raad voor de Justitie.

Het toezichtscomité ziet erop toe dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van de persoonsgegevens, in het kader van de gegevensbank Phenix wordt nageleefd.

Onverminderd enige vordering voor de rechtbanken onderzoekt het toezichtscomité de getekende en gedateerde klachten en verzoeken betreffende het informatiesysteem Phenix.

Ingeval zij ontvankelijk zijn, verricht het comité elke bemiddelingsopdracht die het nuttig acht. Het verleent advies over de gegrondheid van de klachten en verzoeken.

Het comité bezorgt jaarlijks een verslag over de klachtenbehandeling aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. § 2. In afwijking van artikel 31bis, § 3, derde lid, laatste zin, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens wordt het onderzoek van een dossier door het toezichtscomité in het kader van de eraan verleende bevoegdheden in of krachtens deze wet opgeschort op verzoek van twee leden van het comité teneinde het vooraf voor te leggen aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

De Commissie beschikt over een maand te rekenen vanaf de ontvangst van het dossier om zich uit te spreken.

Het toezichtscomité beschikt dan over vijftien dagen te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van de Commissie om zich uit te spreken.

Het standpunt van de Commissie wordt uitdrukkelijk vermeld in het advies van het toezichtscomité.

In voorkomend geval omschrijft het comité uitdrukkelijk de redenen die ertoe hebben geleid dat het standpunt van de Commissie niet of slechts gedeeltelijk is gevolgd.

Indien de Commissie zich niet uitspreekt binnen de termijn van een maand bedoeld in het tweede lid, spreekt het toezichtscomité zich onverwijld uit.

Indien het toezichtscomité zich niet uitspreekt binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de ontvangst van het advies van de Commissie, wordt het advies van het comité geacht conform dat van de Commissie te zijn.

De Commissie bezorgt de steller van het verzoek om advies hoe dan ook onverwijld een afschrift van het advies dat zij verleent. § 3. Het toezichtscomité doet bij het parket aangifte van de inbreuken, waarvan het kennis heeft, op deze wet.

Art. 25.Het toezichtscomité beraadslaagt alleen op geldige wijze als de meerderheid van zijn leden aanwezig is.

Art. 26.Het toezichtscomité heeft bij de uitoefening van zijn functie toegang tot alle in Phenix opgenomen gegevens.

Comité van gebruikers

Art. 27.Er wordt een comité van gebruikers van Phenix opgericht, dat ermee wordt belast aan het beheerscomité initiatieven ter bevordering van de aanwending van Phenix voor te stellen.

Het kan uit zijn leden werkgroepen samenstellen waaraan het bijzondere taken toevertrouwt.

Dat comité wordt samengesteld uit : - 2 vertegenwoordigers aangewezen door het Hof van Cassatie, waarvan één een zittend magistraat is, de andere een lid van het parket van het Hof; - 2 vertegenwoordigers aangewezen door de eerste voorzitters van de hoven van beroep en van de arbeidshoven; - 2 vertegenwoordigers aangewezen door het College van procureurs-generaal; - 2 vertegenwoordigers aangewezen door de Raad van procureurs des Konings; - 2 vertegenwoordigers aangewezen door de Raad van arbeidsauditeurs; - 2 vertegenwoordigers, met de hoedanigheid van magistraat van de rechterlijke orde, aangewezen door de Hoge Raad voor de Justitie; - 2 vertegenwoordigers aangewezen door de Orde van Vlaamse balies; - 2 vertegenwoordigers aangewezen door de Ordre des barreaux francophones et germanophone; - 2 vertegenwoordigers aangewezen door de Nationale Kamer voor Gerechtsdeurwaarders; - 2 vertegenwoordigers aangewezen door de Koninklijke Federatie van het Belgische Notariaat; - 2 vertegenwoordigers van het personeel van de secretariaten van de parketten en van de auditoraten, aangewezen door de Minister van Justitie; - 2 vertegenwoordigers van het personeel van de : griffies, aangewezen door de minister van Justitie.

Iedere vertegenwoordiging van het comité van gebruikers, met uitzondering van die van de Ordre van Vlaamse Balies en van de Ordre des barreaux francophones et germanophone, bestaat uit een Nederlandstalig lid en een Franstalig lid.

Het comité van gebruikers houdt rekening met zo evenwichtig mogelijke deelname op functioneel en geografisch vlak en op het vlak van het geslacht.

Het comité van gebruikers kiest uit zijn leden een voorzitter en een ondervoorzitter, van een andere taalrol, voor een hernieuwbaar mandaat van drie jaar. Een van beiden heeft de hoedanigheid van advocaat, notaris of gerechtsdeurwaarder.

De Koning bepaalt de wijze waarop dit artikel ten uitvoer wordt gelegd. HOOFDSTUK III. - Diverse bepalingen

Art. 28.De werkingskosten van het beheerscomité en van het comité van gebruikers, alsmede van de secretariaten ervan komen ten laste van de begroting van de FOD Justitie.

Zij genieten de ondersteuning van de FOD Justitie voor de uitvoering van hun taak.

De werkingskosten van het toezichtscomité en van het secretariaat ervan komen ten laste van de dotatie van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Art. 29.§ 1. Het beheerscomité dat door de Minister van Justitie wordt aangezocht om een voorstel of een advies te verstrekken inzake een uitvoeringsbesluit dat moet worden genomen krachtens deze wet formuleert het voorstel of het advies binnen dertig dagen na het verzoek. Indien het beheerscomité na afloop van deze termijn geen voorstel of advies formuleerde, kan de Koning of de minister handelen zonder het advies of het voorstel af te wachten.

Deze termijn kan echter worden verlengd met één keer dertig dagen. In dit geval informeert het beheerscomité de minister van Justitie vóór het verstrijken van de eerste termijn over de motieven die de nieuwe termijn rechtvaardigen. Indien het beheerscomité na afloop van deze tweede termijn geen voorstel of advies formuleerde, kan de Koning of de minister handelen zonder het advies of het voorstel af te wachten. § 2. Onverminderd artikel 24, § 2, verstrekt het toezichtscomité, dat door de Minister van Justitie wordt aangezocht om een advies te verstrekken inzake een uitvoeringsbesluit dat moet worden genomen krachtens deze wet, dit advies binnen dertig dagen na het verzoek.

Indien het toezichtscomité na afloop van deze termijn geen advies formuleerde, wordt dit advies beschouwd als zijnde positief.

Deze termijn kan echter eenmaal worden verlengd met dertig dagen. In dat geval informeert het toezichtscomité de Minister van Justitie vóór het verstrijken van de eerste termijn over de motieven die de nieuwe termijn rechtvaardigen. Indien het toezichtscomité na afloop van deze tweede termijn geen advies formuleerde, wordt dit advies beschouwd als zijnde positief. HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling

Art. 30.De in het informatiesysteem Phenix gebruikte protocollen en formaten voor het meedelen en het bewaren zijn uitsluitend gegrond op open standaarden.

Onder standaard wordt verstaan een technische specificatie die volstaat met het oog op een volledige implementatie en die is goedgekeurd door een onafhankelijk standaardisatieorgaan.

Onder open standaard wordt verstaan een standaard die gratis beschikbaar is op het internet en geen juridische beperkingen kent wat de verspreiding en het gebruik ervan betreft. HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding

Art. 31.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van de artikelen 6 en 30 van deze wet.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Nice, 10 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Justitie, afwezig: De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Met 's Lands zegel gezegeld : Voor de Minister van Justitie, afwezig : De Minister van Landsverdediging, A FLAHAUT _______ Nota's (1) Zitting 2004-2005. Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 51-1645.

Nr. 1 : Wetsontwerp.

Nrs. 2 tot 3 : Amendementen.

Nr. 4 : Verslag.

Nr. 5 : Tekst aangenomen door de commissie.

Nr. 6 : Amendement.

Nr. 7 : Aanvullend verslag.

Nr. 8 : Tekst aangenomen door de commissie.

Nr. 9 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 28 april 2005.

Nr. 10 : Ontwerp geamendeerd door de Senaat.

Nr. 11 : Verslag.

Integraal verslag : 13 juli 2005.

Stukken van de Senaat : 3-1163.

Nr. 1 :. Ontwerp geëvoceerd door de Senaat.

Nr. 2 : Amendementen.

Nr. 3 : Verslag.

Nr. 4 : Tekst geamendeerd door de commissie.

Nr. 5 : Tekst geamendeerd door de Senaat en teruggezonden naar de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Handelingen van de Senaat : 2 juni 2005.

^