Etaamb.openjustice.be
Wet van 03 december 2006
gepubliceerd op 18 december 2006

Wet houdende diverse bepalingen met betrekking tot het sociaal strafrecht

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2006010025
pub.
18/12/2006
prom.
03/12/2006
ELI
eli/wet/2006/12/03/2006010025/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 DECEMBER 2006. - Wet houdende diverse bepalingen met betrekking tot het sociaal strafrecht (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijziging van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering

Art. 2.In de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wordt een artikel 20bis ingevoegd, luidende : «

Art. 20bis.De strafvordering vervalt eveneens door de uitoefening door het openbaar ministerie van de rechtsvordering voor de arbeidsgerechten op grond van artikel 138bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek. ». HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten

Art. 3.In artikel 5 van de wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten, gewijzigd bij de wet van 13 februari 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, worden de woorden « of de in artikel 138bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde rechtsvordering » ingevoegd tussen het woord « strafvordering » en de woorden « moet ingesteld worden »;2° in § 2, worden de woorden « er geen strafvervolging » vervangen door de woorden « geen strafvervolging of geen in artikel 138bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde rechtsvordering »;3° in § 3, worden de woorden « of de uitoefening van de in artikel 138bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde rechtsvordering » ingevoegd tussen het woord « Strafvervolging » en de woorden « sluit administratieve geldboete uit »;4° in § 3, worden de woorden « of de rechtsvordering ongegrond wordt verklaard » toegevoegd aan de woorden « ook wanneer de vervolging tot vrijspraak heeft geleid ».

Art. 4.In artikel 7 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 23 maart 1994 en 13 februari 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, worden de woorden « of de in artikel 138bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde rechtsvordering » ingevoegd tussen de woorden « het al dan niet instellen van strafvervolging » en de woorden « kennis te geven aan de door de Koning aangewezen ambtenaar »;2° in § 2, worden de woorden « of de in artikel 138bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde rechtsvordering » ingevoegd tussen de woorden « het al dan niet instellen van strafvervolging » en de woorden « kennis te geven aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.»; 3° in § 3, worden de woorden « of de in artikel 138bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde rechtsvordering » ingevoegd tussen de woorden « van strafvervolging afziet » en de woorden « of verzuimt binnen de gestelde termijn ». HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 5.De werkgever in hoofde van wie, ingevolge de uitoefening van de in het in artikel 138bis, § 2, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde rechtsvordering, een inbreuk wordt vastgesteld, is gehouden het vonnis, op zijn kosten, ter kennis te brengen van de betrokken werknemers.

Het toezicht op de uitvoering van deze verplichting zal gebeuren door de inspectiediensten die bevoegd zijn voor het toezicht van de wetgeving ten aanzien van dewelke de inbreuk werd vastgesteld. De ambtenaren oefenen dit toezicht uit overeenkomstig de bepalingen van de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie.

Art. 6.Met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met geldboete van 500 euro tot 5.000 euro of met één van die straffen alleen worden gestraft, de werkgever, zijn aangestelden of lasthebbers die bewust de verplichting voorgeschreven door artikel 5, eerste lid niet nakomen.

De geldboete wordt zoveel maal toegepast als er werknemers zijn voor wie die bepalingen zijn overtreden zonder dat de geldboete meer dan 500 000 euro mag bedragen.

De werkgever is burgerrechtelijk aansprakelijk voor de betaling van de geldboeten waartoe zijn aangestelden of lasthebbers werden veroordeeld.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 3 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Zitting 2004-2005. Kamer van volksvertegenwoordigers.

Parlementaire Stukken. - Wetsontwerp, 50-1610 - Nr. 1. - Advies van de Hoge Raad voor Justitie, 50-1610 - Nr. 2.

Zitting 2005-2006.

Kamer van volksvertegenwoordigers.

Parlementaire Stukken. - Amendement, 50-1610 - Nr. 3. - Amendementen, 50-1610 - Nr. 4. - Advies van de Nationale Arbeidsraad, 50-1610 - Nr. 5. - Amendementen, 50-1610 - Nr.6. - Amendement, 50-1610 - Nr. 7. - Verslag namens de commissie, 50-1610 - Nr. 8. - Tekst aangenomen door de commissie, 50-1610 - Nr. 9. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, 51-2554 - Nr. 1.

Zitting 2006-2007.

Senaat.

Parlementaire Stukken. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, 3-1756 - Nr. 1. - Amendementen, 3-1756 - Nr. 2. - Verslag namens de commissie, 3-1756 - Nr. 3. - Beslissing om niet te amenderen, 3-1756 - Nr. 4.

Handelingen van de Senaat. - 16 november 2006.

^