Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 14 maart 2016

Uittreksel uit arrest nr. 3/2016 van 14 januari 2016 Rolnummer : 6086 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 25 april 2014 houdende diverse bepalingen betreffende Justitie en van de wet van 8 mei 2014 houdende wijz Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2016200429
pub.
14/03/2016
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

Uittreksel uit arrest nr. 3/2016 van 14 januari 2016 Rolnummer : 6086 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen betreffende Justitie en van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie (I), ingesteld door de Orde van Vlaamse balies en Dominique Matthys.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 november 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 14 november 2014, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen betreffende Justitie en van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie (I) (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 mei 2014, tweede editie) door de Orde van Vlaamse balies en Dominique Matthys, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. E. Cloots en Mr. S. Sottiaux, advocaten bij de balie te Antwerpen. (...) II. In rechte (...) Ten aanzien van de bestreden bepalingen B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen 159, 160 en 161 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (hierna : de wet van 25 april 2014) en van de artikelen 49, 6° en 7°, en 52, 3°, van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie (I) (hierna : de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten). B.1.2. De bestreden artikelen van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten bepalen : «

Art. 159.Artikel 76 van het Gerechtelijk Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 21 april 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015067 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Akte van herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973, laatst gewijzigd op 17 december 1991, gedaan te München op 29 november 2000 (1) type wet prom. 21/04/2007 pub. 04/09/2007 numac 2007015076 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België type wet prom. 21/04/2007 pub. 20/07/2007 numac 2007015071 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Akkoord betreffende wederzijdse administratieve bijstand inzake douane tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Turkije, ondertekend te Ankara op 3 november 2003 (2) type wet prom. 21/04/2007 pub. 13/07/2007 numac 2007009524 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen met een geestesstoornis type wet prom. 21/04/2007 pub. 22/06/2007 numac 2007022909 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten, wordt aangevuld met een lid, luidende : ' De raadkamer kan zitting hebben in de gevangenis voor de behandeling van zaken in toepassing van de artikelen 21, 22 en 22bis van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis [...]. ' ». «

Art. 160.Artikel 101 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 3 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/12/2006 pub. 18/12/2006 numac 2006010026 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging diverse wettelijke bepalingen met betrekking tot het sociaal strafrecht type wet prom. 03/12/2006 pub. 18/12/2006 numac 2006010025 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen met betrekking tot het sociaal strafrecht type wet prom. 03/12/2006 pub. 27/12/2006 numac 2006003597 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van artikel 194ter van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende de tax shelter-regeling ten gunste van de audiovisuele productie sluiten, wordt aangevuld met een lid, luidende : ' De kamer van inbeschuldigingstelling kan zitting hebben in de gevangenis voor de behandeling van zaken in toepassing van artikel 30 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis [...]. ' ». «

Art. 161.De artikelen 159 en 160 hebben uitwerking vanaf 1 januari 2014 ».

B.1.3. De bestreden artikelen van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten bepalen : «

Art. 49.In artikel 102 van dezelfde wet, dat artikel 76 van het Gerechtelijk Wetboek vervangt, worden de volgende wijzigingen aangebracht : [...] 6° artikel 76, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen als volgt : ' § 4.Behoudens voor de uitspraak van de vonnissen waarvoor zij zitting houden in elke rechtbank van eerste aanleg gevestigd in het rechtsgebied van het hof van beroep, houden de strafuitvoeringskamers zitting in de gevangenis ten aanzien van de veroordeelden die in de gevangenis verblijven. Zij mogen zitting houden in de gevangenis of in elke rechtbank van eerste aanleg gevestigd in het rechtsgebied van het hof van beroep ten aanzien van de veroordeelden die niet in de gevangenis verblijven. Wanneer artikel 36 van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten wordt toegepast, houden zij zitting in elke rechtbank van eerste aanleg gevestigd in het rechtsgebied van het hof van beroep. '; 7° het artikel 76 van het Gerechtelijk Wetboek wordt aangevuld met een § 5, luidende : ' § 5.De raadkamer kan zitting hebben in de gevangenis voor de behandeling van zaken in toepassing van de artikelen 21, 22 en 22bis van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis. ' ». «

Art. 52.In artikel 110 van dezelfde wet, dat artikel 101 van het Gerechtelijk Wetboek vervangt, worden de volgende wijzigingen aangebracht : [...] 3° artikel 101 van het Gerechtelijk Wetboek wordt aangevuld met een § 3, luidende : ' § 3.De kamer van inbeschuldigingstelling kan zitting hebben in de gevangenis voor de behandeling van zaken met toepassing van artikel 30 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis. ' ».

Ten aanzien van het belang B.2. De Ministerraad voert aan dat de verzoekende partijen en de tussenkomende partijen niet doen blijken van het rechtens vereiste belang nu zij niet ongunstig worden geraakt door de bestreden bepalingen.

B.3. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden geraakt.

B.4.1. De Orde van Vlaamse balies en haar voorzitter, verzoekende partijen, en de « Ordre des barreaux francophones et germanophone », tussenkomende partij, hebben met name als taak te waken over de gemeenschappelijke beroepsbelangen van hun leden (artikel 495, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek) en kunnen initiatieven en maatregelen nemen die nuttig zijn voor de behartiging van de belangen van de advocaat en van de rechtzoekende (artikel 495, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek). Artikel 495 van het Gerechtelijk Wetboek machtigt die Ordes ertoe een beroep tot vernietiging in te stellen of te ondersteunen van bepalingen die de belangen van de advocaat en van de rechtzoekende op een nadelige wijze kunnen raken. De bestreden bepalingen, die betrekking hebben op het zetelen in de gevangenis, kunnen de belangen van de advocaten en rechtzoekenden rechtstreeks en ongunstig raken. De verzoekende partijen en de tussenkomende partij beschikken dus over het vereiste belang bij het beroep.

B.4.2. Aangezien die partijen doen blijken van een belang om in rechte te treden, dient het Hof het belang van de andere partijen niet te onderzoeken.

De exceptie wordt verworpen.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid ratione temporis B.5. De Ministerraad voert aan dat de middelen aangevoerd tegen artikel 49, 6°, van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten niet ontvankelijk zijn wegens laattijdigheid, omdat de principiële verplichting voor de strafuitvoeringskamers om te zetelen in de gevangenis voortvloeit uit eerdere wetgeving.

B.6.1. Bij artikel 49, 6°, van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten heeft de wetgever het volledige artikel 76, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek vervangen.

B.6.2. Wanneer de wetgever in een nieuwe wetgeving een oude bepaling overneemt en zich op die wijze de inhoud ervan toe-eigent, kan tegen de overgenomen bepaling een beroep worden ingesteld binnen zes maanden na de bekendmaking ervan.

De exceptie wordt verworpen.

Ten gronde Wat betreft de mogelijkheid voor de raadkamer en voor de kamer van inbeschuldigingstelling om te zetelen in de gevangenis (de artikelen 159, 160 en 161 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten en de artikelen 49, 7°, en 52, 3°, van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten) B.7. De verzoekende partijen voeren in het eerste en het tweede middel aan dat de artikelen 159 en 160 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten en de artikelen 49, 7°, en 52, 3°, van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten in strijd zijn met het beginsel van de onpartijdigheid van de rechter, het recht om in het openbaar te worden gehoord en het vermoeden van onschuld, zoals gewaarborgd in de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 148 van de Grondwet, met de artikelen 5, lid 4, en 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met de artikelen 9, lid 4, en 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met het algemeen rechtsbeginsel dat het recht op toegang tot de rechter waarborgt, doordat ze voorzien in de mogelijkheid voor de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling om bij zittingen over de handhaving van de voorlopige hechtenis te zetelen in de gevangenis.

B.8.1. Artikel 13 van de Grondwet bepaalt : « Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de wet hem toekent ».

B.8.2. Artikel 148 van de Grondwet bepaalt : « De terechtzittingen van de rechtbanken zijn openbaar, tenzij de openbaarheid gevaar oplevert voor de orde of de goede zeden; in dat geval wordt zulks door de rechtbank bij vonnis verklaard.

Inzake politieke misdrijven en drukpersmisdrijven kan het sluiten der deuren niet dan met algemene stemmen worden uitgesproken ».

B.8.3. Artikel 5, lid 4, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : « Eenieder die door arrestatie of gevangenhouding van zijn vrijheid is beroofd heeft het recht voorziening te vragen bij de rechter opdat deze op korte termijn beslist over de wettigheid van zijn gevangenhouding en zijn invrijheidstelling beveelt, indien de gevangenhouding onrechtmatig is ».

B.8.4. Artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : « 1. Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging heeft eenieder recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie welke bij de wet is ingesteld. Het vonnis moet in het openbaar worden gewezen maar de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden ontzegd gedurende het gehele proces of een deel daarvan, in het belang van de goede zeden, van de openbare orde of 's lands veiligheid in een democratische samenleving, wanneer de belangen van minderjarigen of de bescherming van het privéleven van partijen bij het proces dit eisen of, in die mate als door de rechter onder bepaalde omstandigheden strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer openbaarmaking de belangen van de rechtspraak zou schaden. 2. Eenieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld volgens de wet bewezen wordt. [...] ».

B.8.5. Artikel 9, lid 4, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten bepaalt : « Een ieder die door arrestatie of gevangenhouding van zijn vrijheid is beroofd, heeft het recht voorziening te vragen bij de rechter, opdat die rechter binnen korte termijn beslist over de wettigheid van zijn gevangenhouding en zijn invrijheidstelling beveelt, indien zijn gevangenhouding onrechtmatig is ».

B.8.6. Artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten bepaalt : « 1. Allen zijn gelijk voor de rechtbanken en de rechterlijke instanties. Bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging, of het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen in een rechtsgeding, heeft een ieder recht op een eerlijke en openbare behandeling door een bevoegde, onafhankelijke en onpartijdige bij de wet ingestelde rechterlijke instantie. De toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden ontzegd, gedurende het gehele proces of een deel daarvan, in het belang van de goede zeden, van de openbare orde of de nationale veiligheid in een democratische samenleving, of wanneer het belang van het privé-leven van de partijen bij het proces dit eist, of in die mate als door de rechter onder bepaalde omstandigheden strikt noodzakelijk wordt geoordeeld, wanneer openbaarmaking de belangen van de rechtspraak zou schaden; evenwel dient elk vonnis dat wordt gewezen in een strafzaak of een rechtsgeding openbaar te worden gemaakt, tenzij het belang van jeugdige personen zich daartegen verzet of het proces echtelijke twisten of het voogdijschap over kinderen betreft. 2. Een ieder die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd wordt voor onschuldig gehouden, totdat zijn schuld volgens de wet is bewezen. [...] ».

B.9.1. Artikel 13 van de Grondwet houdt een recht in op toegang tot de bevoegde rechter. Een persoon die door arrestatie of gevangenhouding van zijn vrijheid is beroofd, heeft op grond van artikel 5, lid 4, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en van artikel 9, lid 4, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten een recht op rechterlijke controle over de rechtmatigheid van zijn gevangenhouding. Artikel 5, lid 4, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens voorziet in bepaalde procedurele waarborgen voor een gedetineerde, die grotendeels overeenstemmen met die waarin artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens voorziet (EHRM, 25 oktober 2007, Lebedev t. Rusland, § 71). Hieruit vloeit onder meer voort dat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de betrokken rechtscolleges (EHRM, grote kamer, 29 maart 2001, D.N. t. Zwitserland, § 42), het vermoeden van onschuld (EHRM, 16 maart 2010, Jiga t. Roemenië, § 100) en het recht om te worden gehoord (EHRM, grote kamer, 25 maart 1999, Nikolova t. Bulgarije, § 58) moeten worden gewaarborgd.

B.9.2. Daarnaast kunnen ook bepaalde strafrechtelijke waarborgen inzake het recht op een eerlijk proces van toepassing zijn vóór de aanhangigmaking van de zaak bij de rechter ten gronde, indien en voor zover de initiële miskenning van de vereisten ervan het eerlijk karakter van het proces ernstig in het gedrang dreigt te brengen (EHRM, 24 november 1993, Imbrioscia t. Zwitserland, § 36; 16 oktober 2001, Brennan t. Verenigd Koninkrijk, § 45; grote kamer, 27 november 2008, Salduz t. Turkije, § 50). Aangezien het recht op persoonlijke vrijheid een burgerlijk recht is in de zin van artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, is die bepaling eveneens van toepassing op de voorlopig gehechte (vgl. EHRM, 30 juli 1998, Aerts t. België, § 59; 7 januari 2003, Laidin t. Frankrijk (nr. 2), § 76). Hieruit vloeit voort dat het recht op een eerlijk proces van de voorlopig gehechte wordt gewaarborgd bij artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, alsmede bij artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.

B.10.1. Het is van fundamenteel belang in een democratische rechtsstaat dat de hoven en rechtbanken het vertrouwen genieten van het publiek en van de procespartijen (EHRM, 26 februari 1993, Padovani t. Italië, § 27).Daartoe vereisen de artikelen 5, lid 4, en 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens dat de rechtscolleges waarop die bepaling van toepassing is, onpartijdig zijn (EHRM, grote kamer, 29 maart 2001, D.N. t. Zwitserland, § 42).

Die onpartijdigheid dient op twee manieren te worden onderzocht. De subjectieve onpartijdigheid, die wordt vermoed tot het bewijs van het tegendeel, vereist dat de rechter in een zaak waarover hij dient te oordelen, niet vooringenomen is, noch vooroordelen heeft, en dat hij geen belang heeft bij de uitkomst ervan. De objectieve onpartijdigheid vereist dat er voldoende waarborgen zijn om ook een gerechtvaardigde vrees op die punten uit te sluiten (EHRM, 1 oktober 1982, Piersack t.

België, § 30; 16 december 2003, Grieves t. Verenigd Koninkrijk, § 69).

B.10.2. Wat de objectieve onpartijdigheid betreft, moet worden nagegaan of er, los van het gedrag van de rechters, aantoonbare feiten bestaan die twijfel doen ontstaan omtrent die onpartijdigheid. In dat opzicht kan zelfs een gewekte schijn van partijdigheid belangrijk zijn (EHRM, 6 juni 2000, Morel t. Frankrijk, § 42).

Indien dient te worden onderzocht of een rechter in een concreet geval aanleiding heeft gegeven tot een dergelijke vrees, wordt het standpunt van de rechtzoekende in aanmerking genomen, maar speelt het geen doorslaggevende rol. Wat wel doorslaggevend is, is of de vrees van de betrokkene als objectief verantwoord kan worden beschouwd (EHRM, 21 december 2000, Wettstein t. Zwitserland, § 44).

B.11.1. De mogelijkheid tot het zetelen in de gevangenis is beperkt tot zittingen over de handhaving van de voorlopige hechtenis. De mogelijkheid om te zetelen in de gevallen van de regeling van de rechtspleging indien de betrokkene gedetineerd is, werd geschrapt tijdens de parlementaire voorbereiding om tegemoet te komen aan de bezorgdheid voor de belangen van de burgerlijke partijen. Bij de regeling van de rechtspleging is de burgerlijke partij vaak aanwezig, zodat een zitting in de gevangenis een belastende ervaring kan zijn (Parl. St., Senaat, 2013-2014, nr. 5-2443/2, p. 15; Parl. St., Senaat, 2013-2014, nr. 5-2443/3, p. 48).

B.11.2. Wat betreft het ruimtelijk kader waarin de onderzoeksgerechten zetelen, beklemtoont de parlementaire voorbereiding dat in « de nieuwe gevangenissen zittingszalen [zijn] voorzien op de rand van de veiligheidsperimeter en op de plaats waar de administratie is gevestigd, met als doel de geografische nabijheid tussen de penitentiaire instelling en de raadkamer te garanderen » (Parl. St., Senaat, 2013-2014, nr. 5-2443/3, p. 48) en dat « de verschijning als het ware niet in de gevangenis zal plaatsvinden, maar wel in de lokalen waar de administratie is gevestigd » (ibid., p. 49). De bestreden bepaling moet in die zin worden geïnterpreteerd.

B.11.3. Tevens wordt benadrukt dat het « geenszins de bedoeling [...] is om alle zittingen van de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling in de gevangenis te laten plaatsvinden. [...] Het zetelen in de gevangenis zal om veiligheidsredenen plaatsvinden en op voorwaarde dat de betrokkene in voorhechtenis zit en reeds in de ' gevangenissite ' verblijft » (Parl. St., Senaat, 2013-2014, nr. 5-2443/3, p. 48). Hierbij wordt het voorbeeld aangehaald van « zwaar banditisme of terrorisme waar belangrijke veiligheidsrisico's aanwezig kunnen zijn » (ibid.). Hieruit moet worden afgeleid dat de rechter zich bij de beslissing om al dan niet te zetelen in de gevangenis, baseert op de veiligheidsrisico's die het transport van de voorlopig gehechte met zich meebrengt. De bestreden bepaling moet in die zin worden geïnterpreteerd.

B.11.4. Die voorafgaande beslissing van de rechter brengt evenwel noch zijn onpartijdigheid, noch het vermoeden van onschuld van de voorlopig gehechte in het gedrang (zie in dezelfde zin, wat het vermoeden van onschuld betreft, Cass., 20 juni 1990, Arr. Cass., 1990, nr. 613, en Cass., 4 april 2000, Arr. Cass., 2000, nr. 224).

Het loutere feit dat een rechter al bepaalde voorafgaande beslissingen heeft genomen, kan niet op zich worden geacht een vrees over zijn onpartijdigheid te rechtvaardigen (EHRM, 22 april 1994, Saraiva De Carvalho t. Portugal, §§ 35-39). Een beslissing om al dan niet te zetelen in de gevangenis is niet van die aard dat ze een beslissende invloed heeft op de mening van de rechter over de grond van de zaak.

B.11.5. De bestreden bepalingen maken geen inbreuk op het recht van de voorlopig gehechte om door de rechter te worden gehoord, zoals gewaarborgd bij artikel 5, lid 4, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

Daarenboven vloeit het niet-openbare karakter van de rechtspleging voor de raadkamer en voor de kamer van inbeschuldigingstelling niet voort uit de bestreden bepalingen, maar uit de artikelen 23, 1°, en 30, § 3, laatste lid, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis.

B.11.6. Uit het bovenstaande volgt dat de bestreden bepalingen, in zoverre zij de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling toelaten te zetelen in de gevangenis, geen afbreuk doen aan de grondwets- en verdragsbepalingen en de algemene rechtsbeginselen vermeld in B.7.

B.12. Onder voorbehoud van de in B.11.2 en B.11.3 vermelde interpretaties, zijn het eerste en het tweede middel niet gegrond.

B.13. De verzoekende partijen voeren in het derde middel aan dat de bestreden bepalingen een niet redelijk verantwoord verschil in behandeling in het leven roepen tussen, enerzijds, de verdachten die voor een onderzoeksgerecht moeten verschijnen en die recht hebben op een openbare behandeling van hun zaak krachtens artikel 24 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en, anderzijds, de veroordeelden die in de gevangenis verblijven en die voor een strafuitvoeringskamer moeten verschijnen en die recht hebben op een openbare behandeling van hun zaak krachtens artikel 36 van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (hierna : de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten).

Terwijl de wetgever voor de voormelde categorie van veroordeelden uitdrukkelijk erin heeft voorzien dat de zitting noodzakelijk in de rechtbank moet plaatsvinden om de openbaarheid ervan te waarborgen, zou in die verplichting niet zijn voorzien voor de categorie van verdachten bedoeld in artikel 24 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

B.14.1. Artikel 76, § 4, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals vervangen bij het bestreden artikel 49, 6°, van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten, bepaalt dat wanneer artikel 36 van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten wordt toegepast, de strafuitvoeringskamers zitting houden in elke rechtbank van eerste aanleg gevestigd in het rechtsgebied van het hof van beroep.

B.14.2. Artikel 36 van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten bepaalt : « De zitting vindt plaats met gesloten deuren.

Wanneer de strafuitvoeringsrechter driemaal heeft geweigerd om een strafuitvoeringsmodaliteit toe te kennen, kan de veroordeelde verzoeken om in openbare terechtzitting te verschijnen.

Dit verzoek kan, bij een met redenen omklede beslissing, enkel worden geweigerd indien deze openbaarheid gevaar oplevert voor de openbare orde, de goede zeden of de nationale veiligheid ».

B.15.1. In artikel 24 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten voorziet de wetgever uitdrukkelijk in het recht voor de voorlopig gehechte om voor de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling in openbare terechtzitting te verschijnen. Dat artikel bepaalt : « Na zes maanden vrijheidsbeneming indien het maximum van de van toepassing zijnde straf vijftien jaar opsluiting niet te boven gaat, of na een jaar in het andere geval, kan de verdachte bij zijn verschijning voor de raadkamer of voor de kamer van inbeschuldigingstelling met toepassing van de artikelen 22 of 30, vragen om in openbare terechtzitting te verschijnen.

Dit verzoek kan, bij een met redenen omklede beslissing, enkel worden geweigerd : - indien deze openbaarheid gevaar oplevert voor de orde, de goede zeden of de nationale veiligheid; - indien de belangen van de minderjarigen of de bescherming van het privé-leven van de slachtoffers of van de andere verdachten dit vereisen; - indien de openbaarheid de belangen van de justitie kan schaden wegens de gevaren die zij meebrengt voor de veiligheid van de slachtoffers of van de getuigen ».

B.15.2. Volgens de bestreden bepalingen kunnen de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling zitting hebben in de gevangenis voor de behandeling van zaken met toepassing van de artikelen 21, 22 en 22bis van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis.

In de mogelijkheid om te zetelen in de gevangenis wordt dus niet voorzien voor de behandeling van de zaken met toepassing van artikel 24 van die wet.

Met betrekking tot die bepaling vermeldt de parlementaire voorbereiding : « De mogelijkheid ingesteld bij artikel 24 van de wet betreffende de voorlopige hechtenis om te verschijnen in openbare terechtzitting blijft onverkort gelden » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3149/004, p. 17).

B.15.3. Uit het bovenstaande blijkt dat de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling niet kunnen zetelen in de gevangenis wanneer de verdachte recht heeft op een openbare behandeling van zijn zaak op grond van artikel 24 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 20/07/1990 pub. 10/06/2010 numac 2010000325 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, zodat het bekritiseerde verschil in behandeling niet bestaat.

B.16. Het derde middel is niet gegrond.

B.17. Volgens het eerste onderdeel van het vierde middel zouden de bestreden bepalingen niet bestaanbaar zijn met het wettigheidsbeginsel in strafzaken, zoals gewaarborgd door de artikelen 10, 11 en 12, tweede lid, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 5, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre die bepalingen de raadkamer en de kamer van inbeschuldigingstelling een onbegrensde beoordelingsvrijheid zouden laten in het bepalen van de plaats waar de zitting zal plaatsvinden.

B.18.1. Artikel 12, tweede lid, van de Grondwet bepaalt : « Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft ».

Artikel 5, lid 1, tweede zin, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt : « Niemand mag van zijn vrijheid worden beroofd, behalve in de navolgende gevallen en langs wettelijke weg ».

B.18.2. De mogelijkheid om zitting te houden in de gevangenis is bij wet bepaald. Rekening houdend met hetgeen in B.11.3 is vermeld, laten de bestreden bepalingen de onderzoeksgerechten geen onbegrensde beoordelingsvrijheid in het bepalen van de plaats waar de zitting plaatsvindt.

B.19. Het eerste onderdeel van het vierde middel is niet gegrond.

B.20. Volgens het tweede onderdeel van het vierde middel zou artikel 161 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten het wettigheidsbeginsel in strafzaken, zoals gewaarborgd door de artikelen 10, 11 en 12, tweede lid, van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5, lid 1, en 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het algemeen rechtsbeginsel van de niet-retroactiviteit van wetten, schenden doordat aan de bestreden bepalingen uitwerking wordt verleend vanaf 1 januari 2014 zodat ze met terugwerkende kracht in werking zijn getreden.

B.21. In tegenstelling tot wat de Ministerraad betoogt, kan het feit dat de bestreden bepalingen slechts zouden preciseren wat reeds uit de rechtspraak van het Hof van Cassatie voortvloeit, de verzoekende partijen hun belang bij de vernietiging van artikel 161 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten niet ontnemen.

B.22. De niet-retroactiviteit van wetten is een waarborg ter voorkoming van rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat de rechtzoekende in redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling kan voorzien op het tijdstip dat die handeling wordt verricht. De terugwerkende kracht kan enkel worden verantwoord wanneer zij onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang.

B.23. De terugwerkende kracht die door artikel 161 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten is verleend, wordt verantwoord doordat « de ontworpen bepalingen in feite geen nieuwigheid invoeren, maar louter in het verlengde liggen van de rechtspraak van het Hof van Cassatie [...].

Wat wettelijk verankerd wordt, is ook nu al mogelijk » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3149/010, pp. 5-6).

B.24. Rekening houdend met de rechtspraak van het Hof van Cassatie waarnaar wordt verwezen in B.11.4 en met het feit dat de parlementaire voorbereiding van de bestreden bepalingen zelf aangaf dat zij geen enkele vernieuwing doorvoerden, laat de stand van het recht vóór de inwerkingtreding van die bepalingen toe te oordelen dat de terugwerkende kracht ervan geen nut heeft. Vermits die terugwerkende kracht niet onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang, kan zij niet worden verantwoord.

B.25. Het tweede onderdeel van het vierde middel is gegrond. Bijgevolg dient artikel 161 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten te worden vernietigd.

Wat betreft de principiële verplichting voor de strafuitvoeringskamers om te zetelen in de gevangenis (artikel 49, 6°, van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten) B.26. Het bestreden artikel 49, 6°, van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten voorziet in de principiële verplichting voor de strafuitvoeringskamers om te zetelen in de gevangenis. Op die verplichting bestaan drie uitzonderingen. Ten eerste vindt de uitspraak van het vonnis van de strafuitvoeringskamers steeds plaats in de rechtbank. Ten tweede mogen de strafuitvoeringskamers zitting houden in de gevangenis of in de rechtbank ten aanzien van de veroordeelden die niet in de gevangenis verblijven. Ten derde houden de strafuitvoeringskamers zitting in de rechtbank wanneer artikel 36 van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten wordt toegepast en de veroordeelde verzoekt om in openbare terechtzitting te verschijnen.

B.27. De verzoekende partijen voeren in het vijfde en zesde middel aan dat artikel 49, 6°, van de wet van 8 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/05/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009238 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging en coördinatie van diverse wetten inzake Justitie type wet prom. 08/05/2014 pub. 04/06/2014 numac 2014011326 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake energie type wet prom. 08/05/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003239 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belasting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet type wet prom. 08/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014009315 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 217, 223, 224 en 231 van het Gerechtelijk Wetboek sluiten in strijd is met het beginsel van de onpartijdigheid van de rechter, met het vermoeden van onschuld en met het openbaarheidsvereiste, zoals gewaarborgd bij de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 148 van de Grondwet, met de artikelen 5, lid 4, en 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met de artikelen 9, lid 4, en 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met het algemeen rechtsbeginsel dat het recht op toegang tot de rechter waarborgt, doordat ze de strafuitvoeringskamers in de regel verplicht om in de gevangenis te zetelen.

B.28. Artikel 13 van de Grondwet houdt een recht in op toegang tot de bevoegde rechter. Dat recht wordt eveneens gewaarborgd bij artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en bij artikel 14, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.

B.29. Het recht op toegang tot de rechter zou inhoudsloos zijn indien niet voldaan is aan het recht op een eerlijk proces, zoals gewaarborgd bij artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en bij artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. Bijgevolg dienen bij een toetsing aan artikel 13 van de Grondwet die waarborgen te worden betrokken.

B.30.1. Bij de beoordeling van de bestreden bepaling moet een onderscheid worden gemaakt naargelang de strafuitvoeringskamer al dan niet verplicht is te zetelen in de gevangenis.

B.30.2. Ten aanzien van veroordeelden die niet in de gevangenis verblijven, mogen de strafuitvoeringskamers zitting houden in de gevangenis of in de rechtbank. Het loutere feit dat een rechter al een voorafgaande beslissing heeft genomen om al dan niet zitting te houden in de gevangenis kan niet op zich worden geacht een vrees over zijn onpartijdigheid te rechtvaardigen of worden beschouwd als een handeling die het vermoeden van onschuld in het gedrang zou kunnen brengen.

B.30.3. Indien de strafuitvoeringskamer verplicht is te zetelen in de gevangenis moet een dergelijke voorafgaande beslissing niet worden genomen. Het loutere feit dat een rechter al bepaalde voorafgaande beslissingen heeft genomen, kan niet op zich worden geacht een vrees over zijn onpartijdigheid te rechtvaardigen.

Aangezien zelfs een gewekte schijn van partijdigheid belangrijk kan zijn (EHRM, 6 juni 2000, Morel t. Frankrijk, § 42), moet de overheid een gepast kader creëren opdat er geen aanleiding is tot een dergelijke vrees. Een belangrijk element hierbij is de locatie van de zittingszaal in de gevangenis. Zo zijn, zoals in B.11.2 is vermeld, de zittingszalen in gevangenissen gelegen in de lokalen waar de administratie is gevestigd (Parl. St., Senaat, 2013-2014, nr. 5-2443/3, p. 49). De bestreden bepaling moet in die zin worden geïnterpreteerd.

De scheiding tussen « het hart van de gevangenis » (ibid., p. 50) en de zittingszaal van de gevangenis, die zich bevindt in het administratieve gedeelte van de gevangenis, waarborgt dat er geen twijfel ontstaat omtrent het vermoeden van onschuld of de objectieve onpartijdigheid van de strafuitvoeringskamer die zetelt in de gevangenis.

B.31. Daarenboven vloeit het niet-openbare karakter van de rechtspleging van de strafuitvoeringskamer niet voort uit de bestreden bepaling, maar uit artikel 36, eerste lid, van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten.

B.32. Onder voorbehoud van de in B.30.3 vermelde interpretatie, zijn het vijfde en het zesde middel niet gegrond.

Om die redenen, het Hof - vernietigt artikel 161 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014009199 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003195 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen betreffende Justitie; - onder voorbehoud van de in B.11.2, B.11.3 en B.30.3 vermelde interpretaties, verwerpt het beroep voor het overige.

Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 14 januari 2016.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, A. Alen

^