Etaamb.openjustice.be
Wet van 03 augustus 2016
gepubliceerd op 07 september 2016

Wet houdende diverse bepalingen inzake mobiliteit

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2016014249
pub.
07/09/2016
prom.
03/08/2016
ELI
eli/wet/2016/08/03/2016014249/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)Kamer (parl. doc.)
Document Qrcode

3 AUGUSTUS 2016. - Wet houdende diverse bepalingen inzake mobiliteit (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Investeringscel voor het spoor

Art. 2.In titel I van de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 16 december 2015, wordt een hoofdstuk XIbis ingevoegd, luidende "Investeringscel voor het spoor".

Art. 3.In hoofdstuk XIbis, ingevoegd door artikel 2, wordt een artikel 47/2 ingevoegd, luidende : "

Art. 47/2.Een Investeringscel voor het spoor wordt opgericht die aan de minister bevoegd voor de overheidsbedrijven adviezen verleent, die voorstellen van aanpassing kunnen omvatten.

Deze adviezen hebben betrekking op : 1° de samenhang tussen de door de NMBS en Infrabel aangenomen meerjarenplannen en de doelstellingen voor mobiliteit vastgelegd door de Ministerraad;2° de samenhang tussen de door de NMBS en Infrabel aangenomen meerjarenplannen in overeenstemming met de artikelen 162decies, § 4, en 200, § 3, tweede lid;3° de follow-up van de uitvoering van de door de NMBS en Infrabel aangenomen meerjarenplannen. De adviezen worden gegeven binnen een termijn van zestig dagen vanaf de dag die volgt op de ontvangst door de Cel van : 1° in het geval van het tweede lid, 1° en 2°, de meerjarenplannen van de NMBS en Infrabel;2° in het geval van het tweede lid, 3°, de documenten die zij nuttig acht teneinde de uitvoering van de door de NMBS en Infrabel aangenomen meerjarenplannen te volgen. De NMBS en Infrabel bezorgen aan de Cel elk document dat deze vraagt en dat noodzakelijk is voor het vervullen van de opdrachten van de Cel.

De samenstelling en de werking van de Investeringscel voor het spoor worden bepaald door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.".

Art. 4.In artikel 162decies van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013014728 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen sluiten, wordt paragraaf 5 vervangen als volgt : " § 5. Het ondernemingsplan en de jaarlijkse aanpassingen daaraan worden meegedeeld aan de minister bevoegd voor de overheidsbedrijven.

Het meerjarenplan, bedoeld in § 2, 2°, wordt ter kennis gebracht van de Investeringscel voor het spoor, die in overeenstemming met het tweede lid voorafgaand aan de goedkeuring door de Koning een advies geeft aan de minister die bevoegd is voor de overheidsbedrijven.

In afwijking van artikel 26, tweede lid, worden de elementen bedoeld in § 2 als noodzakelijk deel voor de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van de NMBS en voor haar meerjarenplan voor de investeringen, goedgekeurd door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.".

Art. 5.In artikel 200 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 juni 2004, wordt paragraaf 4, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 september 2008 en 11 december 2013, vervangen als volgt : " § 4. Het ondernemingsplan en de jaarlijkse aanpassingen daaraan worden meegedeeld aan de minister bevoegd voor overheidsbedrijven, evenals aan de minister die bevoegd is voor de regulering van het spoorvervoer. Het meerjarenplan bedoeld in § 2, 1°, wordt ter kennis gebracht van de Investeringscel voor het spoor die een advies verleent aan de minister bevoegd voor overheidsbedrijven voorafgaand aan de goedkeuring door de Koning in overeenstemming met het tweede lid.

In afwijking van artikel 26, tweede lid, worden de elementen bedoeld in § 2 als noodzakelijk deel voor de uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van Infrabel en voor haar meerjarenplan voor de investeringen, goedgekeurd door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.". HOOFDSTUK 3. - Onafhankelijke bestuurders

Art. 6.In artikel 162bis van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 maart 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/03/2002 pub. 26/03/2002 numac 2002014075 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Wet houdende wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013014728 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid luidende : "Twee leden van de raad van bestuur voldoen aan de criteria opgesomd in artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen, met uitzondering van de bepaling onder 5°, c).Deze twee leden behoren tot een verschillende taalrol."; 2° in paragraaf 2 wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Met uitzondering van de twee bestuurders die voldoen aan de criteria die worden opgesomd in artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen en die benoemd worden door de algemene vergadering, benoemt de Koning de bestuurders bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.".

Art. 7.In artikel 207 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid luidende : "Twee leden van de raad van bestuur voldoen aan de criteria opgesomd in artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen, met uitzondering van de bepaling onder 5°, c).Deze twee leden behoren tot een verschillende taalrol."; 2° in paragraaf 2, wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Met uitzondering van de twee bestuurders die voldoen aan de criteria die worden opgesomd in artikel 526ter van het Wetboek van vennootschappen en die benoemd worden door de algemene vergadering, benoemt de Koning de bestuurders bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad.". HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2006 pub. 28/07/2006 numac 2006202314 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen

Art. 8.In artikel 355 van de wet van 20 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2006 pub. 28/07/2006 numac 2006202314 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen sluiten houdende diverse bepalingen, worden het tweede lid, ingevoegd door de programmawet van 23 december 2009, gewijzigd bij de wet van 2 december 2011, vervangen door de programma-wet van 22 juni 2012 en door de programmawet van 26 december 2013, en het derde lid, ingevoegd door de programmawet van 22 juni 2012 en vervangen door de programmawet van 26 december 2013, vervangen als volgt : "Bovendien wordt er bij de realisatie van investeringen door Infrabel in het kader van opdrachten van openbare dienst : 1° op de balans een overdracht van de rubriek "overgedragen winst" naar de rubriek "kapitaalsubsidies" geboekt als een investering verwezenlijkt is door middel van de overgedragen winst;deze overdracht is beperkt tot een gecumuleerd bedrag van maximum 290 miljoen euro; 2° op de balans een overdracht van de rubriek "kapitaal" naar de rubriek "kapitaalsubsidies" geboekt als een investering verwezenlijkt is door middel van de beschikbare thesaurie;deze overdracht is beperkt tot een gecumuleerd bedrag van maximum 307,5 miljoen euro.

De overdrachten bedoeld in het tweede lid komen tot stand zonder boeking op de resultatenrekening, voor een bedrag gelijk aan de identificeerbare materiële en immateriële activa die gefinancierd zijn door middel van de overgedragen winst of door middel van de beschikbare thesaurie.". HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgische Spoorwegen

Art. 9.In boek 2, titel 2, van de wet van 23 juli 1926 betreffende de NMBS en het personeel van de Belgische Spoorwegen, wordt het opschrift van hoofdstuk 1, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013014728 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen sluiten, vervangen als volgt : "HOOFDSTUK 1. - Maatschappelijk doel, kapitaal, statuten, wettelijke en reglementaire bepalingen, algemene opdrachtenbrief".

Art. 10.In boek 2, titel 2, hoofdstuk 1, van dezelfde wet, wordt een afdeling 5 ingevoegd, luidende : "Afdeling 5. - Algemene opdrachtenbrief"

Art. 11.In boek 2, titel 2, hoofdstuk 1, van dezelfde wet, wordt in afdeling 5, ingevoegd bij artikel 10, een artikel 31/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 31/1.De bijzondere regels en voorwaarden waaronder HR Rail de haar bij deze wet opgelegde taken vervult, binnen het kader van haar maatschappelijk doel zoals omschreven in artikel 23, worden opgenomen in een algemene opdrachtenbrief die de vorm aanneemt van een overeenkomst, af te sluiten tussen de Staat, HR Rail, NMBS en Infrabel zonder hierbij afbreuk te doen aan de wettelijke bevoegdheidsverdeling inzake personeelszaken tussen HR Rail, Infrabel en de NMBS, zoals geregeld in titel 3, hoofdstuk 5.".

Art. 12.In boek 2, titel 3, hoofdstuk 6, afdeling 1, onderafdeling 1, van dezelfde wet, wordt een artikel 114/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 114/1.Binnen de Belgische Spoorwegen nemen enkel de representatieve of erkende syndicale organisaties deel aan : 1° de onderhandelingsprocedure overeenkomstig artikel 75;2° de overlegprocedure overeenkomstig artikel 76;3° de procedure van aanzegging en overleg naar aanleiding van sociale conflicten overeenkomstig het syndicaal statuut van de Belgische Spoorwegen; 4° de sociale verkiezingen bedoeld in de artikelen 126/2, 145, § 2, en 146.".

Onder "representatieve syndicale organisatie" wordt verstaan elke in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigde op nationaal vlak opgerichte interprofessionele organisatie van werknemers, evenals de vakorganisatie die aangesloten is bij of deel uitmaakt van genoemde interprofessionele organisatie, die ook in Infrabel, in NMBS en in HR Rail vertegenwoordigd is.

Onder "erkende syndicale organisatie" wordt verstaan iedere vakorganisatie die naast het criterium dat vereist is om te worden beschouwd als representatieve syndicale organisatie tevens een aantal individueel betalende aangeslotenen telt dat ten minste gelijk is aan 10 procent van het totale personeelsbestand bij Infrabel, de NMBS en HR Rail samen.".

Art. 13.In artikel 116 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013014728 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder d) worden de woorden "in de Nationale Arbeidsraad vertegenwoordigde op nationaal vlak opgerichte interprofessionele organisaties van werknemers, die ook in Infrabel, in de NMBS en in HR Rail zijn vertegenwoordigd" vervangen door de woorden "representatieve syndicale organisaties";2° in de bepaling onder e) worden de woorden "in de zin van het personeelsstatuut van" opgeheven.

Art. 14.In boek 2, titel 3, hoofdstuk 6, afdeling 1, onderafdeling 2, van dezelfde wet, wordt een artikel 122/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 122/1.Elke representatieve syndicale organisatie, die geen erkende syndicale organisatie is en zetelt in de Nationale Paritaire Commissie, zetelt eveneens als volwaardig lid in de werkgroepen die in de schoot van de Nationale Paritaire Commissie worden opgericht alsook in de Nationale Commissie voor preventie en bescherming op het werk, het Nationaal Comité van de Sociale Werken, het Nationaal Subcomité van de Sociale Werken, het Kledingfonds, en als waarnemer in het Sturingscomité en de strategische Bedrijfscomités.".

Art. 15.Artikel 123 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013014728 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen sluiten, wordt vervangen als volgt : "

Art. 123.Bij de Belgische Spoorwegen wordt een Sturingscomité ingericht, dat is samengesteld uit : 1° de gedelegeerd bestuurder van Infrabel;2° de gedelegeerd bestuurder van de NMBS;3° de algemeen directeur van HR Rail;4° drie vertegenwoordigers van de erkende syndicale organisaties;5° één waarnemer van elke representatieve syndicale organisatie die geen erkende syndicale organisatie is en zetelt in de Nationale Paritaire Commissie. Het Sturingscomité, bedoeld in het eerste lid, vergadert onder alternerend voorzitterschap van de gedelegeerd bestuurder van Infrabel, de gedelegeerd bestuurder van de NMBS en de algemeen directeur van HR Rail.".

Art. 16.In boek 2, titel 3, hoofdstuk 6, afdeling 1, van dezelfde wet, wordt een onderafdeling 4 ingevoegd, luidende : "Onderafdeling 4. De regionale sociale dialoog"

Art. 17.In boek 2, titel 3, hoofdstuk 6, afdeling 1, van dezelfde wet, wordt in onderafdeling 4, ingevoegd bij artikel 16, een artikel 126/1 ingevoegd, luidende : "

Art. 126/1.Binnen de Belgische Spoorwegen worden vijf gewestelijke paritaire commissies opgericht voor de sociale dialoog over sociale aangelegenheden van de Belgische Spoorwegen, zowel deze die eigen zijn aan één van de vennootschappen als deze die meer dan één vennootschap aanbelangen.".

Art. 18.In boek 2, titel 3, hoofdstuk 6, afdeling 1, van dezelfde wet, wordt in onderafdeling 4, ingevoegd bij artikel 16, een artikel 126/2 ingevoegd, luidende : "

Art. 126/2.De samenstelling van de gewestelijke paritaire commissies wordt, wat de vertegenwoordigers van het personeel betreft, geregeld via sociale verkiezingen. Deze sociale verkiezingen worden voor de eerste maal georganiseerd in 2018 en vervolgens vierjaarlijks vanaf 2024.

De verkiezingsprocedure, de handelingen die de verkiezingsprocedure voorafgaan en het aantal beschikbare mandaten, zullen het voorwerp uitmaken van de onderhandelingsprocedure in de Nationale Paritaire Commissie overeenkomstig artikel 75. Indien in de Nationale Paritaire Commissie de tweederdemeerderheid van de uitgebrachte stemmen niet wordt bereikt uiterlijk tegen 31 december 2016, zal de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de verkiezingsprocedure, de daaraan voorafgaande handelingen en het aantal beschikbare mandaten bepalen.

Deze gewestelijke paritaire commissies zijn paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de drie vennootschappen en vertegenwoordigers van het personeel.

Elke gewestelijke paritaire commissie wordt voorgezeten door de regionale vertegenwoordiger van de algemeen directeur van HR Rail en bestaat in voorkomend geval uit meerdere kamers.

De Belgische arbeidsrechtbanken en -hoven zijn bevoegd om uitspraak te doen over betwistingen inzake deze sociale verkiezingen.".

Art. 19.In boek 2, titel 3, hoofdstuk 6, afdeling 1, van dezelfde wet, wordt in onderafdeling 4, ingevoegd bij artikel 16, een artikel 126/3 ingevoegd, luidende : "

Art. 126/3.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden toegekend aan andere organen van sociale dialoog, heeft de regionale sociale dialoog onder meer betrekking op de volgende aangelegenheden : 1° onderzoeken van de voorstellen en bezwaren van het personeel betreffende de werkregeling en de verbetering van de productie;2° uitbrengen van advies over alle vraagstukken betreffende de werkregeling, telkens die door de bevoegde gewestelijke overheid worden voorgelegd, met inbegrip van de vraagstukken die voor het personeel indirect van belang kunnen zijn, met uitzondering van welzijn op het werk;3° onderzoeken van de kwesties met betrekking tot mobiliteit van het personeel tussen Infrabel, NMBS en HR Rail, alsook de hertoewijzing van beschikbare personeelsleden;4° de bevoegdheden inzake sociale werken die ingevolge het statuut van het personeel worden toegekend. § 2. De gewestelijke paritaire commissies brengen advies uit over de kwesties die hen worden voorgelegd door de vennootschappen. De vraagstukken betreffende de werkregeling, behalve in de gevallen bepaald in de wet, de personeelsreglementering of het personeelsstatuut, moeten hen niet vooraf worden voorgelegd.

De kwesties van algemene aard en de beginselkwesties vallen onder de bevoegdheid van de Nationale Paritaire Commissie.".

Art. 20.In boek 2, titel 3, hoofdstuk 6, afdeling 1, van dezelfde wet, wordt in onderafdeling 4, ingevoegd bij artikel 16, een artikel 126/4 ingevoegd, luidende : "

Art. 126/4.De gewestelijke paritaire commissies komen op geregelde tijdstippen bijeen, volgens de bepalingen van het personeelsstatuut of het syndicaal statuut.".

Art. 21.Artikel 128, § 1, van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013014728 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen sluiten, wordt aangevuld met een lid, luidende : "Elke representatieve syndicale organisatie die geen erkende organisatie is en zetelt in de Nationale Paritaire Commissie mag één waarnemer afvaardigen.".

Art. 22.In boek 2, titel 3, hoofdstuk 6, afdeling 2 van dezelfde wet wordt onderafdeling 2, dat de artikelen 132, 133, 134 en 135 bevat, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013014728 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen sluiten, opgeheven.

Art. 23.Artikel 144, § 2, van dezelfde wet wordt aangevuld met een lid, luidende : "Elke representatieve syndicale organisatie die geen erkende organisatie is en zetelt in de Nationale Paritaire Commissie mag één lid afvaardigen.".

Art. 24.In artikel 145 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013014728 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen sluiten, wordt paragraaf 2 vervangen als volgt : " § 2. Het Bedrijfscomité voor preventie en bescherming op het werk is tweeledig samengesteld uit vertegenwoordigers van de betrokken vennootschap en vertegenwoordigers van het personeel met dien verstande dat er niet meer vertegenwoordigers van de betrokken vennootschap dan vertegenwoordigers van het personeel aangewezen mogen zijn. De samenstelling van het Bedrijfscomité voor preventie en bescherming op het werk wordt wat de vertegenwoordigers van het personeel betreft geregeld via sociale verkiezingen. Deze sociale verkiezingen worden voor de eerste maal georganiseerd in 2018 en vervolgens vierjaarlijks vanaf 2024.

De verkiezingsprocedure, de handelingen die de verkiezingsprocedure voorafgaan en het aantal beschikbare mandaten, zullen het voorwerp uitmaken van de onderhandelingsprocedure in de Nationale Paritaire Commissie overeenkomstig artikel 75. Indien in de Nationale Paritaire Commissie de tweederdemeerderheid van de uitgebrachte stemmen niet wordt bereikt uiterlijk tegen 31 december 2016, zal de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de verkiezingsprocedure, de daaraan voorafgaande handelingen en het aantal beschikbare mandaten bepalen.

De Belgische arbeidsrechtbanken en -hoven zijn bevoegd om uitspraak te doen over betwistingen inzake deze sociale verkiezingen.".

Art. 25.In artikel 146 van dezelfde wet wordt paragraaf 1, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013014728 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen sluiten, vervangen als volgt : " § 1. Elke vennootschap regelt de structuur en werking van haar Comités voor preventie en bescherming op het werk, na akkoord van haar Bedrijfscomité voor preventie en bescherming op het werk dat beslist bij tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

De samenstelling van de Comités voor preventie en bescherming op het werk wordt wat de vertegenwoordigers van het personeel betreft geregeld via sociale verkiezingen. Deze sociale verkiezingen worden voor de eerste maal georganiseerd in 2018 en vervolgens vierjaarlijks vanaf 2024.

De verkiezingsprocedure, de handelingen die de verkiezingsprocedure voorafgaan en het aantal beschikbare mandaten, zullen het voorwerp uitmaken van de onderhandelingsprocedure in de Nationale Paritaire Commissie overeenkomstig artikel 75. Indien in de Nationale Paritaire Commissie de tweederdemeerderheid van de uitgebrachte stemmen niet wordt bereikt uiterlijk tegen 31 december 2016, zal de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de verkiezingsprocedure, de daaraan voorafgaande handelingen en het aantal beschikbare mandaten bepalen.

De Belgische arbeidsrechtbanken en -hoven zijn bevoegd om uitspraak te doen over betwistingen inzake deze sociale verkiezingen.".

Art. 26.Artikel 151 van dezelfde wet, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 december 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2013 pub. 16/12/2013 numac 2013014728 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende het personeel van de Belgische Spoorwegen sluiten, wordt vervangen als volgt : "

Art. 151.De organisatie, het beheer en de andere aspecten met betrekking tot sociale werken worden in het personeelsstatuut of het syndicaal statuut geregeld.

De samenstelling van het Nationaal Comité van de sociale werken en het Nationaal Subcomité van de sociale werken wordt in het personeelsstatuut of het syndicaal statuut geregeld. Het Nationaal Comité van de sociale werken en het Nationaal Subcomité van de sociale werken zijn paritair samengesteld en elke representatieve organisatie die geen erkende organisatie is en zetelt in de Nationale Paritaire Commissie mag één lid afvaardigen.".

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 3 augustus 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister belast met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en bevoegd voor Infrabel, F. BELLOT Met 's Lands zegel gezegeld : Voor de minister van Justitie, afwezig : De Vice-eerste minister en minister van Werk, Economie en Consumenten belast met de Buitenlandse Handel, K. PEETERS _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 54-1889 Integraal verslag : 20 juli 2016

^