Etaamb.openjustice.be
Wet van 01 juli 2006
gepubliceerd op 10 augustus 2006

Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot rechtsbijstand

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2006009551
pub.
10/08/2006
prom.
01/07/2006
ELI
eli/wet/2006/07/01/2006009551/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 JULI 2006. - Wet tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot rechtsbijstand


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek wat betreft de procedure voor het toekennen van rechtsbijstand

Art. 2.In het Vierde deel, Boek I, van hetzelfde Wetboek wordt voor artikel 664 een opschrift ingevoegd, luidende : « HOOFDSTUK I. - Omschrijving ».

Art. 3.In hetzelfde Boek I wordt tussen artikelen 664 en 665 een opschrift ingevoegd, luidende : « HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied ».

Art. 4.In hetzelfde Boek I wordt tussen de artikelen 668 en 669 een opschrift ingevoegd, luidende : « HOOFDSTUK III. - Rechtspleging ».

Art. 5.In hetzelfde Boek I wordt tussen de artikelen 687 en 688 een opschrift ingevoegd, luidende : « HOOFDSTUK IV. - Hoger Beroep ».

Art. 6.In hetzelfde Boek I wordt tussen de artikelen 690 en 691 een opschrift ingevoegd, luidende : « HOOFDSTUK V. - Kosten ».

Art. 7.In hetzelfde Boek I wordt tussen de artikelen 692 en 693 een opschrift ingevoegd, luidende : « HOOFDSTUK VI. - Verhaal door de Staat ».

Art. 8.In hetzelfde Boek I wordt tussen de artikelen 697 en 698 een opschrift ingevoegd, luidende : « HOOFDSTUK VII. - Intrekking ».

Art. 9.In hetzelfde Boek I wordt een Hoofdstuk VIII, dat de artikelen 699bis tot 699ter omvat, ingevoegd, luidende : « HOOFDSTUK VIII. - Grensoverschrijdende geschillen bedoeld in richtlijn 2003/8/EG »

Art. 10.In hetzelfde Boek I wordt een artikel 699bis ingevoegd, luidende : «

Art. 699bis.Artikel 508/24 is van overeenkomstige toepassing op de grensoverschrijdende geschillen in de zin van richtlijn 2003/8/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriftenbetreffende rechtsbijstand bij die geschillen. ».

Art. 11.In hetzelfde Boek I wordt een artikel 699ter ingevoegd, luidende : «

Art. 699ter.De persoon die niet over ontoereikende inkomsten beschikt in de zin van artikel 667, kan evenwel rechtsbijstand genieten indien hij het bewijs levert dat hij de kosten niet kan dragen als gevolg van de verschillen in de kosten van levensonderhoud tussen de lidstaat waar hij zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft en België. ».

Art. 12.Artikel 665 van hetzelfde Wetboek, aangevuld bij de wet van 19 februari 2001, wordt aangevuld als volgt : « 6° voor alle buitengerechtelijke procedures die opgelegd zijn bij wet of door de rechter; 7° voor de tenuitvoerlegging van authentieke akten in andere lidstaten van de Europese Unie in het kadervan artikel 11 van richtlijn 2003/8/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen, door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften betreffende rechtsbijstand bij die geschillen, onder de in deze richtlijn bepaalde voorwaarden.».

Art. 13.Artikel 667 van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld met het volgende lid : « De beslissing van het bureau voor juridische bijstand die de gedeeltelijke of volledige kosteloze juridische tweedelijnbijstand verleent, geldt als bewijs van ontoereikende inkomsten. ».

Art. 14.Artikel 668, c). van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 15 december 1980, wordt aangevuld als volgt : « of die op regelmatige wijze verblijft in één van de lidstaten van de Europese Unie ».

Art. 15.Artikel 674 van hetzelfdeWetboek, gewijzigd bij de wet van 9 april 1980, wordt opgeheven.

Art. 16.In artikel 675 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « verzoekschrift » vervangen door de woorden « schriftelijk verzoek »;2° in het eerste lid worden de woorden « ;hij » vervangen door de woorden « . Dit verzoek is aan geen andere formaliteiten onderworpen.

De verzoeker »; 3° het tweede, het derde, het vierde en het vijfde lid worden opgeheven;4° artikel 675 wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor de vrederechter mag rechtsbijstand worden toegestaan op eenvoudig schriftelijk of mondeling verzoek, waarbij de stukken bedoeld in artikel 676 of 677 worden gevoegd.».

Art. 17.Artikel 677, eerste lid, van hetzelfdeWetboek wordt vervangen als volgt : «

Art. 677.Onverminderd artikel 508/17 en onverminderd de mogelijkheid om het verzoek in te dienen via de bevoegde autoriteiten in de zin van de in artikel 508/24, § 1, genoemde richtlijn, richt de verzoeker die in het buitenland verblijft zijn verzoek aan het bureau of de rechter, aan de hand van het formulier, bedoeld in artikel 16 van de in artikel 508/ 24, § 1, genoemde richtlijn. Hij voegt hierbij de stukken waaruit de stand van zijn inkomsten blijkt,zoals zij vereist worden door de wet van het land waar hij verblijft. ».

Art. 18.Artikel 678 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : «

Art. 678.Het bureau doet uitspraak op basis van de stukken. Het kan ook het verzoek onderzoeken.

Voor dit onderzoek, kan het zich tot het openbaar ministerie wenden met een verzoek om verslag.

Het bureau kan voor dit onderzoek de verzoeker in raadkamer oproepen.

De oproeping wordt hem door de griffier bij gerechtsbrief gezonden.

Het bureau doet uitspraak binnen acht dagen na de indiening van het verzoek.

Binnen drie dagen na de uitspraak geeft de griffier bij gerechtsbrief kennis van de beschikking aan de verzoeker.

De behandeling geschiedt in raadkamer. ».

Art. 19.Artikel 679 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 20.In artikel 680 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt het woord « 679 » vervangen door het woord « 678 »;2° het tweede lid wordt opgeheven Art.21. Artikel 681 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 22.In artikel 682, eerste lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « en 681 » vervangen door de woorden « . De behandeling geschiedt in raadkamer ».

Art. 23.In artikel 683, tweede lid, van hetzelfde Wetboek worden de woorden « Belanghebbenden kunnen »vervangen door de woorden « De verzoekende partij kan ».

Art. 24.Artikel 688, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 11 juli 1994, wordt vervangen als volgt : « Tegen de beslissingen van de vrederechters, van de politierechtbanken en van de bureaus voor rechtsbijstand van een rechtbank van eerste aanleg, van een arbeidsrechtbank of van een rechtbank van koophandel kan hoger beroep worden ingesteld door de verzoeker. ».

Art. 25.Artikel 689 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen als volgt : «

Art. 689.Hoger beroep wordt, op straffe van verval, binnen een maand na de kennisgeving van de uitspraak ingesteld bij een schriftelijk verzoek, dat bij de griffie van het gerecht in hoger beroep wordt ingediend. Dit verzoek is aan geen andere formaliteiten onderworpen dan de vermelding van de redenen, die op straffe van nietigheid is voorgeschreven.

De rechtspleging die is bepaald in artikel 678 wordt gevolgd.

Art. 26.In artikel 690, eerste lid, van hetzelfde wetboek wordt het woord « partijen » vervangen door de woorden « de verzoeker »

Art. 27.In artikel 691 van hetzelfde wetboek worden de woorden « een van de partijen » vervangen door de woorden « de verzoeker ».

Art. 28.In artikel 692 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 19 februari 2001, worden tussen het eerste en het tweede lid de volgende leden ingevoegd : « De reiskosten gemaakt door hem die rechtsbijstand geniet wanneer zijn fysieke aanwezigheid ter terechtzitting bij de wet of door de rechter geboden is, worden, te zijner ontlasting, voorgeschoten op de wijze bepaald in het algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken.

Hetzelfde geldt voor de kosten voor het tolken, indien de vreemdeling de taal van de rechtspleging niet begrijpt.

Op dezelfde wijze zullen de kosten voor het vertalen van de stukken gevraagd door de wet of door de rechter voorgeschoten worden ter ontlasting van de vreemdeling, bedoeld in vorig lid. ».

Art. 29.Artikel 764, eerste lid, 9°, van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven. HOOFDSTUK III. - Slotbepaling

Art. 30.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 1 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Zitting 2005-2006. Senaat Stukken. - Ontwerp geëvoceerd door de Senaat, 3-1674 - Nr. 1. - Amendementen, 3-1674 - Nr. 2. - Verslag, 3-1674 - Nr. 3. - Tekst verbeterd door de commissie (art.77 van de Grondwet), 3-1674 - Nr. 4. - Tekst verbeterd door de commissie (art 78 van de Grondwet), 3-1674 - Nr. 5. - Besslissing om niet te amenderen, 3-1674 - Nr. 6.

Handelingen. - 8 juni 2006.

Kamer van volksvertegenwoordigers Stukken. - Wetsontwerp, 51-2181 - Nr. 1. - Amendementen, 51-2181 - Nr. 2. - Verslag, 51-2181 - Nr.3. - Tekst anngenomen door de commissie, 51-2181 - Nr. 4. - Tekst aangenomen in pleniaire vergadering en overzonden aan de Senaat, 51-2181 - Nr. 5.

Integraal Verslag. - 27 april 2006.

^