gepubliceerd op 31 mei 2017
Verordening tot ontwikkeling van de initiatie tot theater en dans bij het schoolpubliek door middel van activiteiten genaamd "schoolinitiatie"
27 APRIL 2017. - Verordening tot ontwikkeling van de initiatie tot theater en dans bij het schoolpubliek door middel van activiteiten genaamd "schoolinitiatie"
De Vergadering van de Franse Gemeenschapscommissie heeft aangenomen en Wij, het College, bekrachtigen en verkondigen hetgeen volgt:
Artikel 1.Binnen de perken van de beschikbare kredieten, kan een subsidie worden verleend aan de beroepstoneelgezelschappen en de beroepsdansgezelschappen volgens de regels en voorwaarden die werden vastgelegd door deze verordening.
Art. 2.Er kan slechts één subsidieaanvraag per kalenderjaar en per soort van subsidie worden ingediend door eenzelfde theater en/of toneelgezelschap. Een coproductie wordt uitgebreid tot een volwaardige subsidieaanvraag.
De namen en adressen van de financiële partners en van de betrokken coproducenten bij het project, evenals een kopie van het contract voor coproductie dienen te worden afgeleverd.
Art. 3.De aanvraag dient te worden ingediend vanaf dat de activiteiten zijn gepland, bevestigd of reeds verwezenlijkt. Er dient verplicht een volledig pedagogisch dossier bij de aanvraag te worden gevoegd. Het volledige dossier en de verantwoordingsstukken zullen worden ingediend bij de Franse Gemeenschapscommissie uiterlijk drie maanden na de activiteit.
Elke subsidieaanvraag wordt, op straffe van verval, uiterlijk op 30 september van het kalenderjaar waarin het spektakel en de activiteiten plaatsvinden, ingediend bij de Franse Gemeenschapscommissie via de formulieren die zich bevinden in bijlagen 1 en 2 van deze verordening.
Indien alle activiteiten reeds hebben plaatsgevonden, wordt elke subsidieaanvraag uiterlijk op 30 september van het jaar waarin het spektakel en de activiteiten plaatsvinden ingediend bij de Franse Gemeenschapscommissie via de volledige formulieren die zich bevinden in de bijlagen 1 tot 6 van deze verordening.
Art. 4.§ 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a) Theatergezelschap: gesubsidieerd theater, niet-gesubsidieerd theater, vereniging zonder winstoogmerk die een activiteit van theatrale aard uitoefent.b) Dansgezelschap: gesubsidieerd dansgezelschap, niet-gesubsidieerd dansgezelschap, vereniging zonder winstoogmerk die een activiteit binnen de danssector uitoefent. § 2. De subsidie kan slechts worden toegekend aan theatergezelschappen en dansgezelschappen waarvan de hoofdzetel zich bevindt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bovendien moeten ze daar hun hoofdactiviteit uitoefenen en moeten ze worden beschouwd als een materie die uitsluitend valt onder de bevoegdheden van de Franse Gemeenschapscommissie, overeenkomstig het artikel 127 van de Grondwet. § 3. Bij zijn activiteiten en zijn beheer maakt het theater- of dansgezelschap gebruik van de Franse taal.
Art. 5.De volgende beroepstoneel- en beroepsdansgezelschappen worden in aanmerking genomen. Deze: - nodigen het schoolpubliek uit om een spektakel bij te wonen dat gepland staat tijdens het kalenderjaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend en dat georganiseerd wordt op een theatrale plaats buiten de onderwijsinstelling; - staan toe aan het schoolpubliek om, op basis van een pedagogisch dossier, activiteitensessies, opleidingssessies of initiatiesessies te genieten in de onderwijsinstelling of op een plaats waar shows worden gehouden, voor of na de voorstelling; - staan toe aan het schoolpubliek om de regisseur, de choreograaf, de decorontwerper, de acteurs of de dansers te ontmoeten op de plaats waar het spektakel werd ontworpen; - creëren, verwezenlijken en leveren een pedagogisch dossier af dat ten minste de volgende elementen herneemt: - een samenvatting van het stuk; - een biografische nota over de auteur; - een historische en maatschappelijke nota over het tijdperk en de context van het stuk ; - een nota van de regisseur of van de choreograaf met een voorstelling van zijn/haar opvatting van het spektakel; - een gedetailleerde beschrijving van het activiteiten-, opleidings- of initiatieproject; - een bibliografische inschrijving.
Art. 6.De theater- en dansgezelschappen moeten een aanvraag indienen bij de Franse Gemeenschapscommissie, en dit uitsluitend met behulp van de formulieren tot subsidieaanvraag met betrekking tot de Schoolinitiatie. Deze formulieren bevinden zich in bijlage van deze verordening. Bovendien moeten ze ook een dossier samenstellen dat de volgende stukken bevat: - een volledig artistiek dossier, persdossier of verspreidingsdossier betreffende het theaterstuk of het dansspektakel; - een kopie van de statuten van het theater- of dansgezelschap (kopie van de neergelegde en verschenen statuten in het Belgische Staatsblad); - een begroting voor de globale creatie van het spektakel; - de balansen en rekeningen van het voorgaande kalenderjaar; - het activiteitenverslag van het voorgaande kalenderjaar; - het bewijs van neerlegging van de rekeningen, de balansen en van het activiteitenverslag van het voorgaande kalenderjaar bij de Griffie van het Gerecht of bij de Nationale Bank van België; - het rekeningnummer van de vzw (een oningevuld overschrijvingsformulier bijvoorbeeld); - een volledig pedagogisch dossier; - een gedetailleerde nota met uitleg over de inhoud en het verloop van de activiteiten.
Art. 7.De toegekende subsidie dekt uitsluitend de kosten verbonden aan de verwezenlijking van pedagogische documenten, aan activiteiten die werden uitgevoerd in het kader van de initiatieactie die werd uitgevoerd door de begunstigde van de subsidie en aan de gedeeltelijke terugbetaling van de plaatsen voor het spektakel. Het bedrag van de subsidie mag in geen geval hoger zijn dan zevenduizend euro (7.000 ) per dossier.
De theater- en dansgezelschappen moeten de financiering van de organisatie van het spektakel voor 60% van de totale kostprijs zelf verzekeren, zonder tussenkomst van de Franse Gemeenschapscommissie.
Art. 8.De Franse Gemeenschapscommissie behoudt zich het recht voor om de artistieke en ethische waarde van het theaterproject en de educatieve waarde van het pedagogisch dossier te beoordelen.
Art. 9.De subsidie moet worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze werd toegekend. Elke toelageontvanger moet het gebruik van de ontvangen sommen rechtvaardigen.
Het College van de Franse Gemeenschapscommissie kan de aard, de omvang en de modaliteiten van de te verstrekken bewijsstukken door de toelageontvanger vaststellen. Het kan de organisatie- en coördinatiemodaliteiten van de controles preciseren.
Uitsluitend door de subsidieaanvraag, kent de toelageontvanger het recht toe aan de Franse Gemeenschapscommissie om controles ter plaatse te laten uitvoeren op het gebruik van de toegekende fondsen.
Het bedrag van de subsidie dient onmiddellijk te worden terugbetaald door de toelageontvanger die: - de toekenningsvoorwaarden van de subsidie zoals hernomen in deze verordening niet naleeft; - de subsidie niet gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze werd toegekend; - de controle dwarsboomt die wordt uitgevoerd door de administratie.
Indien de toelageontvanger het nalaat om de bewijsstukken af te leveren in verband met het gebruik van de subsidie die hem werd toegekend, dient hij het niet-gerechtvaardigde subsidiegedeelte terug te betalen.
Om het dossier met bewijsstukken op te maken, moet de toelageontvanger de formulieren tot subsidieaanvraag betreffende de Schoolinitiatie, die zich bevinden in bijlagen 3, 4, 5 en 6 van deze verordening, terugsturen naar de Franse Gemeenschapscommissie op het moment dat de subsidie werd uitbetaald.
Art. 10.Het gesubsidieerde theater- of dansgezelschap is verplicht melding te maken van de steun door de Franse Gemeenschapscommissie en van haar logo in alle publicaties van de vereniging, met inbegrip van de affiches, programma's, website en alle multimediale middelen. De steun door de Franse Gemeenschapscommissie zal worden vermeld in alle contacten met de media. Er zal een voorbeeld van elke reclamedrager bij de verantwoordingsstukken worden gevoegd.
Art. 11.De verordening van 12 december 1997 betreffende de toekenning van subsidies aan beroepstoneelgezelschappen in het kader van een Initiatieprogramma van het schoolpubliek tot theater en dans, wordt opgeheven.
Art. 12.Deze verordening heeft uitwerking vanaf 1 januari 2017.
Brussel, 31 maart 2017.
De Voorzitster, De Secretaris, De Griffier, Brussel, 27 april 2017.
Voor de Brusselse Franstalige Regering : De Minister-presidente van de Brusselse Franstalige Regering, bevoegd voor de Begroting, het Onderwijs, het Schooltransport, de Kinderopvang, Sport en Cultuur, F. LAANAN De Minister van de Brusselse Franstalige Regering bevoegd voor de Sociale, Samenhang en Toerisme, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Franstalige Regering bevoegd voor het openbaar ambt, het gezondheidsbeleid, C. JODOGNE De Minister van de Brusselse Franstalige Regering bevoegd voor de beroepsopleiding, D. GOSUIN De Minister van de Brusselse Franstalige bevoegd voor het Hulpbeleid voor personen met een handicap, de Sociale Actie, het Gezin en internationale Betrekkingen, C. FREMAULT