gepubliceerd op 01 juni 1999
Ministerieel besluit tot aanpassing van de artikelen 92 en 93 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering aan het handvest van de sociaal verzekerde
30 APRIL 1999. - Ministerieel besluit tot aanpassing van de artikelen 92 en 93 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering aan het handvest van de sociaal verzekerde (1)
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, en de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wetten van 13 maart 1997 en 13 februari 1998;
Gelet op de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « handvest » van de sociaal verzekerde, inzonderheid op artikel 11bis, ingevoegd bij de wet van 25 juni 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 138, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 april 1999;
Gelet op het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering inzonderheid op de artikelen 92, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 22 december 1995, 10 juni 1997 en 11 augustus 1997 en 93;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 januari 1999;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 maart 1999;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « Handvest » van de sociaal verzekerde in werking is getreden op 1 januari 1997, zodat de uitvoeringsmaatregelen, voor zover dit materieel mogelijk is, eveneens met ingang van 1 januari 1997 moeten uitwerking hebben; dat de verschillende instellingen van sociale zekerheid de ontwerpen van besluit voor hun sector moesten opstellen teneinde hun eigen regeling aan te passen aan de bepalingen van het handvest; dat teneinde de uitvoerbaarheid van deze wet mogelijk te maken in de sector van de werkloosheidsverzekering en teneinde de door de wetgever beoogde bescherming aan de sociaal verzekerde via het handvest te waarborgen, het dan ook noodzakelijk is dat dit besluit ter uitvoering van de wet zo snel mogelijk wordt genomen;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 13 april 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.Artikel 92 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 22 december 1995, 10 juni 1997 en 11 augustus 1997, wordt aangevuld met de volgende paragraaf : « § 4. Wanneer de uitbetalingsinstelling bij de indiening bedoeld in de vorige paragrafen vaststelt dat er ingevolge blijvende onmogelijkheid geen volledig dossier zal kunnen ingediend worden, deelt zij dit aan het werkloosheidsbureau mee, vergezeld van het bewijs van de redenen van de blijvende onmogelijkheid.
Wanneer de directeur erkent dat het blijvend onmogelijk is het dossier te vervolledigen, beslist hij over het recht op uitkeringen nadat hij de nodige onderzoekingen heeft laten verrichten; het dossier wordt voor de toepassing van de artikelen 95 of 96 beschouwd als volledig.
Wanneer de directeur de blijvende onmogelijkheid niet erkent, wordt de procedure voorzien in artikel 93, § 2, toegepast.
De uitbetalingsinstelling licht de werkloze in omtrent de vraag de onmogelijkheid te erkennen en, desgevallend, omtrent de niet aanvaarding. ».
Art. 2.Artikel 93, § 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende leden : « Het laattijdig heringediende dossier dat op het werkloosheidsbureau toekomt vóór het einde van de vijfde maand volgend op de in artikel 92 vermelde indieningstermijnen, wordt als tijdig heringediend beschouwd indien de redenen van onmogelijkheid door de directeur worden erkend.
De uitbetalingsinstelling licht de werkloze in omtrent de vraag de onmogelijkheid te erkennen. ».
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Het is evenwel slechts toepasselijk voor zover de datum van de uitkeringsaanvraag of van de wijzigende gebeurtenis samenvalt met, of gelegen is na, de datum waarop onderhavig besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Brussel, 30 april 1999.
Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944. Wet van 14 juli 1951, Belgisch Staatsblad van 16 december 1951.
Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961.
Wet van 16 april 1963, Belgisch Staatsblad van 23 april 1963.
Wet van 11 januari 1967, Belgisch Staatsblad van 14 januari 1967.
Wet van 10 oktober 1967, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967.
Koninklijk besluit nr. 13 van 11 oktober 1978, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1978.
Koninklijk besluit nr. 28 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 26 maart 1982.
Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985.
Wet van 30 december 1988, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1989.
Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992.
Wet van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1994.
Wet van 11 april 1995, Belgisch Staatsblad van 6 september 1995.
Koninklijk besluit van 14 november 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996.
Wet van 13 maart 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997.
Wet van 25 juni 1997, Belgisch Staatsblad van 13 september 1997.
Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998.
Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991.
Koninklijk besluit van 30 april 1999, Belgisch Staatsblad van 1 juni 1999.
Ministerieel besluit van 26 november 1991, Belgisch Staatsblad van 25 januari 1992.
Ministerieel besluit van 22 december 1995, Belgisch Staatsblad van 13 januari 1996.
Ministerieel besluit van 10 juni 1997, Belgisch Staatsblad van 21 juni 1997.
Ministerieel besluit van 11 augustus 1997, Belgisch Staatsblad van 9 september 1997.