gepubliceerd op 27 september 2002
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de modaliteiten van de storting van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, aan de sectorale fondsen van de privé non-profit sector
22 AUGUSTUS 2002. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de modaliteiten van de storting van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, aan de sectorale fondsen van de privé non-profit sector (1)
De Minister van Werkgelegenheid, De Minister van Sociale Zaken, De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, inzonderheid op artikel 35, § 5, derde lid, vervangen bij de wetten van 26 maart 1999 en 24 december 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, inzonderheid op artikel 2, vijfde lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 april 1998 en 3 mei 1999;
Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de modaliteiten van de storting van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, aan de sectorale fondsen van de privé non-profit sector, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 6 juli 1999, 10 januari 2000, 8 juni 2000, 20 december 2000, 7 maart 2001, 16 oktober 2001, 14 november 2001 en 9 januari 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 juli 2002;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 17 juli 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende de specificiteit van de sociale maribel in de sector van de beschutte werkplaatsen waarbij 1. de tewerkstellingsvereiste van 33 % van een voltijdse job gesteld wordt om het recht te openen op de R.S.Z.-vermindering en 2. de techniek van de sociale maribel aangewend wordt voor de financiering van het gewaarborgd minimummaandloon van de mindervaliden;
Overwegende de controle op deze tewerkstelling in de sector van de beschutte werkplaatsen;
Overwegende dat dringend voldoende middelen aan de verschillende fondsen van de beschutte werkplaatsen moeten gestort worden zodat de fondsen hun opdracht kunnen vervullen, Besluiten :
Artikel 1.In het ministerieel besluit van 4 mei 1999 tot bepaling van de modaliteiten van de storting van de forfaitaire vermindering, bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector aan de sectorale fondsen van de privé non-profitsector, wordt een artikel 2ter ingevoegd, luidende : « Art. 2ter . Voor het eerste semester van het jaar 2001, stort de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan de sectorale fondsen de volgende bedragen : 1° « Fonds social bruxellois Maribel social » : 93.761 EUR; 2° Vlaams fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling : 293.821 EUR; 3° Sociaal Fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen : 145.994 EUR. Voor het tweede semester van het jaar 2001, stort de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan de sectorale fondsen de volgende bedragen : 1° « Fonds social bruxellois Maribel social » : 94.002 EUR; 2° Vlaams fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de ondernemingen voor beschutte tewerkstelling : 290.776 EUR; 3° Sociaal Fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen : 213.195 EUR. »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2002.
Brussel, 22 augustus 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 29 juni 1981, Belgisch Staatsblad van 2 juli 1981; Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999;
Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000;
Koninklijk besluit van 5 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997.
Koninklijk besluit van 16 april 1998, Belgisch Staatsblad van 24 april 1998.
Koninklijk besluit van 3 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 9 juni 1999.
Ministerieel besluit van 4 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 24 juni 1999.
Ministerieel besluit van 6 juli 1999, Belgisch Staatsblad van 20 juli 1999.
Ministerieel besluit van 10 januari 2000, Belgisch Staatsblad van 24 maart 2000.
Ministerieel besluit van 8 juni 2000, Belgisch Staatsblad van 13 juli 2000.
Ministerieel besluit van 20 december 2000, Belgisch Staatsblad van 13 februari 2001.
Ministerieel besluit van 7 maart 2001, Belgisch Staatsblad van 10 april 2001.
Ministerieel besluit van 16 oktober 2001, Belgisch Staatsblad van 21 november 2001.
Ministerieel besluit van 14 november 2001, Belgisch Staatsblad van 11 december 2001.
Ministerieel besluit van 9 januari 2002, Belgisch Staatsblad van 6 februari 2002.