28 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van de ambtenaren van niveau A van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen binnen de Federale Overheidsdienst Justitie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1997 tot vaststelling van administratieve bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen die behoren tot niveau 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1997 tot vaststelling van geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren in dienst in de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 oktober 2000, 4 december 2001, 10 november 2004 en 20 juli 2005;

Gelet het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van sommige administratieve en geldelijke bepalingen voor de personeelsleden van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie die bekleed zijn met een bijzondere graad, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 juli 2001 en 12 juli 2004;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 november 1997 betreffende de werving en de loopbaan van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen en hierop betrekking hebbende tabellen; het ministerieel besluit van 23 juni 1999 tot vaststelling van de functiebeschrijvingen en -profielen voor het personeel van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie.

Gelet op het koninklijk besluit van 20 januari 1936 ter vereenvoudiging van sommige strafprocedures ten aanzien van gedetineerden; het koninklijk besluit van 15 maart 1952 tot oprichting binnen de penitentiaire instelling van Merksplas van een speciale sectie bestemd voor geïnterneerden in uitvoering van de wet van 9 april 1930 op de sociale verdediging; het koninklijk besluit van 21 februari 1958 tot oprichting binnen de gevangenis van Turnhout een speciale sectie bestemd voor geïnterneerden in uitvoering van de wet van 9 april 1930 op de sociale verdediging; het koninklijk besluit van 24 januari 1961 tot oprichting binnen de gevangenis van Vorst een speciale sectie bestemd voor geïnterneerden in uitvoering van de wet van 9 april 1930 op de sociale verdediging.

Gelet op het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de penitentiaire instellingen;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 augustus 2004 houdende samenstelling en werking van d evaluatiecommissie omtrent de geschiktheid voor de uitvoering van de functie van coördinator bij een justitiehuis;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, van 31 mei 2006.

Gelet op het akkoord van het Directiecomité, gegeven op 6 juli 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 augustus 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 18 september 2006;

Gelet op het protocol nr 312 van 2 oktober 2006 van het Sectorcomité III - Justitie;

Gelet op het advies 41.783/2 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de coördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Justitie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Integratie van de bijzondere graden en van sommige gemene graden in de loopbaan van niveau A

Artikel 1.De buitendiensten van het directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de Federale Overheidsdienst Justitie bevatten : - de strafinrichtingen; - de justitiehuizen.

Art. 2.Bij de strafinrichtingen worden de volgende graden geschrapt : 1° sociaal arbeidsinspecteur;2° psycholoog;3° geneesheer-antropoloog;4° directeur;5° apotheker (vlakke loopbaan in uitdoving);6° sociaal arbeidsinspecteur-directeur;7° psycholoog-directeur;8° apotheker-directeur (vlakke loopbaan in uitdoving);9° geneesheer-antropoloog-directeur;10° eerstaanwezend directeur;11° regionaal directeur.

Art. 3.Bij de justitiehuizen wordt de volgende graad geschrapt : - regionaal directeur

Art. 4.De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van één van de geschrapte graden van de loopbaan van sociaal arbeidsinspecteur bij de strafinrichtingen die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bezoldigd in een weddenschaal opgenomen in kolom 2, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal opgenomen in kolom 4 en dragen de titel hier tegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In afwijking van artikel 24 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten, bekomen de ambtenaren voorheen bezoldigd in de weddenschaal 10B die op 30 november 2004 ten minste achttien jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 10C, op de eerste dag van de maand volgend op de datum van hun inschrijving voor een gecertificeerde opleiding, voor zover zij ervoor slagen en voorzover zij op dat ogenblik geen gunstiger regeling genieten.

Art. 5.De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van één van de geschrapte graden van de loopbaan van psycholoog bij de strafinrichtingen die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bezoldigd in een weddenschaal opgenomen in kolom 2, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal opgenomen in kolom 4 en dragen de titel hier tegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In afwijking van artikel 25 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren die op 30 november 2004 bezoldigd waren in de weddenschaal 10A, automatisch de weddenschaal A12 zodra zij een gecumuleerde anciënniteit van vier jaar hebben in hun oude graad van rang 10 en in klasse A1.

In afwijking van artikel 24 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren voorheen bezoldigd in de weddeschaal 10B die op 30 november 2004 ten minste achttien jaar graadanciënniteit hebben, de weddeschaal 10C, op de eerste dag van de maand volgend op de datum van hun inschrijving voor een gecertificeerde opleiding, voor zover zij ervoor slagen en voor- zover zij op dat ogenblik geen gunstiger regeling genieten.

Art. 6.De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van één van de geschrapte graden van de loopbaan van geneesheer-antropoloog bij de strafinrichtingen die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bezoldigd in een weddenschaal opgenomen in kolom 2, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal opgenomen in kolom 4 en dragen de titel hier tegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 7.De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van één van de geschrapte graden van de loopbaan van directeur bij de strafinrichtingen die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bezoldigd in een weddenschaal opgenomen in kolom 2, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal opgenomen in kolom 4 en dragen de titel hier tegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In afwijking van artikel 24 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, bekomen de ambtenaren voorheen bezoldigd in de weddenschaal 10B die op 30 november 2004 ten minste achttien jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 10C, op de eerste dag van de maand volgend op de datum van hun inschrijving voor een gecertificeerde opleiding, voor zover zij ervoor slagen en voor zover zij op dat ogenblik geen gunstiger regeling genieten.

Art. 8.De functie van inrichtingshoofd van een strafinrichting met ten minste 400 plaatsen wordt ingevuld door een aanwijzing voor een bepaalde duur, voor een termijn van vijf jaar die hernieuwbaar is.

De functie is toegankelijk : 1° voor de rijksambtenaren, met klasse A3 bekleed, die minstens 2 jaar lang de functie van gevangenisdirecteur hebben uitgeoefend in klasse A3;2° aan de rijksambtenaren met klasse A4 bekleed. Gedurende de duur van hun aanwijzing als inrichtingshoofd, bekomen de rijksambtenaren met de klasse A3 bekleed de weddenschaal A41.

De Minister kan een eind stellen aan de aanwijzing vóór het verstrijken van de termijn op verzoek van de ambtenaar of op een met reden omklede aanvraag van de Directeur-Generaal van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen.

Art. 9.De functie van regionaal directeur wordt ingevuld door een aanwijzing voor een bepaalde duur, voor een termijn van vijf jaar die hernieuwbaar is.

De functie is toegankelijk : 1° voor de rijksambtenaren, met klasse A3 bekleed, die minstens 2 jaar lang de functie van gevangenisdirecteur hebben uitgeoefend in klasse A3;2° aan de rijksambtenaren met klasse A4 bekleed. De Minister kan een eind stellen aan de aanwijzing vóór het verstrijken van de termijn op verzoek van de ambtenaar of op een met reden omklede aanvraag van de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen Gedurende de duur van hun aanwijzing als regionaal directeur bekomen de rijksambtenaren met de klasse A3 bekleed de weddenschaal A41.

Art. 10.De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van één van de graden van de loopbaan van apotheker (vlakke loopbaan in uitdoving) bij de strafinrichtingen die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bezoldigd in een weddenschaal opgenomen in kolom 2, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal opgenomen in kolom 4 en dragen de titel hier tegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 11.De ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van de geschrapte graden regionaal directeur die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bezoldigd in een weddenschaal opgenomen in kolom 2, worden ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal opgenomen in kolom 4 en dragen de titel hier tegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 12.De klasse-anciënniteit van de ambtenaren, benoemd in toepassing van de artikelen 4 tot 7, 10 en 11, is gelijk aan de graadanciënniteit welke verkregen was in de graad waarvan ze op 30 november 2004 titularis waren.

De anciënniteit verkregen in niveau 1 wordt geacht verkregen te zijn in niveau A. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. HOOFDSTUK II. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

Art. 13.De bepalingen bedoeld in de artikelen 227 tot 230 van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het rijkspersoneel zijn van toepassing op de ambtenaren waarvan de geschrapte graad geïntegreerd werd in overeenstemming met artikelen 2 en 3 van dit besluit.

Art. 14.Worden opgeheven : - het koninklijk besluit van 28 november 1997 tot vaststelling van administratieve bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen die behoren tot niveau 1; - de artikelen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 21, 22, 23, 24, § 2, en 26 van het koninklijk besluit van 28 november 1997 tot vaststelling van geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren in dienst in de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen; - het artikel 4 van het ministerieel besluit van 28 november 1997 betreffende de werving en de loopbaan van sommige ambtenaren van de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen en hierop betrekking hebben de tabellen; - Het ministerieel besluit van 23 juni 1999 tot vaststelling van de functiebeschrijvingen en -profielen voor het personeel van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie; - In artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van sommige administratieve en geldelijke bepalingen voor de personeelsleden van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie die bekleed zijn met een bijzondere graad wordt de vermelding « - in rang 13 : regionaal directeur (Dienst Justitiehuizen) » geschrapt; - Artikelen 4, 6 en 7 van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 hiervoor vernoemd.

Art. 15.Worden geschrapt en vervangen conform het huidige besluit, de woorden : - « directeur » vervangen door « attaché-gevangenisdirecteur » of « adviseur-gevangenisdirecteur » opgenomen in : - artikel 1, 2,3 van het koninklijk besluit van 20 januari 1936 ter vereenvoudiging van sommige strafprocedures ten aanzien van gedetineerden; - artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 maart 1952 tot oprichting binnen de penitentiaire instelling van Merksplas van een speciale sectie bestemd voor geïnterneerden in uitvoering van de wet van 9 april 1930 op de sociale verdediging; - artikel 2 van het koninklijk besluit van 21 februari 1958 tot oprichting binnen de gevangenis van Turnhout een speciale sectie bestemd voor geïnterneerden in uitvoering van de wet van 9 april 1930 op de sociale verdediging; - artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 januari 1961 tot oprichting binnen de gevangenis van Vorst een speciale sectie bestemd voor geïnterneerden in uitvoering van de wet van 9 april 1930 op de sociale verdediging. - « regionaal directeur » vervangen door « adviseur-regionaal directeur » opgenomen in artikel 1 van het ministerieel besluit van 10 augustus 2004 houdende samenstelling en werking van d evaluatiecommissie omtrent de geschiktheid voor de uitvoering van de functie van coordinator bij een justitiehuis; - « directeur, psycholoog, geneesheer-antropoloog » vervangen door « adviseur-gevangenisdirecteur, adviseur-psycholoog, adviseur-generaal- geneesheer-antroploog » opgenomen in diverse artikelen van het koninklijk besluit van 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de penitentiaire instellingen.

Art. 16.Dit besluit heeft uitwerking met ingang op 1 december 2004, met uitzondering van de artikelen 8 en 9 die uitwerking hebben op 1 december 2005.

Art. 17.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, Mevr. L. ONKELINX