gepubliceerd op 19 augustus 2024
Koninklijk besluit betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces"
14 JULI 2024. - Koninklijk besluit betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" ("T.E.R.")
Deze tekst annuleert en vervangt de bekendmaking nr. 2024/007573, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 29 juli 2024, blz. 89145 tot 89163.
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, geeft uitvoering aan verschillende artikelen van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" ("T.E.R.") en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 14/09/2018 numac 2018031809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 14/09/2018 numac 2018031809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme sluiten tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (hierna de wet).
Deze wet zet in een autonome wet om de artikelen 44/11/3bis tot en met 44/11/3quinquies/2 van de wet op het politieambt, bepalingen met betrekking tot de gemeenschappelijke gegevensbanken `Terrorist Fighters' en `Haatpropagandisten', opgericht bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten2 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters (hierna `KB TF') en het koninklijk besluit van 23 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten3 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt (hierna `KB HP').
Een aantal bepalingen in de voornoemde koninklijke besluiten zijn eveneens in deze autonome wet omgezet.
Er werd ook om advies verzocht bij verschillende ter zake bevoegde autoriteiten: - Het College van procureurs-generaal heeft op 26 mei 2023 een advies verstrekt, waarin het geen opmerkingen heeft en met het ontwerp instemt; - De Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA) heeft op 16 juni 2023 advies nr. 97/2023 verstrekt. Het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten (Comité P) heeft ook op diezelfde datum een advies verstrekt; - Het Controleorgaan op de politionele informatie (COC) heeft op 20 juni 2023 advies verstrekt; - Het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Comité I) heeft op 13 juli 2023 advies nr. 004/CPR/2023 verstrekt; - De Raad van State heeft op 30 mei 2024 advies nr. 76.172/2 verstrekt.
Aanvullend werd tevens verzocht om het advies van de algemeen afgevaardigden voor de rechten van het kind met betrekking tot de verwerking van gegevens betreffende minderjarigen.
De gemeenschappen, inzonderheid de justitiehuizen, werden eveneens betrokken bij de uitwerking van de tekst waar het hun bevoegdheid betrof. Zo werd er op 17 maart 2023 een Interministeriële Conferentie voor de Justitiehuizen georganiseerd. Navolgend aan deze interministeriële conferentie hebben de minister bevoegd voor de Justitiehuizen en Hulpverlening aan de Jeugd van de Federatie Wallonië-Brussel en de minister bevoegd voor het Justitiehuis en Hulpverlening aan de Jeugd van de Duitstalige Gemeenschap elk op 7 april 2023 een gunstig advies verstrekt over het ontwerp. Dat geldt ook voor de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, die haar advies op 21 april 2023 heeft verstrekt.
In voorkomend geval worden de aanpassingen ingevolge de adviezen in de artikelsgewijze bespreking toegelicht.
Krachtens artikel 8, § 2, 1°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake de administratieve vereenvoudiging, is dit voorliggend ontwerp vrijgesteld van een voorafgaande impactanalyse daar het betrekking heeft op bepalingen inzake de nationale veiligheid.
I. Algemene commentaar Dit koninklijk besluit heeft tot doel bepaalde aspecten uit te werken van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. die opgericht wordt door de voornoemde wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten in het kader van het voorkomen en het bestrijden van terrorisme en extremisme dat tot terrorisme kan leiden.
Het gaat er in feite om de gemeenschappelijke gegevensbanken `Terrorist Fighters' en `Haatpropagandisten' aan te passen aan de nieuwe bepalingen van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten.
Bij de wet van 27 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/04/2016 pub. 09/05/2016 numac 2016009200 bron federale overheidsdienst justitie Wet inzake aanvullende maatregelen ter bestrijding van terrorisme sluiten inzake aanvullende maatregelen ter bestrijding van terrorisme werd oorspronkelijk in afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt de mogelijkheid ingevoerd voor de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie om gemeenschappelijke gegevensbanken op te richten.
De minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Justitie hadden dus besloten de gemeenschappelijke gegevensbanken `Terrorist Fighters' en `Haatpropagandisten' op te richten bij het koninklijk besluit van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten2 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters en het koninklijk besluit van 23 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten3 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt. Die gegevensbanken waren complementaire instrumenten waarmee hetzelfde hoofddoel werd nagestreefd, namelijk de bestrijding van terrorisme.
Hierbij moet worden opgemerkt dat de gemeenschappelijke gegevensbank `Haatpropagandisten' geen aparte gemeenschappelijke gegevensbank is, naast de gemeenschappelijke gegevensbank `Terrorist Fighters'. Vanuit technisch oogpunt bestaat er namelijk slechts één gemeenschappelijke gegevensbank, die de verschillende categorieën van personen of entiteiten bevat die opgesomd worden in de voornoemde koninklijke besluiten van 21 juli 2016 en 23 april 2018. Dat wordt trouwens ook bevestigd in het verslag aan de Koning bij het voornoemde koninklijk besluit van 20 december 2019: "In principe gaat het om één enkele gegevensbank die ingedeeld is in verschillende categorieën van personen die in de gegevensbank verwerkt kunnen worden." (DOC 55-3692/001, blz. 5).
Zoals het geval was met de gemeenschappelijke gegevensbanken `Terrorist Fighters' en `Haatpropagandisten', maakt de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. het voor verschillende diensten die over verschillende bevoegdheden beschikken mogelijk om hun gegevens en informatie te delen teneinde doeltreffender te zijn in het kader van het bestrijden en het opvolgen van terrorisme en van extremisme dat tot terrorisme kan leiden.
De bedoeling van deze kennisuitwisseling is de bescherming van onze burgers tegen het blind geweld van bepaalde personen of groeperingen en het anticiperen en het verhinderen van deze gewelddadige acties.
De exploitatie van de in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. geregistreerde gegevens en informatie maakt een globale aanpak van de voornoemde entiteiten mogelijk.
Het zal aldus gaan over het : - visualiseren van de kwantitatieve en kwalitatieve tendensen en ontwikkelingen; - optimaliseren van de informatie-uitwisseling en de kennisname aangaande de opgenomen entiteiten; - in kaart bregen van de fenomenen; - geven een beeld van het beheer, het overzicht en de resultaten van de acties en de maatregelen die genomen worden met betrekking tot de entiteiten opgenomen in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. II. Artikelsgewijze commentaar.
Vooraf moet worden opgemerkt dat naar aanleiding van de verschillende ontvangen adviezen sommige bepalingen van het ontwerp van koninklijk besluit zijn ingetrokken om te worden opgenomen in de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten: - Overeenkomstig advies nr. 97/2023 van 16 juni 2023 van de Gegevensbeschermingsautoriteit ( §§ 20-21) en het advies van Comité I van 13 juli 2023 ( § 19) vormen de categorieën van entiteiten, ten aanzien waarvan persoonsgegevens en informatie in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. worden verwerkt, een kernaspect en dus een essentieel element dat bijgevolg door de wetgever dient te worden vastgesteld. De opsomming van die categorieën wordt dus toegevoegd aan artikel 2, 4° van de wet, ze bevinden zich niet langer in het koninklijk besluit, en ze worden gedefinieerd in artikel 2, 5° tot 11° van dezelfde wet. Dit blijkt ook uit advies 73.442/2 van de Raad van State van 7 juni 2023 over het wetsontwerp. - Voorts werd het advies van 20 juni 2023 van het COC gevolgd omtrent de bewaartermijn van zes maanden van de gegevens met betrekking tot de entiteiten in vooronderzoek, waarin aanvankelijk was voorzien in het ontwerp van koninklijk besluit. Die termijn wordt thans vermeld in de wet (zie artikel 7, § 2, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten) in plaats van in het koninklijk besluit, aangezien het om een wezenlijk element in de verwerking van persoonsgegevens gaat. - Het COC heeft in het advies van 20 juni 2023 eveneens het belang benadrukt van een strikte opvolging van de voorziene termijnen door middel van de ontwikkeling van een ICT-applicatie, zodat de toezichthoudende overheden de goede naleving van die termijnen kunnen controleren. Het beveelt dan ook aan om in het ontwerp van koninklijk besluit op te nemen dat de operationeel verantwoordelijke deze evaluatie opneemt in het dossier van de betreffende entiteit, opdat een verificatie van de evaluatie en de termijn door de toezichthoudende overheden mogelijk is, evenals een strikte opvolging van deze termijnen aan de hand van een ICT-applicatie. In dat verband moet worden herhaald dat er verschillende mechanismen bestaan in de wet om de naleving van de termijnen te controleren, zoals het herhaalde valderingsproces van de entiteiten door het OCAD, het verwijder/archiveringssysteem, de update van de dreigingsevaluatie door het OCAD tweemaal per jaar of de besprekingen van een entiteit in de LTF. Al die procedures zijn gekoppeld aan data die toegankelijk zijn voor de toezichthoudende overheden waardoor ze hun opdracht kunnen uitoefenen. - Ten slotte is naar aanleiding van advies nr. 97/2023 van 16 juni 2023 van de Gegevensbeschermingsautoriteit ( § 67) het artikel van het koninklijk besluit met betrekking tot informatie aan de burgemeester opgenomen in artikel 26 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten (DOC 55-3692/001, blz. 124-125).
Hoofdstuk 1. - Definities
Artikel 1.
Dit artikel verduidelijkt enkele begrippen die terugkeren in het besluit. Dit zijn in het bijzonder de definities die reeds bestaan in het KB TF (art. 1, 3° en 4° ) en het KB HP (art. 1, 4° en 5° ).
Het definieert wat wordt bedoeld met " wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten". Het gaat hier uiteraard om de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" ("T.E.R.") en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 14/09/2018 numac 2018031809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 14/09/2018 numac 2018031809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme sluiten tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt.
De " beheerder " is de persoon bedoeld in artikel 11 van de wet. Hij is belast met het technisch en functioneel beheer van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. De term "operationeel verantwoordelijke" verwijst naar de operationeel verantwoordelijke in artikel 12 van de wet, die belast is met het operationeel beheer van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Ten slotte moet erop worden gewezen dat, overeenkomstig artikel 2 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten, de definities van de wet tevens van toepassing zijn op dit besluit.
Hoofdstuk 2. - beheerder en operationeel verantwoordelijke
Art. 2.
Dit artikel vloeit voort uit artikel 11, eerste lid, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten dat vereist dat de beheerder bepaald wordt in een besluit.
Zoals thans het geval is (art. 3 van het KB TF en het KB PH), wordt de federale politie dus aangewezen als beheerder van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R., en wel om de volgende redenen: - de politiediensten zijn essentiële partners voor de inzameling van gegevens en informatie met betrekking tot terrorisme; - de architectuur van de politionele gegevensbanken berust reeds op concepten van decentralisering (lokale politie) en van verbindingen met externe partners (de Algemene Nationale Gegevensbank van de politiediensten (ANG) is bijvoorbeeld rechtstreeks toegankelijk voor het Comité P).
Rekening houdend met haar ervaring op het vlak van de ontwikkeling en het beheer van gegevensbanken, wordt de federale politie bijgevolg belast met het ontwikkelen van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. en wordt zij er de beheerder van.
Art. 3.
In dezelfde geest als het voorgaande artikel, voldoet dit artikel aan de vereisten van artikel 12, eerste lid, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten dit vraagt dat voor de gemeenschappelijke gegevensbank TE.R. een operationeel verantwoordelijke wordt aangeduid. Dit artikel herneemt artikel 4 van het KB TF en het KB HP. De gemeenschappelijke gegevensbank F.T.F. wordt geëxploiteerd om de dreiging te beoordelen die een entiteit vertoont.
Dit soort analyse en evaluatie valt onder de bevoegdheid van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD). Daarom wordt het OCAD aangeduid als operationeel verantwoordelijke, aangezien het bevoegd is om de algemene opdrachten van de operationeel verantwoordelijke die in de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten bepaald zijn te verzekeren (kwaliteitscontrole van de gegevens in verhouding tot de doeleinden van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R., het coördineren van de voeding door de verschillende partners en het in plaats stellen van een concrete samenwerking, ...).
Naast de opdrachten waarin de wet voorziet, omvatten zijn opdrachten ook de validering van het statuut "foreign terrorist fighter", "homegrown terrorist fighter", "potentieel gewelddadige extremist", "terrorismeveroordeelde" of "haatpropagandist". Op basis van de aan de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. doorgezonden gegevens en informatie, zal OCAD al dan niet bevestigen of de meerderjarige natuurlijke persoon of minderjarige natuurlijke persoon van twaalf jaar of ouder, de rechtspersoon of feitelijke vereniging, alsook alle door hen aangewende middelen die geregistreerd zijn, volgens de in artikel 2, 7° tot 11° van de wet bepaalde criteria, wel degelijk een foreign terrorist fighters, een homegrown terrorist fighter, een potentieel gewelddadige extremist, een terrorismeveroordeelde of een haatpropagandist is en dat een opvolging bijgevolg noodzakelijk is.
Deze bekrachtiging door het OCAD zal de noodzaak bevestigen om de betreffende entiteit op te volgen. De door het OCAD gebruikte methodologie ter validatie van het statuut van de foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighters, potentieel gewelddadige extremist, terrorismeveroordeelde of haatpropagandist wordt opgenomen in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Het dreigingsniveau dat het individu vormt bepaalt niet zijn statuut als foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighters, potentieel gewelddadige extremist, terrorismeveroordeelde of haatpropagandist. Het gaat om één onder meerdere elementen en het zijn alle elementen waarmee rekening zal worden gehouden om het individu als "foreign terrorist fighter", "homegrown terrorist fighter", "potentieel gewelddadige extremist", "terrorismeveroordeelde" of "haatpropagandist".
Het statuut van een meerderjarige natuurlijke persoon of minderjarige natuurlijke persoon van twaalf jaar of ouder, van een rechtspersoon of feitelijke vereniging, alsook van alle door hen aangewende middelen die geregistreerd zijn wordt binnen een tijdsbestek van 15 dagen gevalideerd. In advies nr. 76.172/2 van 30 mei 2024 oordeelt de Raad van State dat " (...) [...] het niet duidelijk [is] waarmee de termijn van vijftien dagen die in de voorliggende bepaling wordt vermeld, overeenstemt, op welk tijdstip hij aanvangt en welke gevolgen hij heeft, en evenmin hoe hij verenigbaar is met de termijn van zes maanden waarin wordt voorzien om hetzij de persoon of de vereniging in kwestie in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. te valideren, hetzij de gegevens daaruit te wissen op grond van het feit dat niet is voldaan aan de valideringscriteria.".
Om tegemoet te komen aan de bezorgdheden van de Raad van State, is de bepaling verduidelijkt. De termijn van 15 dagen begint dus te lopen vanaf het moment dat een entiteit wordt gecreëerd door een basisdienst, d.w.z. wanneer deze wordt opgenomen in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Volgens de wet vindt validatie plaats wanneer een entiteit voldoet aan de wettelijke criteria van een foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighter, potentieel gewelddadige extremist, terrorismeveroordeelde of haatpropagandist (art. 12, tweede lid, 5°, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten). Wat de gevolgen betreft, moet een entiteit die door een basisdienst is gecreëerd als zijnde een entiteit die beantwoordt aan de wettelijke criteria van een foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighter, potentieel gewelddadige extremist, terrorismeveroordeelde of haatpropagandist, binnen 15 dagen na de creatie ervan in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. het voorwerp uitmaken van een dreigingsevaluatie door het OCAD met het oog op de validatie ervan in de gegevensbank of de archivering ervan.
Wat de vraag van de Raad van State over de verenigbaarheid van de termijn van 15 dagen met de termijn van 6 maanden betreft, - moet er in de eerste plaats op worden gewezen dat het om twee verschillende gevallen gaat, aangezien de termijn van 6 maanden betrekking heeft op personen die in de fase van het vooronderzoek zijn geregistreerd en de valideringstermijn van 15 dagen betrekking heeft op personen die volgens een basisdienst voldoen aan de criteria van een foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighter, potentieel gewelddadige extremist, terrorismeveroordeelde of haatpropagandist. - Deze vooronderzoekstermijn van zes maanden is een strikte termijn, waarvan de overschrijding tot gevolg heeft dat de entiteit en de gegevens en informatie over de entiteit uit de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. worden verwijderd (zoals bepaald in artikel 7, § 2, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten). Aan het einde van die termijn, als de aanwijzingen niet konden worden bevestigd door andere elementen om te voldoen aan alle criteria die worden gebruikt om een persoon in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. te valideren als een foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighter, potentieel gewelddadige extremist, terrorismeveroordeelde of haatpropagandist, wordt de entiteit immers verwijderd.
Zodra tijdens die 6 maanden durende termijn van het vooronderzoek aan de validatiecriteria wordt voldaan, heeft de operationeel verantwoordelijke 15 dagen de tijd om de entiteit te valideren. De dreigingsevaluatie moet dus zo snel mogelijk worden uitgevoerd en niet, standaard, aan het einde van de termijn van het vooronderzoek. - Die termijn van 15 dagen is de termijn die noodzakelijk en redelijk wordt geacht voor het OCAD om elk voor een gegeven entiteit in aanmerking genomen validatiecriterium te kunnen motiveren en de inlichtingenfiche aan te vullen met de dreigingsevaluatie. - Wat gebeurt er als het OCAD een entiteit niet binnen 15 dagen valideert? Die termijn van maximaal 15 dagen is een inspanningsverbintenis voor het OCAD: het OCAD moet alles in het werk stellen om die maximumtermijn te halen. Afhankelijk van de complexiteit van bepaalde dossiers kan die termijn echter worden overschreden. Het OCAD blijft in dat geval verplicht om alle nodige inspanningen te leveren om de dreigingsevaluatie, en dus een eventuele validatie, zo snel mogelijk uit te voeren. - Ten slotte, zoals vermeld in de memorie van toelichting bij de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten, worden entiteiten in vooronderzoek niet onderworpen aan een dreigingsevaluatie (DOC 55-3692/001, blz. 37), omdat er in de praktijk nog te weinig aanwijzingen zijn dat ze een dreiging vormen.
Er dient te worden opgemerkt dat het derde lid van artikel 3 betreffende de vermelding van de validatie van een entiteit in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. werd geschrapt naar aanleiding van het advies van de Raad van State.
Het OCAD zal ook de gegevens van het inlichtingenfiche evalueren. Het gaat er voor het OCAD om, op basis van deze door alle partners doorgezonden informatie en gegevens, de dreiging te kunnen analyseren.
Deze evaluatie van het terroristisch en extremistisch dreigingsniveau dat het entiteit vormt, wordt uitgevoerd volgens de modaliteiten beschreven in artikel 11, § 6, van het koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten0 houdend de uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging.
Hoofdstuk 3. - Toegangsrechten in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R
Artikel 16 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten vereist dat de bepaling van de toegang in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. en de modaliteiten daarvan worden geregeld in een besluit.
Ter herinnering, bepaalt de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten verschillende categorieën van privileges voor de creatie van een entiteit en toegangsrechten in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. : Het creatierecht bestaat in de inschrijving van een nieuwe entiteit in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. op te nemen (art. 2, 18°, van de wet).
Het leesrecht impliceert om alle of een deel van de persoonsgegevens en informatie van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. te raadplegen (art. 2, 19°, van de wet).
Het schrijfrecht bestaat in het invoeren, wijzigen of verwijderen van persoonsgegevens en informatie in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. (art. 2, 20°, van de wet).
Het vraagrecht, ten slotte, houdt in dat het verplicht is om kennis te nemen van het al dan niet bestaan van een entiteit in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. en, in geval van bevestiging van het bestaan van een entiteit in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R., kennis te nemen van de dreigingsevaluatie (art. 2, 21°, van de wet).
De wet voorziet ook in een gradatie van de toegangen die als volgt samengevat kan worden: Het OCAD, de inlichtingen- en veiligheidsdiensten evenals de geïntegreerde politie zijn diensten die essentieel zijn voor het bestrijden van terrorisme. Die basisdiensten beschikken, elk in het kader van zijn respectieve bevoegdheden, over een creatierecht, een leesrecht en een schrijfrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R., krachtens artikel 14 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten. Deze diensten hebben bijgevolg wettelijk rechtstreekse toegang tot de gegevens en informatie van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Een tweede categorie van diensten betreft de diensten die, op het ogenblik van het opstellen van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten, waarschijnlijk partners zijn inzake de bestrijding van het terrorisme omdat zij zelf belangrijke contextuele gegevens verwerken. Dit zijn de partnerdiensten bedoeld in artikel 2, 3°, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten.
Die diensten kunnen, onder bepaalde voorwaarden, beschikken over ofwel een leesrecht en een schrijfrecht ofwel een vraagrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Ze kunnen dus rechtstreeks of door middel van bevraging (in de vorm van HIT, NO HIT) toegang hebben tot de gegevens en informatie in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Er is namelijk gebleken dat enkele van die diensten gegevens en informatie hadden die deze van de politiediensten, van het OCAD en van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten konden verrijken. Bijgevolg hebben zij eveneens rechtstreeks toegang tot de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. en moeten zij deze laatste voeden met hun eigen gegevens en informatie die toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn in het licht van de nagestreefde doeleinden (zie infra).
Er wordt tevens in een derde categorie van diensten voorzien omwille van de organisatie van de opvolging en begeleiding van de daders van misdrijven waarmee deze diensten op basis van een mandaat van een gerechtelijke overheid, belast zijn. Aangezien dit mandaat foreign terrorist fighters, homegrown terrorist fighters, potentieel gewelddadige extremisten, of haatpropagandisten kan betreffen en het luik inzake preventie en opvolging van deze entiteiten een van de finaliteiten van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. uitmaakt, zijn een leesrecht en een schrijfrecht voor deze diensten essentieel.
Er wordt geen toegangsrecht tot de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. verleend aan andere diensten van de Gemeenschappen voor andere opdrachten, of tot de informatie betreffende de entiteiten die niet het voorwerp uitmaken van een begeleidings- of opvolgingsmaatregel.
Daarom is hun toegang beperkt tot de gegevens en de informatie met betrekking tot de entiteiten ten aanzien waarvan de betrokken dienst de begeleiding en de opvolging moet verzekeren.
Dit koninklijk besluit maakt een onderscheid tussen de verschillende partnerdiensten op basis van het belang van de bijdragen van ieder van hen aan de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Daar het om een gemeenschappelijke en dynamische gegevensbank gaat, is het duidelijk dat bepaalde informatie die wordt bijgehouden door een dienst die een HIT heeft verkregen terwijl hij gebruikmaakte van zijn vraagrecht, relevant kan blijken om te worden geregistreerd in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Art. 4.
Dit artikel herneemt het huidige artikel 7, § 1, leden 1, 5, 6, 7 en 8 van het KB TF en het huidige artikel 7, § 1, leden 2, 6, 7 en 8 van het KB HP. Om bovengenoemde redenen, wordt bepaald dat de gegevens en de informatie van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. rechtstreeks toegankelijk zouden zijn voor bepaalde partnerdiensten.
Het betreft diensten die op het ogenblik van de redactie van dit koninklijk besluit, het meest lijken te kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van de doeleinden van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Zelfs wanneer deze diensten niet over dezelfde rechten beschikken als de basisdiensten, moeten zij toch de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. voeden. Daarom is er voorzien dat deze diensten ook over een leesrecht en een schrijfrecht beschikken in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. 1) de Passagiersinformatie-eenheid van de Nationaal Crisiscentrum van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken De "operationele eenheden" van het Nationaal Crisiscentrum van de Federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken - BelPIU- (art.2, 3°, a), van de wet) hebben er voortaan ook belang bij een ruimere toegang te krijgen via een lees- en schrijfrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R., om te weten of de administratieve maatregel die zij zouden treffen tegen een entiteit, zoals het doorsturen van reisgegevens door BePIU naar de luchtvaartpolitie en/of andere betrokken actoren (dit is een opdracht verplicht bij wet, art 24 § 4 wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016003483 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2017 type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016011555 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot houdende diverse bepalingen inzake energie sluiten), pertinent is gezien de bevestiging die zij zouden ontvangen via deze rechten.
Er wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten met betrekking tot de noodzaak voor BelPIU om een bredere toegang te hebben tot de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. (DOC 55-3692/001, blz. 19 en verdere). 2) het Directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen van de Federale Overheidsdienst Justitie Deze partnerdienst wordt beoogd in artikel 2, 3°, c), van de wet. Zoals vermeld in de memorie van toelichting bij de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten (DOC 55-3692/001, blz. 21 en 22).
De centrale diensten van het DG EPI, als onderdeel van hun taak om individuele dossiers van gevangenen te controleren en te monitoren, en de penitentiaire inrichtingen, als de instanties die verantwoordelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van straffen en de van vrijheidsberovende maatregelen, beschikken over relevante gegevens en informatie die nuttig zijn voor de doeleinden van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Het kan gaan om gegevens over het gedrag van de FTF in een penitentiaire inrichting of gegevens vergaard in het kader van de opvolging van elektronische enkelbanden.
Het DG EPI is een belangrijke actor in het kader van de opvolging van de zogenaamde Potentieel Gewelddadige Extremisten en Terrorismeveroordeelden. De psychosociale diensten van de gevangenissen (PSD's) hebben bijvoorbeeld een goed zicht op de opvattingen, het profiel en psychische gezondheidstoestand van de gedetineerden.
Bijgevolg is het DG EPI een van de diensten die het meest kan bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. 3) het Openbaar Ministerie Het Openbaar Ministerie wordt in artikel 2, 3°, e), van de wet een partnerdienst genoemd. Als orgaan belast met het onderzoek naar en de vervolging van misdrijven kan deze dienst uiteraard relevante informatie bezitten over de in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. opgenomen entiteiten, waardoor hij toegang moet hebben tot de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. in het kader van de uitoefening van zijn opdrachten, inzonderheid als het gaat om terrorismegerelateerde misdrijven.
Er dient in elk geval te worden opgemerkt dat het openbaar ministerie, zoals aangegeven in de memorie van toelichting bij de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten en artikel 4, § 1, van dit besluit, over een leesrecht beschikt in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R., maar ook over een schrijfrecht dat beperkt is tot bepaalde gerechtelijke gegevens. Het College van procureurs-generaal zal een nationale omzendbrief met bindende richtlijnen hierover uitvaardigen. Er kan redelijkerwijze worden verwacht dat het Openbaar Ministerie voortaan de volgende gerechtelijke gegevens op eigen initiatief zou mededelen: de voorlopige hechtenis; de voorlopige hechtenis onder elektronisch toezicht; de vrijlating onder voorwaarden; het bestaan van een internationaal aanhoudingsbevel; het bestaan van een Europees aanhoudingsbevel; de beslissing van de onderzoeksgerechten zetelend ten gronde (de internering en de opschorting van de uitspraak); de vaststelling van een strafzaak voor de correctionele rechtbank, het hof van beroep of het hof van assisen en de veroordeling/vrijspraak (DOC 55-3692/001, blz. 112). 4) de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) Deze partnerdienst wordt beoogd in artikel 2, 3°, f), van de wet.De CFI is belast met de behandeling van verdachte financiële feiten en verrichtingen die verband houden met het witwassen van geld en de financiering van terrorisme die gemeld worden door bij wet aangeduide ondernemingen en personen (art. 76, § 1, eerste lid, en 79 van de wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten).
De financiering van terrorisme is "de verstrekking of verzameling van geldmiddelen en andere vermogensbestanddelen, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks, met het oogmerk dat deze worden gebruikt of in de wetenschap dat zij, geheel of gedeeltelijk, zullen worden gebruikt door een terroristische organisatie, of door een terrorist die alleen handelt, zelfs zonder enige band met een bepaalde terroristische daad." (art. 3 van de voornoemde wet van 18 september 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/09/2017 pub. 06/10/2017 numac 2017013368 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten sluiten).
Vanwege zijn opdracht kan de CFI informatie over de entiteiten van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. bezitten die rechtstreeks verband houdt met de doeleinden van die gegevensbank. Zo kunnen de frequente bewegingen van omvangrijke kapitalen een element zijn om rekening mee te houden in de financiering van radicaliserende entiteiten. 5) de Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Wat de relevantie van de toegang van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) tot alle informatie in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. betreft, meer bepaald met betrekking tot de toekenning van een lees- en schrijfrecht, wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten (DOC 55-3692/001, blz. 13 en verdere). 6) de Algemene Administratie van de douane en accijnzen van de Federale Overheidsdienst Financiën De Algemene Administratie van de douane en accijnzen, de in artikel 2, 3°, onder h), van de wet bedoelde partnerdienst, moet in vergelijking met de huidige situatie een ruimere toegang krijgen via een lees- en schrijfrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Dit is gerechtvaardigd om de redenen die zijn uiteengezet in de memorie van toelichting bij de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten (DOC 55-3692/001, blz. 15 en verdere). 7) de Nationale Veiligheidsoverheid De Nationale Veiligheidsoverheid is een partnerdienst beoogd in artikel 2, 3°, j), van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten. Dat orgaan moet de gemeenschappelijke gegevensbank kunnen raadplegen voor de uitoefening van zijn bevoegdheden inzake veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen en ze kunnen voeden, opdat de informatie erin zo volledig mogelijk zou zijn (DOC 55-3692/001, blz. 21). 8) de Algemene Administratie van de Thesaurie van de Federale Overheidsdienst Financiën De Thesaurie heeft ook toegang tot de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. door middel van lees- en schrijfrechten, maar alleen binnen het kader van haar bevoegdheden inzake financiële sancties zoals bepaald in het koninklijk besluit van 28 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten1 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen de financiering van het terrorisme en de wet van 13 mei 2003 inzake de tenuitvoerlegging van de beperkende maatregelen die genomen worden door de Raad van de Europese Unie ten aanzien van Staten, sommige personen en entiteiten.
Met betrekking tot deze partnerdienst beoogd in artikel 2, 3°, k), van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten, wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten (DOC 55-3692/001, blz. 17 en verdere).
De toegang tot de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. door de Thesaurie via een lees- en schrijfrecht biedt de volgende voordelen: dankzij die toegang kan ze eerst en vooral een beslissing jegens een persoon nemen naargelang die wordt gevolgd of bekend is. Vervolgens deelt de Thesaurie langs die weg haar informatie op algemene, wettelijke en transparante wijze met de politie en met de andere diensten die betrokken zijn bij de financiële controle van de personen van wie de tegoeden bevroren zijn.
Voorbeeld: In het kader van dossier A is de heer X bekend in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. In het kader van dossier B is de heer Y eveneens bekend in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Als de Thesaurie geen leesrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. heeft waarmee ze zicht heeft op terrorismegerelateerde verbanden tussen beide personen, is het moeilijk om op dat niveau een link tussen beide dossiers tot stand te brengen en om eventuele verbanden op het gebied van terroristische financiering tussen beide dossiers op te sporen.
Een ander concreet voorbeeld: een kleinschalige Belgische bank maakt aan de Thesaurie melding van een persoon jegens wie Amerikaanse sancties zijn opgelegd als financieel vehikel van een entiteit die door de Verenigde Staten als terrorist wordt beschouwd, maar niet op de Europese en nationale lijst staat. Die persoon werd wel opgenomen in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. en de rekeningen van die persoon werden meteen aan het OCAD meegedeeld. Er werd een informatie-uitwisselingsvergadering georganiseerd om informatie te delen met de Veiligheid van de Staat, de politie en de diensten van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken.
De medewerking van de Thesaurie biedt dus voordelen voor de steundiensten doordat ze financiële informatie verstrekt. Zodoende krijgt men beter zicht op de daden van een persoon alvorens er enige andere beslissing wordt genomen (heeft hij of zij onlangs een lening afgesloten, in welk kader? Terrorismefinanciering? ...), en kan men weten of de persoon effectief blijk heeft gegeven van het voornemen om terrorisme (mede) te financieren door bijvoorbeeld een levensverzekering aan te gaan.
Er wordt op gewezen dat de 264 personen die een bevriezingsmaatregel opgelegd hebben gekregen, in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. zijn opgenomen en dat enkel de Thesaurie als overheid bevoegd voor bevriezing financiële informatie heeft over niet alleen de opgelijste personen maar ook hun gezins- en familieleden of naasten. Door gelijke namen te verifiëren kan eveneens beter worden afgebakend wie de beoogde personen en wat hun gewoonten effectief zijn.
Nog een voorbeeld van nuttige samenwerking is het geval van een gebouw waarop een bevriezingsmaatregel van toepassing is omdat het toebehoort aan een opgelijste entiteit en waarvoor uit informatie blijkt dat de erin ondergebrachte verenigingen door de steundiensten worden gevolgd wegens bekeringsijver. Stel dat een Belgische entiteit een gebouw uitbaat dat in handen is van een buitenlandse opgelijste entiteit. De Thesaurie is de overheid bevoegd voor het UBO-register, teneinde in kaart te brengen welke eigendomsketens (financiële voorwaarden) bestaan tussen de verschillende ondernemingen. De Thesaurie kan eveneens kadastrale informatie verzamelen, de financiële bewegingen met de fiscale administratie in kaart brengen en ze in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. invoeren.
Stel dat de heer X, die in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. bekend is, ook verschillende rekeningen en verzekeringen in verschillende financiële instellingen bezit. De Thesaurie is de toezichthoudende autoriteit voor het centraal aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten en deelt de verschillende rekeningen en saldi van de persoon mee.
De samenwerking en informatie-uitwisseling worden eveneens positief beoordeeld door de FAG. 9) de Algemene Administratie van Justitiehuizen van de Franse Gemeenschap, het departement Justitiehuis van het Ministerie van de Duitstalige gemeenschap, het Vlaams Agentschap Justitie en Handhaving, de Algemene Administratie van de hulpverlening aan de jeugd van de Franse Gemeenschap, het departement Jeugdbijstand van de Duitstalige gemeenschap en het Vlaams Agentschap Opgroeien. Deze partnerdiensten beoogd in artikel 2, 3°, l), van de wet hebben een leesrecht en een schrijfrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R., uitsluitend in het kader van hun wettelijke opdrachten van justitiële begeleiding van en toezicht op daders van misdrijven.
Bovendien, is deze opvolging beperkt tot de personen ten aanzien van wie deze partnerdiensten een controleopdracht hebben gekregen vanwege een bij wet, decreet of ordonnantie, of op basis van een samenwerkingsakkoord gemachtigde instantie. Om zich te kunnen richten op de personen die in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. zijn opgenomen en die door de justitiehuizen en de bovengenoemde agentschappen en diensten moeten worden opgevolgd, moeten de personen die in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. zijn opgenomen, worden vergeleken met de personen ten aanzien van wie zij een controleopdracht hebben gekregen (DOC 55-3692/001, blz. 19).
De aangeduide diensten van de Gemeenschappen zullen via hun schrijfrecht de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. voeden met de informatie die toereikend, ter zake dienend en niet overmatig is en die voortkomt uit de wettelijke opdracht tot het uitvoeren van het mandaat van de gerechtelijke overheden.
Het is in dit kader en uitsluitend voor hun opvolgingsopdracht van entiteiten voor wie zij een mandaat van de gerechtelijke overheden krijgen, dat de Algemene Administratie van Justitiehuizen van de Franse Gemeenschap, het departement Justitiehuis van het Ministerie van de Duitstalige gemeenschap, het Vlaams Agentschap Justitie en Handhaving, de Algemene Administratie van de hulpverlening aan de jeugd van de Franse Gemeenschap, het departement Jeugdbijstand van de Duitstalige gemeenschap en het Vlaams Agentschap Opgroeien rechtstreeks toegang hebben tot de persoonsgegevens en de informatie van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. De raadpleging van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. zal voor deze diensten beperkt zijn tot de inlichtingenfiches van de entiteiten die het voorwerp uitmaken van een maatregel die een begeleiding of een opvolging inhoudt door de Justitiehuizen en, voor wat Vlaanderen betreft, door de jeugdinstellingen.
De lees- en schrijfrechten zijn bijgevolg niet bestemd voor de andere opdrachten van deze diensten of voor andere diensten van de Franse Gemeenschap, van de Duitstalige Gemeenschap of van het Vlaamse Gewest.
In de praktijk zal het aantal personen die binnen deze diensten een toegang zullen hebben, beperkt zijn.
Wat het Vlaams Agentschap Opgroeien betreft, is het noodzakelijk om ook in een leesrecht en een schrijfrecht te voorzien voor de opvolging van jongeren aan wie een gerechtelijke maatregel wordt opgelegd en voor de opvolging van de maatregelen die genomen worden ten aanzien van een minderjarige die het voorwerp uitmaakt van een uithandengeving, die aan Vlaamse zijde toegekend wordt aan dit Agentschap.
Wat betreft de Algemene Administratie van Justitiehuizen en het gemeenschapscentrum voor uithandengegeven minderjarigen in de Franse Gemeenschap: zij hebben momenteel geen toegang tot de gemeenschappelijke gegevensbank. Met de wet en het koninklijk besluit wordt er dus een lees- en schrijfrecht voor die administratie opengesteld in het kader van de follow-up van minderjarigen die worden vervolgd wegens een als misdrijf omschreven feit of die uit handen zijn gegeven. Met die verduidelijking wordt gevolg gegeven aan het advies van 7 april 2023 van de Franse Gemeenschap.
Net als de overige diensten die een leesrecht en een schrijfrecht hebben, moeten de Algemene Administratie van Justitiehuizen van de Franse Gemeenschap, de dienst Justitiehuis van het Ministerie van de Duitstalige gemeenschap, het Vlaams Agentschap Justitie en Handhaving, de Algemene Administratie van de hulpverlening aan de jeugd van de Franse Gemeenschap, het departement Jeugdbijstand van de Duitstalige gemeenschap en het Vlaams Agentschap Opgroeien de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. voeden overeenkomstig de bepalingen van artikel 18 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten.
In dat verband wijst de Raad van State in advies nr. 76.172/2 van 30 mei 2024 erop dat "(...), [het] volgt uit de regels betreffende de verdeling van de bevoegdheden over de federale overheden en de deelstaten dat een overheid die handelt binnen de uitoefening van haar eigen bevoegdheden er niet toe gemachtigd is eenzijdig verplichtingen op te leggen aan instanties die onder andere bevoegdheidsniveaus ressorteren. De federale overheid is dus niet bevoegd om aan de deelstaten eenzijdig een schrijfplicht in een gegevensbank op te leggen. De afdeling Wetgeving heeft al meermaals opgemerkt dat de verplichting voor de deelstaten om persoonsgegevens mee te delen in strijd is met het autonomiebeginsel en in principe vereist dat een samenwerkingsakkoord wordt gesloten. Zonder een dergelijk samenwerkingsakkoord kan het optreden van de deelstaten enkel als een mogelijkheid worden opgevat.". Er dient te worden opgemerkt dat de gefedereerde entiteiten de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. sinds 2016 voeden zonder dat er een samenwerkingsakkoord is. Artikel 92bis, § 1, eerste lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen voorziet enkel in de mogelijkheid om samenwerkingsakkoorden af te sluiten die met name betrekking hebben op de gezamenlijke oprichting en het gezamenlijk beheer van gemeenschappelijke diensten en instellingen, op het gezamenlijk uitoefenen van eigen bevoegdheden, of op de gemeenschappelijke ontwikkeling van initiatieven. De gefedereerde entiteiten baseerden zich daarvoor op de beslissing van de Interministeriële Conferentie van 5 december 2016 en, in het kader van het nieuwe wettelijke kader van 29 maart 2024, zoals dat is uitgelegd in de memorie van toelichting, op het akkoord van de Interministeriële Conferentie van 17 maart 2023 en op de adviezen van 7 april 2023 van de minister bevoegd voor de Justitiehuizen en Hulpverlening aan de Jeugd van de Federatie Wallonië-Brussel en de minister bevoegd voor het Justitiehuis en Hulpverlening aan de Jeugd van de Duitstalige Gemeenschap en het advies van 21 april 2023 van de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme (DOC 55-3692/001, blz. 8).
Art. 5.
Dit artikel bepaalt de partnerdiensten die enkel vraagrecht hebben in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. in toepassing van artikel 16, eerste lid, 2°, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten. Het herneemt het huidige artikel 7, § 1, leden 2 tot 4 van het KB TF en het huidige artikel 7, § 1, alinea's 3 tot 5 van het KB HP. Voor deze diensten, is gebleken dat een toegang tot de gegevens van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. op basis van een vraagrecht voldoende en nodig is. Deze verschillende partnerdiensten beschikken over een vraagrecht (hit/no hit) in de gegevensbank, met het oog op afstemming en een goede communicatie-uitwisseling.
Het vraagrecht zal slaan op het bestaan van een entiteit die voldoet aan de criteria bedoeld in artikel 2, 7° tot 11°, van de wet. Voorts kan het vraagrecht eveneens betrekking hebben op de gegevens van potentiële foreign terrorist fighters, homegrown terrorist fighters, potentieel gewelddadige extremisten of haatpropagandisten bedoeld in artikel 2, 4°, b), van de wet. De mogelijkheid om de aanwezigheid van potentiële entiteiten in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. te bevragen (HIT, NO HIT) wordt gerechtvaardigd door de nood aan een betere informatiestroom, waarbij de nadruk wordt gelegd op de coördinatie tussen de diensten.
Er moet op worden gewezen dat de huidige rechtstreekse bevraging waarin in de wet op het politieambt en in de KB's `TF' en `HP' wordt voorzien, betrekking heeft op het bestaan van gegevens over een entiteit. In geval van bevestiging van het bestaan van een entiteit in de gegevensbank worden bij de rechtstreekse bevraging geen gegevens verstrekt aan de dienst die de gegevensbank heeft bevraagd. Die dienst moet dan contact opnemen met een basisdienst die de beschikbare informatie kan contextualiseren, naargelang zijn noden. Voor sommige situaties bleek die contextualisering niet voldoende om de dienst die de bevraging heeft uitgevoerd in staat te stellen zijn opdrachten uit te voeren.
Om die tekortkoming te verhelpen, wordt in het artikel 22 van de wet bepaald dat op basis van de inachtneming van de principes van toereikendheid, relevantie en de niet-bovenmatige aard in het kader van de uitoefening van hun respectieve opdrachten en in het kader van de doeleinden van artikel 5, tweede lid, van de wet, de partnerdienst die zijn vraagrecht heeft aangewend (huidige rechtstreekse bevraging), automatisch de dreigingsevaluatie ontvangt wanneer aan de hand van het vraagrecht het bestaan van een entiteit in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. wordt bevestigd (DOC 55-3692/001, blz. 117-118).
Bij het vaststellen van de aanwezigheid van een potentiële foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighter, potentieel gewelddadige extremist of haatpropagandist in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. is het aan de betrokken dienst om na afloop van de termijn van maximaal 6 maanden bedoeld in artikel 7, § 2, van de wet, waarin de betrokken potentiële entiteit ofwel geregistreerd wordt als foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighter, potentieel gewelddadige extremist of haatpropagandist, ofwel gewist wordt uit de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. wanneer ze niet beantwoordt aan de criteria, de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. opnieuw te bevragen (DOC 55-3692/001, blz. 83).
Niettemin zullen de bedoelde partnerdiensten niet over dezelfde rechten beschikken dan deze die toegekend werden aan de basisdiensten; dit omdat ze geen inlichtingenfiches zullen kunnen creëren.
De partnerdiensten die een vraagrecht hebben in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. zijn: 1) de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Zoals aangegeven in de memorie van toelichting bij de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten is deze partnerdienst bedoeld in artikel 2, 3°, b), van de wet bevoegd voor de afgifte van de persoonsvergunningen die toegang verlenen tot de delicate sector van de private en bijzondere veiligheid.Deze vergunning is afhankelijk van reglementaire voorwaarden waaronder het onderzoek naar de veiligheidsvoorwaarden. In dit kader heeft de ADVP er baat bij om te weten of de verzoekende persoon opgenomen is als foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighter, potentieel gewelddadige extremist, terrorismeveroordeelde, haatpropagandist of als entiteiten ten aanzien van wie er ernstige aanwijzingen bestaan dat zij aan de criteria voldoen om als zodanig te worden beschouwd (DOC 55-3692/001, blz. 16). 2) het Directoraat-generaal Consulaire Zaken van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken Zoals is aangegeven in de memorie van toelichting bij de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten, heeft de partnerdienst bedoeld in artikel 2, 3°, d), van dezelfde wet een vraagrecht in het kader van de afgifte van een visum, zodat hij zijn beslissing ter zake kan bijstellen (DOC 55-3692/001, blz.17). Het visum kan bijvoorbeeld in het geval van een `hit' worden geweigerd. 3) de dienst Erediensten en Vrijzinnigheid van de Federale Overheidsdienst Justitie De dienst Erediensten en Vrijzinnigheid van de FOD Justitie (art.2, 3°, i), van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten) is bij wet bevoegd voor de erkenning van de erediensten en niet-confessionele organisaties.
Daarnaast betaalt de dienst de wedden van de bedienaars van de erediensten en de afgevaardigden van niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen. In het kader van deze bevoegdheden moet hij gegevens van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. kunnen opvragen teneinde na te gaan of de erkende bedienaars van de erediensten en de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad, die door de Staat worden uitbetaald, niet in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. opgenomen zijn (DOC 55-3692/001, blz. 17).
Bovendien wordt in de parlementaire werkzaamheden voor de wet van 31 mei 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/05/2022 pub. 19/10/2022 numac 2022033515 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging sluiten `tot wijziging van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging' verwezen naar de opdracht om terrorisme en radicalisering van deze partnerdienst te voorkomen : "(...) De FOD Justitie betaalt bovendien de lonen van de bedienaars van erkende erediensten en van de afgevaardigden van erkende organisaties die morele diensten verlenen op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing. In het kader van de betaling van deze lonen, en van de opdracht van preventie van terrorisme en radicalisering van de dienst Erediensten en Vrijzinnigheid, wisselen laatstgenoemde en het OCAD wederzijds informatie uit. De informatie van de dienst Erediensten en Vrijzinnigheid kan het OCAD in staat stellen om correcte en volledige dreigingsanalyses op te stellen." (DOC 55 2495/001, blz. 7).
Art. 6.
Dit artikel herneemt het huidige artikel 7, §§ 2 tot 4 van het KB TF en het KB HP. Om het beheer van de toegangen te vergemakkelijken, zal elke dienst moeten identificeren welke van zijn personeelsleden gemachtigd zijn om de toegangsrechten tot de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. uit te oefenen en een lijst van die personen moeten bezorgen aan de beheerder van de toegangen. Die lijst, die elke dienst opstelt, wordt aan de beheerder overhandigd.
Er wordt ook gepreciseerd dat de personeelsleden houder moeten zijn van een veiligheidsmachtiging van ten minste het niveau "geheim" om toegang te kunnen krijgen tot de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. De gegevens en informatie van deze gegevensbank, elk afzonderlijk beschouwd, zijn niet geclassificeerd.
Echter, in hun globaliteit samengevoegd en met de contextualisering van de gevallen die gedeeld worden in de lokale task force'(LTF's), vormen deze gegevens een geheel dat duidelijk veel gevoeliger is en dat een hogere bescherming vereist. Het gaat over de veiligheid van de gegevens. Dit zijn gerechtelijke gegevens, inlichtingen, gegevens over het gedrag van de entiteit in een penitentiaire instelling, gegevens verzameld bij de opvolgingen en gerechtelijke begeleidingen door de bevoegde diensten van de Gemeenschappen, gegevens meegedeeld in het kader van de sociale preventie door lokale actoren, die allemaal samengebracht zijn in eenzelfde gemeenschappelijke gegevensbank.
De verplichting om over een veiligheidsmachtiging te beschikken wordt verantwoord door het feit dat er bij de opvolging van entiteiten, een rol of functie uitgeoefend wordt die kadert in het delen van cruciale - soms gevoelige - informatie. Het resultaat van deze functie is het kennis nemen van heel veel gegevens over een specifieke entiteit. Het minimum aan voorzorg is dus ervoor te zorgen dat de persoon die in de uitvoering van deze functie over dergelijke kennis beschikt, voldoende waarborgen biedt op het vlak van discretie, loyauteit en integriteit.
Ter herinnering, hebben de magistraten van het Openbaar Ministerie geen veiligheidsmachtiging nodig (zie artikel 8 van de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 28/12/2023 numac 2023047806 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de classificatie, de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst). De andere leden van het Openbaar Ministerie (bv juristen of administratief personeel) moeten daarentegen wel houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau "geheim". Het College van procureurs-generaal zal in een omzendbrief de categorieën van personen van het Openbaar Ministerie aanduiden die een toegang nodig hebben tot de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R., mits te beschikken over voormelde veiligheidsmachtiging.
De identificatiegegevens van de gebruikers bestaan uit hun naam, voornaam, titel, functie, dienst en RRN-nummer.
Er wordt in een uitzondering voorzien voor de leden van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Wat deze diensten betreft, zal de beheerder een lijst ontvangen die de identificatiecodes met betrekking tot de gebruikers zal bevatten, en niet hun namen of voornamen. Op het gebied van de oplijsting (logging), betekent dit dat de beheerder voor deze diensten niet de identiteit van de gebruiker zal kunnen weergeven maar enkel een code die identificatie mogelijk maakt. In het geval de identiteit gekend moet zijn, zal zij enkel kunnen verstrekt worden door de inlichtingendienst waartoe de gebruiker behoort. Er dient opgemerkt dat deze nominatieve lijst niettemin permanent ter beschikking zal moeten worden gehouden van de toezichthoudende overheden en jaarlijks door elke dienst opnieuw zal moeten worden geëvalueerd.
Art. 7.
Dit artikel voert de mogelijkheid in om toegang te hebben tot bepaalde gegevens van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. zonder dat daarvoor een veiligheidsmachtiging vereist is.
Die nieuwe bepaling wordt ingevoegd met als doel dat de politiediensten correct kunnen beoordelen welke houding er ten aanzien van een persoon in noodsituaties moet worden aangenomen.
Het is noodzakelijk om in die mogelijkheid te voorzien, aangezien de veiligheidsmachtiging niet de norm is binnen de politiediensten.
Slechts een deel van de personeelsleden hebben een machtiging en maar enkelen onder hen hebben ook toegang tot de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Die situatie valt toe te schrijven aan het gegeven dat de politie haar informatie niet classificeert, omdat gegevensdeling de regel is en de toegang daartoe wordt georganiseerd op basis van vastgestelde rechten. Bijgevolg is het niet in verhouding om voor een groot aantal personen binnen de geïntegreerde politie in een machtiging te voorzien. Het zou evenmin correct zijn te suggereren dat de leden met een veiligheidsmachtiging de enigen zouden worden die gevoelige informatie zouden mogen verwerken.
Derhalve is het zo dat de geïntegreerde politie voor haar controleprocedures ten aanzien van een persoon of in geval van een hem aangaand onderzoek in twee fasen werkt om toegang te krijgen tot de gegevens van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. en om de verplichting om over een veiligheidsmachtiging te beschikken, na te leven.
Eerst raadpleegt de politieambtenaar die controleert of onderzoek voert, de gegevens in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG), die de referentiegegevensbank voor de politiediensten blijft. Behoort de persoon tot een van de categorieën entiteiten zoals bedoeld in de wet, dan geeft de ANG weer welke maatregelen jegens de persoon moeten worden genomen en tot welke categorie hij behoort (FTF, HP enz.).
Uiteraard is de inhoud van de ANG beperkt en geeft hij voornamelijk de te ondernemen politieacties weer. Aangezien het niet zeker is dat de politiefunctionaris die toezicht houdt of onderzoek verricht, in het kader van zijn of haar functie over een veiligheidsmachtiging en/of toegangsrecht tot de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R., beschikt, heeft hij of zij geen rechtstreekse toegang tot de gegevens. Dan begint de tweede fase.
De leden van de eerste lijn richten zich tot de leden van de tweedelijnsdiensten die een machtiging hebben en de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. kunnen raadplegen om de nodige gegevens te verstrekken. Ook verschaffen ze de nodige context om te waarborgen dat men de gegevens terdege begrijpt en later correct gebruikt.
Die procedure blijft gevolgd worden omdat ze afdoend is voor de overgrote meerderheid van de situaties waar de politiediensten mee te maken krijgen en waarin geen dringende reactie nodig is. Er kan het voorbeeld worden gegeven van de wijkagent die zijn taak voorbereidt en ontdekt dat een binnen zijn bevoegdheidsgebied gedomicilieerde persoon in de ANG als FTF geseind staat met vermelding van te nemen maatregelen. Hij kan ruimere inlichtingen uit de gemeenschappelijke gegevensbank inwinnen door contact op te nemen met de "information officer" van zijn zone of met het lid van een andere dienst dat houder is van een veiligheidsmachtiging volgens de organisatie die eigen is aan de politiedienst.
Mocht de eerste lijn echter directer steun kunnen krijgen tijdens de interventie en sneller over bepaalde gegevens uit de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. kunnen beschikken, zou er tijd worden gewonnen en zouden er minder risico's worden genomen voor de veiligheid van de leden van de politiediensten en de burgers. Op deze manier kan de Staat beter aan zijn verplichting voldoen om zijn agenten en derden (personeel in ziekenhuizen, penitentiaire centra enz.) te beschermen, zoals is bepaald in artikel 2 van het EVRM. Op grond van dit artikel kan de hierboven omschreven procedure als volgt evolueren.
Aangezien in de ANG is aangegeven of een gecontroleerde persoon onder een van de categorieën entiteiten valt zoals bedoeld in de wet, zou de interveniërende dienst de gegevens van de dreigingsevaluatie en de informatiekaart kunnen ontvangen van het communicatie- en informatiecentrum (CIC) of de lokale dispatching.
Het is evenwel duidelijk dat de gemeenschappelijke gegevensbank niet op systematische wijze zal worden geraadpleegd bij elke controle. De intervenant moet zich immers in de controlevoorwaarden bevinden die zijn vermeld in de wet op het politieambt, de ANG moet vooraf het signaal geven dat de gecontroleerde persoon een FTF, HP ... is en de intervenant moet vaststellen dat de gecontroleerde persoon een gevaar vormt voor zichzelf, voor de leden van de interveniërende dienst of voor de burgers.
Bovendien zijn niet alle gegevens van de gemeenschappelijke gegevensbank (de inlichtingenfiche) toegankelijk, maar enkel de informatiekaart met de dreigingsevaluatie. De keuze is op die gegevens van de gemeenschappelijke gegevensbank gevallen omdat zij een werkelijke meerwaarde bieden ten aanzien van de gegevens van de ANG, die te veel beperkt is tot de maatregelen die moeten worden genomen.
De dreigingsanalyse bevat bijvoordeeld soms aanwijzingen met betrekking tot de psychische toestand van de persoon.
Tot slot staat dit artikel niet aan alle leden van de geïntegreerde politie toe om toegang te hebben tot de dreigingsevaluatie en de informatiekaart. Om te bepalen welke leden van de diensten over een dergelijke toegang zouden moeten beschikken, werd rekening gehouden met drie criteria: 1. de vertrouwelijke aard van bepaalde gegevens;2. de behoefte aan een bepaalde contextualisering en precieze aanwijzingen met betrekking tot de houding die de eerstelijnsinterveniënten moeten aannemen;3. de permanente ondersteuning die moet worden geboden, dat wil zeggen 24 uur per dag en zeven dagen per week.Op grond daarvan blijkt dat de CIC's en, waar die bestaat, de (gedecentraliseerde) lokale dispatching het beste te zijn geplaatst om een soortgelijke toegang te hebben.
Er wordt verduidelijkt dat het personeelslid dat toegang krijgt een coördinerende functie uitoefent binnen de dienst. Dat is zeker het geval wat bijvoorbeeld de supervisor-coördinator van een CIC betreft.
Uit de formulering van het artikel blijkt duidelijk dat het niet de bedoeling is dat alle personeelsleden van de betrokken diensten een soortgelijke toegang hebben. Er moet evenwel worden opgemerkt dat de dispatching soms wordt verzorgd door de wachtdienst van de politiezone en dat die dan de coördinerende rol waarneemt. Derhalve kunnen eventueel ook bepaalde leden van die dienst toegang hebben. Het is goed erop te wijzen dat het in fine de korpschefs en de directeurs zijn die de beslissing nemen om de mogelijk gemaakte toegang te verlenen.
Dankzij deze nieuwe bepaling, zijn de aangewezen leden onder andere in staat om: - mee te delen dat de situatie in het veld kritiek kan worden en dat bijzondere waakzaamheid is geboden in het belang van de veiligheid van het interventieteam en van anderen; - een wijkagent die tijdens een ronde dringend moet reageren op ernstige verklaringen van verontruste burgers (bepaalde politiezones staan buurtinspecteurs toe om kleine interventies te doen) op diens verzoek informatie te verschaffen; - het onthaal van een commissariaat dat te maken krijgt met een situatie waarin iemand zich zeer agressief gedraagt informatie te verschaffen.
Tot slot moet worden vastgesteld dat de politie steeds vaker wordt geconfronteerd met interventies voor personen die dringende beschermende maatregelen nodig hebben, zoals beschermde observatie. De recente cijfers met betrekking tot het aantal opgestelde processen-verbaal tonen aan dat soortgelijke interventies een opmars maken. Die vaststelling kan ook in verband worden gebracht met het dragen van een blank wapen, wat steeds normaler lijkt voor bepaalde personen. Die context noopt ertoe maatregelen te nemen om de veiligheid te verzekeren, zeker wanneer er gegevens beschikbaar zijn, wat het geval is dankzij de bundeling van informatie in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Hoofdstuk 4. - Intern validatie van de gegevens en voeding van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Art. 8.
Dit artikel herneemt het huidige artikel 8, § 1, van het KB TF en het KB HP. Om het de operationeel verantwoordelijke mogelijk te maken zijn opdrachten zo goed mogelijk uit te voeren op basis van gegevens en informatie die niet afkomstig zijn van zijn dienst, is het essentieel dat er een eerste kwaliteitscontrole wordt uitgevoerd binnen de dienst zelf die gegevens of informatie registreert in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Deze eerste interne validatie van de eigen gegevens vormt een eerste garantie dat het geregistreerde gegeven of de doorgezonden informatie overgemaakt werd in overeenstemming met het doeleinde van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Het is tevens belangrijk voor elke verantwoordelijke voor de verwerking van de gegevensbank die aan de oorsprong ligt van het gegeven of de informatie (diegene die aanlevert) omdat hij een verantwoordelijkheid uitoefent over de gegevens en de informatie die zijn diensten registreren in de gemmeschappelijke gegevensbank T.E.R. (zie artikel 30 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten).
Het intern validatiesysteem van elke dienst wordt meegedeeld aan de operationeel verantwoordelijke die er van dan af rekening mee zal kunnen houden om zijn eigen evaluatie van de gegevens en informatie in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. uit te voeren, evenals zijn validering van het statuut van foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighter, potentieel gewelddadige extremist, terrorismeveroordeelde, haatpropagandist of entiteiten ten aanzien van wie er ernstige aanwijzingen bestaan dat zij de criteria van een foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighter, potentieel gewelddadige extremist of haatpropagandist.
In vergelijking met de huidige situatie is niet langer bepaald dat de diensten die gegevens en informatie verstrekken de operationeel verantwoordelijke ervan in kennis moeten stellen wanneer een van hun aan de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. doorgezonden gegevens of informatie gewist werd uit hun eigen gegevensbank, en dat de betrokken gegevens of informatie in het belang van de opdrachten van de bevoegde overheden en de doeleinden van de gegevensbank toch mogen worden bewaard (huidige artikel 8, § 2, van het KB TF en het KB HP).
Er bestaat namelijk al een specifiek toetsingsmechanisme voor de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. waarmee kan worden nagegaan of de gegevens nog adequaat, relevant en niet buitensporig zijn, zonder dat een tussenstap moet worden genomen die gekoppeld is aan de oorspronkelijke gegevensbank. Het gaat om artikel 7, § 1, tweede lid, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten, dat bepaalt dat na de laatste opname van een gegeven of van informatie in de inlichtingenfiche van de gevalideerde entiteit er om de vijf jaar wordt onderzocht of de persoonsgegevens nog steeds een rechtstreeks verband houden met een van de doeleinden van artikel 5, tweede lid, van de wet. Indien dit niet het geval is, worden de gegevens gearchiveerd.
Tenslotte spreekt het voor zich dat elke dienst die, met naleving van de wet gegevensbescherming wijzigingen en bijwerkingen aanbrengt aan de eigen gegevens in zijn gegevensbank tevens verplicht is de in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. geregistreerde gegevens bij te werken door er de noodzakelijke wijzigingen aan te brengen.
Art. 9.
Dit artikel herneemt het huidige artikel 9, §§ 2 en 3, van het KB TF en het KB HP. Ter herinnering, enkel de basisdiensten kunnen een inlichtingenfiche creëren, wat wil zeggen dat enkel zij een entiteit als "foreign terrorist fighters", "homegrown terrorist fighter", "potentieel gewelddadige extremist", "terrorismeveroordeelde" of "haatpropagandist" in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. kunnen registreren met toepassing van het creatierecht bedoeld in artikel 17 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten (huidige artikel 9, § 1, van het KB TF en het KB HP).
Gelet op het grote aantal diensten dat een schrijfrecht heeft in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. met het oog op de voeding ervan, moest een onderscheid worden gemaakt tussen de diensten die vaker te maken krijgen met de problematiek van entiteiten waarop de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. betrekking heeft en zij die beperkt zijn tot het verrijken van gegevens en informatie.
Om een goed gegevensbeheer mogelijk te maken, door te vermijden dat elke dienst om het even welk geregistreerd gegeven kan wijzigen, bepaalt dit artikel dat enkel de dienst die een gegeven geregistreerd heeft het kan wijzigen, verbeteren of uitwissen. Als een andere dienst van mening is dat een gegeven gewijzigd, verbeterd of uitgewist moet worden, stelt hij de dienst die het gegeven geregistreerd heeft hiervan in kennis om in voorkomend geval tot de nodige aanpassingen over te gaan.
Indien er op dit vlak geen overeenstemming is, wordt de operationeel verantwoordelijke ervan in kennis gesteld en indien het geschil blijft voortduren, neemt de operationeel verantwoordelijke, na overleg met de betrokken diensten, de uiteindelijke beslissing op dit vlak.
Hoofdstuk 5. - Opheffingsbepaling
Art. 10.
Bij dit artikel worden de twee koninklijke besluiten betreffende de huidige gemeenschappelijke gegevensbanken Terrorist fighters en Haatpropagandisten opgeheven: 1° het koninklijk besluit van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten2 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters;2° het koninklijk besluit van 23 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten3 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt. Hoofdstuk 6. -Inwerkingtreding
Art. 11.
Dit artikel bepaald de inwerkingtreding van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten, in overeenkomstig met artikel 60 van dezelfde wet, en dit besluit.
Het was inderdaad van belang dat de wet en het koninklijk besluit tot uitvoering ervan tegelijkertijd in werking traden, teneinde een optimale toepassing van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. mogelijk te maken.
Het besluit bevat belangrijke maatregelen inzake de goede uitvoering van bepaalde opdrachten toegekend aan meerdere diensten in het kader van de strijd tegen het terrorisme en brengt geen rechtstreekse gevolgen met zich mee voor onze burgers.
Hoofdstuk 7. - Slotbebaling
Art. 12.
Dit artikel bevat het uitvoeringsartikel.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN
ADVIES 76.172/2 VAN 30 MEI 2024 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `BETREFFENDE DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEGEVENSBANK "TERRORISME, EXTREMISME, RADICALISERINGSPROCES" ("T.E.R.")' Op 18 april 2024 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-eersteminister en Minister van Justitie en Noordzee verzocht binnen een termijn van dertig dagen verlengd tot 31 mei 2024, een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" ("T.E.R.")'.
Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 27 mei 2024. De kamer was samengesteld uit Patrick RONVAUX, kamervoorzitter, Christine HOREVOETS en Pierre-Olivier DE BROUX, staatsraden, Christian BEHRENDT en Jacques ENGLEBERT, assessoren, en Béatrice DRAPIER, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Ambre VASSART, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre-Olivier DE BROUX. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 30 mei 2024.
Aangezien de adviesaanvraag is ingediend op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
VOORAFGAANDE OPMERKING Rekening houdend met het ogenblik waarop dit advies wordt gegeven, vestigt de afdeling Wetgeving de aandacht van de adviesaanvrager erop dat de ontbinding van de Wetgevende Kamers tot gevolg heeft dat de regering sedert die datum en totdat, na de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, een nieuwe regering is benoemd door de Koning, niet meer over de volheid van haar bevoegdheid beschikt. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of het ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens die de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van verordeningen noodzakelijk is.
ONDERZOEK VAN HET ONTWERP AANHEF 1. In het eerste lid moet worden verwezen naar het vierde lid, en niet naar het derde lid, van artikel 6, § 2, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten `tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" ("T.E.R.") en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 14/09/2018 numac 2018031809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 14/09/2018 numac 2018031809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme sluiten tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt'. Voorts verlenen de artikelen 7 en 47 van diezelfde wet geen rechtsgrond aan het ontwerp, en horen ze niet in het voorliggende lid te worden vermeld. 2. In hetzelfde eerste lid moet meer specifiek worden verwezen naar punt 5° van artikel 12, eerste lid. DISPOSITIEF
Artikel 3 1. Luidens het tweede lid wordt de natuurlijke persoon, de rechtspersoon of de vereniging in kwestie door de operationeel verantwoordelijke, "binnen een tijdspanne van 15 dagen en op basis van gegevens en informatie opgeslagen in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R., als foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighter, potentieel gewelddadige extremist, terrorismeveroordeelde of haatpropagandist" gevalideerd in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. De commentaar op de bepaling stelt: "Het statuut van een meerderjarige natuurlijke persoon of minderjarige natuurlijke persoon van twaalf jaar of ouder, van een rechtspersoon of feitelijke vereniging, alsook van alle door hen aangewende middelen die geregistreerd zijn wordt binnen een tijdsbestek van 15 dagen gevalideerd." In de parlementaire voorbereiding van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten staat het volgende te lezen: "De basisdiensten moeten op andere diensten beroep kunnen doen om gegevens met betrekking tot de exacte situatie van de betrokkene toe te voegen (en de registratie vervolgens te valideren - validering op het eerste niveau) alvorens omtrent deze persoon een voorstel te kunnen doen aan het OCAD voor een validering van deze entiteit (validering op dit tweede niveau). Een voorbeeld: de psychosociale diensten van de gevangenissen (PSD's), die geen basisdiensten zijn, hebben een goed zicht op de opvattingen en psychische gezondheidstoestand van de gedetineerden. Het is dus noodzakelijk dat zij informatie kunnen delen over de personen die in vooronderzoek P.G.E. staan, bijvoorbeeld.
Het belang van een gemeenschappelijke gegevensbank bestaat er in dat elke dienst de gegevens aanbrengt waarover hij beschikt om het aan de basisdienst die de entiteit oorspronkelijk heeft geregistreerd, mogelijk te maken zijn verantwoordelijkheid op het vlak van de volledigheid van de gegevens te verzekeren. In deze context moet men wel degelijk toegang verlenen aan alle betrokken diensten die informatie en inlichtingen kunnen aanreiken die noodzakelijk zijn om tijdens de periode van het vooronderzoek deze evaluatie in twee fasen te kunnen doen.
Uiteraard weten de diensten die toegang hebben tot de gegevensbank T.E.R. dat de entiteit enkel in vooronderzoek is (...)" (Parl.St.
Kamer 2023-24, nr. 55-392/001, 36).
Voorts wordt de volgende toelichting gegeven: "Aangezien het om een tijdelijke situatie gaat die de basisdienst toelaat om de nodige elementen te verzamelen, is de registratie van de entiteit in vooronderzoek slechts mogelijk voor een maximumperiode van 6 maanden. De basisdienst moet na maximum 6 maanden ofwel de nodige elementen voor de validering van de precieze situatie van de entiteit in vooronderzoek hebben ontvangen en de entiteit in vooronderzoek kan ter validatie door OCAD voorgesteld worden die vervolgens haar situatie valideert ofwel is er geen validering door OCAD en dient de basisdienst te besluiten dat er geen voldoende elementen voorhanden zijn om de situatie van de entiteit in vooronderzoek op een preciezere wijze te bepalen. Wanneer de termijn van 6 maanden verstreken is, worden de gegevens van de entiteit in vooronderzoek bijgevolg uit de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. gewist" (Ibidem, 84).
Het bovenstaande vindt zijn neerslag in artikel 7, § 2, van de wet.
Gelet op het voorgaande is het niet duidelijk waarmee de termijn van vijftien dagen die in de voorliggende bepaling wordt vermeld, overeenstemt, op welk tijdstip hij aanvangt en welke gevolgen hij heeft, en evenmin hoe hij verenigbaar is met de termijn van zes maanden waarin wordt voorzien om hetzij de persoon of de vereniging in kwestie in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. te valideren, hetzij de gegevens daaruit te wissen op grond van het feit dat niet is voldaan aan de valideringscriteria.
Op dat punt moet de bepaling worden verduidelijkt en de commentaar in voorkomend geval aangevuld. 2. Het derde lid strekt er louter toe te bepalen dat de validering waarvan in dat lid sprake is, "wordt vermeld in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R.". Uit het tweede lid blijkt evenwel dat die valideringsverrichting impliceert dat de natuurlijke persoon, de rechtspersoon of de vereniging wordt ingeschreven in de gegevensbank in kwestie. Het heeft dan ook geen nut in het derde lid te herhalen dat de persoon of de vereniging in kwestie in die gegevensbank wordt vermeld.
Het derde lid moet bijgevolg worden weggelaten.
Artikel 4 1. In paragraaf 3 kent de voorliggende bepaling aan "de Algemene Administratie van Justitiehuizen van de Franse Gemeenschap, het departement Justitiehuis van het Ministerie van de Duitstalige gemeenschap, het Vlaams Agentschap Justitie en Handhaving, de Algemene Administratie van de hulpverlening aan de jeugd van de Franse Gemeenschap, het departement Jeugdbijstand van de Duitstalige gemeenschap en het Vlaams Agentschap Opgroeien" een leesrecht en een schrijfrecht toe "in het kader van hun wettelijke opdrachten van justitiële begeleiding van en toezicht op daders van misdrijven". Zodoende geeft de steller van het ontwerp uitvoering aan de machtiging waarin artikel 16, tweede lid, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten voorziet.
Er moet evenwel op worden gewezen dat die lees- en schrijfrechten, toegekend aan de partnerdiensten die onder de deelstaten ressorteren, overeenkomstig artikel 18 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten de verplichting inhouden om "de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. te raadplegen en ambtshalve hun eigen persoonsgegevens en relevante informatie daarin in te voeren". Artikel 18 legt dus wettelijke verplichtingen op aan diensten die onder de deelstaten ressorteren.
Dat wordt in het verslag aan de Koning overigens bevestigd in de commentaar op artikel 4, die het volgende stelt: "Net als de overige diensten die een leesrecht en een schrijfrecht hebben, moeten de Algemene Administratie van Justitiehuizen van de Franse Gemeenschap, de dienst Justitiehuis van het Ministerie van de Duitstalige gemeenschap, het Vlaams Agentschap Justitie en Handhaving, de Algemene Administratie van de hulpverlening aan de jeugd van de Franse Gemeenschap, het departement Jeugdbijstand van de Duitstalige gemeenschap en het Vlaams Agentschap Opgroeien de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. voeden overeenkomstig de bepalingen van artikel 18 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten." 2. Wat betreft de mogelijkheid voor de federale overheid een schrijfplicht op te leggen aan entiteiten die onder de deelstaten ressorteren, heeft de afdeling Wetgeving in haar advies 73.442/2 van 7 juni 2023 over het voorontwerp van wet `tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" ("T.E.R.")', dat heeft geleid tot de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten, onder meer verwezen naar haar advies 59.515/2 van 6 juli 2016 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten2 `betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters'. (1) In dat advies 59.515/2 van 6 juli 2016 heeft de afdeling Wetgeving het volgende benadrukt: "2.2. Uit de regels betreffende de verdeling van de bevoegdheden over de federale overheden en de deelentiteiten volgt dat een overheid die handelt binnen de uitoefening van haar eigen bevoegdheden niet gemachtigd is om op eenzijdige wijze verplichtingen op te leggen aan instanties die onder andere bevoegdheidsniveaus ressorteren. 2.3.1. Artikel 44/11/3ter, § 4, van de wet `op het politieambt', waaraan uitvoering wordt gegeven bij artikel 7, § 1, vijfde lid, van het ontwerp, kan op twee manieren geïnterpreteerd worden. 2.3.2. Volgens een eerste interpretatie strekt die bepaling ertoe aan alle instanties die toegang hebben tot de gemeenschappelijke gegevensbanken, met inbegrip van die welke onder een van de deelentiteiten ressorteren, de verplichting op te leggen om de in artikel 44/2, § 2, van de wet `op het politieambt' bedoelde persoonsgegevens en informatie ambtshalve aan de gemeenschappelijke gegevensbanken toe te zenden.
Volgens deze interpretatie, wordt bij de ontworpen bepaling een wettelijke bepaling uitgevoerd die de afdeling Wetgeving in het kader van deze adviesaanvraag niet mag bekritiseren. 2.3.3. Volgens een tweede interpretatie is het alleen de bedoeling geweest om bij artikel 44/11/3ter, § 4, van de wet aan `de directies, diensten, organen, organismen, overheden of commissie bedoeld in §§ 2 en 3' een verplichting op te leggen tot het ambtshalve toezenden aan de gemeenschappelijke gegevensbanken van de in die bepaling vermelde gegevens voor zover die directies, diensten, organen, organismen, overheden of commissie onder de federale overheid ressorteren.
Indien deze interpretatie gevolgd dient te worden, merkt de afdeling Wetgeving op dat in het ontworpen artikel 7, § 1, vijfde lid, de woorden `en moeten ze deze voeden overeenkomstig de bepalingen van artikel 44/11/3ter, §§ 4 en 5 van de wet op het politieambt' geschrapt moeten worden." Zoals in dat advies wordt opgemerkt, volgt uit de regels betreffende de verdeling van de bevoegdheden over de federale overheden en de deelstaten dat een overheid die handelt binnen de uitoefening van haar eigen bevoegdheden er niet toe gemachtigd is eenzijdig verplichtingen op te leggen aan instanties die onder andere bevoegdheidsniveaus ressorteren. De federale overheid is dus niet bevoegd om aan de deelstaten eenzijdig een schrijfplicht in een gegevensbank op te leggen. De afdeling Wetgeving heeft al meermaals opgemerkt dat de verplichting voor de deelstaten om persoonsgegevens mee te delen in strijd is met het autonomiebeginsel en in principe vereist dat een samenwerkingsakkoord wordt gesloten.(2) Zonder een dergelijk samenwerkingsakkoord kan het optreden van de deelstaten enkel als een mogelijkheid worden opgevat.
DE GRIFFIER, DE VOORZITTER, Béatrice DRAPIER Patrick RONVAUX _______ Nota's (1) Opmerking 2. (2) Zie advies 74.961/16 van 2 februari 2024 over een voorontwerp van ordonnantie "tot wijziging van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving" (verplichting opgelegd aan de andere deelstaten om gegevens mee te delen met het oog op de "geluidsbelastingskaart" en om te voldoen aan een Europese samenwerkingsplicht) (Parl.St. Br.Parl. 2023-24, nr.
A-857, 27-34); advies 74.782/2 van 27 november 2023 over een ontwerp dat heeft geleid tot het koninklijk besluit van 6 februari 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten4 `tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juni 2018 tot vaststelling van het bedrag en de betalingsmodaliteiten van de vergoeding voor de stagemeesters in de geneeskunde van kandidaat-specialisten' (verplichting voor de deelstaten om aan het RIZIV persoonsgegevens mee te delen); advies 73.211/1-3-4 van 28 april 2023 over een voorontwerp dat heeft geleid tot de wet van 5 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023046843 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten `houdende diverse bepalingen inzake economie' en tot de wet van 21 november 2023 `tot wijziging van de wet van 5 november 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/11/2023 pub. 11/12/2023 numac 2023046843 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende diverse bepalingen inzake economie sluiten houdende diverse bepalingen inzake economie' (verplichting voor de deelstaten en voor de openbare instellingen die ervan afhangen om de documenten en de informatie te verstrekken die nodig zijn voor het uitoefenen van de opdrachten van de betrokken federale ambtenaren) (Parl.St. Kamer 2022-23, nr. 55-3392/001, 146-178); advies 69.562/3 van 12 juli 2021 over een voorstel dat heeft geleid tot het decreet van 22 oktober 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten5 `tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 wat een verbod op de plaatsing of vervanging van een stookolieketel betreft' (samenwerkingsplicht opgelegd aan de federale gegevensbanken) (Parl.St. Vl.Parl. 2020-21, nr. 813/3, 3-16).
14 JULI 2024. - Koninklijk besluit betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" (« T.E.R. »). - Erratum FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces " ("T.E.R.") en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 14/09/2018 numac 2018031809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 14/09/2018 numac 2018031809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme sluiten tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, 6, § 2, vierde lid, 11, eerste lid, 12, eerste lid en tweede lid, 5°, 16, leden 2 en 3, 30, § 4, en 60, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten2 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten3 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën bij de minister van Binnenlandse Zaken, gegeven op 8 maart 2023;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën bij de minister van Justitie, gegeven op 15 maart 2023;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 24 maart 2023;
Gelet op het advies van het College van Procureurs-generaal, gegeven op 26 mei 2023;
Gelet op het advies nr. 97/2023 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 16 juni 2023;
Gelet op het advies van het Controleorgaan op de politionele informatie, gegeven op 20 juni 2023;
Gelet op het advies nr. 004/CPR/2023 van het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, gegeven op 13 juli 2023;
Gelet op advies 76.172/2 van de Raad van State, gegeven op 30 mei 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de vrijstelling van de voorafgaande impactanalyse, krachtens artikel 8, § 2, 1°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, van de Minister van Binnenlandse Zaken, en het advies van de in Raad vergaderde Ministers,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder: 1° " wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten": de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" ("T.E.R.") en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 14/09/2018 numac 2018031809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 14/09/2018 numac 2018031809 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme sluiten tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt; 2° "beheerder": de beheerder bedoeld in artikel 11 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten;3° "operationeel verantwoordelijke": de operationeel verantwoordelijke bedoeld in artikel 12 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten. HOOFDSTUK 2. - Beheerder en operationeel verantwoordelijke
Art. 2.De federale politie wordt aangeduid als beheerder van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R.
Art. 3.Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse wordt aangeduid als operationeel verantwoordelijke van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Met toepassing van artikel 12, tweede lid, 5°, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten stelt de operationeel verantwoordelijke alles in het werk om de entiteit bedoeld in artikel 2, 4°, a), van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten te valideren als foreign terrorist fighter, homegrown terrorist fighter, potentieel gewelddadige extremist, terrorismeveroordeelde of haatpropagandist door de dreigingsevaluatie in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. in te voeren, zulks binnen 15 dagen na de creatie van de entiteit door een basisdienst.
Naast de in artikel 12 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten beschreven opdrachten die het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse uitvoert in zijn hoedanigheid van operationeel verantwoordelijke, beoordeelt het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse de gegevens van de inlichtingenfiche met het oog op een individuele dreigingsevaluatie en een gepersonaliseerde follow-up.
HOOFDSTUK 3. - Toegangsrechten in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R.
Art. 4.§ 1. De partnerdiensten bedoeld in artikel 2, 3°, a), c), e), f), g), h) en j), van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten beschikken over een leesrecht en een schrijfrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. De categorieën van gerechtelijke gegevens bedoeld in artikel 6, § 2, eerste lid, 2°, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten, die door de in artikel 2, 3°, e), van dezelfde wet bedoelde partnerdienst in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. worden geregistreerd, worden bepaald in een omzendbrief van het College van procureurs-generaal. § 2. De partnerdienst bedoeld in artikel 2, 3°, k), van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten beschikt over een leesrecht en een schrijfrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. in het kader van haar bevoegdheden inzake financiële sancties zoals bepaald in het koninklijk besluit van 28 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten1 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen de financiering van het terrorisme en de wet van 13 mei 2003 inzake de tenuitvoerlegging van de beperkende maatregelen die genomen worden door de Raad van de Europese Unie ten aanzien van Staten, sommige personen en entiteiten. § 3. In het kader van hun wettelijke opdrachten van justitiële begeleiding van en toezicht op daders van misdrijven, beschikt de partnerdienst bedoeld in artikel 2, 3°, l), van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten over een leesrecht en een schrijfrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Deze rechten zijn beperkt tot de persoonsgegevens en de informatie van de entiteiten voor wie de dienst bedoeld in het eerste lid zijn opdracht van justitiële begeleiding en toezicht moet verzekeren.
Art. 5.§ 1. De partnerdiensten bedoeld in artikel 2, 3°, b) en d), van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten beschikken over een vraagrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. § 2. In het kader van zijn wettelijke opdrachten overeenkomstig het Samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten6 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, beschikt de partnerdienst bedoeld in artikel 2, 3°, i), van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten over een vraagrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. § 3. Indien het bestaan van een entiteit in vooronderzoek wordt bevestigd, bevraagt de partnerdienst bedoeld in paragrafen 1 en 2 de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. opnieuw na het einde van de maximale bewaartermijn van zes maanden bedoeld in artikel 7, § 2, van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten.
Art. 6.§ 1. Elke basisdienst en elke partnerdienst bedoeld in de artikelen 4 en 5 wijst de leden van zijn organisatie aan die een toegang hebben tot de persoonsgegevens en de informatie van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. Deze leden zijn houder van een veiligheidsmachtiging van ten minste het niveau GEHEIM. § 2. Door elke dienst wordt een lijst van de in paragraaf 1 bedoelde personen opgesteld die aan de beheerder overhandigd wordt.
In afwijking van het eerste lid, wordt de door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten opgestelde lijst van de in paragraaf 1 bedoelde personen enkel ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheden.
De inlichtingen- en veiligheidsdiensten kennen een identificatiecode toe aan hun personeelsleden bedoeld in paragraaf 1 en maken een lijst met deze identificatiecodes over aan de beheerder. § 3. De lijst bedoeld in paragraaf 2 wordt door de beheerder ter beschikking gehouden van de toezichthoudende overheden. Ze wordt minstens een keer per jaar door elke dienst bijgewerkt die elke wijziging meedeelt aan de beheerder.
Art. 7.In afwijking van artikel 6 kunnen de leden van de communicatie- en informatiecentra of van de lokale dispatchings van de geïntegreerde politie die een coördinerende functie hebben en door hun directeur of korpschef zijn aangewezen, toegang hebben tot de informatiekaart van de entiteiten die in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. worden verwerkt zonder dat zij over een veiligheidsmachtiging hoeven te beschikken.
HOOFDSTUK 4. - Intern validatie van de gegevens en voeding van de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R.
Art. 8.De basisdiensten en de partnerdiensten die over een leesrecht en een schrijfrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R beschikken, stellen een intern validatiesysteem van hun eigen gegevens in plaats of, passen, in voorkomend geval, hun bestaande interne validatiesystemen aan zodat de persoonsgegevens en informatie die zij in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. registreren toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn in het licht van de opdrachten bedoeld in artikel 3 van de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten en de doeleinden bedoeld in artikel 5, tweed lid, van dezelfde wet op.
Het in het eerste lid bedoelde intern validatiesysteem wordt door elke basisdienst en partnerdienst die over een leesrecht en een schrijfrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R beschikken, meegedeeld aan de operationeel verantwoordelijke die het overmaakt aan de beheerder, aan de functionaris voor gegevensbescherming en aan de toezichthoudende overheden.
Art. 9.§ 1. Wanneer de foreign terrorist fighter, de homegrown terrorist fighter, de potentieel gewelddadige extremist, of de terrorismeveroordeelde of de haatpropagandist al in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R. geregistreerd is, waken de diensten die over een leesrecht en een schrijfrecht in de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R beschikken erover hun eigen persoonsgegevens en informatie toe te voegen zonder de al bestaande persoonsgegevens en informatie te wijzigen of uit te wissen. § 2. De dienst die een persoonsgegeven of informatie geregistreerd heeft, is de enige die dit persoonsgegeven of deze informatie kan wijzigen, verbeteren of uitwissen.
Wanneer een dienst van mening is dat een persoonsgegeven of informatie die door een andere dienst ingevoegd werd, gewijzigd, verbeterd of uitgewist zou moeten worden, richt deze zich tot de dienst die het gegeven of de informatie geregistreerd heeft.
Wanneer deze twee diensten uiteenlopende standpunten innemen betreffende de wijziging, rechtzetting of verwijdering van een persoonsgegeven of informatie, komt het toe aan de operationeel verantwoordelijke om de eindbeslissing te nemen.
HOOFDSTUK 5. - Opheffingsbepaling
Art. 10.Worden opgeheven: 1° het koninklijk besluit van 21 juli 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten2 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Terrorist Fighters, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 april 2018 en 20 december 2019 en bij de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten;2° het koninklijk besluit van 23 april 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten3 betreffende de gemeenschappelijke gegevensbank Haatpropagandisten en tot uitvoering van sommige bepalingen van de afdeling 1bis "Het informatiebeheer" van hoofdstuk IV van de wet op het politieambt, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2019 en bij de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten. HOOFDSTUK 6. - Inwerkingtreding
Art. 11.Op 1 oktober 2024 treden in werking: 1° de wet van 29 maart 2024Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2024 pub. 16/04/2024 numac 2024002980 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot oprichting van de gemeenschappelijke gegevensbank "Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces" en tot wijziging van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, de wet van 30 juli 2018 tot oprichting van lokale integrale veiligheidscellen inzake radicalisme, extremisme en terrorisme en de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (1) sluiten;2° dit besluit. HOOFDSTUK 7. - Slotbebaling
Art. 12.De minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 14 juli 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN