Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 augustus 2018
gepubliceerd op 10 januari 2019

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, eerste lid, 2°, g) van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging. - Addendum

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien
numac
2019010007
pub.
10/01/2019
prom.
17/08/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN, FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN


17 AUGUSTUS 2018. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, eerste lid, 2°, g) van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging. - Addendum


In het Belgisch Staatsblad van 12 september 2018, pagina 70201, akte 2018/40636, wordt het bijgevoegde verslag aan de Koning ingevoegd.

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, eerste lid, 2°, g) van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging dat door ons ter ondertekening aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd, heeft tot doel de lijst van ondersteunende diensten van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (hierna OCAD genoemd) te vervolledigen door er de volgende vier overheidsdiensten aan toe te voegen: dienst Erediensten en Vrijzinnigheid binnen het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie, het directoraat-generaal Penitentiaire inrichtingen van de FOD Justitie, de algemene directie Crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken en de algemene administratie van de Thesaurie binnen de FOD Financiën.

I. Algemene commentaar.

De ondersteunende diensten van het OCAD worden momenteel opgesomd in artikel 2, 2° van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging. Artikel 2, 2°, g) van dezelfde wet bepaalt dat andere overheidsdiensten kunnen worden aangewezen door de Koning op voorstel van de Nationale Veiligheidsraad. Dit is het voorwerp van het onderhavige ontwerp van koninklijk besluit dat dient bevestigd te worden door een wet die wordt goedgekeurd binnen een termijn van een jaar te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit koninklijk besluit.

De aanslagen van Brussel van 22 maart 2016 hebben op dramatische wijze aangetoond wat de omvang is van de terreurdreiging die zich reeds gemanifesteerd had met de aanslag op het Joods museum in Brussel op 24 mei 2014 en de aanslagen van Parijs in 2015. Wat betreft radicalisme en gewelddadig extremisme zijn alle bestuursniveaus van de federale staat betrokken. De tool die de federale staat heeft ingevoerd en waarvan de aansturing behoort tot de verantwoordelijkheid van het OCAD, beantwoordt aan de nood tot coördinatie. Het gaat om het Actieplan Radicalisme (Plan R) dat een plan van aanpak is dat via een geïntegreerde samenwerking tussen de verschillende diensten tot doel heeft het radicalisme en het extremisme binnen onze maatschappij te verminderen.

Het is gebleken dat de lijst van ondersteunende diensten van het OCAD daarom moet aangevuld door andere diensten die in staat zijn om bij te dragen tot de opdrachten van het OCAD. De bestaande punctuele samenwerking kan op die manier verder worden uitgebouwd.

Op basis van artikel 6 van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten zijn deze nieuwe ondersteunende diensten verplicht ambtshalve of op vraag van de directeur van het OCAD alle inlichtingen waarover zij in het kader van hun wettelijke opdrachten beschikken en die relevant zijn voor het vervullen van de in artikel 8, 1° en 2°, bepaalde opdrachten, aan het OCAD mee te delen binnen de termijnen en volgens de modaliteiten bepaald door de Koning.

De algemene directie Crisiscentrum is de eerste dienst die in aanmerking komt. Deze beslist over en voert administratieve maatregelen uit op basis van de dreigingsevaluaties opgesteld door het OCAD. Hier dient te worden opgemerkt dat, op basis van artikel 10 van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging, de algemene directie Crisiscentrum systematisch bestemmeling is van alle evaluaties opgesteld door het OCAD, ongeacht of dit gebeurt op eigen initiatief of op vraag.

Het ADCC ontvangt vaak informatie van tal van bestuurlijke overheden, waarvan het wenselijk is dat deze wordt meegedeeld aan het OCAD teneinde een dreigingsanalyse op te stellen (op basis waarvan het ADCC vervolgens gerichte en passende maatregelen kan nemen).

De parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen in de luchthaven Brussel-Nationaal en Maalbeek beveelt een sterkere symbiose tussen het ADCC en het OCAD aan (Parl. St. Kamer 2016-17, nr. 54-1752/008, 159). Het toevoegen van het Crisiscentrum als ondersteunende dienst van het OCAD komt hieraan tegemoet.

Binnen de Algemene Directie Crisiscentrum is de een van de diensten die hiervoor in het bijzonder in aanmerking komt de Passagiers Informatie Eenheid (PIE), opgericht bij wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 25/01/2017 numac 2017010166 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verwerking van passagiersgegevens type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016022503 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016009669 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten betreffende de verwerking van passagiersgegevens, en die gevestigd is binnen de Algemene Directie Crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken. De PIE verzamelt de « Passenger Name Record » (PNR) gegevens en de « Advance Passenger Information » (API). De wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 25/01/2017 numac 2017010166 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verwerking van passagiersgegevens type wet prom. 25/12/2016 pub. 29/12/2016 numac 2016022503 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zaken type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016009669 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten bepaalt een limitatieve lijst van PNR- en API-gegevens die verzameld mogen worden door de overheden.

De PNR-gegevens zijn gegevens die meegedeeld worden door de passagiers zelf en die verzameld en bijgehouden worden door de vervoerder en/of de reisoperator. Elke maatschappij bepaalt zelf of ze een minimaal aantal gegevens verzamelt (vb. naam, het gereserveerde traject, de reisoperator waarbij het transport werd geboekt, enz.) of aanvullende informatie opvraagt (vb. emailadres, telefoonnummer, enz.).

API-gegevens zijn afkomstig uit authentieke documenten zoals een paspoort of identiteitskaart en zijn voldoende accuraat om een persoon te identificeren. Deze gegevens worden opgevraagd tijdens het check-in proces of bij het instappen van een transportmiddel.

Een uitgebreide samenwerking tussen het OCAD en de PIE, als onderdeel van het ACC, is nuttig. Verdachten van terroristische of andere ernstige misdrijven hebben vaak een specifiek en snel veranderend reisgedrag. Passagiersgegevens spelen een belangrijke rol bij het in kaart brengen van reisbewegingen, het verzamelen van bewijsmateriaal en het oprollen van dubieuze netwerken. De passagiersgegevens worden geanalyseerd aan de hand van vooraf bepaalde criteria, vergeleken met diverse databanken van gezochte personen en gebruikt voor gerichte opzoekingen. Een doeltreffend gebruik van deze gegevens levert een substantiële meerwaarde voor onze interne veiligheid door het bijdragen aan het voorkomen van terrorisme en ernstige criminaliteit, het opsporen en onderzoeken van verdachte patronen en de vervolging van verdachten.

Het OCAD zal deze informatie aldus kunnen betrekken bij dreigingsanalyses ten aanzien van deze personen of de plaatsen die zij bezoeken of bezocht hebben.

De tweede betrokken dienst is het directoraat-generaal Penitentiaire inrichtingen (DG EPI) binnen de FOD Justitie. Deze is belast met de tenuitvoerlegging van de straffen en de vrijheidsberovende maatregelen. Het DG EPI bestaat uit een centraal bestuur en buitendiensten die alle gevangenissen omvatten. Het centraal bestuur staat in het bijzonder in voor de controle op en de begeleiding van de individuele dossiers van de gedetineerden en het personeelsbeheer.

Er dient te worden opgemerkt dat het DG EPI een bevoorrechte partner is van het OCAD. Het DG EPI, dat bedoeld wordt in artikel 44/11/3ter, § 2, van de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, heeft een rechtstreekse toegang tot de gemeenschappelijke gegevensbanken Terrorist Fighters en Haatpropagandisten. Deze rechtstreekse toegang van het DG EPI tot de gemeenschappelijke gegevensbanken impliceert voor deze partner de verplichting om deze gegevensbanken te voeden.

Bijgevolg is het DG EPI een van de diensten die het meest kan bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de gegevensbank.

Doordat het DG EPI belast is met de controle en de begeleiding van de gedetineerden is het een bron aan relevante inlichtingen die nuttig zijn voor het OCAD. De toevoeging van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen wordt gemotiveerd door de problematiek van radicalisme binnen de gevangenissen en de informatiedoorstroming die noodzakelijk is om tijdens de detentie en na de vrijlating een behoorlijke veiligheidsopvolging te kunnen voorzien. Het meedelen van de relevante detentie-informatie aan het OCAD zal het OCAD in staat stellen om gerichte en gedetailleerde individuele dreigingsanalyses uit te voeren ten aanzien van de gedetineerden of voormalig gedetineerden. Zo kan bijvoorbeeld de mededeling van een individueel rapport van het DG EPI waarin de toegenomen radicalisering van een gedetineerde belicht wordt, een waardevolle informatiebron vormen voor het OCAD. In uitvoering van het actieplan `radicalisering in de gevangenissen' werd binnen de centrale directie van het DG EPI de coördinatiecel `extremisme' opgericht. Deze cel heeft een coördinerende rol wat betreft het opvolgen van radicalisme in de gevangenissen, de uitvoering van de maatregelen en staat in voor de informatiehuishouding inzake de gedetineerden die in verband worden gebracht met terrorisme, extremisme en radicalisme. De coördinatiecel zal als centraal aanspreekpunt voor het OCAD fungeren.

De derde dienst is de dienst Erediensten en Vrijzinnigheid binnen het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie. De FOD Justitie is bij wet bevoegd voor de erkenning van de erediensten en niet-confessionele organisaties. De dienst betaalt bovendien de wedden van de bedienaars van de erediensten en van de afgevaardigden van niet-confessionele, levensbeschouwelijke gemeenschappen. De Veiligheid van de Staat is bevoegd voor het luik veiligheid. Het OCAD wordt systematisch geconsulteerd in het kader van de erkenning van erediensten. In het kader van het fenomeen van de haatpropagandisten is het tevens belangrijk dat de uitwisseling van inlichtingen tussen het OCAD en de dienst Erediensten en Vrijzinnigheid optimaal verloopt. De informatie van de dienst Erediensten en Vrijzinnigheid kan het OCAD in staat stellen om behoorlijke en volledige dreigingsanalyses op te stellen.

De vierde nieuwe ondersteunende dienst tot slot is de algemene administratie van de Thesaurie binnen de FOD Financiën, belast met de financiële sancties. Deze zijn beperkende maatregelen die worden genomen tegenover regeringen van derde landen, personen of entiteiten (zoals terroristische organisaties) met als doel een einde te maken aan bepaalde criminele gedragspatronen. Deze sancties kunnen op verschillende niveaus worden besloten: internationaal, Europees en nationaal.

Resolutie 1373 van 2001 van de Veiligheidsraad van de VN roept alle staten op om over te gaan tot het bevriezen van de tegoeden en economische middelen van personen en entiteiten die terroristische daden plegen of pogen te plegen, of aan het plegen van dergelijke daden deelnemen of de uitvoering ervan vergemakkelijken.

Ter aanvulling van de Europese verordeningen (Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met Usama bin Laden, het Al-Qa'ida-netwerk en de Taliban, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 467/2001 van de Raad tot instelling van een verbod op de uitvoer van bepaalde goederen en diensten naar Afghanistan, tot versterking van het verbod op vluchten en verlenging van de bevriezing van tegoeden en andere financiële middelen ten aanzien van de Taliban van Afghanistan) en van het Gemeenschappelijk standpunt 931 van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme) heeft België maatregelen genomen om een nationale lijst op te stellen.

De nationale lijst werd aangenomen en gewijzigd bij de koninklijke besluiten tot uitvoering van het koninklijk besluit van 28 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 11/01/2007 numac 2006010059 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van de ambtenaren van niveau A van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen binnen de Federale Overheidsdienst Justitie type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 16/01/2007 numac 2006023325 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 51bis van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 28/12/2006 pub. 16/01/2007 numac 2006023324 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 december 1981 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de studiejaren kunnen in aanmerking genomen worden voor de toekenning van prestaties waarin voorzien wordt bij de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid sluiten inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen de financiering van het terrorisme, bevestigd in artikel 155 van de wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen (IV).

Dit koninklijk besluit vereist dat alle tegoeden en economische middelen van de personen en entiteiten die op de nationale lijst voorkomen, onmiddellijk worden bevroren, en verbiedt dat aan deze personen en entiteiten direct of indirect tegoeden en economische middelen ter beschikking worden gesteld.

Het komt toe aan het OCAD om de procedure tot administratieve bevriezing van tegoeden en economische middelen op te starten op basis van individuele en gemotiveerde adviezen die worden voorgelegd aan de Nationale Veiligheidsraad en vervolgens worden goedgekeurd door de Ministerraad. De algemene administratie van de Thesaurie is vervolgens bevoegd voor de concrete uitvoering van de individuele administratieve maatregelen tot bevriezing van tegoeden. Zij is immers bevoegd voor de verzoeken om vrijstelling van de bevriezing van tegoeden, voor de publicatie van de koninklijke besluiten voor de nationale terroristenlijst, voor het beheer van de informatie of de controle van gevallen van gelijkluidendheid (homoniemen).

Door een ondersteunende dienst te worden van het OCAD heeft de algemene administratie van de Thesaurie de mogelijkheid om talrijke relevante informatie te communiceren aan het OCAD, zoals de bevroren financiële bedragen, de eventuele verrichtingen op bankrekeningen of nog de adressen in het buitenland van de personen die het voorwerp uitmaken van een bevriezing.

Los daarvan zal de Thesaurie aldus ook financiële informatie over andere relevante personen die verband houden met terrorisme mee kunnen delen aan het OCAD, die vervolgens een dreigingsanalyse over deze persoon kan opstellen of een gemotiveerd advies kan uitbrengen met het oog op de bevriezing van tegoeden.

II. Artikelsgewijze commentaar Artikel 1.

De ondersteunende diensten van het OCAD worden uitgebreid met de volgende overheidsdiensten: de dienst Erediensten en Vrijzinnigheid binnen het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de FOD Justitie, het directoraat-generaal Penitentiaire inrichtingen van de FOD Justitie, de Algemene Directie Crisiscentrum van de FOD Binnenlandse Zaken en de algemene administratie van de Thesaurie binnen de FOD Financiën.

Artikel 2 Dit artikel betreft de uitvoering van voorliggend besluit.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Vice-Eersteminister, Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT

^