Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 september 2024
gepubliceerd op 21 oktober 2024

Koninklijk besluit tot uitbreiding van de dreigingen geëvalueerd door het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse in het kader van de aanvraag tot erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten, in uitvoering van artikel 3, tweede lid, van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging

bron
federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2024009305
pub.
21/10/2024
prom.
29/09/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot uitbreiding van de dreigingen geëvalueerd door het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse in het kader van de aanvraag tot erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten, in uitvoering van artikel 3, tweede lid, van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, strekt ertoe de evaluatie-opdracht van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (hierna OCAD) uit te breiden in het kader van de aanvraag tot erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten.

Aldus wil dit ontwerp tegemoetkomen aan de noodzaak om de gevolgen van deze erkenning voor de nationale veiligheid en de openbare orde te beoordelen, gevolgen die het kader van terroristische en extremistische fenomenen in sommige gevallen te buiten gaan.

Dit ontwerp dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, respecteert de omzendbrief van de Eerste Minister van 27 mei 2024 betreffende de lopende zaken. De voornoemde omzendbrief bepaalt onder meer dat "de zaken waarvoor geen nieuw initiatief van de Regering is vereist en die met het oog op de continuïteit van het gezag door de Uitvoerende Macht moeten worden behandeld, omdat anders een voor de burgers nadelig vacuüm zou ontstaan, moeten worden voortgezet. Het blijft steeds mogelijk om, na het inwinnen van het advies van de Raad van State, reglementaire teksten te finaliseren waarvan de voorbereiding aangevat werd lang vóór de kritieke periode, en die na sectorale onderhandelingen, enerzijds, geleid hebben tot de ondertekening van een protocolakkoord en, anderzijds, geleid hebben tot een akkoord van de bevoegde Ministers, in het bijzonder in het raam van de administratieve, begrotings- en beheerscontrole".

Het ontwerp werd goedgekeurd door de Ministerraad van 3 mei 2024 en vervolgens voor advies voorgelegd aan de Raad van State, die het ontwerp ten gronde goedkeurde in zijn advies 76.426/2 van 2 juli 2024.

I. Algemene commentaar In het Belgische rechtssysteem is de erkenning van erediensten een bevoegdheid van de Federale Overheid. De erkenning van de plaatselijke religieuze gemeenschappen (ook "lokale geloofsgemeenschappen" genoemd) valt onder de bevoegdheid van de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap.

Deze verdeling van bevoegdheden tussen verschillende deelstaten en de federale staat heeft geleid tot de goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 27/05/2004 pub. 14/06/2004 numac 2004009401 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten tussen de federale overheid, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor wat betreft de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaren van de erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, dat werd vervangen door het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008009613 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 27/05/2004 pub. 14/06/2004 numac 2004009401 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten tussen de federale overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest, en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor wat betreft de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaren van de erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten.

Het voornoemde samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008009613 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten is gericht op de organisatie van de erkenningsprocedure van de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten. De procedure geeft de federale overheid de verantwoordelijkheid om een veiligheidsadvies te verstrekken dat negatief kan zijn als het gebaseerd is op elementen die betrekking hebben op de veiligheid van de staat of de openbare orde.

De veiligheid van de staat en de openbare orde vermeld in het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008009613 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten omvat verschillende aspecten die niet beperkt zijn tot terroristische en extremistische fenomenen. Door zijn expertise inzake coördinatie van de inlichtingen en persoonsgegevens van alle aard die het coördinatieorgaan ontvangt van zijn verschillende steundiensten in het kader van de evaluatie van de extremistische en terroristische dreigingen, is het OCAD een natuurlijke keuze voor de rol van coördinatie van de evaluatie van de dreigingen in het kader van de erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten en van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties. Krachtens de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging, heeft het OCAD echter de wettelijke opdracht om de extremistische en terroristische dreiging te evalueren. Dezelfde wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten maakt het mogelijk om de opdracht van het OCAD van evaluatie van de dreiging uit te breiden naar andere dreigingen. Hiertoe machtigt de wet de Koning, op voorstel van de Nationale Veiligheidsraad, om de door de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten beoogde dreigingen uit te breiden naar een of meerdere dreigingen bepaald in artikel 8 van de wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

Het ontwerp maakt dus gebruik van de bijzondere machtiging ingesteld bij artikel 3, tweede lid, van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging om, in deze context, de dreigingsevaluatie uitgevoerd door het OCAD uit te breiden naar andere dreigingen dan de terroristische en extremistische dreigingen, die momenteel de enige dreigingen zijn waarvoor het OCAD bevoegd is.

In zijn advies van 4 april 2024 was het Vast Comité I van oordeel dat het ontwerp van koninklijk besluit niet alleen een uitbreiding betekende van de reikwijdte van de dreigingen die in overweging worden genomen voor de dreigingsevaluatie, maar ook dat het ontwerp aan het OCAD een nieuwe opdracht toevertrouwde die erin bestaat om op systematische basis adviezen te verlenen ter voorbereiding of ondersteuning van een zeer specifieke bestuurshandeling; en dat, bijgevolg, enkel de wet een dergelijke opdracht aan het OCAD kon toevertrouwen.

De kritiek van het Vast Comité I is grotendeels ongegrond. Het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008009613 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten voorziet inderdaad dat de erkenning van plaatselijke geloofsgemeenschappen het voorwerp uitmaakt van een voorafgaand advies van de federale overheid. Het ontwerp van koninklijk besluit mag niet worden verward met de opdracht die door het hogervermelde samenwerkingsakkoord aan de federale overheid wordt toegewezen. Het OCAD voert wel degelijk een dreigingsevaluatie uit in de zin van artikel 8, eerste lid, 2° van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging. Het feit dat de dreigingsevaluatie die in dit geval door het OCAD wordt uitgevoerd, de federale overheid moet toelaten een advies te verlenen in het kader van de erkenning van een plaatselijke geloofsgemeenschap, zet deze dreigingsevaluatie niet ipso facto om in een "advies", en evenmin maakt het van de dreigingsevaluatie van het OCAD een nieuwe wettelijke opdracht.

De uitvoering van de machtiging die aan de Koning wordt verleend door artikel 3, tweede lid van de hogervermelde wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten, heeft tot doel om de evaluatie-opdracht van het OCAD te verankeren in zijn traditionele opdrachten. Het Vast Comité I erkent overigens de toelaatbaarheid van het uitbreiden van de reikwijdte van de dreigingen die in aanmerking worden genomen voor de dreigingsevaluatie, zoals voorzien in het ontwerp van koninklijk besluit. Het Vast Comité I lijkt het ontwerp echter te verwijten dat het voor de evaluatie-opdracht van het OCAD uitvoeringsmodaliteiten voorziet die afwijken van de "traditionele" modaliteiten van de punctuele evaluaties van de terroristische of extremistische dreiging. Op basis hiervan meent het Comité dat het OCAD een nieuwe opdracht vervult die hem enkel door de wet zou mogen worden toevertrouwd. Het Comité lijkt echter niet in overweging te hebben genomen dat de wet de modaliteiten van de dreigingsevaluatie van het OCAD niet bepaalt, dat deze modaliteiten worden vastgelegd in het koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten en dat de aanpassing van de uitvoeringsmodaliteiten van de dreigingsevaluatie in principe niet onverenigbaar is met de wettelijke opdracht die aan het OCAD wordt toevertrouwd krachtens het hogervermelde artikel 8, eerste lid, 2°. Bovendien strookt het ontwerp van koninklijk besluit volledig met de "gewone" regeling van de dreigingsevaluatie. Het wijzigt deze regeling enkel om de modaliteiten aan te passen die weinig relevant worden geacht voor de dreigingsevaluaties in het kader van de erkenning van plaatselijke geloofsgemeenschappen, zeker wanneer deze dreigingen het kader van terrorisme en extremisme overstijgen. De rest van de modaliteiten van de dreigingsevaluatie vastgelegd door het hogervermelde koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten blijft van toepassing zodat het ontwerp van koninklijk besluit complementair is aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten.

Wat betreft de opmerking van het Vast Comité I, dat van mening is dat de taak die aan het OCAD en zijn steundiensten wordt toevertrouwd, een systeem van impliciet permanent toezicht is door het loutere feit dat het project "de erkenningsaanvragen" beoogt te reglementeren terwijl het verslag aan de Koning de mogelijkheid vermeldt om "de dreigingsevaluaties te herevalueren", houdt deze opmerking geen rekening met het feit dat de opdracht van dreigingsevaluatie die aan het OCAD wordt toevertrouwd in het kader van de erkenning van plaatselijke geloofsgemeenschappen, kadert in de opdracht van dreigingsevaluatie waarvan de modaliteiten worden vastgelegd door de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten en het hogervermelde koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten (onder voorbehoud van de bijzondere modaliteiten voorzien door het ontwerp van koninklijk besluit). De facto behoudt het OCAD de mogelijkheid om op eigen initiatief een evaluatie op te stellen wanneer het over nieuwe elementen beschikt die de productie van een nieuwe evaluatie rechtvaardigen. Evenzo moeten de steundiensten van het OCAD, die in het kader van hun wettelijke opdrachten in het bezit komen van informatie of inlichtingen die relevant zijn voor de opdrachten van dreigingsevaluatie van het OCAD, deze overmaken aan het OCAD. Dit is een standaardbepaling die voortvloeit uit artikel 6 van de OCAD-wet. Er bestaat dan ook geen grond om, zoals het Comité suggereert, in de regeling te bepalen dat de geldende wettelijke en reglementaire bepalingen bovendien moeten worden nageleefd, wat evident is. Het ontwerp strekt er niettemin toe een waarborg in te bouwen opdat de "uitgebreide" dreigingsevaluatie die voorzien is in het kader van de erkenning van plaatselijke geloofsgemeenschappen - en, derhalve, de verplichting voor de steundiensten om relevante informatie en inlichtingen mee te delen - beperkt blijft tot deze context. Om die reden vinden deze bijzondere dreigingsevaluaties plaats op initiatief van de dienst erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties van de Federale Overheidsdienst Justitie, en zullen de eventuele herevaluaties enkel plaatselijke geloofsgemeenschappen betreffen die het erkenningsproces zoals vastgelegd door het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008009613 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten, hebben gevolgd.

De aanbevelingen geformuleerd door de Raad van State in zijn advies 76.426/2 van 2 juli 2024 werden volledig geïntegreerd in het project.

II. Artikelsgewijze commentaar

Artikel 1.

Om het OCAD de mogelijkheid te geven in te schatten of er dreigingen zijn voor de nationale veiligheid en de openbare orde, is het essentieel dat het OCAD de toelating heeft om, naast de terroristische en extremistische dreigingen, de dreigingen te evalueren die betrekking hebben op spionage, schadelijke sektarische organisaties, criminele organisaties en inmenging bedoeld in artikel 8, 1°, van de wet houdende inlichtingen- en veiligheidsdiensten, zoals toegestaan door artikel 3, tweede lid, van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging.

Voor deze marginale bevoegdheid ontvangt het OCAD, voor elke aanvraag tot erkenning, de relevante inlichtingen over feiten gelinkt aan de hogervermelde dreigingen waarvoor de steundiensten bevoegd zijn op basis van hun respectievelijke wetgeving.

Artikel 2.

De dreigingsevaluatie uitgevoerd door het coördinatieorgaan in het kader van de aanvraag tot erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten, maakt deel uit van een bijzondere procedure. Op het niveau van de federale overheid is de dienst erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties van de Federale Overheidsdienst Justitie verantwoordelijk voor de erkenningsprocedure van de erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties. In het kader van de aanvraag tot erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten bevraagt de dienst erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties van de Federale Overheidsdienst Justitie het OCAD (de dienst erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties werd aangeduid als steundienst van het OCAD door het koninklijk besluit van 17 augustus 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/08/2018 pub. 10/01/2019 numac 2019010007 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, eerste lid, 2°, g) van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging. - Addendum type koninklijk besluit prom. 17/08/2018 pub. 12/09/2018 numac 2018040636 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, eerste lid, 2°, g) van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging sluiten tot uitvoering van artikel 2, eerste lid, 2°, g) van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging en zal in deze rol worden bevestigd door de wet van 31 mei 2022 tot wijziging van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging), over de impact die een erkenning zou hebben op de nationale veiligheid en de openbare orde.

In het kader van deze bijzondere procedure bepaalt de eerste paragraaf van artikel 2 dat het OCAD dus een verzoek tot dreigingsevaluatie ontvangt van de dienst erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties van de Federale Overheidsdienst Justitie.

Het indienen van het verzoek tot dreigingsevaluatie door de dienst erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties berust niet alleen op pragmatische overwegingen, het is ook de bedoeling om op die manier een filter toe te passen op de voorbereiding van een evaluatie op basis van dit besluit: deze evaluatie wordt uitsluitend uitgevoerd binnen het kader van de erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten. Dreigingen met betrekking tot spionage, schadelijke sektarische organisaties, criminele organisaties en inmenging zullen niet worden behandeld buiten het kader van de aanvraag tot erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten. Dit geldt ook voor de steundiensten van het OCAD. Met dit in gedachten zal het OCAD, wanneer de dienst erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties een verzoek tot dreigingsevaluatie indient, dit verzoek doorsturen naar zijn steundiensten die belast zullen zijn met het verstrekken van de persoonsgegevens en relevante informatie in hun bezit. Hetzelfde geldt bij een herevaluatie: het OCAD zal zijn verzoek richten tot de steundiensten. Als een steundienst over informatie beschikt die een impact kan hebben op een dreigingsevaluatie die het OCAD opstelt in het kader van de aanvraag tot erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten, wordt van de steundienst over het algemeen verwacht dat hij deze informatie spontaan meedeelt aan het OCAD zodat deze informatie in overweging kan worden genomen, maar de steundiensten dienen zich niet noodzakelijk proactief op te stellen in het kader van deze dreigingen zonder een verzoek tot dreigingsevaluatie.

Daarnaast kunnen het OCAD en de steundiensten, in het kader van de hierboven beschreven procedure, de ministeriële richtlijnen en de bestaande afspraken over de organisatie van de coördinatie en de informatiestroom ook actualiseren.

De federale overheid verstrekt een advies dat ofwel positief kan zijn, ofwel negatief. Het gebruik van de schaal van de dreigingsniveaus, bedoeld in artikel 11, § 6, van het koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging, is in het onderhavige geval dus niet geschikt en het model van de evaluatie die het OCAD zal moeten uitvoeren in de aangelegenheid beoogd door het onderhavig ontwerp, zal worden afgesloten met een vermelding "gunstig" of "ongunstig". Niettemin zijn er gevallen waar een mogelijkheid bestaat om de omstandigheden die kunnen leiden tot het uitbrengen van een vermelding "ongunstig", bij te sturen. In dergelijke gevallen lijkt het aangewezen om een soepelere en meer voluntaristische benadering te hanteren ten aanzien van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten. Het moet mogelijk zijn om de situatie bij te sturen en daarom kan de evaluatie aanbevelingen bevatten.

Aangezien het onderhavig ontwerp bijzondere regels vaststelt voor de dreigingsevaluatie die wordt gevraagd in de context van de erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten, vervangen deze regels de algemene bepalingen van het koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging. Voor alle andere bepalingen die door het onderhavig besluit niet worden behandeld, zijn de algemene regels van het voornoemde koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten van toepassing.

Artikel 3.

Dit artikel betreft de uitvoering van voorliggend besluit.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN


ADVIES 76.426/2 VAN 2 JULI 2024 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT UITBREIDING VAN DE DREIGINGEN GEEVALUEERD DOOR HET COÖRDINATIEORGAAN VOOR DE DREIGINGSANALYSE IN HET KADER VAN DE AANVRAAG TOT ERKENNING VAN DE PLAATSELIJKE GEMEENSCHAPPEN VAN DE ERKENDE EREDIENSTEN EN VAN DE ERKENDE NIET-CONFESSIONELE LEVENSBESCHOUWELIJKE ORGANISATIES, IN UITVOERING VAN ARTIKEL 3, TWEEDE LID, VAN DE WET VAN 10 JULI 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten BETREFFENDE DE ANALYSE VAN DE DREIGING' Op 7 mei 2024 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-eersteminister en Minister van Justitie en Noordzee verzocht binnen een termijn van dertig dagen verlengd met dertig dagen * een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitbreiding van de dreigingen geëvalueerd door het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse in het kader van de aanvraag tot erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten en van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties, in uitvoering van artikel 3, tweede lid, van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 1 juli 2024. De kamer was samengesteld uit Patrick RONVAUX, kamervoorzitter, Christine HOREVOETS en Pierre-Olivier DE BROUX, staatsraden, Christian BEHRENDT en Jacques ENGLEBERT, assessoren, en Béatrice DRAPIER, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Stéphane TELLIER, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre-Olivier DE BROUX. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 2 juli 2024.

Aangezien de adviesaanvraag is ingediend op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

VOORAFGAANDE OPMERKING Rekening houdend met het ogenblik waarop dit advies wordt gegeven, vestigt de afdeling Wetgeving de aandacht van de adviesaanvrager erop dat de ontbinding van de wetgevende kamers tot gevolg heeft dat de regering sedert die datum en totdat, na de verkiezing van de Kamer van volksvertegenwoordigers, een nieuwe regering is benoemd door de Koning, niet meer over de volheid van haar bevoegdheid beschikt. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens die de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van verordeningen noodzakelijk is.

VOORAFGAANDE VORMVEREISTEN 1. Het voorliggende koninklijk besluit ontleent zijn rechtsgrond aan artikel 3, tweede lid, van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten `betreffende de analyse van de dreiging', dat als volgt luidt: "De Koning kan, op voorstel van de Nationale Veiligheidsraad, de in het eerste lid bedoelde dreigingen uitbreiden tot één of meerdere andere dreigingen vermeld in artikel 8 van de wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst." Het vijfde lid van de aanhef verwijst naar "het besluit van de Nationale Veiligheidsraad (...)" dat, volgens de stukken die aan de afdeling Wetgeving zijn bezorgd, geen voorstel blijkt te zijn, maar een positief advies dat dateert van 30 maart 2024. (1) Op een vraag over dat vormvereiste heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Cela se fait sur proposition du Conseil des ministres après que le nationale veiligheidsraad (NVR) a donné son avis en ce sens. Le Conseil des ministres propose l'AR, sur indication du NVR. Cela n'implique pas de conflit de compétences vu que le Conseil des ministres compte tous les ministres qui sont représentés au NVR. Les services publics représentés au NVR ont également eu leur mot à dire sur ce projet d'arrêté, via le passage au CCIV, au SCIV et au NVR." Het laat zich inderdaad aanzien dat het positieve advies van de Nationale Veiligheidsraad van 30 april 2024 voorafgegaan is aan de beslissing van de Ministerraad van 3 2024.

Gelet op het feit dat de Ministerraad op aangeven ("sur indication") van de Nationale Veiligheidsraad heeft voorgesteld het ontworpen koninklijk besluit vast te stellen, mag ervan worden uitgegaan dat het voorafgaande vormvereiste naar behoren is vervuld. 2. Krachtens artikel 128 van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten `betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens' is het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (hierna: het "Vast Comité I") de toezichthoudende autoriteit belast met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens uitgevoerd in het kader van artikel 107, eerste lid, van die wet. Op de vraag of aan dat vormvereiste is voldaan, heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord: "Dans le cadre d'un projet d'arrêté royal, les avis du Comité P et du Comité R sont facultatifs et peuvent être demandés par le ministre compétent (art. 9, al. 7 et art. 33, al. 8 de la loi du 18 juillet 1991 organique du contrôle des services de police et de renseignement et de l'Organe de coordination pour l'analyse de la menace). Le ministre de la Justice a sollicité l'avis du Comité R et du Comité P, lesquels ont rendu un avis sur le projet le 28 mars 2024 et le 4 avril 2024. (...)" Het advies van het Vast Comité I is inderdaad verkregen, maar het kan niet als facultatief worden beschouwd. Immers, artikel 36, lid 4, van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 `betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)', gelezen in samenhang met artikel 57, lid 1, c), en overweging 96 van die verordening alsook met artikel 2, tweede lid, van de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten `betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens', schrijft voor dat de toezichthoudende autoriteit, in casu het Vast Comité I, wordt geraadpleegd bij het opstellen van een voorstel voor een door een nationaal parlement vast te stellen wetgevingsmaatregel, of voor een daarop gebaseerde regelgevingsmaatregel, in verband met verwerking.

Bijgevolg moet het advies van het Vast Comité I in de aanhef worden vermeld in de vorm van een aanhefverwijzing, vóór de aanhefverwijzing naar het advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State.

ALGEMENE OPMERKING Zoals hierboven is opgemerkt, ontleent het ontworpen koninklijk besluit zijn rechtsgrond niet alleen aan artikel 108 van de Grondwet, maar ook aan artikel lid, van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten.

In het verslag aan de Koning staat met name het volgende antwoord dat het Vast Comité I in zijn advies van 4 april 2024 heeft gegeven over het toevertrouwen van een nieuwe opdracht aan het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (hierna: het "OCAD") in het kader van de erkenning van de plaatselijke religieuze gemeenschappen: "In zijn advies van 4 april 2024 was het Vast Comité I van oordeel dat het ontwerp van koninklijk besluit niet alleen een uitbreiding betekende van de reikwijdte van de dreigingen die in overweging worden genomen voor de dreigingsevaluatie, maar ook dat het ontwerp aan het OCAD een nieuwe opdracht toevertrouwde die erin bestaat om op systematische basis adviezen te verlenen ter voorbereiding of ondersteuning van een zeer specifieke bestuurshandeling; en dat, bijgevolg, enkel de wet een dergelijke opdracht aan het OCAD kon toevertrouwen.

De kritiek van het Vast Comité I is grotendeels ongegrond. Het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008009613 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten voorziet inderdaad dat de erkenning van plaatselijke geloofsgemeenschappen het voorwerp uitmaakt van een voorafgaand advies van de federale overheid. Het ontwerp van koninklijk besluit mag niet worden verward met de opdracht die door het hogervermelde samenwerkingsakkoord aan de federale overheid wordt toegewezen. Het OCAD voert wel degelijk een dreigingsevaluatie uit in de zin van artikel 8, eerste lid, 2° van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging. Het feit dat de dreigingsevaluatie die in dit geval door het OCAD wordt uitgevoerd, de federale overheid moet toelaten een advies te verlenen in het kader van de erkenning van een plaatselijke geloofsgemeenschap, zet deze dreigingsevaluatie niet ipso facto om in een `advies', en evenmin maakt het van de dreigingsevaluatie van het OCAD een nieuwe wettelijke opdracht." Er dient te worden nagegaan of het ontworpen koninklijk besluit kan worden vastgesteld op basis van artikel 3, tweede lid, van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten, gegeven het feit dat het enerzijds de evaluatieopdracht van het OCAD uitbreidt tot andere soorten dreigingen, bedoeld in artikel 8, 1°, van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst sluiten `houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten', en dat het anderzijds de uitbreiding van die opdracht enkel voorziet in het kader van de aanvraag tot erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten en van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties.

In dat verband heeft de gemachtigde van de minister het volgende aangegeven: "La nécessité d'étendre les menaces qui doivent être évaluées dans le cadre de la procédure de reconnaissance des communautés locales des cultes reconnus se fonde sur l'accord de coopération du 2 juillet 2008 modifiant l'accord de coopération du 27 mai 2004 en ce qui concerne la reconnaissance des cultes. Son article 3, § 1er, alinéa 3 déclare que `si l'avis négatif de l'autorité fédérale est fondé sur des éléments concernant la sécurité de l'Etat ou l'ordre public, la procédure d'établissement d'une communauté est suspendue.

L'arrêté royal du 17 août 2018 exécutant l'article 2, premier alinéa, 2°, g) de la loi du 10 juillet 2006 relative à l'analyse de la menace a désigné le service Laïcité et Cultes de la Direction générale de la Législation et des Libertés et Droits fondamentaux du service public Justice, comme service d'appui de l'OCAM (la loi du 31 mai 2022 modifiant la loi du 10 juillet 2006 relative à l'analyse de la menace a confirmé ce service dans son rôle de service d'appui de l'OCAM).

Si les services d'appui de l'OCAM ont pour obligation principale de communiquer à l'Organe de coordination les renseignements et les données à caractère personnel utiles à l'OCAM pour l'accomplissement de ses missions d'évaluation de la menace (article 6 de la loi OCAM), ces mêmes services d'appui ont également le droit de demander à l'OCAM de procéder aux évaluations de la menace qui leur sont nécessaires dans le cadre de leurs propres missions légales (article 10, § 3 de la loi OCAM).

Si l'accord de coopération du 2 juillet 2008 précité s'inscrit manifestement dans la législation applicable en matière de cultes reconnus et organisations philosophiques non confessionnelles reconnues, cette législation ne confie pas explicitement une mission d'évaluation de la menace au service Laïcité et Cultes. L'évaluation de la menace reste l'apanage de l'OCAM dont le service Laïcité et Cultes est, pour rappel, un service d'appui.

Des missions d'analyse de la menace spécifiques ont été confiées par des législations particulières à l'OCAM (c'est notamment le cas de l'analyse de la menace confiée à l'OCAM par l'article 10 de la loi relative à la sécurité et la protection des infrastructures critiques) avec pour conséquence notable de ne pas régler l'ensemble des aspects de la mission d'analyse/évaluation de l'OCAM tant sur le plan de l'objet et/ou de la finalité ou encore en regard du traitement des données à caractère personnel. Inscrire ces missions (d'évaluation) particulières dans le cadre de la législation relative à l'analyse de la menace aurait apporté des garanties de sécurité juridique et de cohérences dans l'exécution des missions confiées à l'OCAM. C'est dans cette optique que le présent projet d'arrêté royal a été adopté: il se fonde sur une habilitation confiée expressément au Roi, dans le domaine précis de l'évaluation de la menace. Le projet peut de la sorte s'appuyer sur un corpus de règles existant et adapté à son objet et se concentrer sur les seules particularités que doit revêtir l'évaluation de la menace dans le cadre particulier de la procédure de reconnaissance des communautés locales des cultes reconnus. Transvaser la compétence d'évaluation de la menace dans la législation applicable en matière de cultes reconnus et organisations philosophiques non confessionnelles reconnues aurait contraint l'auteur du projet à dédoubler la législation applicable à l'évaluation de la menace au risque de disperser les missions de l'OCAM dans diverses législations qui ne sont pas nécessairement adaptées aux missions spécifiques attribuées à l'OCAM. Pour pertinente que soit la question du Conseil d'Etat, nous relevons que sur ce point, l'avis du Comité R bien que critique sur le choix de l'instrument juridique (nos réactions à l'avis du Comité R sont reprises dans le Rapport au Roi du projet), ne conteste pas la légitimité d'inscrire dans la législation relative à l'analyse de la menace le présent projet." In de parlementaire voorbereiding van artikel 3 van de wet van 10 2006 staat voorts het volgende te lezen: "(...) Door te verwijzen naar artikel 8 van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst, wordt de dreiging in de wet gedefinieerd als zijnde elke activiteit die de inwendige en uitwendige veiligheid van de Staat, de Belgische belangen en de veiligheid van de onderdanen in het buitenland of elk ander fundamenteel belang van het land zoals gedefinieerd door de Koning op voorstel van het Ministerieel Comité, zou kunnen aantasten.

De bedoelde dreiging kan in het bijzonder betrekking hebben op de bevolking, maar ook op gebouwen en militaire of burgerlijke infrastructuren.

Deze definitie is zeer ruim en beoogt een breed gamma aan bedreigingen. Het is bijgevolg in de eerste plaats belangrijk om de activiteiten van OCAM af te bakenen tot de terroristische en de extremistische dreiging, zoals die gedefinieerd werden door artikel 1°, b) en c), van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, rekening houdend met het feit dat de Koning indien nodig de evaluatiedomeinen van OCAM zal kunnen uitbreiden tot andere soorten bedreigingen dan die welke beoogd zijn door deze wetsbepaling."(2) In de parlementaire voorbereiding staat ook nog het volgende: "In eerste instantie zal dit orgaan zich concentreren op alle terroristische dreigingen, maar ook op de extremistische, zoals gedefinieerd door artikel 8, 1°, b) en c) van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst sluiten, houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst.

Het wetsontwerp laat echter de mogelijkheid open om op langere termijn de actieradius van dit orgaan uit te breiden tot andere soorten dreigingen, op basis van de definitie voorzien in artikel 8 van dezelfde wet.

Het is immers de bedoeling van de regering dat men het voortbestaan van de toegestane investeringen kan garanderen en dat men dit instrument in staat stelt zich aan te passen aan de evolutie van de dreiging.

De bevoegdheid om de opdrachten van het CODA te breiden is toevertrouwd aan de Koning, die zal handelen op voorstel van het Ministerieel Comité voor Inlichting en Veiligheid."(3) Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat de Koning op basis van de machtiging waarin artikel 3, tweede lid, van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten voorziet, op punctuele basis de soorten dreigingen kan uitbreiden die het OCAD moet evalueren in de zin van artikel 8, eerste lid, 2°, van dezelfde wet, met dien verstande dat de uitbreiding van die opdracht beperkt blijft tot een specifieke aangelegenheid, in casu de erkenning van plaatselijke gemeenschappen van erkende erediensten en van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties.

De omstandigheid dat die opdracht van het OCAD op meer systematische wijze zou worden uitgeoefend in zoverre ze verband houdt met die procedures voor erkenningsaanvraag, lijkt niet onverenigbaar met de voornoemde machtiging, aangezien dit onder de nadere regels voor de uitvoering van de evaluatieopdracht van het OCAD valt.

Die uitgebreide opdracht is echter specifiek voor de aangelegenheid van de erkenning van plaatselijke gemeenschappen van erkende erediensten en van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties. Ze moet in verband worden gebracht met de verplichting, voor de federale overheid, over een dergelijke aanvraag een voorafgaand advies te geven krachtens artikel 3, § 1, van het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008009613 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten `tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 27/05/2004 pub. 14/06/2004 numac 2004009401 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten'.

Zoals in het verslag aan de Koning wordt aangegeven, "[zet h]et feit dat de dreigingsevaluatie die in dit geval door het OCAD wordt uitgevoerd, de federale overheid moet toelaten een advies te verlenen in het kader van de erkenning van een plaatselijke geloofsgemeenschap, (...) deze dreigingsevaluatie niet ipso facto het [evenmin] van de dreigingsevaluatie van het OCAD een nieuwe wettelijke opdracht".

Bijgevolg kan artikel 3, § 1, van het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008009613 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten niet worden beschouwd als een rechtsgrond van het ontworpen koninklijk besluit.

Gelet evenwel op de beperkte aangelegenheid waartoe de evaluatieopdracht van het OCAD wordt uitgebreid, moet dat samenwerkingsakkoord in de aanhef worden vermeld in de vorm van een overweging.

BIJZONDERE OPMERKINGEN AANHEF Het derde lid moet worden weggelaten aangezien het koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten bij het ontwerp noch wordt gewijzigd, noch wordt opgeheven. Doordat artikel 2 van het ontwerp echter ten dele afwijkt van dat koninklijk besluit, dient dat in de aanhef te worden vermeld in de vorm van een overweging.

DISPOSITIEF

Artikel 1 In de Franse tekst moeten de woorden "confessionnelles reconnues" worden vervangen door de woorden "confessionnelle reconnue".

Artikel 2 In het verslag aan de Koning wordt met betrekking tot artikel 2 het volgende aangegeven: "Aangezien het onderhavig ontwerp bijzondere regels vaststelt voor de dreigingsevaluatie die wordt gevraagd in de context van de erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten en van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties, vervangen deze regels de algemene bepalingen van het koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging. Voor alle andere bepalingen die door het onderhavig besluit niet worden behandeld, zijn de algemene regels van het voornoemde koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten van toepassing." Aangezien het dispositief van artikel 2 ten dele lijkt af te wijken van de bepalingen van het koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten, dient die bedoeling te worden weergegeven in het dispositief van de ontworpen tekst.

DE GRIFFIER, DE VOORZITTER, Béatrice DRAPIER Patrick RONVAUX _______ Nota's (1) Zie in die zin de notificatie van de beslissing van de Ministerraad van 3 mei 2024. (2) Parl.St. Kamer 2005-06, nr. 51-2032/001, 14-15. (3) Parl.St. Kamer 2005-06, nr. 51-2032/006, 5-6.


29 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot uitbreiding van de dreigingen geëvalueerd door het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse in het kader van de aanvraag tot erkenning van de plaatselijke gemeenschappen van de erkende erediensten, in uitvoering van artikel 3, tweede lid, van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging, artikel 3, tweede lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 maart 2024;

Gelet op het advies van het Vast Comité I gegeven op 4 april 2024;

Gelet op het advies van de Nationale Veiligheidsraad van 30 april 2024;

Gelet op het advies 76.426/2 van de Raad van State, gegeven op 2 juli 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de vrijstelling van de voorafgaande impactanalyse, krachtens artikel 8, § 2, 1°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Overwegende het samenwerkingsakkoord van 2 juli 2008Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 02/07/2008 pub. 23/07/2008 numac 2008009613 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 27/05/2004 pub. 14/06/2004 numac 2004009401 bron federale overheidsdienst justitie Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten sluiten tussen de Federale Overheid, de Duitstalige Gemeenschap, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de erkenning van de erediensten, de wedden en pensioenen van de bedienaars der erediensten, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten;

Overwegende het koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en van de Minister van Binnenlandse Zaken, en op advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het kader van de aanvraag tot erkenning van een plaatselijke gemeenschap van een erkende eredienst, zijn de dreigingen die door het OCAD in overweging worden genomen voor de uitvoering van de punctuele gemeenschappelijke evaluatie bedoeld in artikel 8, eerste lid, 2° van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging, naast de terroristische en extremistische dreigingen bedoeld in artikel 8, 1°, tweede lid, b) en c), van de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de dreigingen bedoeld in artikel 8, 1°, tweede lid, a), e), f) en g), van de voornoemde wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst sluiten.

Art. 2.§ 1. De dreigingsevaluatie bedoeld in artikel 1, wordt aangevraagd door de dienst erediensten en niet-confessionele levensbeschouwelijke organisaties van de Federale Overheidsdienst Justitie. § 2. De evaluatie moet de gevolgen aangeven die de erkenning kan hebben op de nationale veiligheid en openbare orde, op basis van een beschrijving van de ernst en de waarschijnlijkheid van de dreigingen bedoeld in artikel 1. § 3. In afwijking van artikel 11, paragraaf 6 van het koninklijk besluit van 28 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006009957 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister, federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst financien, federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer en ministerie van landsverdediging Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging type koninklijk besluit prom. 28/11/2006 pub. 04/12/2006 numac 2006009941 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit houdende tenuitvoerlegging van Verordening nr. 1453/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese Coöperatieve Vennootschap sluiten tot uitvoering van de wet van 10 juli 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/07/2006 pub. 20/07/2006 numac 2006009570 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de analyse van de dreiging sluiten betreffende de analyse van de dreiging, besluit de evaluatie met een beoordeling van de gevolgen van de erkenning waarop het evaluatieverzoek betrekking heeft.

De beoordeling bedoeld in het tweede lid gebeurt door middel van één van de volgende vermeldingen: 1° "gunstig", wanneer blijkt dat de erkenning geen negatieve impact zou hebben op de nationale veiligheid en de openbare orde;2° "ongunstig", wanneer blijkt dat de erkenning een negatieve impact zou hebben op de nationale veiligheid en de openbare orde. Wanneer blijkt dat de erkenning geen negatieve impact zou hebben op de nationale veiligheid en de openbare orde als passende maatregelen genomen worden om dit tegen te gaan, kan de evaluatie vergezeld gaan van gepaste aanbevelingen.

Art. 3.De minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, op 29 september 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN


^