Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 oktober 2021
gepubliceerd op 18 november 2021

Koninklijk besluit betreffende de toekenningsmodaliteiten van een subsidie voor gemeenten in het kader van de Task Force Kwetsbare Groepen met als doel het ondersteunen van de gemeenten in de strijd tegen intrafamiliaal geweld

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2021043100
pub.
18/11/2021
prom.
27/10/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 OKTOBER 2021. - Koninklijk besluit betreffende de toekenningsmodaliteiten van een subsidie voor gemeenten in het kader van de Task Force Kwetsbare Groepen met als doel het ondersteunen van de gemeenten in de strijd tegen intrafamiliaal geweld


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 maart 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/1994 pub. 07/02/2012 numac 2012000056 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 30/03/1994 pub. 27/01/2015 numac 2015000029 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen sluiten houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikel 69bis, 1° ;

Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, artikelen 121 tot 124;

Gelet op de wet van 27 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040938 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 30/03/2020 numac 2020040937 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (1) type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030524 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling type wet prom. 27/03/2020 pub. 03/04/2020 numac 2020030525 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 . - Duitse vertaling sluiten die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II);

Gelet op de wet van 22 december 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2020 pub. 29/12/2020 numac 2020044220 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2021;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 9 juli 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 15 juli 2021;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 28 juli 2021 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing en het advies van Onze Ministers die hierover in de Raad beraadslaagd hebben, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° De minister: de Minister van Binnenlandse Zaken;2° Administratie: de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken;3° Intrafamiliaal geweld: alle vormen van fysiek, seksueel, psychologisch of economisch geweld dat plaatsvindt binnen het huishouden of tussen voormalige leden van hetzelfde huishouden, ongeacht of de dader in dezelfde woning als het slachtoffer verblijft of heeft verbleven;4° Lokaal netwerk IFG: een multidisciplinaire aanpak op lokaal niveau met het oog op optimale zorg van de situatie van intrafamiliaal geweld;5° Huishouden: een huishouden bestaat ofwel uit een alleenstaande, veelal alleen levende persoon, ofwel uit twee of meer personen die, al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er gezamenlijk wonen;6° Lokale veiligheidsdiagnostiek: analyse gerealiseerd in termen van veiligheid met betrekking tot een situatie, een toestand - voor een welbepaalde periode en grondgebied - met als doel het beter in kaart brengen van de problemen en uitdagingen, het identificeren van de risicofactoren op het lokale niveau en het helpen bepalen van de acties die tot de verwachte resultaten kunnen leiden, rekening houdende met de beschikbare middelen;7° Coördinerende gemeente: gemeente die het project indient en coördineert voor de cluster van gemeenten. HOOFDSTUK II. - Toekenningsprocedure subsidie

Art. 2.De minister richt een projectoproep aan alle gemeenten.

Art. 3.Uit alle ingediende projecten die ontvankelijk zijn, worden vijftien projecten die het best scoren op het geheel van de vastgelegde inhoudelijke criteria, zoals bepaald in artikel 7, geselecteerd.

Art. 4.De projecten worden geselecteerd via de volgende verdeelsleutel: acht projecten uit Vlaanderen, vijf uit Wallonië en twee uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze verdeelsleutel wordt bekomen door de berekening van het gewestelijke aandeel in het aantal huishoudens ten opzichte van het nationale totaal.

Art. 5.De administratie beoordeelt de volgende ontvankelijkheidscriteria: 1° het projectvoorstel is tijdig ingediend;2° het ingediende dossier is volledig ingevuld volgens het model vastgelegd door de minister;3° enkel gemeenten kunnen een projectvoorstel indienen;4° er is een samenwerking tussen minstens twee gemeenten;Als meerdere gemeenten samenwerken kunnen ze het projectvoorstel indienen met alle gemeenten van één politiezone; 5° per cluster van gemeenten kan slechts één projectvoorstel worden ingediend.De samenwerkende gemeenten duiden een coördinerende gemeente aan die het project indient en duiden een contactpersoon binnen die coördinerende gemeente aan; 6° het project dient minstens een bereik te hebben van vijftienduizend huishoudens;7° de gemeente heeft een lokale veiligheidsdiagnostiek opgemaakt voor het fenomeen intrafamiliaal geweld;8° een lokaal netwerk intrafamiliaal geweld wordt opgericht waarin de uitwisseling van informatie tussen de betrokken diensten plaatsvindt. Een multidisciplinaire aanpak van de problematiek wordt hierbij vooropgesteld; 9° een budgetvoorstel is opgenomen in de projectaanvraag, waarbij de co-financiering door de betrokken gemeenten is voorzien;10° de gemeente verklaart dat het met de subsidie gesteunde project niet wordt gefinancierd door andere financieringsstromen;11° een samenwerkingsovereenkomst tussen de betrokken gemeenten is opgenomen in het projectvoorstel.

Art. 6.De ontvankelijke projectvoorstellen worden onderworpen aan een inhoudelijke analyse. Een externe stuurgroep staat in voor de inhoudelijke analyse en selectie van de ingediende projecten, en bestaat uit volgende vertegenwoordigers: - FOD Binnenlandse Zaken (ADVP); - FOD Justitie (DSB); - FOD Volksgezondheid; - Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen; - Lokale Politie; - Vaste Commissie van de Lokale Politie; - Openbaar Ministerie; - Hulpverlening inzake intrafamiliaal geweld.

Art. 7.§ 1. De inhoudelijke analyse, zoals bedoeld in artikel 6, gebeurt op basis van volgende criteria: 1° Lanceren van innovatieve oplossingen of goede praktijken voor: - een laagdrempelige manier voor slachtoffers van intrafamiliaal geweld om hulp te zoeken of om aangifte te doen;en/of - een laagdrempelige manier voor daders van intrafamiliaal geweld om hulp te zoeken; en/of - het sensibiliseren van getuigen van intrafamiliaal geweld; en/of - het sensibiliseren en/of opleiden van professionals die in contact komen met slachtoffers van intrafamiliaal geweld; 2° Opzetten of verbinden van lokale multidisciplinaire overlegstructuren voor een preventieve aanpak of bestrijding van intrafamiliaal geweld met lokale hulpverleningsactoren.Betrekken van en samenwerking met de reeds aanwezige terreinwerkers en samenwerking met partners zoals politie, bedrijven, bestaande eerstelijnsstructuren in de gezondheidszorg; 3° Duurzaamheid: ontwikkeling van een methodiek waarbij het project verder structureel kan worden ingebed in de organisatie van de gemeenten;4° Burgerparticipatie: zoals bijvoorbeeld, het betrekken van burgers, getuigen, de creatie van lotgenotengroepen voor slachtoffers en/of daders, enz. § 2. De externe stuurgroep, zoals bedoeld in artikel 6, maakt, voorafgaand aan de inhoudelijke analyse van de projectvoorstellen, een beoordelingskader op waarbij een wegingscoëfficiënt wordt toegekend aan de verschillende criteria, opgesomd in § 1 van dit artikel. Dit beoordelingskader staat vermeld in de oproep. HOOFDSTUK III. - Financiële modaliteiten inzake de toekenning van de subsidie

Art. 8.Er is voor het project een totaal budget voorzien van 1.500.000 euro uit het Fonds Kwetsbare Groepen.

Art. 9.De FOD Binnenlandse Zaken sluit overeenkomsten af met de vijftien geselecteerde coördinerende gemeenten. Aan elk project zal een forfaitair bedrag van 100.000 euro worden toegekend.

Art. 10.De toegekende subsidie om het project uit te rollen is geldig voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van ondertekening van de overeenkomst.

Art. 11.De subsidie wordt uitbetaald onder vorm van een voorschot van 40% van het totaal bedrag aan de coördinerende gemeente, bij aanvang van de overeenkomst. Het saldo zal gestort worden na grondige controle van de door de coördinerende gemeente ingediende verantwoordingsstukken.

Art. 12.Er mag maximum dertig procent van de subsidie besteed worden aan personeelskosten. Het overige bedrag van de subsidie dient besteed te worden aan de werkingsmiddelen voor het project.

Art. 13.§ 1. De gemeente moet alle uitgaven verbonden aan de uitvoering van de overeenkomst bundelen in een financieel dossier dat ten allen tijde door de FOD Binnenlandse Zaken kan worden opgevraagd. § 2. Dit financieel dossier wordt uiterlijk één maand na datum van afloop van het project elektronisch overgezonden via het online ICT-platform dat hieraan is gewijd.

Art. 14.§ 1. De minister bepaalt de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële hulp. § 2. Wanneer uit de controle van het financieel dossier blijkt dat de uitgaven niet stroken met de inhoudelijke criteria, zoals bepaald in artikel 7, of in geval van niet-naleving van de bepalingen voorzien in de overeenkomst, kan de minister het gehele of gedeeltelijke bedrag van de uitgaven weigeren of terugvorderen. HOOFDSTUK IV. - Opvolging en evaluatie

Art. 15.De geselecteerde gemeenten nemen deel aan een viermaandelijks overleg met de FOD Binnenlandse Zaken. De inhoud van deze overlegmomenten is toegespitst op opvolging, overleg en uitwisseling van praktische ervaringen en lokale expertise.

Art. 16.§ 1. De gemeente dient een evaluatieverslag op te maken over de uitvoering van de overeenkomst afgesloten met de FOD Binnenlandse Zaken, op basis van de lokale veiligheidsdiagnostiek intrafamiliaal geweld, de vaststellingen op het terrein en een analyse van de inhoudelijke criteria. § 2. De minister bepaalt de indicatoren voor impactevaluatie en de voorstellingsmodaliteiten van deze evaluatie.

Een model van dit evaluatieverslag wordt ter beschikking gesteld door de administratie. § 3. De FOD Binnenlandse zaken zal op basis van de indicatoren, zoals bedoeld in § 2, een globaal evaluatierapport opmaken, dat kan aangewend worden voor de uitwerking van toekomstige beleidsbeslissingen of in het kader van wetenschappelijk onderzoek.

Art. 17.Het evaluatieverslag, zoals bedoeld in artikel 16, dient volledig ingevuld, via elektronische weg, overgemaakt te worden aan de administratie en dit ten laatste drie maanden na het aflopen van het project. HOOFDSTUK V. - Eindbepaling

Art. 18.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, is belast met de uitvoering van dit besluit, en duidt de vijftien geselecteerde coördinerende gemeenten aan, waarmee een overeenkomst wordt afgesloten, overeenkomstig artikel 9 van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 oktober 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A. VERLINDEN

^