gepubliceerd op 04 mei 2018
Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitgiftevoorschriften van openbare loterijen georganiseerd door de Nationale Loterij in de vorm van loterijen met biljetten
27 APRIL 2018. - Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitgiftevoorschriften van openbare loterijen georganiseerd door de Nationale Loterij in de vorm van loterijen met biljetten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2002 pub. 04/05/2002 numac 2002014105 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Wet tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij sluiten tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002 en de wet van 10 januari 2010, en artikel 6, § 1, 1°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;
Gelet op het advies 63.188/4 van de Raad van State, gegeven op 18 april 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De loterijen met biljetten van de Nationale Loterij zijn georganiseerd in de vorm van krasbiljetten waarvan de loten uitsluitend zonder trekking worden toegewezen door de vermelding op het biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet wordt gewonnen.
Deze vermelding zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.
Art. 2.De Koning stelt bij een apart besluit de specifieke uitgiftevoorschriften van een krasbiljet vast die betrekking hebben op : 1° de naam van het biljet;2° het aantal biljetten van elke uitgifte;3° de verkoopprijs;4° het lotenplan;5° het spelmechanisme, met name hoe de loterij wordt gespeeld en hoe een lot wordt gewonnen;6° de kleine lotenbedragen die in aanmerking worden genomen in het procedé dat garandeert dat de biljetten waarmee kleine lotenbedragen worden toegewezen, evenwichtig worden verdeeld over alle gedrukte biljetten, evenals de som van de kleine lotenbedragen die toegekend worden aan de biljetten die tot eenzelfde in cellofaan verpakt pakje behoren, zoals bedoeld in artikel 8;7° andere kenmerken die specifiek aan het betreffende krasbiljet kunnen zijn.
Art. 3.Op de voorkant van het biljet staan één of meerdere speelzones, die bedekt is/zijn met een door de speler af te krassen ondoorzichtige deklaag.
Op de ondoorzichtige deklaag van de speelzone(s) kunnen louter illustratieve of informatieve grafische voorstellingen, tekeningen, afbeeldingen, foto's of andere vermeldingen voorkomen. Deze vermeldingen kunnen eventueel afgedrukt staan in de nabijheid van de speelzone(s).
Art. 4.De speler dient te controleren of de ondoorzichtige deklaag die de speelzone(s) bedekt, ongeschonden is op het ogenblik dat hij een biljet verwerft.
Het spelmechanisme is enkel van toepassing na het volledig afkrassen van de ondoorzichtige deklaag van de speelzone(s) van het biljet.
Een winnend biljet geeft slechts recht op één lot voorzien in het lotenplan.
Art. 5.Indien een onregelmatigheid, van welke aard ook, in de vorm of de inhoud van een biljet, niet toelaat om overeenkomstig de regels van het besluit bedoeld in artikel 2 eenduidig vast te stellen of een biljet winnend dan wel verliezend is, of om eenduidig het eventuele lotenbedrag vast te stellen, dan is het betreffende biljet nietig. De houder van een dergelijk nietig biljet heeft het recht om het in te ruilen of om de terugbetaling te vragen van de aankoopprijs van het nietige biljet, naar keuze van de Nationale Loterij.
Art. 6.Op de voor- en/of keerzijde van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer ervan : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers bedekt met een ondoorzichtige deklaag;3° één of meer zichtbare of met een ondoorzichtige deklaag bedekte streepjescodes.
Art. 7.In de speelzone(s) kunnen controlevermeldingen staan in elke vorm die de Nationale Loterij nuttig acht.
Deze controlevermeldingen worden gebruikt om, onder meer aan de hand van een informaticasysteem, na te gaan of het biljet dat wordt ingediend om een lot te bekomen, authentiek en geldig is, of het al dan niet winnend is, om het eventuele lot na te gaan en, indien nodig, voor de digitale reconstructie van het biljet. Indien deze controlevermeldingen een resultaat geven dat niet overeenstemt met de gegevens op het biljet, dan is het biljet nietig en heeft de houder ervan het recht om het in te ruilen of om de terugbetaling te vragen van de aankoopprijs van het nietige biljet, naar keuze van de Nationale Loterij. Indien het gebrek aan overeenstemming het gevolg is van een bedrog of verkeerde manipulatie van het biljet, brengt dit de nietigheid mee van het biljet, zonder enig recht op een inruiling of een terugbetaling.
De Nationale Loterij voorziet de nodige waarborgen voor een gepaste registratie en bewaring in het informaticasysteem van de gegevens bedoeld in de eerste zin van het tweede lid, aan de hand waarvan de controlevermeldingen kunnen worden ontcijferd.
Alleen de Nationale Loterij heeft het recht om, ter controle, de ondoorzichtige deklaag van de speelzone(s) en de in artikel 6, 2° en 3°, bedoelde ondoorzichtige deklagen af te krassen van de onverkochte biljetten.
Art. 8.Om te waarborgen dat de toewijzing van de loten uitsluitend wordt bepaald door het toeval, wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen die op deze loten betrekking hebben en mogen de biljetten geen enkel uiterlijk verschil vertonen waarmee eender welk element zou kunnen worden onthuld.
In afwijking van het eerste lid kan er een procedé worden bepaald om te garanderen dat de biljetten waarmee kleine lotenbedragen worden toegewezen, evenwichtig worden verdeeld over alle gedrukte biljetten.
Op de voor- of achterzijde van de biljetten staan vermeldingen in cijfers en/of in letters ter identificatie van de uitgifte waartoe ze behoren. Het aantal uitgiften wordt bepaald door de Nationale Loterij.
Art. 9.Vanaf de aankoop van de biljetten zijn de loten betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten tot en met de laatste dag van een termijn van twaalf maanden te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren : 1° in de fysieke verkooppunten met dewelke de Nationale Loterij een overeenkomst heeft gesloten waarin zij worden erkend als officiële verkopers van de spelen van de Nationale Loterij, uitgezonderd voor de loten vermeld in 2° ; 2° uitsluitend ten zetel van de Nationale Loterij of, indien zij dit opportuun acht, in haar regionale kantoren, voor de loten van meer dan 2.000 euro.
De gegevens van de regionale kantoren kunnen geraadpleegd worden op de website van de Nationale Loterij of kunnen bij haar worden verkregen.
Elk lot wordt slechts één maal uitbetaald, waarna het krasbiljet waardeloos wordt.
Op het ogenblik van verwerving van een biljet kunnen alle biljetten die bepaalde loten toekennen reeds verkocht zijn of kunnen bepaalde loten reeds gewonnen zijn.
Art. 10.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten bekendgemaakt door de Nationale Loterij met alle door haar nuttig geachte middelen.
Art. 11.De loten die niet binnen de in artikel 9, eerste lid, bepaalde termijn van twaalf maanden worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.
Art. 12.Onder voorbehoud van rechterlijke beroepen moeten klachten over de uitbetaling van de loten, op straffe van verval, binnen de in artikel 9, eerste lid, bedoelde termijn van twaalf maanden worden ingediend. Ze moeten aan de Nationale Loterij worden gericht via een aangetekende postzending.
Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet op de keerzijde waarvan de speler zijn naam, voornaam en adres moet vermelden. Wanneer een biljet, dat het voorwerp uitmaakt van een klacht, door de klager zelf wordt afgegeven ten zetel van de Nationale Loterij of in een regionaal kantoor van de Nationale Loterij, dan wordt er voor de klager een bewijs van afgifte opgesteld.
Art. 13.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.
Art. 14.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit van de houder wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden tot ze een beslissing heeft genomen en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;3° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet dit op onrechtmatige wijze heeft verworven;4° als eender welke wettelijke bepaling daarin voorziet;5° als de door de Nationale Loterij bepaalde uitbetalingswijze van de loten zulks vereist; 6° als het biljet recht geeft op de uitbetaling van een winst hoger dan 2.000 euro; 7° als een vermoeden van fraude bestaat.
Art. 15.Onder voorbehoud van rechterlijke beroepen wordt geen enkel bezwaar aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de houder opgesteld bewijs van afgifte.
Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot te verkrijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.
Art. 16.De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de spelers, behalve wanneer laatstgenoemden daaraan verzaken.
Art. 17.De biljetten kunnen de volgende vermeldingen bevatten : 1° informatie en uitleg bestemd voor de spelers.Deze vermeldingen zijn louter informatief en zijn ondergeschikt aan de tekst van dit besluit en van het besluit bedoeld in artikel 2; 2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, mits financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten.
Art. 18.De loterijen met biljetten waarvan de verkoop begonnen is vóór deze inwerkingtreding en die vóór deze datum elk geregeld worden door een eigen koninklijk besluit, blijven geregeld door hun eigen koninklijk besluit.
Art. 19.De minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Begroting, S. WILM'S