26 JANUARI 2018. - Koninklijk besluit houdende de opdrachten, de samenstelling, de werkwijze en de vergoeding van de Commissie van advies voor plantenbereidingen

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten, artikel 22ter, ingevoegd bij de wet van 27 december 2012;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/08/1997 pub. 21/11/1997 numac 1997022673 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten sluiten betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten;

Gelet op het besluit van de Regent van 15 juli 1946 dat het bedrag van de presentiegelden en de kosten bepaalt, welke uitgekeerd worden aan de leden van de vaste commissies die van het departement van Volksgezondheid afhangen;

Gelet op het ministerieel besluit van 6 maart 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/03/1998 pub. 27/03/1998 numac 1998022039 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Ministerieel besluit tot bepaling van de samenstelling en de werking van de Commissie van Advies voor Plantenbereidingen sluiten tot bepaling van de samenstelling en de werking van de Commissie van Advies voor Plantenbereidingen;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 27 oktober 2016;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, d.d. 13 januari 2017;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 18 september 2017 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Commissie : de Commissie van advies voor plantenbereidingen, zoals bedoeld in artikel 22ter van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten;2° de Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;3° DG4 : Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

Art. 2.§ 1. De Commissie omvat de volgende leden: 1° de Directeur-generaal van DG4;2° een vertegenwoordiger van de dienst Voedingsmiddelen, Diervoeders en andere Consumptieproducten van DG4;3° een vertegenwoordiger van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten;4° acht vertegenwoordigers van instanties betrokken bij het onderzoek van planten of deskundigen inzake het onderzoek van planten;5° drie vertegenwoordigers van instanties betrokken bij de fabricage en handel van planten. § 2. Een plaatsvervanger wordt aangeduid voor elk lid bedoeld in artikel 2, § 1, 2° tot 5°, overeenkomstig dezelfde procedure. § 3. De Commissie mag deskundigen uitnodigen voor de vergaderingen waarop onderwerpen worden besproken waarvoor ze deskundig zijn.

Art. 3.Het lid of de leden bedoeld bij : 1° artikel 2, § 1, 2°, wordt benoemd door de Minister op de voordacht van de Directeur-generaal van DG4;2° artikel 2, § 1, 3°, wordt benoemd door de Minister op de voordacht van de gedelegeerd bestuurder van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten;3° artikel 2, § 1, 4° en 5°, worden benoemd door de Minister uit een lijst van dubbeltallen, voorgedragen door de betrokken instanties of door de dienst Voedingsmiddelen, Diervoeders en andere Consumptieproducten van DG4.

Art. 4.§ 1. De leden bedoeld bij artikel 2, § 1, 2° tot 5°, worden benoemd voor een periode van vier jaar die kan worden hernieuwd. § 2. Indien er in de loop van een ambtsperiode een vacature ontstaat, wordt er voor de verdere duur van de ambtstermijn een nieuw lid benoemd dat aan dezelfde vereisten als zijn voorganger voldoet. § 3. Worden als ontslagnemend beschouwd, de leden die niet langer de organisatie die hen heeft voorgedragen vertegenwoordigen of die niet voldoen aan de bepalingen van het in artikel 9 bedoelde huishoudelijk reglement.

Art. 5.§ 1. De Commissie wordt voorgezeten door de Directeur-generaal van DG4, of, bij diens afwezigheid, door de ambtenaar bedoeld in artikel 2, § 1, 2°. § 2. Het secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door één of meerdere personen van DG4 aangewezen door de Voorzitter.

Art. 6.De leden, uitgezonderd ambtenaren, en de uitgenodigde deskundigen krijgen volgende vergoedingen: 1° ze krijgen een zitpenning van 30 euro voor de vergaderingen waaraan ze deelnemen;2° de reiskosten worden terugbetaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten;3° zij die een rapport opstellen in het kader van een opdracht van de Commissie krijgen een vergoeding van 60 euro per uur met een maximum van 500 euro per rapport. De bedragen vermeld in het eerste lid worden automatisch aangepast op 1 januari van elk jaar in functie van de evolutie van de gezondheidsindex van de maand november van het voorgaande jaar.

Art. 7.De Commissie heeft tot opdracht advies te verlenen als basis voor: 1° het vaststellen van de minimale en maximale gehalten aan actieve stoffen en merkers met het oog op de fabricage van en de handel in planten en plantenbereidingen;2° het verbieden van het onderling vermengen van bepaalde planten of plantenbereidingen;3° het voorbehouden van de handel van bepaalde planten en plantenbereidingen, al dan niet onder voorgedoseerde vorm, aan het bezit van bepaalde diploma's of getuigschriften;4° het wijzigen van de lijsten in bijlage bij het koninklijk besluit van 29 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/08/1997 pub. 21/11/1997 numac 1997022673 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten sluiten betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten;5° het vastleggen van karakteristieke plantenstoffen of karakteristieke categorieën van plantenstoffen;6° het geven van afwijkingen op de beperkingen voorzien in het voornoemde koninklijk besluit van 29 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/08/1997 pub. 21/11/1997 numac 1997022673 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten sluiten;7° het vaststellen van de voorwaarden voor het veilig gebruik van bepaalde plantenbereidingen;8° het vaststellen van gepaste analysemethoden voor bepaalde planten en plantenbereidingen;9° het toepassen van het voornoemde koninklijk besluit van 29 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/08/1997 pub. 21/11/1997 numac 1997022673 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten sluiten.

Art. 8.De leden van de Commissie, de deskundigen en de ambtenaren van het secretariaat zijn verplicht het beroepsgeheim te bewaren inzake alle inlichtingen waarvan zij bij de uitoefening van hun mandaat kennis hebben gekregen, behalve afwijking toegestaan door de Voorzitter en in de notulen opgenomen.

Art. 9.De Commissie stelt een huishoudelijk reglement op en legt dit ter goedkeuring voor aan de Minister. Het huishoudelijk reglement bevat ten minste : - de nadere regels in verband met de uitnodigingen; - de procedure voor de goedkeuring van adviezen in toepassing van artikel 10, § 2; - de nadere regels in verband met de beraadslagingen; - de ontslagvoorwaarden; - de voorwaarden voor deelname van derden aan de vergaderingen; - de nadere regels betreffende de schriftelijke procedure; - de nadere regels in verband met belangenconflicten.

Art. 10.§ 1. De Commissie vergadert op uitnodiging van de Minister of van zijn gemachtigden, of op verzoek van de Voorzitter, overeenkomstig de bepalingen van het in artikel 9 bedoelde huishoudelijk reglement. § 2. De Commissie brengt advies uit binnen een termijn van drie maanden. De Voorzitter mag de overhandiging van het advies uitstellen tot de volgende vergadering indien binnen deze termijn een lid het hem vraagt omwille van belangrijke redenen. In geval van dringendheid of noodzaak, kan de Voorzitter beslissen om beroep te doen op een schriftelijke procedure ten einde een advies uit te brengen conform het huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 9.

Art. 11.De Commissie beraadslaagt op geldige wijze als de meerderheid van de leden aanwezig is. Bij gebrek hieraan kan de Commissie ofwel verdergaan met een schriftelijke procedure ofwel, na een nieuwe bijeenroeping, op geldige wijze over hetzelfde onderwerp beraadslagen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 12.De Commissie kan voor de opdrachten die het bepaalt, werkgroepen oprichten bestaande uit leden en uitgenodigde deskundigen.

Art. 13.In artikel 1 van het besluit van de Regent van 15 juli 1946 dat het bedrag van de presentiegelden en de kosten bepaalt, welke uitgekeerd worden aan de leden van de vaste commissies die van het departement van Volksgezondheid afhangen, wordt de bepaling onder f), ingevoegd bij het koninklijk besluit van 7 november 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/2000 pub. 06/12/2000 numac 2000022848 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het besluit van de Regent van 15 juli 1946 dat het bedrag van de presentiegelden en de kosten bepaalt, welke uitgekeerd worden aan de leden van de vaste commissies die van het departement van Volksgezondheid afhangen sluiten, opgeheven.

Art. 14.In artikel 4 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/08/1997 pub. 21/11/1997 numac 1997022673 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten sluiten betreffende de fabricage van en de handel in voedingsmiddelen die uit planten of uit plantenbereidingen samengesteld zijn of deze bevatten worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 4 wordt het tweede lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 maart 2012, vervangen als volgt: "De desbetreffende besluiten worden genomen op advies van de Commissie van advies voor plantenbereidingen."; 2° in paragraaf 6 worden de woorden "na advies van de in § 4, 2de lid bedoelde Commissie" vervangen door de woorden "na advies van de Commissie van advies voor plantenbereidingen".

Art. 15.Het ministerieel besluit van 6 maart 1998Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 06/03/1998 pub. 27/03/1998 numac 1998022039 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Ministerieel besluit tot bepaling van de samenstelling en de werking van de Commissie van Advies voor Plantenbereidingen sluiten tot bepaling van de samenstelling en de werking van de Commissie van Advies voor Plantenbereidingen wordt opgeheven.

Art. 16.De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 januari 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. DE BLOCK