gepubliceerd op 28 april 2017
Koninklijk besluit betreffende de intrafederale mobiliteit van de personeelsleden van de federale diensten naar de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan
25 APRIL 2017. - Koninklijk besluit betreffende de intrafederale mobiliteit van de personeelsleden van de federale diensten naar de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 330quater § 2, tweede en derde lid van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/06/2006 pub. 29/06/2006 numac 2006011270 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot oprichting van een Raad voor de mededinging type wet prom. 10/06/2006 pub. 29/06/2006 numac 2006011269 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot bescherming van de economische mededinging type wet prom. 10/06/2006 pub. 24/11/2006 numac 2006009638 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot herziening van de loopbanen en de bezoldiging van het personeel van de griffies en de parketsecretariaten sluiten en gewijzigd bij de wetten van 1 december 2013, 10 april 2014 en 4 mei 2016;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2006 pub. 24/11/2006 numac 2006009790 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het personeel van griffies en parketsecretariaten sluiten betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 mei 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister belast met Ambtenarenzaken, gegeven op 28 oktober 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 24 november 2016;
Gelet op het protocol nr. 446 houdende de besluiten van de onderhandelingen van Sectorcomité III- Justitie, gesloten op 1 december 2016;
Gelet op het protocol nr. 43 houdende de besluiten van de onderhandeling in het onderhandelingscomité voor de griffiers, referendarissen en parketjuristen van de rechterlijke orde, gesloten op 1 december 2016;
Gelet op advies 60.639/3 van de Raad van State, gegeven op 9 januari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie en de Minister belast met Ambtenarenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit bepaalt de nadere regels volgens dewelke een personeelslid van een federale dienst intrafederale mobiliteit kan bekomen naar een dienst van de rechterlijke orde.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° federale dienst : een federale overheidsdienst, een programmatorische federale overheidsdienst, alsook de diensten die ervan afhangen, het Ministerie van Landsverdediging, alsook de diensten die ervan afhangen, of één van de rechtspersonen bedoeld in artikel 1, 3° van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;2° dienst van de rechterlijke orde : een hof, een rechtbank, een griffie, een parketsecretariaat of een steundienst zoals bedoeld in Deel II, Boek I, Titel III en Titel IV van het Gerechtelijk Wetboek;3° personeelslid van een federale dienst : een statutair ambtenaar van het administratief federaal ambt, zoals omschreven in artikel 1, 1° van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken;4° intrafederale mobiliteit : de benoeming van een personeelslid van een federale dienst in een vacante betrekking in een dienst van de rechterlijke orde door de bevoegde overheid, nadat het personeelslid zich daarvoor kandidaat had gesteld;5° bevoegde overheid : overheid die de benoemingsbevoegdheid heeft of aan wie de benoemingsbevoegdheid werd overgedragen;6° Selor : het Selectiebureau van de federale overheid.
Art. 3.Om intrafederale mobiliteit te bekomen, moet het personeelslid van een federale dienst : 1° zich in een administratieve stand bevinden waarin hij zijn aanspraken op bevordering binnen de federale dienst kan laten gelden;2° de voorwaarden vervullen zoals bedoeld in artikel 287quinquies van het Gerechtelijk Wetboek;3° voldoen aan de benoemingsvoorwaarden opgenomen in Deel II, Boek I, Titel VI van het Gerechtelijk Wetboek;4° Belg zijn wanneer de uit te oefenen functies verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag en ten doel hebben de algemene belangen van de Staat te behartigen, of, in de andere gevallen, Belg zijn of burger van een andere Staat die deel uitmaakt van de Europese economische ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat;5° niet de eindvermelding `onvoldoende' of `te verbeteren' hebben ontvangen tijdens zijn laatste evaluatie;6° geen voorwerp uitmaken van een tuchtprocedure;7° a) een graad of klasse bekleden, die overeenkomstig de bijlage I van dit besluit, als gelijkwaardig wordt erkend met de graad of de klasse waartoe de vacante betrekking behoort;b) of, een graad bekleden die, overeenkomstig de bijlage I van dit besluit, als gelijkwaardig wordt erkend met een graad die een bevordering toelaat naar een hoger niveau of naar de klasse A1 of A2 van het niveau A. In dit geval, dient het personeelslid van de federale dienst eveneens laureaat zijn, van een selectie die toegang geeft tot een hoger niveau; c) of, een klasse bekleden die, overeenkomstig de bijlage I van dit besluit, als gelijkwaardig wordt erkend met een klasse die een bevordering toelaat naar een hogere klasse waartoe de vacante betrekking behoort. In dit geval, geniet het personeelslid eveneens van de klasse-anciënniteit die vereist is in artikel 277 van het Gerechtelijk Wetboek. De klasse-anciënniteit wordt gedefinieerd als deze die is verworven als personeelslid van de federale dienst in de desbetreffende klasse.
Art. 4.De bevoegde overheid is niet verplicht om via intrafederale mobiliteit de betrekking die ze voor die mobiliteit heeft opengesteld toe te wijzen.
Art. 5.§ 1. Het personeelslid van een federale dienst dient zijn aanvraag tot intrafederale mobiliteit in : 1° ofwel in antwoord op een aanbieding voor intrafederale mobiliteit die Selor op zijn website heeft bekendgemaakt;2° ofwel door zijn kandidatuur te stellen, onafhankelijk van het bestaan van een aanbieding voor intrafederale mobiliteit bij Selor;3° ofwel in antwoord op een oproep tot kandidaten in het kader van een vergelijkende selectie die voor iedereen is opengesteld.In dit geval geeft de afgevaardigd bestuurder van Selor vrijstelling van één of meerdere modules. § 2. Er kan een nuttige ervaring geëist worden, die gebonden is aan de functiebeschrijving en aan het competentieprofiel. § 3. In de drie gevallen dient het personeelslid van een federale dienst zijn aanvraag in overeenkomstig de nadere regels die door de afgevaardigd bestuurder van Selor zijn bepaald. Er wordt hem de ontvangst gemeld van zijn aanvraag.
Art. 6.Selor slaat de gegevens van de aanvragen die op basis van artikel 5, eerste lid, 2°, zijn ingediend in een databank op.
De databank wordt volgens de nadere regels die de afgevaardigd bestuurder van Selor heeft vastgelegd, bijgewerkt.
Art. 7.Selor bezorgt de bevoegde overheid de kandidaturen die overeenstemmen met het competentieprofiel dat die overheid heeft opgesteld.
Voor de kandidaturen die op basis van artikel 5, eerste lid, 3°, zijn ingediend, krijgen de geslaagden een plaats, volgens hun rangschikking, in de volledige lijst van geslaagden van de vergelijkende selectie.
Art. 8.De bevoegde overheid die een intrafederale mobiliteit wenst toe te kennen brengt de kandidaat, Selor en de federale dienst van herkomst hiervan op de hoogte. Deze laatste stuurt onmiddellijk het individuele dossier van de betrokkene door.
De bevoegde overheid gaat na of de kandidaat aan de in artikel 3 vastgestelde voorwaarden voldoet en brengt hem in dat geval daarvan op de hoogte, met kopie aan Selor en aan de federale dienst van herkomst.
Op dat ogenblik wordt de kandidaat uit de databank verwijderd.
De kandidaat beschikt over een termijn om zijn functie op te nemen overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel. Indien deze termijn langer duurt dan 30 dagen, dan wordt de beslissing inzake intrafederale mobiliteit als niet-bestaande beschouwd.
Art. 9.In afwijking van artikel 3, 2°, van het koninklijk besluit van 10 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2006 pub. 24/11/2006 numac 2006009790 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het personeel van griffies en parketsecretariaten sluiten betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel en zonder afbreuk te doen aan artikel 3 van dit besluit, leidt de intrafederale mobiliteit van rechtswege tot de benoeming van het personeelslid van een federale dienst in de graad of in de klasse waartoe de vacante betrekking behoort.
Art. 10.§ 1. Indien het personeelslid van een federale dienst een intrafederale mobiliteit bekomt in een graad of klasse die als gelijkwaardig is erkend, geniet hij de weddeschaal vermeld in kolom 6 van de bijlage II die overeenstemt met de weddeschaal vermeld in kolom 3 van dezelfde bijlage.
Evenwel, indien de weddenschaal van het personeelslid niet is opgenomen in kolom 3 van de bijlage, geniet hij de eerste weddenschaal van de graad of de klasse die hem in de trap die met zijn geldelijke anciënniteit overeenstemt, een jaarwedde waarborgt die minstens gelijk is aan de jaarwedde waarin hij bezoldigd wordt.
Indien het personeelslid een verhoging in weddenschaal genoot op het einde van de geldigheidsduur van zijn gecertificeerde opleiding, overeenkomstig de bepalingen bij het federaal openbaar ambt die van toepassing waren op 1 januari 2014, worden het eerst en tweede lid opnieuw toegepast. Zij worden toegepast op de datum van deze hypothetische verhoging in weddeschaal. § 2. Indien het personeelslid van een federale dienst een intrafederale mobiliteit bekomt in een hoger niveau of een hogere klasse, geniet hij de weddenschaal vermeld in kolom 6 van de bijlage III die overeenstemt met de weddeschaal vermeld in kolom 3 van dezelfde bijlage.
Indien de weddenschaal van het personeelslid van een federale dienst niet is opgenomen in kolom 2 van de bijlage, geniet het lid van het gerechtspersoneel : - de eerste weddenschaal van de graad die hem, in de trap die overeenstemt met de geldelijke anciënniteit die hij in deze graad geniet, een verhoging waarborgt van ten minste 500 euro ten opzichte van de jaarwedde waarin hij wordt bezoldigd, in geval van een overgang naar niveau C; - de eerste weddenschaal van de graad die hem, in de trap die overeenstemt met de geldelijke anciënniteit die hij in deze graad geniet, een verhoging waarborgt van ten minste 750 euro ten opzichte van de jaarwedde waarin hij wordt bezoldigd, in geval van een overgang naar niveau B; - de eerste weddenschaal van de klasse die hem, in de trap die overeenstemt met de geldelijke anciënniteit die hij op niveau A geniet, een verhoging waarborgt van ten minste 1.500 EUR ten opzichte van de jaarwedde waarin hij wordt bezoldigd, in geval van overgang naar niveau A; - de eerste weddenschaal van de klasse die hem, in de trap die overeenstemt met de geldelijke anciënniteit die hij op het niveau A geniet, een verhoging waarborgt van ten minste 3.000 EUR ten opzicht van de jaarwedde waarin hij wordt bezoldigd, in geval van bevordering naar de klasse A2, A3, A4 of A5. Indien geen enkele weddeschaal hem deze verhoging waarborgt, geniet hij de laatste weddeschaal van de klasse. § 3. Voor de toepassing van paragraaf 2, tweede lid, is de jaarwedde de som van de wedde verbonden aan de weddenschaal die het personeelslid geniet, en de genoten schaalbonificaties. Er wordt geen rekening gehouden met weddesupplementen, noch met premies of toelagen. § 4. Indien het personeelslid, in toepassing van § 1, een nieuwe wedde bekomt die lager zou zijn, dan behoudt hij zijn oude weddenschaal, tot de nieuwe weddenschaal verbonden aan zijn graad of klasse, hem een wedde toekent die daaraan ten minste gelijk is.
Art. 11.In afwijking van artikel 46 van het koninklijk besluit van 10 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2006 pub. 24/11/2006 numac 2006009790 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het personeel van griffies en parketsecretariaten sluiten betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel, wat de dienst-, niveau-, graad- of klasseanciënniteit betreft : 1° behoudt het personeelslid van een federale dienst, op het tijdstip van zijn indiensttreding via de intrafederale mobiliteit, de dienst- en niveauanciënniteit verworven als statutair ambtenaar;2° verkrijgt het personeelslid een klasse- of graadanciënniteit die gelijkwaardig is aan die die het als statutair ambtenaar had in zijn klasse of in zijn graad indien de intrafederale mobiliteit niet resulteert in een hoger niveau of een hogere klasse.
Art. 12.Onverminderd de toepassing van artikel 366, § 3, van het Gerechtelijk wetboek en artikel 57 van het koninklijk besluit van 10 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/2006 pub. 24/11/2006 numac 2006009790 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het personeel van griffies en parketsecretariaten sluiten betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel behoudt het personeelslid op het tijdstip van zijn indiensttreding de geldelijke anciënniteit verworven als personeelslid van een federale dienst.
Art. 13.Onverminderd de toepassing van artikel 366bis van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 62 van het besluit van 10 november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en de bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel behoudt het personeelslid zijn schaalanciënniteit indien de intrafederale mobiliteit plaats vindt in een gelijkwaardige graad of klasse en niet gebeurt in een hoger niveau of een hogere klasse. Hij behoudt eveneens de vermeldingen in de evaluatiecyclus die hij reeds heeft bekomen in deze weddeschaal.
Evenwel wordt, voor de personeelsleden die een weddeschaal genieten die niet vermeld is in kolom 3 van de bijlage II, de geldelijke anciënniteit sinds 1 januari 2014, of de geldelijke anciënniteit die werd toegekend sinds de laatste bonificatie gevaloriseerd als schaalanciënniteit en worden de vermeldingen die ermee overeenstemmen, meegenomen.
Art. 14.Het personeelslid behoudt het recht op de dagen jaarlijks vakantieverlof en de dagen verlof wegens overmacht, ten belope van het saldo dat het, uitsluitend voor het lopende jaar, in de federale dienst van herkomst genoot op de datum van de intrafederale mobiliteit.
Art. 15.De verloven en afwezigheden opgenomen in het kader van het koninklijk besluit van 19 november 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/11/1998 pub. 28/11/1998 numac 1998002123 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen sluiten betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, opgenomen voor de datum van de intrafederale mobiliteit, worden gelijkgesteld met de gelijkwaardige verloven en afwezigheden die, volgens het koninklijk besluit van 16 maart 2001 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, kunnen worden toegekend.
Art. 16.Het personeelslid van een federale dienst dat geniet van een premie voor competentieontwikkeling, behoudt deze onder dezelfde voorwaarden na zijn indiensttreding via intrafederale mobiliteit.
Art. 17.Het in artikel 10 bedoelde personeelslid wordt geacht in dienst te treden zodra het de eed heeft afgelegd.
Art. 18.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 19.Onze ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 25 april 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister belast met Ambtenarenzaken, S. VANDEPUT
Bijlage I Als gelijkwaardig erkende graden en klassen van het Rijkspersoneel
Kolom 1 Colonne 1
Kolom 2 Colonne 2
Kolom 3 Colonne 3
Kolom 4 Colonne 4
Niveau Rijkspersoneel - Niveau Agent de l'Etat
Graad of klasse Rijkspersoneel - Grade ou classe et titre Agent de l'Etat
Niveau Gerechtspersoneel - Niveau Personnel Judiciaire
Graad of klasse Gerechtspersoneel - Grade ou classe Personnel Judiciaire
D
Administratief medewerker/ Collaborateur administratif
D
Medewerker/ Collaborateur
D
Penitentiair administratief medewerker/ Collaborateur administratif pénitentiaire
D
Medewerker/ Collaborateur
D
Financieel medewerker/ Collaborateur financier
D
Medewerker/ Collaborateur
D
Technisch medewerker/ Collaborateur technique
D
Medewerker/ Collaborateur
D
Veiligheidsmedewerker/ Collaborateur de sécurité
D
Medewerker/ Collaborateur
D
Operationeel medewerker/ Collaborateur opérationnel
D
Medewerker/ Collaborateur
C
Administratief assistent/ Assistant administratif
C
Assistent/ Assistant
C
Technisch assistant/ Assistant technique
C
Assistent/ Assistant
C
Veiligheidsassistent/ Assistant de securité
C
Assistent/ Assistant
C
Financieel assistent/ Assistant financier
C
Assistent/ Assistant
C
Penitentiair administratief assistent/ Assistent administratif pénitentiaire
C
Assistent/ Assistant
B
Administratief, deskundige/ Expert administratif
B
Administratief deskundige, griffier of secretaris/ Expert administratif, greffier ou secrétaire
B
Penitentiair administratief deskundige/ expert administratif pénitentiaire
B
Administratief deskundige, griffier of secretaris/ Expert administratif, greffier ou secrétaire
B
Technisch deskundige/ Expert technique
B
Deskundige, griffier of secretaris/ Expert, greffier ou secrétaire
Penitentiair technisch deskundige/ expert technique pénitentaire
B
Deskundige, griffier of secretaris/ Expert, greffier ou secrétaire
B
Financieel deskundige/ Expert financier
B
Deskundige, griffier of secretaris/ Expert, greffier ou secrétaire
B
Penitentiair financieel deskundige/ expert financier pénitentiaire
B
Deskundige, griffier of secretaris/ Expert, greffier ou secrétaire
B
Fiscaal deskundige/ expert fiscal
B
Deskundige, griffier of secretaris/ Expert, greffier ou secrétaire
B
ICT-Deskundige / Expert ICT
B
ICT-Deskundige / Expert ICT
A
A1 (attaché)
A
A1 (attaché, parketjurist of referendaris of griffier-hoofd van dienst/ attaché juriste de parquet, référendaire ou greffier-chef de service)
A
A2 (attaché)
A
A2 (attaché, parketjurist of referendaris, hoofdgriffier, griffier-hoofd van dienst of secretaris-hoofd van dienst/ attaché juriste de parquet, référendaire, greffier en chef, greffier-chef de service ou secrétaire chef de service)
A
A3 (adviseur/conseiller)
A
A3 (adviseur, hoofdgriffie r of hoofdsecretaris/ conseiller, greffier en chef ou secrétaire en chef)
A
A4 (adviseur-generaal/ conseiller-général)
A
A4 (adviseur-generaal/ conseiller-général)
A
A5 (adviseur-generaal/ conseiller-général)
A
A5 (adviseur-generaal/ conseiller-général)
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2017 betreffende de intrafederale mobiliteit van de personeelsleden van de federale diensten naar de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister belast met Ambtenarenzaken, S. VANDEPUT
Bijlage II Als gelijkwaardig erkende weddenschalen van het rijkspersoneel, in geval van intrafederale mobiliteit in een gelijkwaardige graad of klasse
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2017 betreffende de intrafederale mobiliteit van de personeelsleden van de federale diensten naar de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister belast met Ambtenarenzaken, S. VANDEPUT
Bijlage III Als gelijkwaardig erkende weddenschalen, in het geval van intrafederale mobiliteit in een graad/klasse die toegang geeft tot bevordering naar hoger niveau of een hogere klasse
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2017 betreffende de intrafederale mobiliteit van de personeelsleden van de federale diensten naar de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister belast met Ambtenarenzaken, S. VANDEPUT