24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit tot regeling van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 1 april 1971 houdende oprichting van een Regie der Gebouwen, gewijzigd bij de wet van 28 december 1973, de wet van 22 december 1989, de wet van 20 juli 1990, de wet van 15 januari 1999, de programmawet van 2 augustus 2002 en het koninklijk besluit van 18 november 1996, inzonderheid het artikel 2;

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst op twee niveaus, inzonderheid artikel 248quater ;

Gelet op de koninklijke besluiten van 28 april 2000 en 27 december 2000 houdende de indeling van het grondgebied van de provincies in politiezones, gewijzigd bij koninklijk besluit van 14 juli 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 november 2003 tot regeling van de voorwaarden en modaliteiten van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones en de bepaling van de correctiemechanismen en tot regeling van de principes inzake de ten laste neming door de gemeenten of meergemeentepolitiezones van de huurkosten;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 december 2004 tot regeling van de eigendomsoverdracht van administratieve en logistieke gebouwen van de Staat naar de gemeenten of meergemeentepolitiezones;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De hierna vermelde administratieve en logistieke gebouwen en hun terreinen, afzonderlijk ingedeeld per provincie, gerechtelijk arrondissement en/of zone, eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, worden met ingang van 1 januari 2003 geheel of gedeeltelijk overgedragen aan de gemeenten en meergemeentepolitiezones volgens de plannen die bij het voormeld koninklijk besluit van 9 november 2003 gevoegd werden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde overdrachten zijn zonder verdere formaliteiten van rechtswege tegenstelbaar aan derden vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 3.De waarde van X, vermeld in de bijlage 2 - Correctiemechanisme bij het voornoemd koninklijk besluit van 9 november 2003 wordt voor een aantal gebouwen vanaf 2003 gewijzigd, zoals aangeduid in bijlage 1.

Art. 4.§ 1. De masten, pylonen en hun aanhorigheden, die onontbeerlijk zijn voor de goede werking van de federale overheid en die zich bevinden op de overgedragen onroerende goederen, maken niet het voorwerp uit van de in artikel 1 bedoelde overdracht. § 2. Het gedeelte van de overgedragen onroerende goederen waarop de in § 1 bedoelde installaties zich bevinden, wordt hiertoe in opstal gegeven aan de Staat. § 3. Ten laste van de overgedragen onroerende goederen wordt ten behoeve van de Staat een erfdienstbaarheid gevestigd die de bereikbaarheid en de functionering van de in § 1 bedoelde installaties, 24 uur op 24 uur, moet verzekeren. § 4. Onze Minister van Financiën is belast met het verlijden van de betreffende aktes houdende vestiging van een recht van opstal en erfdienstbaarheid.

Art. 5.Wanneer de overdracht van een in artikel 1 vermeld goed een mede-eigendom tot gevolg heeft tussen de gemeente of meergemeentepolitiezone en de Staat, is onze Minister van Financiën belast met het opstellen van de basisakten en de reglementen van mede-eigendom betreffende dat goed.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Eerste Minister, Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS