9 NOVEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de personeelsformatie van de diensten van de Hoge Raad voor de Justitie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het artikel 259bis -6, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek zoals gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 19 december 2002;

Gelet op het artikel 9 van de wet van 19 december 2002 tot wijziging van sommige artikelen van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de werking van de Hoge Raad voor de Justitie;

Gelet op het reglement van de Hoge Raad voor de Justitie van 21 mei 2003 tot vaststelling van de personeelsformatie van de diensten van de Hoge Raad voor de Justitie;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister en van Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De als bijlage gevoegde pesoneelsformatie van de diensten van de Hoge Raad voor de Justitie, die is vastgesteld bij zijn reglement van 21 mei 2003, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 17 juli 2000 tot goedkeuring van de personeelsformatie van de Hoge Raad voor de Justitie, wordt opgeheven.

Art. 3.Onze Eerste Minister en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 november 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage bij het koninklijk besluit van 9 november 2003 tot goedkeuring van de personeelsformatie van de diensten van de Hoge Raad voor de Justitie Personeelsformatie van de diensten van de Hoge Raad voor de Justitie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 november 2003 tot goedkeuring van de personeelsformatie van de diensten van de Hoge Raad voor de Justitie.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX