27 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijzigingen aan het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het artikel 259bis -6, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek zoals gewijzigd bij artikel 4 van de wet van 19 december 2002;

Gelet op het reglement van de Hoge Raad voor de Justitie van 21 mei 2003 houdende het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 9 november 2003;

Gelet op het reglement van de Hoge Raad voor de Justitie van 25 januari 2006 tot wijziging van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister en van Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De wijzigingen aan het statuut van het personeel van de Hoge Raad voor de Justitie van 21 mei 2003 die door het reglement van 25 januari 2006 van de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie goedgekeurd werden, en die als bijlage worden weergegeven, worden goedgekeurd.

Art. 2.Onze Eerste Minister en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 oktober 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

Reglement tot wijziging van het reglement van 21 mei 2003 van de Hoge Raad voor de Justitie houdende het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie De algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie, Gelet op artikel 259bis -6, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op het reglement van 21 mei 2003 van de Hoge Raad voor de Justitie houdende het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie, dat werd goedgekeurd bij koninklijk besluit van 9 november 2003, Besluit : Het reglement van 21 mei 2003 van de Hoge Raad voor de Justitie houdende het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 9 november 2003, wordt als volgt gewijzigd :

Artikel 1.In het artikel 6 wordt een nieuw tweede lid ingevoegd, dat als volgt luidt : « In geval een functie vacant wordt verklaard bepaalt de Hoge Raad voor de Justitie of deze via aanwerving of via bevordering zal ingevuld worden. »

Art. 2.In het artikel 9 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 1° wordt door de volgende bepaling vervangen : « Belg zijn wanneer de uit te oefenen functies verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag en ten doel hebben de algemene belangen van de Staat te behartigen, of, in de andere gevallen, Belg zijn of burger van een andere Staat die deel uitmaakt van de Europese economische ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat;» 2° het 4° wordt opgeheven;3° het 5° wordt het 4°.

Art. 3.In het artikel 16 wordt een nieuw vierde lid toegevoegd, luidend als volgt : « De stage kan ten hoogste met één derde van haar duur worden verlengd. »

Art. 4.In het artikel 21, tweede lid, wordt het woord « discrete » ingevoegd na het woord « loyale ».

Art. 5.In het artikel 23 wordt het derde lid opgeheven.

Art. 6.In het artikel 26 wordt het eerste lid door de volgende bepaling vervangen : « Volgens de modaliteiten bepaald door de Raad met betrekking tot de arbeidstijdregeling, kunnen een bureaulid of de administrateurs, naargelang de noodwendigheden van de dienst voor bijzondere en dringende opdrachten de ambtenaren verzoeken de geldende wettelijke dienstregeling te overschrijden. In dit geval hebben de ambtenaren recht op inhaalverlof. »

Art. 7.Het artikel 49 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het examen voor overgang naar het hogere niveau staat open : - voor bevordering tot de graad van adjunct-auditeur (niveau A) : alle ambtenaren van niveau B die in de weddenschaal B3 worden bezoldigd; - voor bevordering tot de graad van deskundige (niveau B) : alle ambtenaren van niveau C die in de weddenschaal C3 worden bezoldigd.

Alle examens voor overgang naar het hogere niveau worden georganiseerd door een organisme van buiten de Hoge Raad voor de Justitie.

Bovendien moet de ambtenaar zich in een administratieve stand bevinden waarin hij zijn aanspraken op bevordering kan doen gelden en moet hij ten minste de evaluatie « goed » hebben. »

Art. 8.Het artikel 50 wordt door de volgende bepalingen vervangen : « De ambtenaar bevindt zich in een van de volgende administratieve standen : dienstactiviteit, non-activiteit of disponibiliteit.

Deze administratieve standen zijn geregeld in deel XII van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel. »

Art. 9.In het artikel 59 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid wordt opgeheven;2° een nieuw tweede lid wordt toegevoegd, luidend als volgt : « De ambtenaren hebben recht op een premie voor tweetaligheid onder dezelfde voorwaarden als de Rijksambtenaren.De maandelijkse bedragen van deze premie worden vastgesteld als volgt : - ambtenaar van niveau A : 110 euro; - ambtenaar van niveau B : 90 euro; - ambtenaar van niveau C en van niveau D : 70 euro. »; 3° een nieuw derde lid wordt toegevoegd, luidend als volgt : « De ambtenaar, belast met het besturen van het dienstvoertuig van de Raad heeft recht op een maandelijkse forfaitaire toelage, waarvan het bedrag is vastgesteld op 272,22 euro.»; 4° een nieuw vierde lid, luidend als volgt, wordt toegevoegd : « De ambtenaar dat bij gelegenheid belast wordt met het besturen van het dienstvoertuig van de Raad heeft recht op een maandelijkse forfaitaire toelage, waarvan het bedrag is vastgesteld op 68,06 euro. »; 5° een nieuw vijfde lid, luidend als volgt, wordt toegevoegd : « Deze premies en toelagen worden tegelijk met de wedde vereffend.De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der federale overheidsdiensten geldt eveneens voor deze premies en toelagen. Zij worden gekoppeld aan de spilindex 138,01. »; 6° een nieuw zesde lid, luidend als volgt, wordt toegevoegd : « De contractuele personeelsleden hebben onder dezelfde voorwaarden als de ambtenaren, recht op deze premies, vergoedingen en toelagen.» Art 10. In het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie wordt een nieuw artikel 84bis ingevoegd, dat als volgt luidt : «

Artikel 84bis.Alle interne examens voor overgang naar het hogere niveau worden aangekondigd door middel van een dienstnota.

Die dienstnota vermeldt de aard van het overgangsexamen, de aard van de functie en de algemene en bijzondere voorwaarden waaraan de kandidaat dient te beantwoorden om het overgangsexamen te kunnen afleggen.

Dat interne overgangsexamen staat enkel open voor de personeelsleden van niveau D met uitzondering van de personen die werden aangeworven in de graad van beambte, en voor de personeelsleden van niveau C die de afgeschafte graad van bestuurschef bekleden of bezoldigd worden in de weddenschaal C3. Aan die voorwaarden moet zijn voldaan op de dag dat deze wijziging in het statuut door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie wordt aangenomen.

Voorliggend artikel wordt zonder uitwerking op 31 december 2006. » Dit reglement treedt in werking op 1 februari 2006.

Goedgekeurd op 25 januari 2006 door de Algemene Vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie.

VOOR DE HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE : Edith VAN DEN BROECK Voorzitter Jacques HAMAIDE Bureaulid Geert VERVAEKE Bureaulid Xavier DE RIEMAECKER Bureaulid Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 27 oktober 2006 tot goedkeuring van de wijzigingen aan het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX