20 JULI 2022. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijzigingen aan het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie om het recht op een aanvullend pensioen van zijn contractuele personeelsleden vast te stellen

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk wetboek, artikel 259bis-6, § 2 gewijzigd bij de wetten van 19 december 2002 en 23 maart 2019;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 december 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/12/2019 pub. 20/12/2019 numac 2019015781 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot invoering van een aanvullend pensioen aan sommige personeelsleden van het federaal openbaar ambt, van het gerechtspersoneel en het personeel van de politiediensten sluiten tot invoering van een aanvullend pensioen aan sommige personeelsleden van het federaal openbaar ambt, van het gerechtspersoneel en het personeel van de politiediensten;

Gelet op het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie vastgesteld door het reglement van 21 mei 2003, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 9 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/11/2003 pub. 03/12/2003 numac 2003021229 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot goedkeuring van de personeelsformatie van de diensten van de Hoge Raad voor de Justitie type koninklijk besluit prom. 09/11/2003 pub. 04/12/2003 numac 2003000778 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 januari 1991 waarbij aan bepaalde personeelsleden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en machtiging tot het gebruik van het identificatienummer van dat register worden verleend sluiten en gewijzigd door het reglement van 25 januari 2006, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 27 oktober 2006 en door de reglementen van 23 februari 2011 en van 19 juni 2019, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 9 augustus 2020;

Gelet op de beslissing van de Hoge Raad voor de Justitie van 23 februari 2022;

Overwegende dat de Ministerraad bij beslissing van 9 juli 2021 de aansluiting heeft goedgekeurd van de Hoge Raad voor de Justitie bij de publieke aanvullende pensioentoezegging voor het contractueel personeel van de federale staat; dat de effectieve toekenning van dit aanvullend pensioen veronderstelt dat het uitdrukkelijk wordt voorzien in de regeling van de rechtspositie van de contractuele personeelsleden van de Hoge Raad voor de Justitie;

Overwegende dat die aanpassing van de rechtspositie van het contractueel personeel werd gerealiseerd via een wijziging aan het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie door de algemene vergadering op 23 februari 2022 en dat deze overeenkomstig artikel 259bis-6, § 2 van het Gerechtelijk Wetboek door de Koning moet worden bekrachtigd om effectief te zijn;

Op de voordracht van de Eerste Minister en van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De wijzigingen aan het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie voorzien door de beslissing van 23 februari 2022 en die in bijlage bij dit besluit zijn opgenomen, worden goedgekeurd.

Art. 2.De Eerste Minister en de Minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2022.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, A. DE CROO De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE

Bijlage bij het koninklijk besluit van 20 juli 2022 tot goedkeuring van de wijzigingen aan het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie om het recht op een aanvullend pensioen van zijn contractuele personeelsleden vast te stellen.

Beslissing van de Hoge Raad voor de Justitie van 23 februari 2022.

De Hoge Raad voor de Justitie, Gelet op artikel 259bis-6, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie vastgesteld door het reglement van 21 mei 2003, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 9 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/11/2003 pub. 03/12/2003 numac 2003021229 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot goedkeuring van de personeelsformatie van de diensten van de Hoge Raad voor de Justitie type koninklijk besluit prom. 09/11/2003 pub. 04/12/2003 numac 2003000778 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 januari 1991 waarbij aan bepaalde personeelsleden van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en machtiging tot het gebruik van het identificatienummer van dat register worden verleend sluiten en gewijzigd door het reglement van 25 januari 2006, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 27 oktober 2006 en door de reglementen van 23 februari 2011 et van 19 juni 2019, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 9 augustus 2020, BESLUIT: Het reglement houdende het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1.Artikel 5, onderstaande tekst, die het eerste lid geworden is, wordt aangevuld met de volgende twee leden: "Met ingang van 1 januari 2022 genieten de contractuele personeelsleden een aanvullend pensioen onder de voorwaarden bepaald door de publieke aanvullende pensioentoezegging voor het contractueel personeel van de federale staat van 8 september 2020 en volgens de uitvoeringsmodaliteiten zoals bepaald in haar bijlage 3 van 9 november 2021.

De contractuele personeelsleden genieten het voordeel bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 11 februari 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/02/1991 pub. 27/11/2020 numac 2020031665 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Koninklijk besluit tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten vanaf hun datum van indiensttreding zoals bepaald in hun op 1 januari 2022 lopende arbeidsovereenkomst, maar ten vroegste op 1 januari 2017."

Art. 2.Een artikel 81bis wordt ingevoegd, luidende: "In afwijking van de tweede en derde leden van artikel 5, wordt de op 31 december 2021 bestaande aanvullende pensioenregeling, wanneer die voordeliger is, behouden voor de contractuele personeelsleden die op 1 januari 2022 in dienst zijn.

De contractuele personeelsleden bedoeld in het eerste lid kunnen er echter op elk ogenblik voor kiezen om over te stappen naar het aanvullend pensioenstelsel bedoeld in artikel 5. Deze overstap is onomkeerbaar en geldt enkel voor de toekomst." Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 20 juli 2022 tot goedkeuring van de personeelsformatie en van de wijzigingen aan het statuut van het administratief personeel van de Hoge Raad voor de Justitie om het recht op een aanvullend pensioen van zijn contractuele personeelsleden vast te stellen.

Brussel, 20 juli 2022.

FILIP Van Koningswege : De Eerste Minister, A. DE CROO De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE