Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 juli 2000
gepubliceerd op 19 september 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022671
pub.
19/09/2000
prom.
14/07/2000
ELI
eli/besluit/2000/07/14/2000022671/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 JULI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 215, § 2, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999, en § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Gelet op het advies uitgebracht op 13 maart 2000 door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op het advies uitgebracht op 27 maart 2000 door de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op het advies uitgebracht op 17 april 2000 door de Inspecteur van Financiën;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 24 mei 2000;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de wet van 24 december 1999 houdende sociale en diverse bepalingen, de bevoegdheid van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, inzake namelijk de inschrijving van logopedisten, vervangen heeft door de bevoegdheid tot erkenning van logopedisten door een Erkenningsraad; dat de samenstelling van een dergelijke Erkenningsraad voor logopedisten tot nu toe niet bepaald is net zomin als de erkenningscriteria bepaald zijn; dat derhalve, sinds 10 januari 2000 de logopedisten die het aanvragen niet terdege ingeschreven en niet erkend kunnen worden, wat hen juridisch belet voor hun patiënten terugbetaling te bekomen voor de door hen verleende verstrekkingen; dat er dus reden is om onverwijld de samenstelling van een Erkenningsraad voor logopedisten en de criteria, op basis waarvan de erkenning gebeurt, te voorzien; dat het besluit onverwijld moet worden genomen en bekendgemaakt;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 juni 2000, in toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 wordt onder Titel II, Hoofdstuk I, Afdeling X, een punt Fbis ingevoegd dat de artikelen 98bis tot 98quater omvat en dat luidt als volgt : « Fbis. Erkenningsraad voor logopedisten.

Art. 98bis.De Erkenningsraad voor logopedisten is samengesteld uit : 1° de voorzitter;2° zes werkende en zes plaatsvervangende leden, logopedisten, door de Minister gekozen uit de kandidaten die, in dubbel aantal van dat der toe te wijzen mandaten, worden voorgedragen door de representatieve organisaties van de logopedisten;3° één werkend en één plaatsvervangend lid, aangewezen door de Minister;4° één werkend en één plaatsvervangend lid, aangewezen door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.

Art. 98ter.De Erkenningsraad voor logopedisten verleent de erkenning aan de personen die hij volgens de hierna vastgestelde criteria als bevoegd erkent om aan de rechthebbenden van de verzekering de verzorging te verlenen welke luidens de in artikel 35 van de gecoördineerde wet bepaalde nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen tot de bevoegdheid van de logopedisten behoort.

De erkenningsaanvragen, met een voor eensluidend verklaard afschrift van het diploma van de logopedist, worden gezonden naar de Dienst voor geneeskundige verzorging, die ze bezorgt aan de Erkenningsraad.

Art. 98quater.De erkenning wordt door de Erkenningsraad voor logopedisten verleend aan de persoon : 1° die voldoet aan de voorwaarden van artikel 3, 1°, van het koninklijk besluit van 20 oktober 1994 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van logopedist en houdende vaststelling van de lijst van de technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de logopedist door een arts kan worden belast, en die zodoende houder is : a) ofwel van een diploma van licentiaat in de logopedie of van licentiaat in de neurolinguïstiek, uitgereikt door een universitaire faculteit;b) ofwel van het diploma van gegradueerde in de logopedie, uitgereikt in toepassing van het koninklijk besluit van 9 november 1964 tot instelling van het diploma van gegradueerde in de logopedie en tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het wordt toegekend; Degenen die de opleiding waarvan sprake in artikel 3, 1°, van het voornoemde koninklijk besluit van 20 oktober 1994 met succes hebben beëindigd, maar wegens voorgeschreven formaliteiten het diploma nog niet bezitten, kunnen, op voorlegging van een door de onderwijsinrichting uitgereikte verklaring, voorlopig de toestemming verkrijgen om aan de rechthebbenden van de verzekering de verzorging te verlenen welke luidens de in artikel 35 van de gecoördineerde wet bepaalde nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen tot de bevoegdheid van de logopedisten behoort; 2° die voldoet aan de voorwaarden van artikel 3, 2°, van het voornoemde koninklijk besluit van 20 oktober 1994.».

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 10 januari 2000.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 juli 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^