gepubliceerd op 25 februari 2013
Koninklijk besluit tot vaststelling van het presentiegeld van de voorzitters en plaatsvervangende voorzitters van de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid, alsook de vergoedingen wegens reis- en verblijfskosten
23 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het presentiegeld van de voorzitters en plaatsvervangende voorzitters van de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid, alsook de vergoedingen wegens reis- en verblijfskosten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/04/1997 pub. 02/08/1997 numac 1997000178 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de identiteitsstukken en -bewijzen voor kinderen onder de twaalf jaar type koninklijk besluit prom. 03/04/1997 pub. 04/07/1997 numac 1997000198 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van vijf koninklijke besluiten betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht type koninklijk besluit prom. 03/04/1997 pub. 05/06/1997 numac 1997016105 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels inzake de werkingskosten van de Psychologencommissie, opgericht bij artikel 3, § 1, van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog type koninklijk besluit prom. 03/04/1997 pub. 06/06/1997 numac 1997012139 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot vaststelling, voor sommige ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst type koninklijk besluit prom. 03/04/1997 pub. 08/08/1997 numac 1997021144 bron diensten van de eerste minister Koninklijk besluit houdende benoeming van de voorzitter van de beheerraad van het Nationaal Orkest van België type koninklijk besluit prom. 03/04/1997 pub. 15/08/1997 numac 1997021143 bron diensten van de eerste minister Koninklijk besluit houdende wijziging van de samenstelling van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie type koninklijk besluit prom. 03/04/1997 pub. 05/07/1997 numac 1997002238 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot toekenning van een toelage aan het « Belgisch Centrum voor Farmakoterapeutische informatie » voor het jaar 1997 sluiten houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd bij wet van 12 december 1997, art. 21, § 1.
Overwegende het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 82, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 21 december 2001, op de artikelen 83 en 84, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 augustus 2004 en op artikel 95, laatst gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993;
Overwegende het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 18 en 21, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 12 mei 2009 en artikel 19, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 augustus 2004;
Overwegende het koninklijk besluit van 24 januari 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/01/2002 pub. 12/02/2002 numac 2002022025 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van tewerkstelling en arbeid ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid sluiten houdende vaststelling van het statuut van het personeel van de openbare instellingen van sociale zekerheid, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 2007;
Overwegende dat onderhavig besluit een materie betreft die betrekking heeft op de zelfregulering van de federale overheid en derhalve behoort tot één van de categorieën waarop de Duurzame Ontwikkelingseffectenbeoordeling niet van toepassing is.
Gelet op het advies van de Regeringscommissaris bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 10 augustus 2011 en het advies van de Regeringscommissaris bij de Rijksdienst voor Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen gegeven op 6 september 2011;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 16 november 2011;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 juni 2012;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 19 juni 2012;
Gelet op het advies van het College van Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid, gegeven op 1 april 2011;
Gelet op het advies nr. 51.883/1/V van de Raad van State, gegeven op 23 augustus 2012 in toepassing van art. 84, § 1, 1e lid, 1°, op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Binnenlandse zaken, Onze Minister van Pensioenen, Onze Minister van Zelfstandigen en Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de raad van beroep voor het geheel van de openbare instellingen van sociale zekerheid zoals bedoeld bij de artikelen 18, 19 en 21 van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut.
Art. 2.Aan de voorzitters en plaatsvervangende voorzitters van de raad van beroep bedoeld in artikel 1 wordt een presentiegeld ten bedrage van 30,00 euro per uur, met een maximum van 150,00 euro per zitting, toegekend.
De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel der federale overheidsdiensten, geldt ook voor dit presentiegeld. Ze wordt aan het spilindexcijfer 138,01 gekoppeld.
Art. 3.De voorzitters van de raad van beroep bedoeld in artikel 1, alsmede hun plaatsvervangers, hebben recht op de vergoedingen wegens reis- en verblijfkosten, overeenkomstig de verordeningsbepalingen die gelden voor het rijkspersoneel.
Zijn zij geen rijksambtenaren, dan worden zij gelijkgesteld met ambtenaren van de klasse A4 tot A5.
Wanneer zij gemachtigd werden hun eigen vervoermiddel te gebruiken, genieten zij een vergoeding die gelijk is aan het bedrag dat de Staat zou hebben uitgekeerd wanneer zij zouden gereisd hebben met het gemeenschappelijk openbaar vervoer.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Werk, Onze Minister van Zelfstandigen, Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 januari 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Pensioenen, A. DE CROO De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK