gepubliceerd op 04 augustus 2005
Koninklijk besluit houdende de regels voor het ticketbeheer ter gelegenheid van voetbalwedstrijden
20 JULI 2005. - Koninklijk besluit houdende de regels voor het ticketbeheer ter gelegenheid van voetbalwedstrijden
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2003 en bij de wet van 27 december 2004, inzonderheid op artikel 4 en artikel 10, eerste lid, 5°;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 1999 houdende de regels voor het ticketbeheer ter gelegenheid van voetbalwedstrijden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 november 2001;
Gelet op het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 april 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 20 juli 2005;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat dit besluit wijzigingen inhoudt van de bestaande reglementering inzake ticketbeheer; dat dit besluit maatregelen bepaalt waaraan de organisatoren van voetbalwedstrijden slechts op gebrekkige wijze zouden kunnen voldoen indien deze niet voor de aanvang van het nieuwe voetbalseizoen en de abonnementenverkoop hiervoor genomen worden; dat het ook met het oog op de rechtszekerheid gepast voorkomt dat dit besluit zo vlug mogelijk in de Belgische juridische orde ingevoerd wordt opdat de gewijzigde politiek inzake ticketbeheer zo vlug mogelijk van kracht kan zijn; dat indien dit niet het geval zou zijn, dit aanleiding zou zijn tot verwarring bij de organisatoren van voetbalwedstrijden en het publiek dat zich toegangsbewijzen of een abonnement wenst aan te schaffen; dat bij de voetbalclubs, die voorafgaand betrokken zijn geweest bij het overleg voor de totstandkoming van dit koninklijk besluit, momenteel een verwarring heerst aangezien de ene voetbalclub de bestaande reglementering toepast terwijl de andere club zich reeds richt op de toekomstige reglementering; dat alzo het publiek dat zich een toegangsbewijs of abonnement wenst aan te schaffen, geconfronteerd wordt met regels die verschillen van club tot club waarbij door de ene club de voorlegging van een middel ter legitimatie wordt gevraagd en bij een andere niet; dat dergelijke situaties leiden tot onduidelijkheid en wantoestanden en het gepast is dat zo vlug mogelijk een einde wordt gemaakt aan deze onzekere toestand; dat de organisatoren door dit besluit daarenboven een overzicht moeten bijhouden van alle verkochte abonnementen en tickets; dat dit noodzakelijkerwijs dient te gebeuren vanaf het eerste verkochte abonnement; dat elke vertraging bij de inwerkingtreding van dit besluit riskeert haar nuttig effect met meerdere maanden uit te stellen, wat strijdig zou zijn met de geest van de wet en het principe van behoorlijk bestuur;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 4 juli 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 en vervangen door de wet van 4 augustus 1996;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, en behoudens andersluidende bepaling, wordt verstaan onder : 1° « de wet » : de wet van 21 december 1998 betreffende de veiligheid bij voetbalwedstrijden, gewijzigd bij de wet van 10 maart 2003 en bij de wet van 27 december 2004;2° « toegangsbewijs » : de titel welke de houder in staat stelt slechts één enkele voetbalwedstrijd bij te wonen;3° « abonnement » : de titel welke de houder in staat stelt meerdere voetbalwedstrijden bij te wonen;4° « distributeur (van toegangsbewijzen of abonnementen) » : de organisator zelf of de commerciële partner, het gedecentraliseerde punt erkend door de organisator of elke natuurlijke of rechtspersoon door de organisator gemachtigd tot het verkopen of wegschenken van toegangsbewijzen of abonnementen;5° « houder (van een toegangsbewijs of een abonnement) » : de natuurlijke persoon aan wie een toegangsbewijs of een abonnement werd toegewezen teneinde zelf een voetbalwedstrijd bij te wonen;6° « rivaliserende supporters »: de supportersgroepen van de aan die wedstrijd deelnemende ploegen;7° « voorverkoop » : elke verkoop van toegangsbewijzen in de periode die de drie uur voor de wedstrijd voorafgaat;8° « supportersclub » : elke officiële of officieuze vereniging van supporters;9° « document ter identificatie » : officieel document afgegeven door een publieke overheid, waarmee een natuurlijke persoon die zich een toegangsbewijs of een abonnement wenst aan te schaffen, zijn identiteit bewijst aan de distributeur. HOOFDSTUK II. - Aanmaken van toegangsbewijzen en abonnementen
Art. 2.Een toegangsbewijs dient voldoende kwalitatieve waarborgen te bieden, waaronder in elk geval worden begrepen: 1° het bieden van een, in functie van de stand van de techniek, voldoende garantie tegen namaak of vervalsing;2° het bevatten van de in artikel 4 van dit besluit voorgeschreven gegevens.
Art. 3.Een abonnement dient voldoende kwalitatieve waarborgen te bieden, waaronder in elk geval worden begrepen : 1° het bieden van een, in functie van de stand van de techniek, voldoende garantie tegen namaak of vervalsing;2° het bevatten van de in artikel 5 van dit besluit voorgeschreven gegevens.
Art. 4.Op het toegangsbewijs dienen volgende gegevens te worden opgenomen : 1° de identificatie van de wedstrijd;2° de voorwaarden van toegang tot het stadion door een verwijzing naar het reglement van inwendige orde;3° een grondplan van het stadion;4° een aanduiding van de toegekende zitplaats in de zittribunes;5° voor de compartimenten met staanplaatsen een nummer van 1 tot X, met X zijnde het getal overeenkomstig de maximum toegelaten capaciteit van het compartiment;6° de naam van de organisator en de naam van de distributeur;7° voor de tickets verdeeld overeenkomstig artikel 11, § 2, van dit besluit, een uniek kenmerk per toegangsbewijs, zodat overeenkomstig artikel 12 van dit besluit kan worden achterhaald aan wie het ticket werd toebedeeld;8° de naam van de supportersclub, ingeval van artikel 11, § 2, tweede lid;9° de vermelding dat de koper of verkrijger en elke overdrager van het toegangsbewijs hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk is met de uiteindelijke houder ervan voor elke schade veroorzaakt door deze laatste in het stadion;10° de vermelding van de categorie van personen aan wie één of meerdere toegangsbewijzen werden toebedeeld, voor alle toegangsbewijzen die door de organisator niet in vrije verkoop voor alle toeschouwers worden aangeboden.
Art. 5.Op het abonnement dienen volgende gegevens te worden opgenomen : 1° de geldigheidsduur van het abonnement;2° de gegevens zoals vermeld in artikel 4, 2° tot en met 6°, van dit besluit;3° de naam en voorna(a)m(en) van de natuurlijk persoon aan wie het abonnement als houder werd toegewezen;4° de vermelding dat de koper of verkrijger en elke overdrager van het abonnement hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk is met de uiteindelijke houder ervan voor elke schade veroorzaakt door deze laatste in het stadion;5° de vermelding van de categorie van personen aan wie één of meerdere abonnementen werden toebedeeld, voor alle abonnementen die door de organisator niet in vrije verkoop voor alle toeschouwers worden aangeboden. HOOFDSTUK III. - Distributie van toegangsbewijzen en abonnementen
Art. 6.Het aantal voor een wedstrijd ter beschikking gestelde toegangsbewijzen mag de veiligheidscapaciteit, beschouwd in totaal of per compartiment, vastgelegd in de krachtens artikel 5 van de wet gesloten overeenkomsten, niet overschrijden. Ten aanzien van dit aantal wordt rekening gehouden met de reeds ter beschikking gestelde abonnementen en met alle andere machtigingen van de organisator tot toegang tot de tribunes.
Voor het bepalen van de veiligheidscapaciteit per compartiment wordt rekening gehouden met de totale nuttige breedte van de evacuatiewegen van dit compartiment, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de in voetbalstadions na te leven veiligheidsnormen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 november 2002.
Art. 7.De organisator neemt volgende maatregelen om een optimale distributie van de toegangsbewijzen en de abonnementen onder de toeschouwers te verzekeren : 1° elke distributie, hetzij als verkoop, hetzij als kosteloze verstrekking, van toegangsbewijzen en abonnementen registreren teneinde te voorkomen dat twee of meer toegangsbewijzen of abonnementen voor éénzelfde plaats in het stadion worden verdeeld;2° het nemen van alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen bij het toekennen van plaatsen aan toeschouwers teneinde de rivaliserende supporters te scheiden, coherent met de infrastructuur van het stadion en met de bestaande afscheidingen in de tribunes;3° het nemen van alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen teneinde geen toegangsbewijzen en abonnementen ter beschikking te stellen aan personen aan wie een stadionverbod werd opgelegd;4° het intrekken van het abonnement van personen aan wie een stadionverbod werd opgelegd.
Art. 8.§ 1. Indien de organisator een derde machtigt toegangsbewijzen of abonnementen te distribueren, is hij verantwoordelijk voor de naleving van dit besluit door deze distributeur.
De organisator sluit met de distributeur die hij wenst te accrediteren voor de distributie een overeenkomst waarin de voorwaarden opgenomen worden waaraan de distributie dient te voldoen, en waarbij minstens de verplichtingen opgenomen in de wet en dit besluit worden gerespecteerd.
De veiligheidsverantwoordelijke bedoeld in artikel 6 van de wet dient deze overeenkomst in elk geval mede te ondertekenen. § 2. Voor wat betreft de voorverkoop voor nationale voetbalwedstrijden, worden de toegangsbewijzen voor de bezoekende supporters toegekend aan de bezoekende club, die deze toegangsbewijzen onder de eigen supporters dient te verdelen.
Indien voor een bepaalde wedstrijd minder toegangsbewijzen in aanbod zijn in vergelijking met de vraag naar toegangsbewijzen, maakt de bezoekende club voor de verdeling van de toegangsbewijzen onder de eigen supporters gebruik van een getrouwheidssysteem.
Dit getrouwheidssysteem, uitgewerkt door de bezoekende club, legt op zijn minst op dat de toegangsbewijzen prioritair worden verdeeld onder de supporters en supportersclubs waarmee in het verleden geen problemen inzake verstoringen van de openbare orde of sanctioneerbare of strafbare feiten naar aanleiding van voetbalwedstrijden werden vastgesteld. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een tussen de voetbalclub en de supportersclubs afgesloten en door beide partijen ondertekend supporterscharter, waarin onder meer een gedragscode wordt afgesproken waaraan de supporters en supportersclubs zich dienen te houden.
Voor wat betreft nationale voetbalwedstrijden in de zin van de wet, is voor het toepassen van deze paragraaf de bezoekende club de organisator.
Art. 9.Vanaf het ter beschikking stellen van de toegangsbewijzen en de abonnementen of, in voorkomend geval, vanaf de mogelijkheid tot bestelling, dient de organisator het publiek duidelijk en in ruime mate te informeren aangaande de verkoopsvoorwaarden en -termijnen.
In voorkomend geval, dient de organisator via de media en, in voorkomend geval, via de eigen website, bekend te maken dat een volledige bezetting van het stadion is bereikt. Deze bekendmaking dient eveneens te gebeuren indien enkel het compartiment of de compartimenten voor één van de deelnemende ploegen een volledige bezetting heeft bereikt.
Art. 10.De abonnementen worden ter beschikking gesteld op het centrale secretariaat van de organisator of op enig ander gedecentraliseerd punt erkend door de organisator en waar een controle van de lijst met stadionverboden mogelijk is.
Onverminderd artikel 7, 3°, van dit besluit, en met uitzondering van hetgeen voorzien is in artikel 11, § 4, van dit besluit, kent de organisator een abonnement toe aan een persoon die zich identificeert aan de hand van een document ter identificatie.
In afwijking van het tweede lid kan de organisator beslissen om aan een persoon die zich identificeert meerdere abonnementen toe te kennen voorzover de personen voor wie ze bestemd zijn, geïdentificeerd zijn aan de hand van een document ter identificatie. In voorkomend geval vermeldt de organisator op het abonnement de naam en voorna(a)men van de persoon aan wie het abonnement zal worden toegewezen, en registreert de organisator tevens de naam en voorna(a)men van de persoon die dit abonnement of deze abonnementen heeft aangevraagd.
Art. 11.§ 1. De toegangsbewijzen worden ter beschikking gesteld op het centrale secretariaat van de organisator, in enig ander gedecentraliseerd punt erkend door de organisator, aan de loketten van het stadion of via de commerciële partners van de organisator. § 2. Op het centrale secretariaat van de organisator of bij de door de organisator erkende gedecentraliseerde punten kunnen in voorverkoop, door een persoon die zich identificeert aan de hand van een document ter identificatie, maximum vijftig toegangsbewijzen verkregen worden.
Indien deze toegangsbewijzen bestemd zijn om te worden verdeeld onder leden van een supportersclub, dan wordt ook de naam van deze supportersclub meegedeeld.
Zonder identificatie kunnen in voorverkoop geen toegangsbewijzen verkregen worden. § 3. Aan de loketten van het stadion in de drie uren die de wedstrijd voorafgaan, kunnen zonder identificatie per persoon maximum vier toegangsbewijzen verkregen worden.
De verdeling van toegangsbewijzen aan de loketten dient zo vloeiend mogelijk te gebeuren. § 4. Wanneer toegangsbewijzen of abonnementen ter beschikking gesteld worden aan een commerciële partner van de organisator, deelt deze, ten laatste één week voor de wedstrijd, of bij de bekendmaking van de wedstrijd indien deze bekendmaking gebeurt minder dan een week voor deze wedstrijd, de manier waarop hij de toegangsbewijzen of abonnementen zal toewijzen of toegewezen heeft mee aan de organisator.
Art. 12.De organisator dient permanent een overzicht te kunnen overleggen van alle verspreide toegangsbewijzen en abonnementen. Dit overzicht omvat minstens het aantal verspreide toegangsbewijzen en abonnementen per compartiment, alsmede de wijze waarop deze werden verspreid en via welke distributeur.
Voor wat betreft de verspreide abonnementen omvat het overzicht eveneens de naam, voorna(a)men en geboortedatum van personen aan wie een abonnement werd toegewezen en de plaats in het stadion, alsmede, in het geval van artikel 10, derde lid, gekoppeld hieraan, de naam, voorna(a)men en geboortedatum van personen die het desbetreffend abonnement hebben aangevraagd, en de plaats in het stadion.
Voor wat betreft de verspreide toegangsbewijzen omvat het overzicht eveneens de naam, voorna(a)men en geboortedatum van personen aan wie toegangsbewijzen werden toegewezen overeenkomstig artikel 11, § 2, eerste lid, alsook het in artikel 4, 7°, van dit besluit bedoelde unieke kenmerk en de plaats in het stadion. Ingeval van artikel 11, § 2, tweede lid wordt tevens de naam van de supportersclub vermeld.
Het overzicht omvat eveneens voor welke plaatsen er buiten de vrije verkoop toegangsbewijzen werden ter beschikking gesteld.
Art. 13.De veiligheidsverantwoordelijke en de ambtenaren of agenten belast met de controle op de toepassing van de wet en zijn uitvoeringsbesluiten hebben te allen tijde toegang tot de door de organisator krachtens dit besluit verzamelde gegevens. HOOFDSTUK IV. - Toegangscontrole
Art. 14.Een toegangscontrole dient zodanig georganiseerd te zijn dat : 1° een controle van het toegangsbewijs of abonnement effectief en efficiënt mogelijk is;2° de toegang tot het stadion zo vloeiend mogelijk is;3° het toegangsbewijs of abonnement slechts een eenmalige toegang tot de desbetreffende wedstrijd geeft;4° op elk moment per compartiment bekend is hoeveel personen er zich bevinden.
Art. 15.De organisator kan voor de toegangscontrole beroep doen op de bijstand van politieambtenaren.
In dit geval worden de artikelen 90 en 115, § 4, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, toegepast.
In overleg met de burgemeester en de organisator bepaalt de chef van de politiedienst, belast met de ordehandhaving in het stadion, het aantal politieambtenaren waarop de organisator overeenkomstig het eerste lid beroep dient te doen naargelang onder andere de aard van de wedstrijd, het aantal en de aard van de supporters en het aantal toegangen tot het stadion.
Art. 16.Het koninklijk besluit van 3 juni 1999 houdende de regels voor het ticketbeheer ter gelegenheid van voetbalwedstrijden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 november 2001, wordt opgeheven.
Art. 17.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 18.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 20 juli 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL