gepubliceerd op 07 februari 2025
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement ingevolge de Transparantiewet en tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie ingevolge wijziging van de wettelijke pensioenleeftijd
19 JANUARI 2025. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement ingevolge de Transparantiewet en tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie ingevolge wijziging van de wettelijke pensioenleeftijd (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement ingevolge de Transparantiewet en tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie ingevolge wijziging van de wettelijke pensioenleeftijd.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 januari 2025.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2024 Vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement ingevolge de Transparantiewet en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie ingevolge wijziging van de wettelijke pensioenleeftijd (Overeenkomst geregistreerd op 30 oktober 2024 onder het nummer 190339/CO/118) Voorwoord Ingevolge de wet van 26 december 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/12/2022 pub. 30/12/2022 numac 2022043150 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2023 type wet prom. 26/12/2022 pub. 27/01/2023 numac 2023010005 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen inzake de collectieve arbeidsbetrekkingen type wet prom. 26/12/2022 pub. 12/01/2023 numac 2023030038 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen inzake rechterlijke organisatie II sluiten tot wijziging van verscheidene bepalingen ter versterking van de transparantie in het kader van de tweede pensioenpijler ("Transparantiewet"), is vanaf 1 januari 2025, overeenkomstig de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, bij niet naleving door de pensioeninstelling van de betalingstermijn voor de in het pensioenreglement bedoelde prestaties, de wettelijke intrestvoet zoals bepaald in artikel 2, § 1 van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, verschuldigd op de uit te keren prestaties.
Teneinde laattijdige betaling van deze prestaties te voorkomen, dringen zich een aantal wijzigingen op aan het pensioen- en solidariteitsreglement.
Verder dient, ingevolge de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd vanaf 2025, de einddatum van de pensioentoezegging aangepast te worden.
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders die ressorteren onder het Paritair Comité nr. 118 voor de voedingsnijverheid en die, in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 april 2008 (koninklijk besluit van 24 oktober 2008, Belgisch Staatsblad van 28 januari 2009 - registratienummer 88257) niet zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel. § 2. Met "arbeiders" wordt bedoeld : alle arbeiders zonder onderscheid naar gender.
HOOFDSTUK II. - Pensioenreglement
Art. 2.Het pensioenreglement in bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (68708/CO/118), laatst gewijzigd ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2020 (registratienummer 162419/CO/118), wordt vervangen door het pensioenreglement in bijlage 1 bij onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
HOOFDSTUK III. - Solidariteitsreglement
Art. 3.Het solidariteitsreglement in bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (68708/CO/118), laatst gewijzigd ingevolge de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2022 (registratienummer 178374/CO/118), en in bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 2004 tot aanduiding van de beheerder van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie en tot invoering van het solidariteitsreglement (registratienummer 71813/CO/118), wordt vervangen door het solidariteitsreglement in bijlage 2 bij onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
HOOFDSTUK IV. - Eindleeftijd
Art. 4.Ingevolge de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd in 2025, alsook in 2030, wordt aan punt 20 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (68708/CO/118), na de 4de paragraaf volgende paragraaf toegevoegd : "Met ingang van 1 januari 2025 is de einddatum vastgesteld op de eerste dag van de maand volgend op het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd.".
HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 5.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2025 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Zij kan door één der partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties. De opzegging is alleen geldig voor zover artikel 10, § 1, 3° van de WAP is nageleefd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2025.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement ingevolge de Transparantiewet en tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie ingevolge wijziging van de wettelijke pensioenleeftijd Pensioenreglement "Stelsel van aanvullend pensioen voor de arbeiders Paritair Comité nr. 118" 1. Doel en voorwerp van het stelsel van aanvullend pensioen 1.1. In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 richt het "Fonds 2de pijler PC 118" een stelsel van aanvullend pensioen in met het oog op het financieren van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen ten gunste van de arbeiders die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden bepaald onder 3.
Definities. 1.2. Het doel van dit stelsel is het garanderen, buiten de wettelijke verplichtingen inzake pensioen en ter verhoging ervan aan : - De aangeslotene zelf, een kapitaal of een levenslange lijfrente, indien hij in leven is op de einddatum; - De begunstigden voorzien door onderhavig reglement, een kapitaal of een levenslange overlevingsrente in geval van overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum. 1.3. In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 sluit het "Fonds 2de pijler PC 118" hiertoe een groepsverzekering bij de verzekeringsinstelling. Het financiële beheer en de dekking van de risico's van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen worden toevertrouwd aan de verzekeringsinstelling. Het administratieve beheer en nadere uitvoeringsbepalingen worden geregeld in een beheersovereenkomst tussen het "Fonds 2de pijler PC 118" en de verzekeringsinstelling. 2. Werking in de tijd 2.1. Het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen ondergebracht bij de verzekeringsinstelling neemt aanvang op 1 april 2004. 2.2. Met respect voor de geldende wettelijke bepalingen kan de groepsverzekeringsovereenkomst bij de verzekeringsinstelling opgezegd worden in geval van niet-betaling der premies, in gemeenschappelijk akkoord tussen het "Fonds 2de pijler PC 118" en de verzekeringsinstelling of door beslissing van één der partijen. De opzegging moet gebeuren door middel van een aangetekende brief en zal automatisch ook de opzegging van de beheersovereenkomst van het pensioenstelsel en het solidariteitsstelsel inhouden. 2.3. De individuele rekening van de deelnemer treedt automatisch in werking op het moment dat voldaan werd aan de onder punt 3.7. gedefinieerde aansluitingsvoorwaarden, doch ten vroegste vanaf de aanvangsdatum van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen. 3. Definities 3.1. Stelsel van aanvullend pensioen : Het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen, bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 ingericht in uitvoering van artikel 15 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en van artikel 22 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003. 3.2. Solidariteitstoezegging : Het sectoraal stelsel van solidariteitsprestaties, bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 ingericht in uitvoering van artikel 15 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en artikel 22 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003. 3.3. "Fonds 2de pijler PC 118" : De inrichter van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, ingesteld in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003. 3.4. Verzekeringsinstelling : De verzekeringsinstelling die in uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 door het "Fonds 2de pijler PC 118" wordt aangeduid voor het beheren van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen. 3.5. Groepsverzekering : Overeenkomst gesloten bij de verzekeringsinstelling ten voordele van het geheel der aangeslotenen ter uitvoering van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen. 3.6. Werkgever : De onderneming ressorterend onder het Paritair Comité nr. 118 en die valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003. 3.7. Deelnemer : De arbeider, zonder onderscheid naar gender, van een werkgever ressorterend onder het Paritair Comité nr. 118 die valt onder het toepassingsgebied van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003, waarvan het loon onderworpen is aan de sociale zekerheidsbijdragen. Elke arbeider die deze aansluitingsvoorwaarden vervult, wordt automatisch en verplicht aangesloten, met uitzondering van : - Vóór 1 januari 2016 : de arbeiders die al een wettelijk pensioen ontvangen, maar hun activiteiten in de sector van de voedingsindustrie blijven uitoefenen in het kader van de toegelaten arbeid als gepensioneerde zonder schorsing van het wettelijk rustpensioen; - Vanaf 1 januari 2016 : de gepensioneerde arbeiders. De arbeider die op 31 december 2015 gepensioneerd is en aangesloten aan het pensioenregime van de sector krachtens onderhavig pensioenreglement, blijft aangesloten bij dit sociaal sectoraal pensioenregime zolang hij tewerkgesteld blijft bij een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement, 3.8. Gewezen deelnemer : Uitgetreden deelnemer, die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig het pensioenreglement. 3.9. Aangeslotenen : Het geheel van deelnemers en gewezen deelnemers. 3.10. Begunstigde : De persoon aan wie de uitkering die verzekerd is, overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, dient te gebeuren. 3.11. Einddatum : De datum waarop de deelnemer recht heeft, met inachtname van de voorwaarden van de WAP, op de uitbetaling van het verzekerd bedrag bij in leven zijn. Behoudens toepassing van punten 3.12. en 3.13. van dit pensioenreglement, is de einddatum vastgesteld op de eerste dag van de maand volgend op het bereiken van de pensioenleeftijd. De pensioenleeftijd is 65 jaar tot 31 december 2024.
Met ingang van 1 januari 2025 is de einddatum vastgesteld op de eerste dag van de maand volgend op het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd.
Indien de pensionering later is dan de einddatum, mag het verzekerd bedrag bij leven, op verzoek van de aangeslotene betaald worden, voor zover dit wettelijk mogelijk is. 3.12. Vervroeging : Uitbetaling van de verworven reserve, verhoogd met de reeds toegekende verdeling van de resultaten, op een eerder tijdstip dan de einddatum. Met respect voor de bepalingen van de WAP is vervroeging slechts mogelijk : - Voor alle aangeslotenen : in geval van pensionering; - In geval van brugpensioen onder de in de WAP voorziene voorwaarden, doch niet eerder dan op de leeftijd van 60 jaar. 3.13. Verdaging : Indien de deelnemer na de einddatum en met respect voor de aansluitingsvoorwaarden nog tewerkgesteld blijft, zal de bijdrage voor aanvullend pensioen verschuldigd blijven tot wanneer de deelnemer pensioneert of niet meer de voorwaarden vervult van punt 3.7. (het vroegste van de twee). 3.14. Bijdrage aanvullend pensioen : Het bedrag, betaalbaar door de werkgever voor het stelsel van aanvullend pensioen, in uitvoering van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, zoals deze op elk respectievelijk moment van kracht is. De opeenvolgende sectorale collectieve arbeidsovereenkomstteksten worden in bijlage aan het pensioenreglement gehecht en maken er integraal deel van uit. Bij aanvang van deze groepsverzekering geldt de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 3 van 5 november 2003. 3.15. Verzekeringsrekening : De individuele rekening op naam van de deelnemer en gespijsd door de bijdragen van de werkgever. 3.16. Financieringsfonds : Stelsel van collectieve reserve, dat samen met de groepsverzekering wordt opgericht en beheerd overeenkomstig de in dit reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen. 3.17. Verworven reserves : De reserves waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig dit pensioenreglement. 3.18. Verworven prestaties : De prestaties waarop de aangeslotene op de voorziene einddatum van het verzekeringscontract aanspraak kan maken overeenkomstig dit pensioenreglement, indien hij bij zijn uittreding de verworven reserves bij de verzekeringsinstelling laat. 3.19. Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 : De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie. 3.20. Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 3 van 5 november 2003 : De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 3 van 5 november 2003 tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie. 3.21. WAP : De wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, ed. 2, err. Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003) aangevuld met haar uitvoeringsbesluiten. 3.22. Tarief : Het geheel van de door de verzekeringsinstelling gewaarborgde tariferingsregels van toepassing op de groepsverzekering, voorgelegd met respect voor de principes van het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023014 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de levensverzekeringsactiviteit type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023007 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023008 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van de solidariteitstoezegging sluiten betreffende de levensverzekeringsactiviteit. Het tarief omvat bepalingen betreffende het rendement, de eventuele gebruikte sterftetafel en de aangerekende kosten. 3.23. Uittreding: 1) Hetzij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een werkgever op wie dit pensioenreglement van toepassing is, anders dan door overlijden of pensionering.Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst binnen de twee trimesters met een andere werkgever die onder het toepassingsgebied van onderhavig pensioenreglement valt; 2) Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de arbeider niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenstelsel vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering;3) Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever of, in geval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe werkgever niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel heeft ingevoerd. 3.24. Refertekwartalen : De 4 aaneensluitende kwartalen onmiddellijk voorafgaand aan de 2 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering of van overlijden. Deze kwartalen vormen samen een vaste periode : indien voor een kwartaal geen bijdrage werd gestort, blijven de refertekwartalen ongewijzigd. 4. Toezegging van aanvullend pensioen 4.1. De bijdrage tot het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen wordt per trimester berekend door het "Fonds 2de pijler PC 118" op basis van het voor dat trimester bij de RSZ aangegeven loon. Deze bedragen worden door het "Fonds 2de pijler PC 118" medegedeeld aan de verzekeringsinstelling. 4.2. De bijdragen worden geput uit het met dit doel opgerichte financieringsfonds, dat integraal deel uitmaakt van deze groepsverzekering. 4.3. § 1. De bijdragen worden als koopsom op de individuele rekening van elk der deelnemers gestort met als datum van waarde de eerste dag van het tweede trimester volgend op het trimester waarop de bijdrage betrekking had. § 2. Voor pensioneringen vanaf 1 januari 2025 wijkt voor het kwartaal van pensionering en de twee daaraan voorafgaande kwartalen de bijdrage die op de individuele rekening wordt gestort af van de bijdrage berekend conform 4.1. Voor deze kwartalen wordt de bijdrage die op de individuele rekening wordt gestort berekend zoals hierna beschreven.
De bijdrage voor het kwartaal van pensionering wordt berekend op het gemiddelde over de refertekwartalen van het referteloon per kwartaal, pro rata het aantal verlopen maanden in het kwartaal van pensionering vóór de datum van pensionering.
De bijdragen voor de twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering worden eveneens berekend op het gemiddelde over de refertekwartalen van het referteloon per kwartaal.
Het referteloon van de refertekwartalen die zich bevinden in het jaar/de jaren vóór het jaar van pensionering zal voor de berekening van de bijdrage voor het kwartaal van pensionering en de twee daaraan voorafgaande kwartalen, aangepast worden aan de indexering en de sectoraal afgesproken baremaverhogingen van de lonen.
Voor de bijdragen met betrekking tot het kwartaal van pensionering en de twee daaraan voorafgaande kwartalen wordt rendement toegekend vanaf de eerste dag van de maand van pensionering. § 3. Voor overlijdens vanaf 1 januari 2025 wijkt voor het kwartaal van overlijden en de twee daaraan voorafgaande kwartalen de bijdrage die op de individuele rekening wordt gestort af van de bijdrage berekend conform 4.1. Voor deze kwartalen wordt de bijdrage die op de individuele rekening wordt gestort berekend op dezelfde wijze als de bijdragen voor het kwartaal van pensionering en de twee daaraan voorafgaande kwartalen, zoals beschreven in 4.3., § 2.
Voor de bijdragen met betrekking tot het kwartaal van overlijden en de twee daaraan voorafgaande kwartalen wordt rendement toegekend vanaf de eerste dag van de maand van overlijden. § 4. De hiervoor in § 2 en § 3 beschreven berekening van de bijdrage is definitief.
Voor zover als nodig worden alle aan onderhavig pensioenreglement verwante documenten naar analogie aangepast voor de berekening van de pensioentoelage van het kwartaal van pensionering en de twee daaraan voorafgaande kwartalen, en voor de berekening van de pensioentoelage voor het kwartaal van overlijden en de twee daaraan voorafgaande kwartalen. 4.4. Overeenkomstig de bepalingen van het solidariteitsreglement zullen aanvullende koopsommen op de individuele rekening van de deelnemer gestort kunnen worden. 4.5. De betaling van de bijdragen houdt op wanneer de in punt 1.2. bedoelde sommen opeisbaar worden, of ingeval de arbeider de aansluitingsvoorwaarde niet meer vervult. 4.6. De verzekeringstechniek die aangewend wordt om de uitkering bij in leven zijn op de eindleeftijd te financieren is deze van "Uitgesteld Kapitaal Met terugbetaling van de opgebouwde Reserve bij overlijden vóór de einddatum (U.K.M.R.)". 4.7. De uitkering in geval van overlijden vóór de einddatum is gelijk aan de op dat moment verworven reserve, eventueel verhoogd met de door de verzekeringsinstelling toegekende verdeling der resultaten. 5. Verdeling van het resultaat van de verzekeringsinstelling 5.1. In aanvulling op het gewaarborgd tarief, delen de individuele rekeningen in het resultaat van de verzekeringsinstelling conform artikel 32, § 1, 2° van de WAP. 5.2. De verzekeringsinstelling deelt de wijze van bepaling en het niveau van deze verdeling van het resultaat mee aan het "Fonds 2de pijler PC 118" alsmede aan de aangeslotenen op eenvoudig verzoek. 6. Verworven rechten van de deelnemer 6.1. Tot en met 31 december 2018 zijn de verworven reserves die opgebouwd zijn op de individuele rekeningen, met inbegrip van de toegekende verdelingen van het resultaat van de verzekeringsinstelling, eigendom van de aangeslotene vanaf het moment dat de aangeslotene ten minste 132 dagen gecumuleerde tewerkstelling als arbeider in de sector van de voedingsindustrie kan aantonen, over een periode van 12 opeenvolgende kwartalen. De tewerkstelling wordt vastgesteld op basis van de door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geregistreerde gegevens. De periode van 132 dagen hoeft niet ononderbroken te zijn.
Vanaf 1 januari 2019 vervalt de voorwaarde van de 132 RSZ-dagen bijdrage betaling aan het sectoraal pensioenstelsel voor arbeiders over een periode van 12 opeenvolgende kwartalen.
Dit heeft tot gevolg dat : 1) reserves opgebouwd vanaf 1 januari 2019 onmiddellijk verworven zijn;2) reserves opgebouwd vóór 1 januari 2019 verworven zijn indien vóór 1 januari 2019 gedurende minstens 132 RSZ-dagen over een periode van 12 opeenvolgende kwartalen bijdragen werden betaald aan het sectoraal pensioenstelsel voor de voedingsnijverheid. Voor de deelnemer in dienst van een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement in de loop van het vierde kwartaal 2018, wordt deze voorwaarde tevens als vervuld beschouwd en de vóór 1 januari 2019 opgebouwde reserves als verworven indien deze deelnemer in de loop van het eerste kwartaal van 2019 nog steeds in dienst is van een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement. 6.2. De verworven reserves worden bepaald door de verzekeringsinstelling en zullen in geen geval lager zijn dan de reserves die krachtens de uitvoeringsbesluiten van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten en krachtens de WAP moeten worden opgebouwd. 6.3. Bij uittreding, pensionering of wanneer prestaties verschuldigd zijn overeenkomstig artikel 27, § 1, 6de lid of de artikelen 63/2 en 63/3 van de WAP of bij opheffing van de pensioentoezegging, worden indien nodig de reserves aangevuld om het rendement dat vereist is in uitvoering van artikel 24 van de WAP te bereiken.
De ontbrekende reserves worden geput uit het financieringsfonds.
Indien de middelen van het financieringsfonds ontoereikend zouden zijn, kan de aangeslotene zich enkel richten tot het "Fonds 2de pijler PC 118". De verzekeringsinstelling kan niet verplicht worden om dit tekort aan te zuiveren in de plaats van het "Fonds 2de pijler PC 118". 6.4. Zolang de deelnemer tewerkgesteld is bij een werkgever die ressorteert onder het PC nr. 118, kan de deelnemer geen uitbetaling van de verworven rechten krijgen. 6.5. Afkoop der verworven rechten vóór einddatum of vervroeging, voorschotten op de contracten en inpandgevingen zijn niet toegelaten, tenzij anders bepaald in dit pensioenreglement, 6.6. Indien de aangeslotene overeenkomstig punt 6.1. geen recht heeft op de reserve die werd opgebouwd en de toegekende verdelingen van het resultaat van de verzekeringsinstelling worden deze bedragen in het financieringsfonds gestort. Deze bepaling houdt op uitwerking te hebben voor reserves opgebouwd vanaf 1 januari 2019. 7. Begunstigden en formaliteiten bij vereffening 7.1. Het verzekerde bedrag op de einddatum : Indien de aangeslotene in leven is op de einddatum van het verzekeringscontract, wordt de verworven reserve, verhoogd met de toegekende verdelingen van het resultaat van de verzekeringsinstelling uitgekeerd aan de aangeslotene zelf.
In dit geval maakt de aangeslotene aan de verzekeringsinstelling een door hem of zijn wettelijke vertegenwoordiger ingevuld en ondertekend formulier over, zoals dit met dit doel is opgesteld door de verzekeringsinstelling ter vereffening van de voordelen. Dit formulier dient gewettigd te zijn door het gemeentebestuur.
Het ingevuld en ondertekend document van vereffening betekent een kwijting voor de uitbetaalde som. 7.2. Het verzekerd bedrag bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum : - In geval van overlijden van de deelnemer vóór de einddatum worden de aanspraken uitgekeerd aan de begunstigde(n) in volgende rangorde : - De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene voor zover die niet gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk gescheiden is, of die zich niet in aanleg tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding bevindt. De echtgenoten worden geacht feitelijk gescheiden te zijn wanneer uit de bevolkingsregisters blijkt dat zij een verschillende woonplaats hebben; - Bij ontstentenis, de persoon die wettelijk samenwoont met de aangeslotene in de zin van artikel 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, uitgezonderd indien deze een bloedverwant van de aangeslotene is of indien de wettelijke samenwoning officieel beëindigd werd of indien zulke procedure lopende is; - Bij ontstentenis, de kinderen van de aangeslotene, waarvan de afstamming vaststaat of zijn adoptieve kinderen, of bij plaatsvervulling, hun nakomelingen, voor het gedeelte dat zou toegekomen zijn aan de begunstigde in wiens plaats ze treden; - Bij ontstentenis, de ouders van de aangeslotene, elk voor de helft.
Bij overlijden van één van hen komt het kapitaal toe aan de langstlevende; - Bij ontstentenis, het financieringsfonds. - Indien er meerdere rechthebbenden zijn, wordt het voorziene kapitaal in gelijke delen onder hen verdeeld. - Ingeval de aangeslotene en de rechthebbende overlijden zonder dat de volgorde van overlijden kan bepaald worden, wordt het kapitaal overlijden uitgekeerd aan de plaatsvervanger(s) van de rechthebbende(n). - Indien het overlijden van de aangeslotene het gevolg is van een opzettelijke daad te wijten aan of aangezet door één van de begunstigde(n), wordt deze automatisch als begunstigde geschrapt. - Indien de voordelen bij overlijden niet worden opgevraagd door de rechthebbende(n) binnen de 5 jaar volgend op de dag waarop de begunstigde kennis heeft gekregen of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen van het bestaan van het aanvullend pensioen, van zijn hoedanigheid van begunstigde en van het overlijden van de aangeslotene, worden deze voordelen, behoudens overmacht in hoofde van de rechthebbende(n), in het financieringsfonds gestort. - Met respect voor de wettelijke bepalingen en zonder dat het "Fonds 2de pijler PC 118" of de verzekeringsinstelling aansprakelijk kan worden gesteld voor een eventuele betwisting kan de aangeslotene schriftelijk per aangetekende brief aan het "Fonds 2de pijler PC 118" de bovengenoemde rangorde wijzigen of zelf een begunstigde aanduiden, waarbij de laatst bij het "Fonds 2de pijler PC 118" aangekomen betekende brief doorslaggevend zal zijn. - In dit geval maakt (maken) de begunstigde(n) aan de verzekeringsinstelling een uittreksel uit de overlijdensakte over alsmede een door de begunstigde of zijn wettelijke vertegenwoordiger ingevuld en ondertekend formulier, zoals dit met dit doel is opgesteld door de verzekeringsinstelling ter vereffening van de voordelen. Dit formulier dient gewettigd te zijn door het gemeentebestuur. - In alle gevallen betekent het ingevuld en ondertekend document van vereffening een kwijting voor het gedeelte van het kapitaal, dat aan iedere begunstigde toekomt. - Het "Fonds 2de pijler PC 118" en de verzekeringsinstelling kunnen ieder bijkomend document opvragen om de identiteit van de begunstigde te verifiëren. 8. Vereffening 8.1. Bij vereffening kan de begunstigde kiezen tussen hetzij de éénmalige uitbetaling van de aanspraken in kapitaal, hetzij een omzetting in een levenslange lijfrente. 8.2. Een keuze voor een vereffening in lijfrente moet door de begunstigde schriftelijk meegedeeld worden aan de verzekeringsinstelling, gedateerd en getekend door de begunstigde of zijn wettelijke vertegenwoordiger. 8.3. Naar keuze van de begunstigde kan het gaan om een lijfrente die enkel aan hem of haar betaald wordt of om een lijfrente die in geval van later overlijden van de begunstigde voor maximaal 80 pct. overdraagbaar is op de overlevende echtgeno(o)t(e) van de begunstigde.
De begunstigde kan kiezen voor een jaarlijkse vaste indexatie van de lijfrente met ten hoogste 2 pct. 8.4. De omzetting geschiedt overeenkomstig de verzekeringstarieven van kracht op het moment van vereffening, de leeftijd van de begunstigde en de eventuele echtgeno(o)t(e), en de gekozen percentages van overdraagbaarheid en indexatie. 8.5. De renten worden in maandelijkse delen betaald op de laatste dag van elke maand, tot en met de laatste vervaldag die voorafgaat aan het overlijden van de aangeslotene of de rechthebbende(n). 8.6. Wanneer de lijfrente bij aanvang lager is dan 500 EUR per jaar, wordt het pensioenkapitaal uitgekeerd en heeft de aangeslotene of de rechthebbende geen optie tot omzetting in lijfrente.
Wanneer het jaarbedrag van de rente gelegen is tussen 500 EUR en 800,01 EUR, dan wordt ze niet maandelijks betaald, maar in vier gelijke delen op het einde van ieder trimester.
De in punt 8.6. vermelde drempels worden geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist geïndexeerd worden. 9. Uittreding 9.1. In geval van uittreding gelden volgende bepalingen : 9.1.1. Binnen de wettelijke termijnen stelt het "Fonds 2de pijler PC 118", dan wel de deelnemer zelf alvorens het "Fonds 2de pijler PC 118" dit heeft gedaan, de verzekeringsinstelling schriftelijk van de uittreding in kennis. 9.1.2. De verzekeringsinstelling deelt aan het "Fonds 2de pijler PC 118" onder meer de volgende gegevens mee, binnen de in de beheersovereenkomst tussen het "Fonds 2de pijler PC 118" en de verzekeringsinstelling overeengekomen termijnen : - Het bedrag van de verworven reserves, aangevuld met de reeds toegekende verdelingen van de resultaten van de verzekeringsinstelling; - Het bedrag van de verworven prestaties; - De verschillende keuzemogelijkheden overeenkomstig artikel 32, § 1 van de WAP. 9.1.3. Het "Fonds 2de pijler PC 118" stelt de deelnemer hiervan binnen de wettelijke termijnen schriftelijk in kennis. 9.1.4. De deelnemer stelt binnen de dertig dagen na de mededeling vermeld onder punt 9.1.3. hierboven het "Fonds 2de pijler PC 118" van zijn keuze in kennis. 9.1.5. De modaliteiten van de overdracht worden bepaald overeenkomstig artikel 32, § 4 van de WAP en haar uitvoeringsbesluiten. 9.1.6. Indien de aangeslotene geen expliciete keuze maakt binnen de dertig dagen, te rekenen vanaf de kennisgeving van de keuzemogelijkheden door de pensioeninstelling, wordt hij verondersteld gekozen te hebben voor het behoud van zijn reserves bij de pensioeninstelling zonder wijziging van de pensioenbelofte. 9.1.7. Na het verstrijken van de termijn van dertig dagen kan de aangeslotene te allen tijde vragen om zijn reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling. 9.1.8. In afwijking van het voorgaande blijft het bedrag van de verworven reserves op de datum van uittreding bij de pensioeninstelling, zonder wijziging van de pensioentoezegging, wanneer dit bedrag lager is dan of gelijk aan 150 EUR. Dit bedrag van 150 EUR wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 32, § 1, laatste lid van de WAP. 10. Financieringsfonds 10.1. Samen met de groepsverzekering wordt een financieringsfonds opgericht. 10.2. Werking van het financieringsfonds : 10.2.1. Inkomsten van het financieringsfonds : - De globale stortingen geïnd door de RSZ en overgemaakt via het "Fonds 2de pijler PC 118"; - De aanvullingen vanuit het stelsel van solidariteitstoezegging, overeenkomstig de voor dit stelsel geldende bepalingen vastgelegd in het reglement van solidariteitstoezegging; - De niet verworven reserves overeenkomstig punt 6.6. hierboven; - De overlijdenskapitalen in uitvoering van punt 7.2. hierboven; - De rendementen toegekend door de verzekeringsinstelling, verhoogd met het aandeel in de verdeling van de resultaten van de verzekeringsinstelling; - Aanvullende toelagen bij onder financiering.
Het verschil tussen de bijdrage berekend conform 4.1. en de bijdrage gestort op de individuele rekening conform 4.3., § 2 indien dit verschil positief is.
Het verschil tussen de bijdrage berekend conform 4.1. en de bijdrage gestort op de individuele rekening conform 4.3., § 3 indien dit verschil positief is.
De prestaties leven en overlijden die niet door de aangeslotene/begunstigde worden opgevraagd binnen een periode van 5 jaar vanaf de dag volgend op die waarop de aangeslotene of begunstigde kennis heeft gekregen of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen, van het voorval dat het vorderingsrecht doet ontstaan. 10.2.2. Uitgaven van het financieringsfonds : - De individuele bijdragen, zoals deze overeenkomstig de bepalingen van punt 4. hierboven op de individuele rekeningen van de deelnemers worden gestort; - De aanvullingen die vereist zijn om het vereiste rendement waarvan sprake in artikel 24 van de WAP te bereiken.
Het verschil tussen de bijdrage berekend conform 4.1. en de bijdrage gestort op de individuele rekening conform 4.3., § 2 indien dit verschil negatief is.
Het verschil tussen de bijdrage berekend conform 4.1. en de bijdrage gestort op de individuele rekening conform 4.3., § 3 indien dit verschil negatief is; - Elk ander bedrag beslist door de inrichter, voor zover dit is toegewezen aan een verhoging van de voordelen van de aangeslotenen. 10.3. Eigendom en beheer van het financieringsfonds : 10.3.1. Het financieringsfonds behoort ontegensprekelijk toe aan de aangeslotenen. 10.3.2. Het financieringsfonds wordt beheerd door de verzekeringsinstelling en ontvangt hetzelfde globaal rendement (pro rata temporis de geldende waardedata), dat aan de reserves toegekend wordt. 10.3.3. Wanneer de groepsverzekering bij de verzekeringsinstelling wordt stopgezet, zonder verderzetting van het stelsel van aanvullend pensioen bij een andere pensioeninstelling, worden de eventueel achterstallige bijdragen aangezuiverd en wordt het financieringsfonds daarna verdeeld onder de aangeslotene en renteniers in verhouding tot hun individuele reserve. 10.3.4. Indien een werkgever of arbeider om één of andere reden ophoudt deel uit te maken van het toepassingsgebied van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 kan hij op geen enkele wijze aanspraak maken op de tegoeden van het financieringsfonds. 11. Diverse bepalingen 11.1. Verplichtingen van de betrokken partijen : 11.1.1. Verplichtingen van de aangeslotenen en begunstigden Door zijn aansluiting onderwerpt de aangeslotene zich aan dit pensioenreglement.
De aangeslotenen en begunstigden zullen op eenvoudige aanvraag alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken bezorgen die nodig zijn opdat het "Fonds 2de pijler PC 118" zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene en begunstigden kan uitvoeren. Indien zij deze inlichtingen en/of bewijsstukken niet overmaken, dan zullen het "Fonds 2de pijler PC 118" en de pensioeninstelling ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene en begunstigden met betrekking tot het voordeel dat in dit reglement beschreven wordt. 11.1.2. Verplichtingen van het "Fonds 2de pijler PC 118" Het "Fonds 2de pijler PC 118" gaat tegenover alle werkgevers en aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat nodig is voor de goede uitvoering van dit pensioenstelsel. - Aan de pensioeninstelling overmaken van alle voor het beheer van het stelsel noodzakelijke gegevens : - de persoonsgegevens zoals meegedeeld uit het netwerk van de sociale zekerheid door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aan de inrichter, alsook de wijzigingen dewelke tijdens de duur van de aansluiting in voormelde gegevens voorkomen; - de inlichtingen en bewijsstukken noodzakelijk voor de goede uitvoering van dit reglement; - Onmiddellijk doorstorten aan de verzekeringsinstelling van de bijdragen voor het stelsel van aanvullend pensioen, zoals die worden geïnd door de RSZ en globaal overgemaakt aan het "Fonds 2de pijler PC 118"; - Het aan de aangeslotenen op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de volledige tekst van het pensioenreglement en alle bijvoegsels; - Het aan de aangeslotenen op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van het verslag van de verzekeringsinstelling omtrent het beheer van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen; - Het uitvoeren van alle afspraken, zoals deze in uitvoering van de afspraken tussen het "Fonds 2de pijler PC 118" en de verzekeringsinstelling in een wederzijdse aanvaarde en ondertekende beheersovereenkomst zijn vastgelegd; - Alle andere door de WAP aan de inrichter opgelegde verplichtingen. 11.1.3. Verplichtingen van de verzekeringsinstelling - Het waarborgen van de verzekeringstarieven met respect voor de geldende wettelijke bepalingen; - Het uitvoeren van alle afspraken, zoals deze in uitvoering van de afspraken tussen het "Fonds 2de pijler PC 118" en de verzekeringsinstelling in een wederzijds aanvaarde en ondertekende beheersovereenkomst zijn vastgelegd; - Alle verplichtingen zoals deze door de WAP aan de verzekeringsinstelling worden opgelegd en in uitvoering van voorgaand punt eventueel nader zijn aangevuld. Deze omvatten onder meer en zonder limitatief te zijn : - het jaarlijks verstrekken door de pensioeninstelling aan elke deelnemer van de in artikel 26, § 1 van de WAP bepaalde informatie door middel van een pensioenfiche. De informatieverstrekking kan, met naleving van de in artikel 26 van de WAP voorziene voorwaarden, ook op elektronische wijze gebeuren; - het jaarlijks aan het "Fonds 2de pijler PC 118" bezorgen van een verslag over het beheer van het stelsel van aanvullend pensioen, met de in artikel 42 van de WAP bedoelde informatie. 11.2. Onbetwistbaarheid van de gegevens : 11.2.1. De verzekeringsinstelling dekt de deelnemer op basis van de gegevens, zoals die door het "Fonds 2de pijler PC 118" worden overgemaakt en waarbij het "Fonds 2de pijler PC 118" instaat voor de nauwkeurigheid van de inlichtingen. 11.2.2. Het "Fonds 2de pijler PC 118" is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit alle onnauwkeurige onvolledige, onjuiste of laattijdige inlichtingen, die verstrekt worden aan de verzekeringsinstelling. 11.2.3. Zolang geen andersluidende gegevens worden overgemaakt, houdt de verzekeringsinstelling uitsluitend rekening met de laatst gekende gegevens. 11.3. Bescherming en verwerking van de persoonsgegevens : De inrichter en de pensioeninstelling hechten een bijzonder belang aan de bescherming van persoonsgegevens en verwerken deze conform de toepasselijke reglementering, onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR) en de privacyverklaringen van de inrichter en de pensioeninstelling.
Verwerkingsdoeleinden De inrichter ontvangt de persoonsgegevens van de deelnemers en hun rechthebbenden van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ).
De inrichter deelt met het oog op het beheren en uitvoeren van het pensioenreglement persoonsgegevens mee aan de pensioeninstelling.
De inrichter en de pensioeninstelling verwerken de persoonsgegevens van de deelnemers en hun begunstigden ("de betrokkenen") met het oog op de uitvoering van dit reglement en dit op basis van een wettelijke verplichting (de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen (WAP)).
In deze context hebben beide partijen het statuut van verwerkingsverantwoordelijke. Daarnaast kunnen de verwerkingsverantwoordelijken de persoonsgegevens verwerken voor de volgende doeleinden : - Het voldoen aan wettelijke en reglementaire verplichtingen zoals fiscale verplichtingen en dit op grond van een wettelijke bepaling; - Het beheer van het personenbestand voor de uitkering van de solidariteitsprestaties; - De opmaak van statistieken, de detectie en preventie van misbruiken en fraude, het samenstellen van bewijzen, de beveiliging van goederen, personen, informaticanetwerken en -systemen van de verwerkingsverantwoordelijke, de optimalisatie van de processen (bijvoorbeeld risicobeoordeling en risicoaanvaarding) en dit op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke; - De adviesverlening op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke, tenzij de betrokkene zich hiertegen verzet.
Voor het vervullen van deze doeleinden kan de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens ontvangen van de betrokkene zelf of van derden.
In voorkomend geval kunnen deze verwerkingsdoeleinden gebaseerd zijn op de toestemming van de betrokkene.
Categorieën van verwerkte persoonsgegevens en mogelijke ontvangers Volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen worden verwerkt : identificatie- en contactgegevens, financiële gegevens, persoonlijke kenmerken, beroep en betrekking, samenstelling van het gezin, gerechtelijke gegevens.
Deze gegevens kunnen worden meegedeeld aan een verwerker van de verwerkingsverantwoordelijken, aan een expert, een advocaat, een technisch adviseur.
Zij kunnen tevens worden meegedeeld aan om het even welke persoon of instantie in het kader van een wettelijke verplichting of een administratieve of rechterlijke beslissing of indien er een gerechtvaardigd belang bestaat.
Deze persoonsgegevens kunnen, indien dit noodzakelijk is voor de voornoemde doeleinden en in overeenstemming met de privacywetgeving, door de verwerkingsverantwoordelijke worden meegedeeld aan andere tussenkomende verzekeringsmaatschappijen, hun vertegenwoordigers in België, hun contactpunten in het buitenland, de betrokken herverzekeringsmaatschappijen.
Het is mogelijk dat de pensioeninstelling de persoonsgegevens buiten de Europese Economische Ruimte (EER) overdraagt, naar een land dat, desgevallend, niet een passend beschermingsniveau voor persoonsgegevens kan garanderen. In deze gevallen beschermt de pensioeninstelling echter de gegevens door de IT-beveiliging te vergroten en door contractueel een verhoogd beveiligingsniveau te eisen van zijn internationale tegenpartijen.
Rechten van betrokkenen De deelnemers en hun begunstigden kunnen een gedateerde en ondertekende aanvraag richten tot een verwerkingsverantwoordelijke voor de uitoefening van hun recht op toegang, rechtzetting, wissing, beperking en overdracht van persoonsgegevens. Dergelijke aanvraag voor het "Fonds 2de pijler PC 118" dient gericht te worden aan de DPO, Porta Secura, bereikbaar via e-mail op : michael.boeynaems@portasecura.com.
Meer informatie betreffende de bescherming en verwerking van persoonsgegevens is beschikbaar in de privacyverklaring/het privacybeleid van de verwerkingsverantwoordelijken beschikbaar op hun website. 11.4. Invoering, wijziging, opheffing en overdracht van de groepsverzekering 11.4.1. Met respect voor de bepalingen van de WAP kan de groepsverzekering bij collectieve arbeidsovereenkomst worden gewijzigd, stopgezet en/of overgedragen naar een andere pensioeninstelling. 11.4.2. In geval van stopzetting of overdracht van de groepsverzekering naar een andere pensioeninstelling zal de verzekeringsinstelling de pensioenrekeningen premievrij maken op basis van de tot het moment van stopzetting of overdracht effectief ontvangen bijdragen. 11.4.3. De eventuele wijziging zal in geen geval een vermindering van de verworven prestaties of van de verworven reserves voor verlopen dienstjaren tot gevolg hebben. 11.4.4. Geen enkele vergoeding of verlies van winstdelingen zal ten laste worden gelegd van de aangeslotenen of van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserve worden afgetrokken. 11.5. Fiscale bepalingen 11.5.1. Wanneer de deelnemer en de begunstigde hun woonplaats in België hebben, is op basis van de situatie geldend bij aanvang van deze groepsverzekering de Belgische wetgeving van toepassing op zowel de premies als de uitkeringen. Indien dit niet het geval is, dan zouden de fiscale en/of sociale lasten kunnen toegepast worden op basis van buitenlandse wetgeving, in uitvoering van de internationale verdragen die ter zake gelden. 11.5.2. Op basis van de Belgische fiscale wetgeving van kracht op de ingangsdatum van de groepsverzekering vormen de werkgeversbijdragen aftrekbare beroepskosten voor zover het totaalbedrag van de door dit reglement naar aanleiding van pensionering gewaarborgde uitkeringen, de wettelijke pensioenen en enig andere uitkering van dezelfde aard de 80 pct. van het laatste normale brutoloon niet overschrijdt. Hierbij wordt rekening gehouden met de normale duur van de beroepswerkzaamheid, de overdraagbaarheid ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) (met een maximum van 80 pct.) en de voorziene indexatie van de rente (met een maximum van 2 pct.). 11.6. Overdracht van reserves van een andere pensioeninstelling Elke aangeslotene kan de verworven aanspraken die opgebouwd werden bij een andere pensioeninstelling in het kader van een andere beroepsactiviteit overdragen naar de verzekeringsinstelling. De verzekeringsinstelling zal hiertoe een specifieke informatiefiche opstellen en deze aan de aangeslotene bezorgen. 11.7. Geschillen en toepasselijk recht Op het pensioenreglement en de ermee verband houdende contracten is het Belgisch recht van toepassing. Eventuele geschillen tussen de partijen in verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken. 12. Slotbepalingen Onderhavig pensioenreglement wordt aangevuld door een beheersovereenkomst afgesloten tussen de inrichter en de pensioeninstelling, met de verplichtingen van de betrokken partijen, de administratieve procedures en de tariferingsregels.In geval van strijdigheid primeren de bepalingen van onderhavig pensioenreglement.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2025.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2024, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vervanging van het pensioenreglement en het solidariteitsreglement ingevolge de Transparantiewet en tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie ingevolge wijziging van de wettelijke pensioenleeftijd Solidariteitsreglement "Stelsel van solidariteitsprestaties voor de arbeiders PC nr. 118" 1. Doel en voorwerp van het stelsel van solidariteitsprestaties 1.1. In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 september 2003, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 19 september 2007 en 13 december 2016 richt het "Fonds 2de pijler PC 118" een stelsel van solidariteitsprestaties in ten gunste van de arbeiders die voldoen aan de definitie van "deelnemer" opgenomen in punt 3 "Definities" van het solidariteitsreglement. 1.2. Het solidariteitsreglement bepaalt de rechten en verplichtingen van de inrichter, de werkgevers, de deelnemers en hun rechthebbende(n), en de voorwaarden waaronder deze rechten uitgeoefend kunnen worden. 1.3. Het beheer van de solidariteitstoezegging wordt door de inrichter toevertrouwd aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid", fonds voor bestaanszekerheid. 2. Werking in de tijd Het stelsel van solidariteitsprestaties vangt aan op 1 april 2004.Het voortbestaan ervan gaat samen met het stelsel van aanvullend pensioen, zoals ingesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003. 3. Definities 3.1. Stelsel van aanvullend pensioen : Het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen, bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 ingericht in uitvoering van artikel 15 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 (registratienummer : 66271) en artikel 22 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 (registratienummer : 68694). 3.2. Solidariteitstoezegging : Het sectoraal stelsel van solidariteitsprestaties, bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 ingericht in uitvoering van artikel 15 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en artikel 22 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003. 3.3. Fonds 2de pijler PC 118 : De inrichter van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, ingesteld in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 tot instelling van het sectoraal fonds voor de tweede pijler voor de arbeiders van de voedingsindustrie (koninklijk besluit van 23 juni 2004 - Belgisch Staatsblad van 26 augustus 2004 - registratienummer : 68706). 3.4. Werkgever: De onderneming ressorterend onder het Paritair Comité van de voedingsindustrie en die valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003. 3.5. Deelnemer : De arbeider, zonder onderscheid naar gender, van een werkgever ressorterend onder het PC nr. 118 van de voedingsindustrie die valt onder het toepassingsgebied van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003, waarvan het loon onderworpen is aan de socialezekerheidsbijdragen, met uitzondering van : - Tot en met 31 december 2015 : de arbeiders die al een wettelijk pensioen ontvangen, maar hun activiteiten in de sector van de voedingsindustrie blijven uitoefenen in het kader van de toegelaten arbeid als gepensioneerde zonder schorsing van het wettelijk rustpensioen; - Vanaf 1 januari 2016 : de gepensioneerde arbeiders. De arbeider die op 31 december 2015 gepensioneerd was en op basis van dit solidariteitsreglement deelnam aan het sectorale pensioenstelsel, blijft deelnemer bij het sociaal sectoraal pensioenstelsel zo lang hij in dienst blijft van een werkgever onderworpen aan het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
Elke arbeider die deze aansluitingsvoorwaarden vervult, wordt automatisch en verplicht aangesloten. De aansluiting houdt op vanaf het moment dat bovenstaande aansluitingsvoorwaarden niet meer gerespecteerd zijn.
Een deelnemer die de vereffening van zijn verzekerde bedragen in het kader van zijn pensioentoezegging heeft verkregen en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt als een nieuwe deelnemer beschouwd.
Een deelnemer die ervoor gekozen heeft zijn verworven reserves in het kader van zijn pensioentoezegging over te dragen naar een andere pensioeninstelling en die nadien opnieuw wordt aangesloten, wordt eveneens als een nieuwe deelnemer beschouwd. 3.6. Begunstigde : De persoon aan wie de uitkering, die voorzien is overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, dient te gebeuren. 3.7. Bijdrage solidariteitstoezegging : Het bedrag betaald door de werkgever tot financiering van de solidariteitstoezegging, in uitvoering van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal stelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, zoals deze op elk respectievelijk moment van kracht is. De opeenvolgende sectorale collectieve arbeidsovereenkomstteksten worden in bijlagen aan het solidariteitsreglement gehecht en maken er integraal deel van uit. Bij aanvang van dit stelsel van solidariteitsprestaties geldt de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 3 van 5 november 2003. 3.8. Solidariteitsfonds : Stelsel van collectieve reserve, dat wordt beheerd overeenkomstig de in dit reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen. Dit stelsel wordt door de solidariteitsinstelling volledig afzonderlijk van de andere activiteiten beheerd. 3.9. Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 : Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie ( koninklijk besluit van 4 juli 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/07/2004 pub. 06/09/2004 numac 2004202009 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende de loonkostontwikkeling voor 2003-2004 en andere bepalingen type koninklijk besluit prom. 04/07/2004 pub. 08/09/2004 numac 2004202072 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, houdende akkoord van sociale vrede 2003-2004 sluiten - Belgisch Staatsblad van 26 augustus 2004 - registratienummer : 68708). 3.10. Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 3 van 5 november 2003 : Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 3 van 5 november 2003 tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie ( koninklijk besluit van 1 september 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/09/2004 pub. 30/09/2004 numac 2004202617 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de sociale programmatie voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van toepassing is type koninklijk besluit prom. 01/09/2004 pub. 17/09/2004 numac 2004202655 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de vorming en opleiding in uitvoering van artikelen 10 en 11 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 16 mei 2003 type koninklijk besluit prom. 01/09/2004 pub. 17/09/2004 numac 2004202609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 2004, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de graduele toepassing voor sommige ondernemingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 september 2003 betreffende de arbeids- en loonsvoorwaarden sluiten - Belgisch Staatsblad van 29 september 2004 - registratienummer : 68709). 3.11. Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (afgekort FSMA) : De FSMA houdt sedert 1 april 2011, naast de Nationale Bank van België (NBB), toezicht op de Belgische financiële sector. 3.12. WAP : De wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, editie 2, erratum Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003) aangevuld met haar uitvoeringsbesluiten. 3.13. Koninklijk besluit solidariteitsstelsel : Koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023014 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de levensverzekeringsactiviteit type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023007 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023008 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van de solidariteitstoezegging sluiten tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels. 3.14. Koninklijk besluit financiering van het solidariteitsstelsel : Koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023014 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de levensverzekeringsactiviteit type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023007 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale aanvullende pensioenstelsels type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023008 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van de solidariteitstoezegging sluiten tot vaststelling van de regels inzake de financiering en het beheer van een solidariteitstoezegging. 3.15. De refertekwartalen zijn de 4 aaneensluitende kwartalen onmiddellijk voorafgaand aan de 2 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering of van overlijden. Deze kwartalen vormen samen een vaste periode : indien voor een kwartaal geen bijdrage werd gestort, blijven de refertekwartalen ongewijzigd. 4. Solidariteitsprestaties 4.1. Alle bedragen, voordelen en uitkeringen die voortvloeien uit dit solidariteitsreglement vormen brutobedragen, waarop alle bij wet verschuldigde inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen in mindering gebracht moeten worden. Al deze inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen zijn ten laste van de aangeslotenen of hun rechthebbende(n). 4.2. Voor zover de middelen beschikbaar zijn in het solidariteitsfonds, worden volgende solidariteitsprestaties voorzien : 4.2.1. Uitkeringen bij inkomstenverlies ten gevolge van overlijden van de deelnemer tijdens de beroepsloopbaan In geval van overlijden van de deelnemer tijdens de beroepsloopbaan wordt een vergoeding uitgekeerd aan de begunstigde onder de vorm van een tijdelijke onvoorwaardelijke rente met een looptijd van 5 jaar, gelijk aan 500 EUR per jaar. Binnen de grenzen bepaald in de WAP en het koninklijk besluit solidariteitsstelsel wordt de nominale som der rentes op het moment van overlijden gecumuleerd uitgekeerd. 4.2.2. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen tijdens de periode voorafgaand aan het faillissement van de werkgever Ingeval de RSZ ingevolge faillissement onvoldoende gelden kan innen voor de in het pensioenreglement voorziene pensioenopbouw, zullen die ontbrekende pensioentoelagen, met respect van de geldende wetgeving, door het solidariteitsfonds ten laste genomen worden tot ten hoogste één maand na de faillietverklaring.
De pensioentoelagen zullen op de individuele pensioenrekening van de deelnemer gestort worden. 4.2.3. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen bij inkomensverlies ten gevolge van arbeidsongeschiktheid Ingeval de deelnemer het slachtoffer is van een arbeidsongeschiktheid, waarvan de duurtijd minstens 100 dagen bedraagt (na de periode van gewaarborgd loon), berekend over een periode van twee opeenvolgende kwartalen, wordt een bedrag van 100 EUR op de individuele pensioenrekening van de deelnemer gestort. Dit bedrag wordt tijdens de loopbaan maximaal 6 keer gestort op de individueel pensioenrekening (maximaal 600 EUR). De teller van het aantal dagen wordt na elke storting van het forfaitair bedrag terug op nul gebracht, wat betekent dat de dagen boven de 100 dagen niet worden overgedragen naar het volgende kwartaal.
Voor pensioneringen vanaf 1 januari 2025 : - wordt voor de twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering het aantal dagen arbeidsongeschiktheid voor elk van deze kwartalen bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen arbeidsongeschiktheid over de refertekwartalen; - wordt voor het kwartaal van pensionering het aantal dagen arbeidsongeschiktheid bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen arbeidsongeschiktheid over de refertekwartalen, pro rata het aantal verlopen maanden in het kwartaal van pensionering voorafgaand aan de datum van pensionering (1/3, 2/3 of 3/3).
Voor overlijdens vanaf 1 januari 2025 wordt het aantal dagen arbeidsongeschiktheid voor het kwartaal van overlijden en de twee daaraan voorafgaande kwartalen bepaald op dezelfde wijze.
Er wordt enkel rekening gehouden met periodes van arbeidsongeschiktheid die een aanvang nemen ten vroegste na 1 april 2014.
Het betreft de arbeidsongeschiktheid zoals gedekt in de codes 50, 60 en 61 van de DMFA-WAP : - Code 50 : ziekte (ziekte of ongeval van gemeen recht); - Code 60 : arbeidsongeval; - Code 61 : beroepsziekte. 4.2.4. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen bij economische werkloosheid Tijdens de periode van economische werkloosheid in de zin van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, wordt een bedrag van 1 EUR per dag economische werkloosheid gestort op de individuele pensioenrekening van de deelnemer.
Het betreft de economische werkloosheid zoals gedekt door de code 71 van de DMFA-WAP. Voor pensioneringen vanaf 1 januari 2025 : - wordt voor de twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering het aantal dagen economische werkloosheid waarvoor 1 EUR wordt gestort, voor elk van deze kwartalen bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen economische werkloosheid waarvoor 1 EUR wordt gestort over de refertekwartalen; - wordt voor het kwartaal van pensionering het aantal dagen economische werkloosheid waarvoor 1 EUR wordt gestort, bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen economische werkloosheid waarvoor 1 EUR wordt gestort, over de refertekwartalen, pro rata het aantal verlopen maanden in het kwartaal van pensionering voorafgaand aan de datum van pensionering (1/3, 2/3 of 3/3).
Voor overlijdens vanaf 1 januari 2025 wordt voor het kwartaal van overlijden en de twee daaraan voorafgaande kwartalen, het aantal dagen economische werkloosheid waarvoor 1 EUR wordt gestort, bepaald op dezelfde wijze.
Door de uitzonderlijke maatregelen die in het kader van de energiecrisis zijn genomen, wordt dit bedrag van 1 EUR tijdelijk verhoogd tot 1,5 EUR per dag tijdelijke werkloosheid. Dit verhoogde bedrag wordt gestort tijdens de periode van werkloosheid van l oktober 2022 tot en met 31 maart 2023. 4.2.5. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen bij moederschapsbescherming en borstvoedingspauzes, vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof en profylactisch verlof Tijdens de dagen van moederschapsbescherming en borstvoedingspauzes in de zin van artikel 39 en artikel 42 tot 43bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, en in de zin van artikel 116bis van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, wordt een bedrag van 1 EUR per dag gestort op de individuele pensioenrekening van de deelnemer.
Voor overlijdens vanaf 1 januari 2025 : - wordt voor de twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van overlijden, het aantal dagen moederschapsbescherming en borstvoedingspauze waarvoor 1 EUR wordt gestort voor elk van deze kwartalen, bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen moederschapsbescherming en borstvoedingspauze waarvoor 1 EUR wordt gestort over de refertekwartalen; - wordt voor het kwartaal van overlijden, het aantal dagen moederschapsbescherming en borstvoedingspauze waarvoor 1 EUR wordt gestort, bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen moederschapsbescherming en borstvoedingspauze waarvoor 1 EUR wordt gestort over de refertekwartalen, pro rata het aantal verlopen maanden in het trimester van overlijden voorafgaand aan de datum van overlijden (1/3, 2/3 of 3/3).
Tijdens de dagen vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof, in de zin van artikel 30, § 2, artikel 30ter, § 2, en artikel 30sexies van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten, wordt een bedrag van 1 EUR per dag gestort op de individuele pensioenrekening van de deelnemer.
Voor pensioneringen vanaf 1 januari 2025 : - wordt voor de twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering het aantal dagen vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof waarvoor 1 EUR wordt gestort, voor elk van deze kwartalen bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof waarvoor 1 EUR wordt gestort over de refertekwartalen; - wordt voor het kwartaal van pensionering het aantal dagen vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof waarvoor 1 EUR wordt gestort, bepaald als het kwartaalgemiddelde van het aantal dagen vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof waarvoor 1 EUR wordt gestort over de refertekwartalen, pro rata het aantal verlopen maanden in het kwartaal van pensionering voorafgaand aan de datum van pensionering (1/3, 2/3 of 3/3).
Voor overlijdens vanaf 1 januari 2025 wordt het aantal dagen vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof waarvoor 1 EUR wordt gestort voor het kwartaal van overlijden en de twee daaraan voorafgaande kwartalen bepaald op dezelfde wijze.
Tijdens de dagen van arbeidsonderbreking die opgelegd worden ingevolge het contact met een persoon die aangetast is door een besmettelijke ziekte, wordt een bedrag van 1 EUR per dag gestort op de individuele pensioenrekening van de deelnemer (artikel 239, § 1 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994).
Voor pensioneringen vanaf 1 januari 2025 : - wordt voor de twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van pensionering, het aantal dagen arbeidsonderbreking die opgelegd wordt ingevolge het contact met een persoon die aangetast is door een besmettelijke ziekte waarvoor 1 EUR wordt gestort, voor elk van deze kwartalen bepaald als het kwartaalgemiddelde over de refertekwartalen van het aantal dagen arbeidsonderbreking die opgelegd wordt ingevolge het contact met een persoon die aangetast is door een besmettelijke ziekte waarvoor 1 EUR wordt betaald; - wordt voor het kwartaal van pensionering het aantal dagen arbeidsonderbreking die opgelegd wordt ingevolge het contact met een persoon die aangetast is door een besmettelijke ziekte waarvoor 1 EUR wordt gestort, bepaald als het kwartaalgemiddelde over de refertekwartalen van het aantal dagen arbeidsonderbreking die opgelegd wordt ingevolge het contact met een persoon die aangetast is door een besmettelijke ziekte waarvoor 1 EUR wordt gestort, pro rata het aantal verlopen maanden in het kwartaal van pensionering voorafgaand aan de datum van pensionering (1/3, 2/3 of 3/3) Voor overlijdens vanaf 1 januari 2025 wordt het aantal dagen arbeidsonderbreking die opgelegd wordt ingevolge het contact met een persoon die aangetast is door een besmettelijke ziekte waarvoor 1 EUR wordt gestort, voor het kwartaal van overlijden en de twee daaraan voorafgaande kwartalen bepaald op dezelfde wijze.
Het betreft de beschermingen die vallen onder de codes 51, 52 en 53 van de DMFA-WAP : - Code 51 : moederschapsbescherming en borstvoedingspauzes; - Code 52 : vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof; - Code 53 : profylactisch verlof. 4.2.6. Financiering van de opbouw van het aanvullend pensioen bij tijdskrediet Tijdens de periode van tijdskrediet in uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 van de Nationale Arbeidsraad, wordt een bedrag van 1 EUR per dag tijdskrediet gestort op de individuele pensioenrekening van de deelnemer. 4.3. Tot en met 31 december 2018 gelden de in punt 4.2. hierboven vermelde prestaties vanaf het moment dat de aangeslotene ten minste 132 dagen gecumuleerde tewerkstelling als arbeider in de sector van de voedingsindustrie kan aantonen, te tellen vanaf 1 april 2004. De tewerkstelling wordt vastgesteld op basis van de bij de RSZ aangegeven arbeidsdagen en gelijkgestelde dagen. De periode van 132 dagen hoeft niet ononderbroken te zijn.
Vanaf 1 januari 2019 vervalt de voorwaarde van 132 dagen gecumuleerde tewerkstelling en zijn de in punt 4.2. vermelde prestaties onmiddellijk van toepassing. 4.4. De uitvoering van het geheel van de solidariteitsprestaties is een middelenverbintenis. Dit wil zeggen dat de niveaus der solidariteitsprestaties door het "Fonds 2de pijler PC 118" aan de bestaande en verwachte beschikbare middelen kunnen worden aangepast.
Dit gebeurt met het oog op het behouden van het financieel evenwicht, overeenkomstig de bepalingen van de WAP, het koninklijk besluit solidariteitsstelsel en het koninklijk besluit financiering van het solidariteitsstelsel en in overleg met de aangewezen actuaris van de solidariteitsinstelling. 4.5. Conform artikel 6 van het koninklijk besluit solidariteitsstelsel worden de solidariteitsprestaties verlaagd indien de middelen onvoldoende zijn. Te dien einde zal het "Fonds 2de pijler PC 118" het initiatief nemen om onderhavig reglement aan te passen. De prestaties worden in dit geval in volgende rangorde verminderd : - de financiering van het aanvullend pensioen in geval van economische werkloosheid; - de vergoeding van inkomstenverlies bij overlijden; - de financiering van arbeidsongeschiktheid; - de financiering van het aanvullend pensioen bij moederschapsbescherming, borstvoedingspauzes, vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof en profylactisch verlof; - de financiering van het aanvullend pensioen bij tijdskrediet; - de financiering van het aanvullend pensioen in geval van faillissement. 5. Financiering 5.1. De bijdragen voor de financiering van de solidariteitstoezegging worden berekend door het "Fonds 2de pijler PC 118" op basis van enerzijds het bijdragepercentage vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie en anderzijds de lonen aangegeven aan de RSZ. Deze bijdragen zijn gelijk aan 4,40 pct. van de premies voor het stelsel van aanvullend pensioen. 5.2. De bijdragen worden door het "Fonds 2de pijler PC 118" medegedeeld en integraal doorgestort aan de solidariteitsinstelling. 5.3. De bijdragen worden door de solidariteitsinstelling zonder verwijl gestort aan het solidariteitsfonds. 5.4. De solidariteitsprestaties worden beheerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit financiering van het solidariteitsstelsel. 6. Begunstigden en formaliteiten bij vereffening 6.1. De prestatie bij overlijden van de deelnemer : - In geval van overlijden van de deelnemer worden de solidariteitsprestaties uitgekeerd aan dezelfde begunstigde(n), zoals deze zijn bepaald overeenkomstig het pensioenreglement - stelsel aanvullend pensioen voor de arbeiders PC nr. 118.
Voor werkgevers, die het stelsel van aanvullend pensioen zelf organiseren, bij toepassing van de zogenaamde "opting-out", geldt alleen de rangorde van het pensioenreglement - stelsel aanvullend pensioen voor de arbeiders PC nr. 118. In dit geval vraagt (vragen) de begunstigde(n) aan het "Fonds 2de pijler PC 118" de vereffening van de voordelen. Na controle door het "Fonds 2de pijler PC 118" worden de prestaties aan de begunstigden overgemaakt.
Het "Fonds 2de pijler PC 118" en de solidariteitsinstelling kunnen ieder bijkomend document opvragen om de identiteit van de begunstigde(n) te verifiëren.
Bij ontstentenis van begunstigde, blijft de prestatie ter beschikking van het solidariteitsfonds.
Indien de prestatie bij overlijden door de begunstigde niet wordt opgevraagd binnen een periode van 5 jaar vanaf de dag volgend op die waarop de begunstigde kennis heeft gekregen of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen van het voorval dat het vorderingsrecht doet ontstaan, blijft, behoudens overmacht in hoofde van de begunstigde, de prestatie in het solidariteitsfonds. 6.2. De prestatie in geval van arbeidsongeschiktheid, moederschapsbescherming en borstvoedingspauzes, vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof en profylactisch verlof, economische werkloosheid en tijdskrediet : - In deze gevallen wordt de prestatie vereffend door het "Fonds 2de pijler PC 118" aan het verzekeringsorgaan. De prestatie wordt op de individuele pensioenrekening gestort zonder dat de deelnemer een aanvraag hoeft in te dienen; - Indien de werkgever het aanvullend pensioen zelf organiseert, bij toepassing van de zogenaamde opting-out, zal de verzekeraar van dit ondernemingspensioenplan de nodige gegevens aan het "Fonds 2de pijler PC 118" overmaken door middel van het hiertoe uitgewerkt formulier. Na controle door het "Fonds 2de pijler PC 118" wordt de prestatie op rekening van de verzekeraar van dit ondernemingspensioenplan gestort, die deze prestatie op zijn beurt op de individuele pensioenrekening van de betrokken werknemer stort. 6.3. De prestaties in geval van faillissement : - Op basis van de vergelijking van de aangegeven sociale zekerheidsbijdragen met de bijdragen die effectief werden doorgestort door de RSZ, worden de door faillissement niet betaalde bijdragen bepaald. Dit bedrag wordt overgemaakt aan het financieringsfonds ter uitvoering van de verplichtingen van dit stelsel.
De prestatie wordt vereffend zonder dat de aangeslotene hiertoe een aanvraag moet indienen en zal op de individuele pensioenrekening van de deelnemer gestort worden. 7. Solidariteitsfonds 7.1. Inrichting van een solidariteitsfonds : In uitvoering van dit reglement wordt een solidariteitsfonds ingericht. Het solidariteitsfonds is een stelsel van collectieve reserve dat beheerd wordt overeenkomstig de in dit reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen. 7.2. Werking van het solidariteitsfonds : Het "Fonds 2de pijler PC 118" zal de rekeningen van het solidariteitsfonds afzonderlijk van de andere activiteiten beheren.
Het vermogen van het fonds wordt uitsluitend aangewend om de bij dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties uit te keren.
Het solidariteitsfonds behoort toe aan het geheel van de deelnemers. 7.3. Inkomsten en uitgaven van het solidariteitsfonds : 7.3.1. Inkomsten van het solidariteitsfonds : - De stortingen bepaald in punt 5 hierboven; - De financiële opbrengsten van het solidariteitsfonds, daarin inbegrepen het rendement op de reserves van het solidariteitsfonds. 7.3.2. Uitgaven van het solidariteitsfonds : - De financiering van de in dit reglement bepaalde solidariteitsprestaties; - De bijdragen in de financiering van het stelsel van aanvullend pensioen bij arbeidsongeschiktheid, economische werkloosheid, moederschapsbescherming, borstvoedingspauzes, vaderschaps- of geboorteverlof, adoptieverlof en pleegouderverlof en profylactisch verlof, tijdskrediet en faillissement, overeenkomstig de bepalingen van dit reglement; - De kosten nodig voor het beheer van de solidariteitstoezegging met respect voor de bepalingen van de WAP, het koninklijk besluit solidariteitsstelsel en het koninklijk besluit financiering van het solidariteitsstelsel. 8. Beheer van de solidariteitsprestaties 8.1. Verplichtingen van de betrokken partijen : 8.1.1. Verplichtingen van het "Fonds 2de pijler PC 118" : - De inrichter gaat tegenover alle werkgevers en deelnemers de verbintenis aan alles te doen wat nodig is voor de goede uitvoering van dit solidariteitsstelsel; - Aan de solidariteitsinstelling overmaken van alle voor het beheer van het solidariteitsstelsel noodzakelijke gegevens : - de persoonsgegevens zoals meegedeeld uit het netwerk van de sociale zekerheid door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aan de inrichter; - alsook de wijzigingen dewelke tijdens de duur van de aansluiting in voormelde gegevens voorkomen; - De inlichtingen en bewijsstukken noodzakelijk voor de goede uitvoering van dit reglement; - Zo spoedig mogelijk doorstorten aan de solidariteitsinstelling van de bijdragen voor de solidariteitstoezegging, zoals die worden geïnd door de RSZ en globaal overgemaakt aan het "Fonds 2de pijler PC 118"; - Het aan de deelnemer op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de volledige tekst van het solidariteitsreglement en alle bijvoegsels; - Alle andere door de WAP aan de inrichter opgelegde verplichtingen. 8.1.2. Verplichtingen van de solidariteitsinstelling : - Het respecteren en uitvoeren van minimumregels inzake de financiering, het aanleggen van de voorzieningen en het beheer van het solidariteitsstelsel, in uitvoering van het koninklijk besluit financiering van het solidariteitsstelsel; - Alle verplichtingen die door de WAP en het koninklijk besluit solidariteitsstelsel aan de solidariteitsinstelling worden opgelegd.
Deze omvatten onder meer : - het jaarlijks opstellen van een gedetailleerde staat der activa, een balans en een resultatenrekening van het solidariteitsfonds; - het overmaken van dit verslag aan de FSMA binnen de maand na de goedkeuring ervan; - het actuarieel en financieel beheer; - het bepalen en aanleggen van voorzieningen; - de belegging en evaluatie van de activa van het solidariteitsfonds volgens de regels die voor voorzorgsinstellingen werden vastgelegd in uitvoering van de controle wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, met name in de artikelen 6 tot 14 van het koninklijk besluit van 7 mei 2000 betreffende de voorzorgsactiviteit van de voorzorgsinstellingen. 8.1.3. Verplichtingen van de aangeslotene en begunstigden : De aangeslotene onderwerpt zich aan de bepalingen van onderhavig reglement.
De aangeslotene en begunstigden zullen op eenvoudige aanvraag alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken bezorgen die nodig zijn opdat het "Fonds 2de pijler PC 118" zijn verplichtingen tegenover de deelnemer of zijn rechthebbenden kan uitvoeren. Indien zij deze inlichtingen of bewijsstukken niet overmaken, dan zullen de inrichter en de solidariteitsinstelling ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de deelnemer of begunstigde met betrekking tot de voordelen die in dit reglement beschreven worden. 8.2. Onbetwistbaarheid van de gegevens 8.2.1. De solidariteitsinstelling dekt de deelnemer op basis van de gegevens overgemaakt door het "Fonds 2de pijler PC 118". 8.2.2. Het "Fonds 2de pijler PC 118" staat in voor de nauwkeurigheid van de inlichtingen en is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit alle onnauwkeurige, onvolledige, onjuiste of laattijdige inlichtingen die verstrekt worden aan de solidariteitsinstelling of het ontbreken van bepaalde informatie. 8.2.3. De solidariteitsinstelling houdt uitsluitend rekening met de laatst meegedeelde gegevens. 9. Wijziging en beëindiging van het solidariteitsreglement 9.1. Wijziging van het solidariteitsreglement De solidariteitsprestaties zoals die in dit reglement beschreven worden, kunnen op ieder ogenblik aangepast worden aan de beschikbare middelen met het oog op het behouden van het financiële evenwicht, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen. Desgevallend zal de inrichter het initiatief nemen om onderhavig reglement aan te passen.
Een wijziging van het solidariteitsreglement wordt vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst.
De solidariteitstoezegging geeft geen aanleiding tot de vestiging van verworven rechten noch in geval van uittreding, noch in geval van wijziging of opheffing van het solidariteitsreglement.
Een wijziging van de solidariteitsinstelling en de eventueel hiermee verbonden overdracht van reserves zijn onderworpen aan de voorwaarden zoals voorzien in de WAP. In voorkomend geval licht de inrichter de deelnemer, alsook de FSMA in over de wijziging van solidariteitsinstelling. 9.2. Gevolgen bij stopzetting van het sociaal sectoraal pensioenstelsel Bij stopzetting van het sectorale pensioenstelsel, zullen de reserves van het solidariteitsluik onder de deelnemers verdeeld worden naar rata van hun verworven reserves in het pensioenstelsel en aangewend worden als een bijdrage op de individuele pensioenrekening, na aftrek van de provisies voor lopende solidariteitsprestaties en voor te voorziene kosten in verband met de opheffing van het solidariteitsstelsel.
Indien dit solidariteitsreglement niet langer van toepassing is op een werkgever of op het "Fonds 2de pijler PC 118", kan de werkgever in geen geval aanspraak maken op het vermogen van het solidariteitsfonds. 10. Informatie 10.1. Het solidariteitsreglement De inrichter stelt de tekst van het solidariteitsreglement ter beschikking aan de deelnemer op diens eenvoudig verzoek. 10.2. Het beheersverslag De solidariteitsinstelling stelt jaarlijks een verslag over het beheer van de solidariteitstoezegging op. De tekst van het beheersverslag wordt door de inrichter ter beschikking gesteld van de deelnemer op diens eenvoudig verzoek. 11. Bescherming en verwerking van de persoonsgegevens 11.1. De inrichter en de solidariteitsinstelling hechten een bijzonder belang aan de bescherming van persoonsgegevens en verwerken deze conform de toepasselijke reglementering, onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR) en de privacyverklaringen van de inrichter en de solidariteitsinstelling. 11.2. Verwerkingsdoeleinden De inrichter ontvangt de persoonsgegevens van de aangeslotene en hun rechthebbenden van de Vereniging van Sectorale Instellingen (VSI).
De inrichter deelt met het oog op het beheren en uitvoeren van het solidariteitsreglement persoonsgegevens mee aan de solidariteitsinstelling.
De inrichter en de solidariteitsinstelling verwerken de persoonsgegevens van de aangeslotene en hun begunstigden ("de betrokkenen") met het oog op de uitvoering van dit solidariteitsreglement en dit op basis van een wettelijke verplichting (de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen (WAP)).
In deze context hebben zij alleen het statuut van verwerkingsverantwoordelijke.
Daarnaast kunnen de verwerkingsverantwoordelijken de persoonsgegevens verwerken voor de volgende doeleinden : - Het voldoen aan wettelijke en reglementaire verplichtingen zoals fiscale verplichtingen, en dit op grond van een wettelijke bepaling; - Het beheer van het personenbestand voor de uitvoering van het solidariteitsreglement; - De opmaak van statistieken, de detectie en preventie van misbruiken en fraude, het samenstellen van bewijzen, de beveiliging van goederen, personen, informaticanetwerken en -systemen van de verwerkingsverantwoordelijke, de optimalisatie van de processen, en dit op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke; - De adviesverlening, bijvoorbeeld inzake solidariteitsprestaties, op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke, tenzij de betrokkene zich hiertegen verzet.
Voor het vervullen van deze doeleinden kan de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens ontvangen van de betrokkene zelf of van derden.
In voorkomend geval kunnen deze verwerkingsdoeleinden gebaseerd zijn op de toestemming van de betrokkene. 11.3. Categorieën van verwerkte persoonsgegevens en mogelijke ontvangers Volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen worden verwerkt : identificatie- en contactgegevens, financiële gegevens, persoonlijke kenmerken, beroep en betrekking, samenstelling van het gezin, gerechtelijke gegevens.
Deze gegevens kunnen worden meegedeeld aan een verwerker van de verwerkingsverantwoordelijken, aan een expert, een advocaat, een technisch adviseur.
Zij kunnen tevens worden meegedeeld aan om het even welke persoon of instantie in het kader van een wettelijke verplichting of een administratieve of rechterlijke beslissing of indien er een gerechtvaardigd belang bestaat.
Deze persoonsgegevens kunnen, indien dit noodzakelijk is voor de voornoemde doeleinden en in overeenstemming met de privacywetgeving, door de verwerkingsverantwoordelijke worden meegedeeld aan andere tussenkomende verzekeringsmaatschappijen, hun vertegenwoordigers in België, hun contactpunten in het buitenland, de betrokken herverzekeringsmaatschappijen.
Het is mogelijk dat de pensioeninstelling de persoonsgegevens buiten de Europese Economische Ruimte (EER) overdraagt, naar een land dat, desgevallend, niet een passend beschermingsniveau voor persoonsgegevens kan garanderen. In deze gevallen beschermt de pensioeninstelling echter de gegevens door de IT-beveiliging te vergroten en door contractueel een verhoogd beveiligingsniveau te eisen van zijn internationale tegenpartijen. 11.4. Rechten van betrokkenen De aangeslotenen en hun begunstigden kunnen een gedateerde en ondertekende aanvraag richten tot een verwerkingsverantwoordelijke voor de uitoefening van hun recht op toegang, rechtzetting, wissing, beperking en overdracht van persoonsgegevens. Dergelijke aanvraag voor het "Fonds 2de pijler PC 118" dient gericht te worden aan de DPO, Porta Secura, bereikbaar via e-mail : michael.boeynaems@portasecura.com. 11.5. Meer informatie betreffende de bescherming en verwerking van persoonsgegevens is beschikbaar in de privacyverklaring/het privacybeleid van de verwerkingsverantwoordelijken beschikbaar op hun website. 12. Geschillen en toepasselijk recht Op het solidariteitsreglement en alles ermee verband houdende is het Belgisch recht van toepassing.Eventuele geschillen tussen de partijen in dit verband behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
Onderhavig solidariteitsreglement wordt aangevuld door een beheersovereenkomst afgesloten tussen de inrichter en de solidariteitsinstelling, met de verplichtingen van de betrokken partijen, de administratieve procedures en de tariferingsregels. In geval van strijdigheid primeren de bepalingen van het solidariteitsreglement.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2025.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE