gepubliceerd op 15 mei 2014
Koninklijk besluit met betrekking tot de leden van de diensten voor beleidsondersteuning bij de federale politie
19 APRIL 2014. - Koninklijk besluit met betrekking tot de leden van de diensten voor beleidsondersteuning bij de federale politie
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 93, § 1, derde lid, vervangen bij de wet van 20 juni 2006 en artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2006 pub. 23/11/2006 numac 2006000888 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie sluiten betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/03/2007 pub. 14/03/2007 numac 2007000150 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit met betrekking tot de leden van de diensten voor beleidsondersteuning bij de federale politie sluiten met betrekking tot de leden van de diensten voor beleidsondersteuning bij de federale politie;
Gelet op het protocol van onderhandelingen nr 299/5 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 25 oktober 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 14 september 2012;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, d.d. 11 februari 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 17 oktober 2013;
Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is, dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;
Gelet op advies 54.977/2 van de Raad van State, gegeven op 29 januari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Dit besluit bepaalt de rechtspositie van de beleidsadviseurs en van de persoonlijke medewerkers in de diensten voor beleidsondersteuning van de commissaris-generaal en van de directeurs-generaal van de federale politie. HOOFDSTUK 2. - Aanwijzing van de beleidsadviseurs en van de persoonlijke medewerkers
Art. 2.De beleidsadviseur en de persoonlijke medewerker worden aangewezen door de commissaris-generaal of door een directeur-generaal omwille van hun specifieke competenties en ervaring.
Art. 3.Het als beleidsadviseur of als persoonlijke medewerker aangewezen personeelslid van de federale politie wordt gedetacheerd naar de betrokken dienst voor beleidsondersteuning. Tijdens de detachering valt het onder de toepassing van de bepalingen van Titel I, Hoofdstuk V van het koninklijk besluit van 26 maart 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/03/2005 pub. 22/04/2005 numac 2005000070 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen sluiten tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen.
Art. 4.Het personeelslid van de lokale politie wordt aangewezen als beleidsadviseur of als persoonlijke medewerker op grond van een onderling akkoord tussen hemzelf, de burgemeester of het politiecollege en, naar gelang van het geval, de commissaris-generaal of de betrokken directeur-generaal. Voor de duur van zijn aanwijzing, valt het onder de toepassing van de bepalingen van Titel I, Hoofdstukken V en VI van het koninklijk besluit van 26 maart 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/03/2005 pub. 22/04/2005 numac 2005000070 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen sluiten tot regeling van de structurele detacheringen van personeelsleden van de politiediensten en van soortgelijke toestanden en tot invoering van verschillende maatregelen.
Het eerste lid is eveneens van toepassing op het personeelslid van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, in welk geval het akkoord voor de detachering wordt gegeven door de inspecteur-generaal. Tijdens de detachering valt het betrokken personeelslid budgettair ten laste van de federale politie.
Art. 5.De beleidsadviseur die vóór zijn aanwijzing geen personeelslid is van de federale politie of van de lokale politie of van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, wordt contractueel aangeworven bij de federale politie of, in voorkomend geval, ter beschikking gesteld door een andere administratie.
Art. 6.De commissaris-generaal of de betrokken directeur-generaal alsmede het statutair personeelslid kunnen de aanwijzing voor de dienst voor beleidsondersteuning beëindigen mits een opzegtermijn van twee maanden, behoudens een conventioneel bepaalde andere opzegtermijn.
Art. 7.Een personeelslid kan in de hoedanigheid van mandaathouder niet als beleidsadviseur of persoonlijke medewerker worden aangewezen. HOOFDSTUK 3. - Geldelijk statuut
Art. 8.Voor de duur van zijn aanwijzing geniet de beleidsadviseur een jaartoelage van 3.402,84 EUR en de persoonlijke medewerker een jaartoelage van 2.381,98 EUR. Deze toelage wordt maandelijks na vervallen termijn uitbetaald. De maandtoelage is gelijk aan 1/12e van het jaarbedrag. Het mobiliteitsstelsel van toepassing op de wedden van het personeel van de ministeries is van toepassing op die toelage. Zij wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.
De bepalingen van artikel XI.II.17, § 3, RPPol zijn mutatis mutandis van toepassing op deze toelage.
Art. 9.Onverminderd artikel 8, behoudt de beleidsadviseur tijdens zijn aanwijzing als beleidsadviseur het genot van de in het RPPol bedoelde weddebijslagen en toelagen die maandelijks samen met de wedde worden betaald, die hij genoot in het ambt dat hij daarvoor uitoefende.
In voorkomend geval worden de rechten op de opleiderstoelage en de samen met de wedde betaalbare vergoedingen gesloten, met uitzondering van de vergoeding voor onderhoud van het uniform en voor telefoon. HOOFDSTUK 4. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Art. 10.In artikel 18 van het koninklijk besluit van 14 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2006 pub. 23/11/2006 numac 2006000888 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie sluiten betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt het woord "medewerkers" vervangen door het woord "beleidsadviseurs" en de woorden "die zijn dienst voor beleidsondersteuning vormen" worden vervangen door de woorden "die deel uitmaken van zijn dienst voor beleidsondersteuning";2° in het derde lid wordt het woord "medewerkers" vervangen door het woord "beleidsadviseurs" en de woorden "die zijn dienst voor beleidsondersteuning vormen" worden vervangen door de woorden "die deel uitmaken van zijn dienst voor beleidsondersteuning";3° tussen het derde en het vierde lid worden twee leden ingevoegd, luidende : "Het totaal aantal beleidsadviseurs bedoeld in het tweede en het derde lid wordt vastgesteld op vierentwintig.De commissaris-generaal bepaalt, in overleg met de directeurs-generaal, de manier waarop dit aantal onder hen wordt verdeeld.
De functie van beleidsadviseur bedoeld in het tweede en het derde lid, kan enkel uitgeoefend worden door een personeelslid van niveau A van het administratief en logistiek kader van de politiediensten of door een personeelslid van het operationeel kader dat deel uitmaakt van het officierskader"; 4° het vierde lid wordt opgeheven;5° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : "De dienst voor beleidsondersteuning van de commissaris-generaal en van elke directeur-generaal bevat eveneens persoonlijke medewerkers die belast zijn met de andere noodzakelijke taken ter ondersteuning van de leiding van hun dienst.De commissaris-generaal en de directeurs-generaal kunnen elk een beperkt aantal personeelsleden vrij kiezen die het ambt van persoonlijke medewerker uitoefenen.".
Art. 11.Het koninklijk besluit van 2 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/03/2007 pub. 14/03/2007 numac 2007000150 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit met betrekking tot de leden van de diensten voor beleidsondersteuning bij de federale politie sluiten met betrekking tot de leden van de diensten voor beleidsondersteuning bij de federale politie wordt opgeheven. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 13.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2014.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke kansen, Mevr. J. MILQUET De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM