Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 november 2001
gepubliceerd op 04 december 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen

bron
ministerie van justitie
numac
2001010003
pub.
04/12/2001
prom.
16/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/16/2001010003/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, inzonderheid op artikel 24, § 4;

Gelet op het advies van het Ministerieel Comité voor inlichting en veiligheid, gegeven op 21 mei 2001;

Gelet op de gemotiveerde hoogdringendheid om de continuïteit van de openbare diensten alsook de doeltreffende uitwisseling van informatie tussen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de federale politie te verzekeren;

Overwegende dat artikel 24, § 4 van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen niet toelaat dat de leden van de politiediensten, met uitzondering van de Commissaris-generaal van de federale politie, een aanvraag om een veiligheidsmachtiging indienen;

Overwegende dat artikel 8 van de wet van 11 december 1998, hierboven vermeld, bepaalt dat een veiligheidsmachtiging is vereist om kennis te kunnen nemen van geclassificeerde documenten;

Overwegende dat de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst en in het bijzonder artikel 19, eerste lid voorziet dat de inlichtingen- en veiligheidsdiensten hun inlichtingen slechts meedelen aan de betrokken ministers en de betrokken gerechtelijke en administratieve overheden, aan de politiediensten en aan alle bevoegde instanties en personen overeenkomstig de doelstellingen van hun opdrachten alsook aan de instellingen en personen die het voorwerp zijn van een bedreiging bedoeld in de artikelen 7 en 11;

Overwegende het belang om een snelle communicatie van de geclassificeerde informatie tussen deze diensten te verzekeren rekening houdend met het Europees Voorzitterschap; overwegende dat bovendien de aanstelling van de vertegenwoordigers van de politiediensten in de Belgische en internationale instellingen soms een veiligheidsmachtiging vereist;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 24 juli 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Landsverdediging en Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 24, § 4 van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen worden de woorden "leden van de Rijkswacht of andere politiediensten" vervangen door de woorden "leden van de federale politie en de lokale politie".

Artikel 24, § 4 van hetzelfde koninklijk besluit wordt aangevuld met de volgende leden : « In afwijking van voorgaande lid kan een aanvraag tot veiligheidsmachtiging worden gericht aan de voorzitter van de Nationale Veiligheidsoverheid ten behoeve van de leden van de federale politie en van de lokale politie die, voor wat betreft het uitwisselen van informatie met de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, een functie uitoefenen waarbij een toegang vereist is tot geclassificeerde stukken.

De lijst van deze functies wordt opgesteld door het Ministerieel Comité voor inlichting en veiligheid. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Eerste Minister en Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^