13 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het feit dat het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers (F.S.O.) in toepassing van artikel 9 van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen, een eigen rechtspersoonlijkheid bezit; dat overeenkomstig artikel 13 van voornoemde wet van 28 juni 1966, de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening de diensten, het personeel, de uitrusting en de inrichtingen die nodig zijn voor de goede werking van het Fonds te zijner beschikking stelt;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening;

Gelet op het gemotiveerd advies van het Tussenoverlegcomité van 17 maart 1999;

Gelet op het advies van het Beheerscomité;

Gelet op het advies van de afgevaardigde van de Minister van Financiën van 31 maart 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 20 mei 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 20 mei 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° onder de rubriek « I.Hoofdbestuur », wordt de bepaling « Adjunct-adviseur . . . . . 85 » vervangen door de volgende bepaling : « Adjunct-adviseur . . . . . 94 »; 2° onder de rubriek « II.Werkloosheidsbureaus », wordt de bepaling « Adjunct-adviseur . . . . . 85 » vervangen door de volgende bepaling : « Adjunct-adviseur . . . . . 116 »; 3° de volgende rubriek wordt ingevoegd : « III.Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen Administratief personeel NIVEAU 1 Adjunct-adviseur voor de werkgelegenheid . . . . . 43 NIVEAU 2+ Eerstaanwezend assistent voor de werkgelegenheid . . . . . ) Assistent voor de werkgelegenheid . . . . . ) 241 ».

Art. 2.In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° onder de rubriek « I.Hoofdbestuur », wordt de bepaling « Adjunct-adviseur . . . . . 7 » vervangen door de volgende bepaling : « Adjunct-adviseur . . . . . 16 »; 2° onder de rubriek « II.Werkloosheidsbureaus », wordt de volgende bepaling ingevoegd : « Adjunct-adviseur . . . . . 31 »; 3° de volgende rubriek wordt ingevoegd : « III.Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen Adjunct-adviseur voor de werkgelegenheid . . . . . 43 Eerstaanwezend assistent voor de werkgelegenheid . . . . .

Assistent voor de werkgelegenheid . . . . . 241 ».

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET