gepubliceerd op 28 december 2017
Koninklijk besluit houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie « Onrechtmatige bedingen » binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
13 DECEMBER 2017. - Koninklijk besluit houdende oprichting van de bijzondere raadgevende commissie « Onrechtmatige bedingen » binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van economisch recht, de artikelen XIII.7, eerste en tweede lid, XIII.8, XIII.9 en XIII.17, ingevoegd bij de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 09/01/2014 numac 2013011651 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van het boek XIII "Overleg", in het Wetboek van economisch recht type wet prom. 15/12/2013 pub. 24/12/2013 numac 2013024436 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake landbouw sluiten;
Gelet op artikel 2043quinquies, § 4, van het Burgerlijk Wetboek;
Gelet op het Wetboek van economisch recht, de artikelen VI.86, VI.87 en VI.120, ingevoegd bij de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013024448 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet tot wijziging van de artikelen 41 en 43 van de wet van 15 december 2013 met betrekking tot medische hulpmiddelen en van artikel 605quater van het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 21/12/2013 pub. 30/12/2013 numac 2013009561 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de wijziging van de inwerkingtreding van sommige artikelen van de wet van 13 juni 2006 tot wijziging van de wetgeving betreffende de jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd type wet prom. 21/12/2013 pub. 22/08/2014 numac 2014009440 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de artikelen 1322bis en 1322undecies van het Gerechtelijk Wetboek type wet prom. 21/12/2013 pub. 29/09/2014 numac 2014000738 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 41 en 43 van de wet van 15 december 2013 met betrekking tot medische hulpmiddelen en van artikel 605quater van het Gerechtelijk Wetboek. - Duitse vertaling type wet prom. 21/12/2013 pub. 04/05/2015 numac 2015000222 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de artikelen 1322bis en 1322undecies van het Gerechtelijk Wetboek. - Duitse vertaling sluiten, en de artikelen XIV.53 en XIV.54, ingevoegd bij de wet van 15 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2014 pub. 30/05/2014 numac 2014009282 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende invoeging van Boek XIV "Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek XIV en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek XIV, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht type wet prom. 15/05/2014 pub. 22/05/2014 numac 2014203009 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance type wet prom. 15/05/2014 pub. 08/07/2014 numac 2014014297 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende bepalingen betreffende de mobiliteit type wet prom. 15/05/2014 pub. 19/06/2014 numac 2014022239 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 15/05/2014 pub. 26/11/2014 numac 2014015209 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Kaderovereenkomst inzake een partnerschap en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Mongolië, anderzijds, gedaan te Ulaanbaatar op 30 april 2013 (2) sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 november 1993 houdende oprichting van de Commissie voor Onrechtmatige Bedingen;
Gelet op de adviezen van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, gegeven op 21 mei 2014 en op 18 juli 2017;
Gelet op de adviezen van de Commissie voor Onrechtmatige Bedingen, gegeven op 22 mei 2014 en op 4 juli 2017;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 mei 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 18 juli 2017;
Gelet op het advies 62.283/1 van de Raad van State gegeven op 8 november 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende de mogelijkheid die Boek XIII van het Wetboek van economisch recht voorziet om de raadgevende commissies die als bevoegdheid hebben het uitbrengen van adviezen met algemene draagwijdte betreffende economische aangelegenheden, te integreren binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, onder de vorm van een bijzondere raadgevende commissie;
Gelet op het akkoord van de Ministerraad, gegeven op 6 oktober 2017;
Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Binnen de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven wordt een bijzondere raadgevende commissie genaamd "Onrechtmatige bedingen" opgericht, hierna genoemd "de Commissie".
Art. 2.§ 1. De leden, bedoeld in artikel XIII.7 van het Wetboek van economisch recht, worden aangeduid als volgt: 1° zes leden benoemd onder de kandidaten voorgesteld door de consumentenorganisaties zetelend in de bijzondere raadgevende commissie "Verbruik";2° vijf leden benoemd onder de kandidaten voorgesteld door de representatieve organisaties zetelend in de bijzondere raadgevende commissie "Verbruik", van de productie, distributie, landbouw en middenstand; 3° een lid benoemd onder de kandidaten voorgesteld door de representatieve organisaties voor de vrije beroepen zetelend in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O; 4° vier permanente leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde, waarvan één een bijzondere deskundigheid bezit inzake de overeenkomsten gesloten tussen de titularissen van vrije beroepen en hun cliënten, voorgesteld door de bijzondere raadgevende commissie Verbruik, met het akkoord van de consumentenorganisaties en van de representatieve organisaties van de productie, distributie, landbouw en middenstand. § 2. De voorzitter wordt benoemd voor een termijn van zes jaar. De ondervoorzitters, de effectieve leden, hun plaatsvervangers en de leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde worden benoemd voor een termijn van vier jaar.
Art. 3.De zittingen zijn niet openbaar.
Art. 4.Het secretariaat wordt waargenomen door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. De FOD Economie en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven sluiten hiertoe een dienstverleningsovereenkomst.
Art. 5.Aan de voorzitter, ondervoorzitters, werkende leden, plaatsvervangende leden en leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde van de Commissie die geen lid zijn van het rijkspersoneel in de zin bepaald door het koninklijk van 2 oktober 1937 houdende statuut van het rijkspersoneel, wordt, per vergadering, een presentiegeld toegekend waarvan het bedrag vastgesteld is als volgt: 120,5 euro aan de voorzitter, en 12,39 euro aan de ondervoorzitters, werkende en plaatsvervangende leden en leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde.
Art. 6.Aan de voorzitter, ondervoorzitters, werkende leden, plaatsvervangende leden en leden befaamd wegens hun wetenschappelijke of technische waarde, die hun hoofdactiviteit hebben buiten de Brusselse agglomeratie, worden de reiskosten terugbetaald die zij hebben gedragen, op dezelfde wijze als door het dagelijks bestuur van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven werd vastgesteld voor de leden van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.
Art. 7.De werkingsmiddelen die in de begroting van de FOD Economie werden voorbehouden voor de Commissie voor Onrechtmatige Bedingen, zullen worden overgeheveld en toegevoegd aan de toelage van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven.
Art. 8.In afwijking van artikel 2, § 2, neemt het mandaat van de voorzitter, zoals toegekend bij het ministerieel besluit van 7 februari 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 07/02/2014 pub. 11/03/2014 numac 2014011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Commissie voor Onrechtmatige Bedingen sluiten tot benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Commissie voor Onrechtmatige Bedingen, een einde op 14 november 2018, en neemt het mandaat van de ondervoorzitter en van de leden, zoals toegekend bij het ministerieel besluit van 7 februari 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 07/02/2014 pub. 11/03/2014 numac 2014011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Ministerieel besluit tot benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Commissie voor Onrechtmatige Bedingen sluiten tot benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de Commissie voor Onrechtmatige Bedingen, een einde op 31 december 2017.
Art. 9.In de artikelen VI.86, § 1, VI.120 en XIV.53, § 1, van het Wetboek van economisch recht, en in artikel 2043quinquies, § 4, van het Burgerlijk Wetboek, worden de woorden "Commissie voor Onrechtmatige Bedingen" vervangen door de woorden "bijzondere raadgevende commissie Onrechtmatige bedingen".
Art. 10.In de artikelen VI.86, § 2, VI.87, XIV.53, § 2, en XIV.54 van hetzelfde Wetboek wordt het woord "Commissie" vervangen door de woorden "bijzondere raadgevende commissie".
Art. 11.Het koninklijk besluit van 26 november 1993 houdende oprichting van de Commissie voor Onrechtmatige Bedingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 juli 2001 en 12 mei 2009, wordt opgeheven.
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018.
Art. 13.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 december 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, K. PEETERS