Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 augustus 2011
gepubliceerd op 05 september 2011

Koninklijk besluit betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2011011326
pub.
05/09/2011
prom.
13/08/2011
ELI
eli/besluit/2011/08/13/2011011326/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 AUGUSTUS 2011. - Koninklijk besluit betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108, Gelet op de wet van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/2006 pub. 15/02/2007 numac 2006021341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, inzonderheid artikel 40, 5°;

Gelet op de wet van 6 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/2010 pub. 12/04/2010 numac 2010011166 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming sluiten betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, inzonderheid de artikelen 10, 11, § 1, a) tot c) en f), 57, § 1, 4° en 133, § 2, 4°; Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, gegeven op 29 april 2011;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 12 mei 2011;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O., gegeven op 26 mei 2011;

Gelet op de adviezen van de Inspectie der Financiën, gegeven op 7 en 15 juni 2011;

Gelet op de goedkeuring van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 14 juli 2011;

Gelet op het advies nr 49.743/1 van de Raad van State, gegeven op 9 juni 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de noodzaak om onverwijld reglementaire maatregelen te nemen die vereist zijn voor de omzetting van de Richtlijn 2010/30/EU en om aldus te vermijden dat het Koninkrijk België in gebreke wordt gesteld door de Europese Commissie wegens niet-omzetting van de genoemde richtlijn op 20 juni 2011;

Op de voordracht van de Minister van Klimaat en Energie en van de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit zet de Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten en tot intrekking van Richtlijn 92/75/EEG - hierna « Richtlijn 2010/30/EU » genoemd - om in Belgisch recht.

Art. 2.Voor de uitvoering van onderstaand besluit, wordt verstaan onder : 1° « energiegerelateerd product », hierna « product » genoemd : elk in de handel gebracht en/of in gebruik genomen goed dat tijdens het gebruik een effect heeft op het energieverbruik, met inbegrip van onderdelen die bedoeld zijn om in onder dit besluit vallende energiegerelateerde producten te worden ingebouwd en die ten behoeve van eindgebruikers in de handel worden gebracht en/of in gebruik worden genomen als losse onderdelen waarvan de milieuprestaties onafhankelijk kunnen worden beoordeeld;2° fiche : een standaardtabel met informatie betreffende een product;3° andere belangrijke hulpbronnen : water, chemische stoffen en alles wat een product bij normaal gebruik voorts verbruikt;4° aanvullende informatie : andere informatie over de prestaties en kenmerken van een product, die verband houdt met het energieverbruik van het product of het verbruik van andere belangrijke hulpbronnen, of die nuttig is om zulks te evalueren, en die is gebaseerd op meetbare gegevens;5° direct effect : het effect van producten die werkelijk energie verbruiken tijdens het gebruik;6° indirect effect : het effect van producten die geen energie verbruiken, maar die bijdragen tot energiebehoud tijdens het gebruik;7° handelaar : een detailhandelaar of andere persoon die producten aan eindgebruikers verkoopt, verhuurt, in huurkoop aanbiedt of voor hen uitstalt;8° leverancier : de fabrikant of zijn officiële vertegenwoordiger in de Europese Unie of de invoerder die het product in de Europese Unie in de handel brengt of in gebruik neemt.Bij gebreke daarvan wordt iedere natuurlijke of rechtspersoon die onder dit besluit vallende producten in de handel brengt of in gebruik neemt, als leverancier beschouwd; 9° in de handel brengen : een product voor het eerst op de markt van de Europese Unie aanbieden, tegen vergoeding of kosteloos, met het oog op de distributie of het gebruik ervan binnen de Europese Unie, ongeacht de verkooptechniek;10° ingebruikneming : het eerste gebruik van een product in de Europese Unie, overeenkomstig het gebruiksdoel;11° onrechtmatig gebruik van het etiket : ieder gebruik van het etiket, anders dan door autoriteiten van een lidstaat of door instellingen van de Europese Unie, op een wijze waarin niet is voorzien in dit besluit, noch in enig uitvoeringshandeling;12° uitvoeringshandelingen : de Europese gedelegeerde verordeningen genomen in toepassing van de Richtlijn 2010/30/EU of de ministeriële besluiten die de andere Europese gedelegeerde handelingen genomen in toepassing van de Richtlijn 2010/30/EU omzetten; 13° bevoegde overheden : de Algemene Directie Energie en de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, en de Algemene Directie Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu; 14° « minister » : de federale Minister bevoegd voor Energie.

Art. 3.Dit besluit biedt een kader voor de informatie van de eindgebruiker, met name door middel van etikettering en verstrekking van standaard productinformatie over het energieverbruik en, waar van toepassing, het verbruik van andere essentiële hulpbronnen tijdens het gebruik, alsmede aanvullende informatie op dat gebied voor energiegerelateerde producten, zodat de eindgebruiker kan kiezen voor efficiëntere producten.

Dit besluit is van toepassing op energiegerelateerde producten met een significant direct of indirect effect op het energieverbruik en, waar van toepassing, op het verbruik van andere essentiële hulpbronnen tijdens het gebruik.

Dit besluit is niet van toepassing op : 1° tweedehandsproducten;2° middelen voor personen- of goederenvervoer;3° het plaatje waarop het vermogen is vermeld of het equivalent daarvan, dat met het oog op de veiligheid op de producten wordt aangebracht.

Art. 4.§ 1. Alle in België gevestigde leveranciers en handelaren moeten aan hun verplichtingen als bedoeld in de artikelen 7 en 8 voldoen.

Met betrekking tot de producten die onder het toepassingsgebied van dit besluit vallen, wordt het aanbrengen van andere etiketten, merktekens, symbolen of opschriften die niet voldoen aan de eisen van dit besluit en van de desbetreffende uitvoeringshandelingen verboden, indien dit tot misleiding of verwarring bij de eindgebruikers over het verbruik van energie of, waar van toepassing, andere essentiële hulpbronnen tijdens het gebruik kan leiden. § 2. Wanneer er vastgesteld wordt dat een product niet voldoet aan de in dit besluit en de uitvoeringshandelingen bepaalde vereisten inzake etikettering en fiches, is de leverancier verplicht ervoor te zorgen dat het product binnen de vier weken na het procesverbaal van vaststelling aan die vereisten voldoet.

Wanneer er een vermoeden bestaat dat een product niet overeenstemt met de in artikel 6 van dit besluit en in de uitvoeringshandeling vereiste informatie, onder andere de informatie vermeld op het etiket of op de fiche, wordt artikel 5 toegepast.

Art. 5.De in het kader van dit besluit en zijn uitvoeringshandelingen vereiste informatie wordt verkregen door middel van metingen in overeenstemming met de uitvoeringshandelingen en geharmoniseerde, door de Europese normalisatieinstellingen (CEN, CENELEC en ETSI) in opdracht van de Europese Commissie en in overeenstemming met Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde normen of, bij gebrek aan een geharmoniseerde norm, andere normen, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt.

Wanneer er een vermoeden bestaat dat een product niet overeenstemt met de informatie onder andere vermeld op het etiket of op de fiche, kan de bevoegde overheid overgaan tot een onderzoek van het betrokken product door middel van metingen op basis van een kosteloze monstername van dit product in een voldoende aantal exemplaren om de evaluatie van de conformiteit toe te laten.

Het onderzoek van de producten wordt aan een conform de bepalingen van artikel 13 erkend laboratorium toevertrouwd.

Indien uit het onderzoek, blijkt dat er niet wordt voldaan aan de vereisten van dit besluit of van een uitvoeringshandeling, wordt daarvan bij een ter post aangetekende brief kennisgeving gedaan aan de leverancier.

Binnen een termijn van een maand na de kennisgeving bedoeld in het vierde lid, kan betrokkene bij een ter post aangetekende brief aan de bevoegde overheid een aanvraag tot een nieuw onderzoek richten op basis van een uitvoerige technische motivering.

Wanneer het resultaat van het nieuw onderzoek bekend is of wanneer betrokkene binnen dertig dagen na de kennisgeving bedoeld in het vierde lid geen nieuw onderzoek heeft gevraagd, neemt de bevoegde overheid de nodige preventieve maatregelen, alsmede maatregelen die gericht zijn op het naleven van de vereisten binnen een precies tijdschema, rekening houdend met het veroorzaakte nadeel.

Wanneer de niet-naleving voortduurt, kan de bevoegde overheid het in de handel brengen van het product verbieden of ervoor zorgen dat het product uit de handel wordt genomen.

De bevoegde overheid geeft er onmiddellijk kennis van aan de Europese Commissie en aan de andere lidstaten.

Art. 6.De informatie over het verbruik van elektrische energie, van andere vormen van energie en, waar van toepassing, van andere belangrijke hulpbronnen tijdens het gebruik, alsmede de aanvullende informatie, overeenkomstig de uitvoeringshandelingen, moet onder de aandacht van de eindgebruikers gebracht worden door middel van een fiche en een etiket dat betrekking heeft op producten die aan eindgebruikers direct of indirect via enige vorm van verkoop op afstand, inclusief via het internet, te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden, dan wel voor hen worden uitgestald.

De onder het eerste lid bedoelde informatie moet slechts verstrekt worden met betrekking tot ingebouwde of geïnstalleerde producten, indien de overeenstemmende uitvoeringshandeling dat zo bepaalt.

Elke energiegerelateerde informatie of informatie over de prijs die voor een specifiek model van energiegerelateerde producten dat onder een uitvoeringshandeling valt via reclame wordt vermeld, moet een verwijzing naar de energie-efficiëntieklasse van het product bevatten.

Elke andere informatiebron betreffende energiegerelateerde producten waarin de specifieke technische parameters van een product beschreven worden, te weten technische handleidingen en brochures van de fabrikant, in gedrukte vorm of online, moet de eindgebruikers de nodige informatie over het energieverbruik verschaffen of een verwijzing naar de energie-efficiëntieklasse van het product bevatten.

Art. 7.§ 1. De leveranciers die in een uitvoeringshandeling behandelde producten in de handel brengen of in dienst stellen, verstrekken een etiket en een fiche overeenkomstig dit besluit en de uitvoeringshandeling;

De leveranciers stellen een technische documentatie op, die toereikend is om te controleren of de informatie op het etiket en de fiche juist is. De technische documentatie moet het volgende omvatten : 1° een algemene beschrijving van het product;2° indien zinvol, de resultaten van uitgevoerde ontwerpberekeningen;3° testrapporten, indien beschikbaar, met inbegrip van die welke opgesteld zijn door bevoegde aangemelde instanties;4° de referenties voor de identificatie van soortgelijke modellen, indien waarden worden gebruikt voor die modellen. Daartoe mogen de leveranciers gebruikmaken van reeds op grond van de wetgeving van de Unie voorgeschreven documentatie. § 2. De leveranciers houden de technische documentatie beschikbaar voor inspectiedoeleinden gedurende een periode van vijf jaar nadat het laatste product in kwestie werd vervaardigd.

De leveranciers stellen op verzoek een elektronische versie van de technische documentatie ter beschikking van de bevoegde overheid en van de Europese Commissie binnen tien werkdagen na ontvangst van het verzoek. § 3. De leveranciers verstrekken gratis de nodige etiketten aan de handelaars met het oog op de etikettering en de productinformatie;

Zonder afbreuk te doen aan de vrije keuze van de leveranciers wat hun systeem voor de levering van etiketten betreft, leveren de leveranciers ten spoedigste de door de handelaars aangevraagde etiketten;

De leveranciers verstrekken naast de etiketten, een fiche met productinformatie;

De leveranciers voorzien alle brochures over het product van een fiche. Indien door de leverancier geen brochures over het product worden verstrekt, voegt hij fiches bij andere schriftelijke informatie die met het product wordt verstrekt. § 4. De leveranciers zijn verantwoordelijk voor de juistheid van de door hen verstrekte etiketten en fiches;

De leveranciers worden geacht hun toestemming te hebben gegeven voor de bekendmaking van de informatie op het etiket of de fiche.

Art. 8.De handelaren brengen de etiketten aan naar behoren, goed zichtbaar en gemakkelijk leesbaar, en stellen de fiche beschikbaar in de productbrochure of in andere schriftelijke informatie die met het product wordt verstrekt wanneer het wordt verkocht aan eindgebruikers;

Wanneer een onder een uitvoeringshandeling vallend product wordt uitgestald, bevestigen de handelaren een passend etiket op de in de overeenstemmende uitvoeringshandeling gespecificeerde, duidelijk zichtbare plaats.

Art. 9.Wanneer de producten te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden door postorderbedrijven, aan de hand van catalogi, via het internet, via telemarketing of op een andere wijze die inhoudt dat de potentiële eindgebruiker het product waarschijnlijk niet uitgestald ziet, wordt in de uitvoeringshandelingen bepaald dat potentiële eindgebruikers de informatie krijgen die op het etiket voor dit product en op de fiche wordt vermeld, alvorens zij het product kopen.

In de uitvoeringshandelingen wordt, waar van toepassing, bepaald op welke wijze het etiket of de fiche of de op het etiket of de fiche vermelde informatie wordt aangebracht of aan de potentiële eindgebruiker ter beschikking wordt gesteld.

Art. 10.Het in de handel brengen of in dienst stellen van producten die onder dit besluit en de geschikte uitvoeringshandeling vallen en eraan voldoen, mogen niet verboden, beperkt of verhinderd worden;

Tenzij het tegendeel wordt bewezen, wordt ervan uitgegaan dat met het etiket of het fiche is voldaan aan de bepalingen van dit besluit en de uitvoeringshandelingen. De bevoegde overheid kan van de leveranciers eisen dat ze bewijzen als bedoeld in artikel 7 overleggen van de juistheid van de op hun etiketten of fiches verstrekte informatie, indien er gegronde vermoedens bestaan dat deze informatie niet juist is.

Art. 11.§ 1. Wanneer een product onder een uitvoeringshandeling valt, kunnen aanbestedende diensten die openbare contracten voor leveringen, werken of diensten sluiten uitvoeringsvoorwaarden opleggen om uitsluitend producten aan te kopen die aan de hoogste prestatieniveaus voldoen en tot de hoogste energie-efficiëntieklasse behoren. Zij kunnen de toepassing van die criteria laten afhangen van de kosteneffectiviteit, de economische haalbaarheid en de technische geschiktheid, en voldoende mededinging. § 2. Lid 1 is van toepassing op contracten waarvan de waarde gelijk is aan of groter is dan de door de Europese Commissie bepaalde drempelbedragen. § 3. De minister kan stimulansen verstrekken voor een product dat onder een uitvoeringshandeling valt. Deze stimulansen nemen dan als doelstelling het hoogste prestatieniveau en de hoogste energie- efficiëntieklasse die in de toepasselijke uitvoeringshandeling is vastgelegd. Fiscale en budgettaire maatregelen worden niet beschouwd als stimulansen voor de toepassing van dit besluit.

Wanneer stimulansen verstrekt worden voor producten, zowel voor eindgebruikers die zeer efficiënte producten gebruiken als voor bedrijven die dergelijke producten aanprijzen en produceren, worden de prestatieniveaus uitgedrukt in klassen als bepaald in de geschikte uitvoeringshandeling, behalve wanneer hogere prestatieniveaus opgelegd worden dan de drempel voor de hoogste energie-efficiëntieklasse in de uitvoeringshandeling. Hogere prestatieniveaus dan de drempel voor de hoogste energie-efficiëntieklasse in de uitvoeringshandeling kunnen opgelegd worden.

Art. 12.§ 1. Details betreffende het etiket en de fiche worden vastgesteld in uitvoeringshandelingen voor ieder soort product.

Dankzij bepalingen in uitvoeringshandelingen betreffende de op het etiket en de fiche verstrekte informatie over het verbruik van energie en van andere essentiële hulpbronnen tijdens het gebruik, kunnen de eindgebruikers hun aankoopbeslissingen met meer kennis van zaken nemen.

Wanneer in een uitvoeringshandeling bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot de energie-efficiëntie en het verbruik van essentiële hulpbronnen van een product, wordt in het ontwerp en de inhoud van het etiket de energie-efficiëntie van het product benadrukt. § 2. De in voorkomend geval door de minister tot stand te brengen uitvoeringshandelingen bevatten met name : 1° de exacte omschrijving van het betrokken soort product;2° de meetnormen en -methoden die moeten worden gebruikt bij het verkrijgen van de in artikel 3, eerste lid, bedoelde informatie;3° de bijzonderheden van de uit hoofde van artikel 7 vereiste technische documentatie;4° de lay-out en inhoud van het in artikel 6 bedoelde etiket, dat altijd goed zichtbaar en gemakkelijk leesbaar moet zijn.Het formaat van het etiket gebruikt als basis de indeling in klassen waarbij gebruik wordt gemaakt van letters van A tot G ; de stappen van de indeling in klassen stemmen overeen met significante energie- en kostenbesparingen vanuit het oogpunt van de eindgebruiker.

Er kunnen drie bijkomende klassen aan de indeling worden toegevoegd indien dat gelet op de technologische vooruitgang nodig is. Die bijkomende klassen zijn A+, A++ en A+++ voor de meest efficiënte klasse; in principe wordt het totale aantal klassen beperkt tot zeven, tenzij er nog meer klassen met producten zijn.

De kleurenschaal bestaat uit niet meer dan zeven verschillende kleuren, van donkergroen tot rood. De kleur van uitsluitend de hoogste klasse is altijd donkergroen. Indien er meer dan zeven klassen zijn, mag uitsluitend de rode kleur worden herhaald.

De indeling in klassen wordt geëvalueerd in het bijzonder wanneer een significant aandeel van de producten op de interne markt in de twee hoogste energie-efficiëntieklassen wordt ingedeeld en wanneer bijkomende besparingen mogelijk worden door de producten verder te differentiëren.

De nadere criteria voor een mogelijke herindeling van producten worden, waar van toepassing, per geval bepaald in de betrokken uitvoeringshandeling; 5° de plaats waar het etiket op het uitgestalde product moet worden aangebracht en de manier waarop het etiket en/of de informatie moeten worden verstrekt wanneer het product op een van de onder artikel 9 vallende wijzen te koop wordt aangeboden.Zo nodig kan in de uitvoeringshandelingen worden bepaald dat het etiket op het product moet worden aangebracht of op de verpakking moet worden afgedrukt, of kunnen de details worden bepaald van de etiketteringsvereisten voor afdrukken in catalogi, voor verkoop op afstand en verkoop via het internet; 6° de inhoud en, zo nodig, het formaat en andere bijzonderheden betreffende de fiche of nadere informatie als aangegeven in artikel 6 en artikel 7, § 2.De op het etiket gegeven informatie moet ook op de fiche staan; 7° de specifieke inhoud van het etiket voor reclamedoeleinden, inclusief, indien aangewezen, de energieklasse en de andere relevante prestatieniveaus van het product in kwestie, in een leesbare en zichtbare vorm;8° de duur van de etiketteringsklasse(n), waar van toepassing, overeenkomstig 4°;9° de mate van nauwkeurigheid van de informatie op het etiket en de fiches;10° de datum voor de evaluatie en de eventuele herziening van de uitvoeringshandeling, rekening houdend met de snelheid van de technologische vooruitgang.

Art. 13.De Europese Commissie wordt in kennis gesteld van de beproevingslaboratoria die voor het uitvoeren van de in artikel 5 genoemde taken zijn aangewezen.

Om erkend te worden en te blijven moeten de beproevingslaboratoria voldoen aan de criteria inzake beproevingslaboratoria en keuringsinstellingen die bepaald zijn in de normen NBN-EN 17025 en volgende die op hen van toepassing zijn.

Art. 14.§ 1. De aanvraag tot erkenning moet worden gericht aan de minister. Bij de aanvraag dienen de stukken te worden gevoegd waaruit blijkt dat het laboratorium voldoet aan de in artikel 13 bedoelde voorwaarden.

De minister bepaalt de datum en de modaliteiten volgens dewelke de beproevingslaboratoria het bewijs moeten leveren dat zij conform zijn met de normen NBN-EN 17025 en volgende die op hen van toepassing zijn en dit door voorlegging van een accreditatiecertificaat die is afgeleverd op basis van de wet van 20 juli 1991 betreffende de accreditatie van certificatie- en keuringsinstellingen alsmede van beproevingslaboratoria en van de uitvoeringsbesluiten ervan. § 2. De aanvraag wordt onderzocht door de in artikel 18 bedoelde ambtenaren, ieder wat hem betreft. De ambtenaren kunnen zich laten bijstaan door deskundigen.

De kosten voortvloeiend uit de prestaties van derden en die betrekking hebben op het onderzoek van de aanvraag rusten op de aanvrager. § 3. Indien het onderzoek bedoeld in § 2 een positief resultaat geeft, leggen de ambtenaren het voorstel van erkenning voor aan de minister die een beslissing neemt.

Indien het onderzoek bedoeld in § 2 een negatief resultaat geeft, wordt de weigering, met opgave van de redenen, bij een ter post aangetekende brief aan het betrokken laboratorium meegedeeld.

Art. 15.De erkenning wordt verleend voor een maximumduur van vijf jaar.

De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning moet ten laatste zes maanden voor de afloop van de erkenningsduur worden ingediend, conform de bepalingen van artikel 14.

Art. 16.Onverminderd de bevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, hebben de ambtenaren vermeld in artikel 18 vrije toegang tot de lokalen van de erkende laboratoria. Zij kunnen alle nuttige documenten en gegevens vragen en onderzoeken die getuigen van de naleving van de bij dit besluit vastgestelde voorwaarden.

Indien dit nodig is, moeten de documenten of een kopie van de documenten die de controle mogelijk maakt, hen worden overhandigd.

Wanneer één of meerdere in het artikel 13 van dit besluit bedoelde criteria niet meer zijn nageleefd, stellen zij een termijn vast die het voor het erkende laboratorium mogelijk maakt zich ernaar te richten. Deze termijn mag geen dertig dagen overschrijden.

Art. 17.De minister kan bij een met redenen omklede beslissing de aan een laboratorium verleende erkenning intrekken: 1° indien deze instantie of dit laboratorium, na afloop van de door de bevoegde ambtenaar vastgestelde termijn om zich te richten naar de in artikel 13 van dit besluit bedoelde criteria, nog altijd niet aan deze criteria voldoet;2° indien dit laboratorium, in de hoedanigheid van erkend laboratorium, activiteiten uitoefent op een gebied waarvoor de erkenning niet wordt verleend. De intrekking van de erkenning wordt aan het erkende laboratorium bij een ter post aangetekende brief ter kennis gebracht.

Art. 18.§ 1. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit, van de gedelegeerde verordeningen en van de andere uitvoeringshandelingen worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de hoofdstukken 8, 9 en 10 van de wet van 6 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/2010 pub. 12/04/2010 numac 2010011166 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming sluiten betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, door de ambtenaren en beambten van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, voor wat artikels 4 en 6 tot 9 betreft. § 2. Overtredingen vastgesteld in het kader van artikel 5 van dit besluit worden opgespoord en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de hoofdstukken 8 en 10 van de wet van 6 april 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/2010 pub. 12/04/2010 numac 2010011166 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming sluiten betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, door de ambtenaren en beambten: 1° van de Algemene Directie Energie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie voor wat de elektrische en brandbaar gas metingen en de metingen van de energieconsumptie waarop de vermeldingen op het etiket steunen betreft; 2° van de Algemene Directie Leefmilieu van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu voor wat de andere metingen betreft.

Art. 19.Het koninklijk besluit van 10 november 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/1996 pub. 05/06/1997 numac 1997022130 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-productinformatie van huishoudelijke apparaten wordt met ingang van 21 juli 2011 ingetrokken.

De juridische bepalingen die niet strijdig zijn met dit besluit, waarbij verwezen wordt naar bepalingen van het koninklijk besluit van 10 november 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/1996 pub. 05/06/1997 numac 1997022130 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten, worden geacht te verwijzen naar de overeenkomstige bepalingen in dit besluit.

De ministeriële besluiten die genomen werden in uitvoering van het koninklijk besluit van 10 november 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/11/1996 pub. 05/06/1997 numac 1997022130 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten en die betrekking hebben op apparaten waarvoor er een gedelegeerde verordening bestaat in het kader van Richtlijn 2010/30/EU, zijn niet meer van toepassing vanaf de datum waarop de relevante bepalingen van deze gedelegeerde verordening moeten worden toegepast.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op de tiende dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 21.De Minister bevoegd voor Energie en Leefmilieu en de Minister bevoegd voor Economie, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 13 augustus 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Klimaat en Energie, P. MAGNETTE Voor de Minister van Ondernemen en Vereenvoudigen, afwezig : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, G. VANHENGEL

^