Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 september 2012
gepubliceerd op 12 september 2012

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2007 tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet van 27 december 2006

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2012022334
pub.
12/09/2012
prom.
07/09/2012
ELI
eli/besluit/2012/09/07/2012022334/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007022660 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet van 27 december 2006 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007009414 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 386, 1° en 2°, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen ) type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003213 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State sluiten tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Sinds 2007 heeft de databank aanvullende pensioenen dankzij de constructieve samenwerking met de stakeholders vaste vorm gekregen. In overleg met de stakeholders en met goedkeuring van de sociale partners in het beheerscomité van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid werd een pragmatische oplossing gezocht en gevonden voor de realisatie van de wettelijke en reglementaire opdrachten zoals voorzien in de artikelen 305 en 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006 en het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007022660 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet van 27 december 2006 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007009414 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 386, 1° en 2°, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen ) type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003213 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State sluiten tot uitvoering van artikel 306 van diezelfde wet.

Een en ander heeft tot gevolg gehad dat het koninklijk besluit nu op een aantal punten moet aangepast worden, teneinde deze consensuele werkwijze beter weer te geven en om ook in de toekomst op dezelfde constructieve wijze te kunnen blijven verder werken.

De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten heeft een advies op het ontwerp van koninklijk besluit op 8 mei 2012 gegeven. Ze stemt in met het ontwerp en vraagt dat een technische aanpassing wordt gemaakt, hetgeen is gebeurd.

Het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is gevraagd geweest. De Commissie heeft echter gemeld dat zij geen advies moet geven.

Commentaar van de artikelen Artikel 1 Artikel 1 van dit besluit wijzigt het artikel 5 van het besluit van 25 april 2007. Artikel 5 is een cruciaal artikel voor de consensuele werkwijze die aan de basis ligt van de databank, vermits dit artikel opsomt welke materies aan de stakeholderwerkgroep moeten worden voorgelegd. In het zesde streepje van dat artikel 5 wordt gesteld dat de werkgroep zich ook dient te buigen over de procedure voor de mededeling van wijzigingen aan de databank. Het verwijst daarbij echter naar artikel 7, tweede lid, dat een deadline oplegt voor de mededeling van dergelijke wijzigingen. Dat artikel 7 ging destijds uit van een jaarlijkse aangiftecyclus gebaseerd op kalenderjaren.

Ondertussen is echter gebleken dat een jaarlijkse aangifte niet voor alle soorten aangiften de meest optimale werkwijze is. Zo zijn er gebeurtenis-gebonden aangiften die niet elk jaar voorkomen. Bovendien kunnen de meeste aangiften op eender welk moment in het jaar voorkomen, zodat een vaste deadline op 31 december, zoals de huidige tekst voorziet, totaal andere effecten kan hebben voor aangiften in het begin van het jaar dan voor aangiften op het jaareinde. Vandaar dat de momenteel geldende aangifte-instructies in andere, meer aangepaste termijnen voor wijzigende aangiften voorzien. Met de voorliggende wijziging wordt het koninklijk besluit daarmee in overeenstemming gebracht.

Artikel 2 Artikel 2 vervangt de eerste paragraaf van het huidige artikel 6. Die paragraaf legt de aangifteplicht voor aangiften betreffende pensioentoezeggingen voor werknemers en bedrijfsleiders bij de werkgever of inrichter, terwijl die voor de overige pensioenregelingen bij de pensioeninstellingen ligt.

Uit de werkzaamheden van de werkgroep (bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007022660 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet van 27 december 2006 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007009414 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 386, 1° en 2°, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen ) type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003213 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State sluiten) is immers duidelijk gebleken dat dit verschil in behandeling in de praktijk weinig relevant is, enerzijds, en dat voor het merendeel van de aangiften de pensioeninstelling de meest aangewezen gegevensbron is, anderzijds.

Het valt zelfs te betwijfelen of inrichters überhaupt rechtsgeldig kunnen beschikken over de persoonlijke informatie over aangeslotenen die nodig is voor sommige aangiften (denk maar aan de stand van de pensioenreserves van een vroegere werknemer).

Bovendien is het in het kader van de in 2009 toegevoegde zesde finaliteit van de databank (nl. RSZ-controle; zie artikel 69 van de Programmawet (1) van 23 december 2009) zelfs noodzakelijk dat de nodige informatie van een andere bron komt dan de inrichter, zo niet wordt elke kruiscontrole op de correcte aangifte van patronale bijdragen op de pensioenpremies en -bijdragen onmogelijk.

Daarom wordt hier nu voorgesteld dat ook het bepalen van de verantwoordelijken voor de diverse aangiften zal gebeuren overeenkomstig de procedure bedoeld in artikel 5, dat wil zeggen in overleg met de stakeholderwerkgroep.

In zijn advies gegeven op 8 mei 2012, duidt de FSMA aan dat als de communicatieverplichting niet meer de verantwoordelijkheid van de werkgever is maar de verantwoordelijkheid van de pensioeninstelling, er voor gezorgd moet worden dat deze adequaat wordt ingevuld/zal ingevuld worden door buitenlandse pensioeninstellingen die pensioenplannen van Belgische werkgevers beheren.

Er dient vooreerst opgemerkt te worden dat het nodige is gedaan geweest op het niveau van de databank om ervoor te zorgen dat zo'n buitenlandse pensioeninstellingen hun aangifte kunnen doen (de procedures zijn aangepast geweest voor de registratie in het UserManagement; de portaaltoepassing voor de aangiften is ook vanuit het buitenland toegankelijk en de meeste teksten zijn ook in het Engels en het Duits beschikbaar).

Bovendien laat het voorgestelde artikel aan de databank toe om op basis van de consensuele procedure bepaald door artikel 5 de verantwoordelijken voor de mededeling aan te duiden. Dankzij die aanpassing beschikt de databank over een grotere flexibiliteit om het meest geschikte aanspreekpunt te identificeren en om dus rekening te houden met bijzondere omstandigheden zoals deze waar het pensioenplan beheerd wordt door een buitenlandse pensioeninstelling.

Artikel 3 Artikel 3 heft het huidige artikel 7 op. Dit sluit aan bij wat gezegd is onder artikel 1. De materies die het huidige artikel 7 regelt, worden bijgevolg voortaan geregeld overeenkomstig de procedure bedoeld in het huidige artikel 5, dat wil zeggen in dialoog met de stakeholderwerkgroep.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Pensioenen, V. VAN QUICKENBORNE

7 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007022660 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet van 27 december 2006 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007009414 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 386, 1° en 2°, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen ) type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003213 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State sluiten tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de Programmawet (I) van 27 december 2006, inzonderheid op artikel 306;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007022660 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet van 27 december 2006 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007009414 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 386, 1° en 2°, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen ) type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003213 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State sluiten tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006;

Gelet op het advies van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten van 8 mei 2012;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, van 22 juni 2012;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, van 5 juli 2012;

Gelet op advies nr. 51.674/1/V van de Raad van State, gegeven op 2 augustus 2012;

Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 25 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 16/05/2007 numac 2007022660 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet van 27 december 2006 type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007009414 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van artikel 386, 1° en 2°, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen ) type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 10/05/2007 numac 2007003213 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing type koninklijk besluit prom. 25/04/2007 pub. 30/04/2007 numac 2007000357 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State sluiten tot uitvoering van artikel 306 van de Programmawet (I) van 27 december 2006 worden in het eerste lid, zesde streepje, de woorden « zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, van dit besluit » geschrapt.

Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt de eerste paragraaf vervangen als volgt: « § 1. De verantwoordelijken voor de mededeling van één of meerdere van de in artikel 3 bedoelde gegevens worden aangeduid overeenkomstig de in artikel 5 bedoelde procedure. »

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 4.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 september 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, V. VAN QUICKENBORNE

^