Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 april 2007
gepubliceerd op 10 mei 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2007003213
pub.
10/05/2007
prom.
25/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/25/2007003213/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Artikel 1, eerste streepje van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, bepaalt dat de overdracht van het deel van het geïnde bedrag van de woonstaatheffing dat aan de woonstaat van de uiteindelijk gerechtigde toekomt moet worden uitgevoerd op de voorlaatste bankwerkdag van elk trimester met betrekking tot de betalingen van het voorgaande trimester.

Deze verplichting om driemaandelijks te storten heeft geen reden van bestaan.

Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3 van artikel 12 van de voornoemde richtlijn of volgens gelijkaardige bepalingen opgenomen in akkoorden gesloten met derde landen of ondergeschikte of verenigde gebieden moet de overdracht van de ingehouden bedragen aan de Staten of gebieden en waar de uiteindelijk gerechtigde zijn woonplaats heeft ten laatste plaatsvinden binnen de 6 maanden die volgen op het einde van het aanslagjaar waarin de staat of het gebied de bronheffing heeft gedaan.

Bijgevolg moet België slechts één jaarlijkse storting uitvoeren vóór 30 juni, wat het totaal van de heffingen verricht door de uitbetalende tussenpersoon gedurende het voorgaande jaar (voorgaand belastbaar tijdperk) betreft Dit koninklijk besluit strekt ertoe de nieuwe periodiciteit van de storting, vastgelegd bij het voormelde koninklijk besluit van 5 augustus 2006, te wijzigen van een driemaandelijkse naar een jaarlijkse storting.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

25 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing, inzonderheid artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter invoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 oktober 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 24 april 2007;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende : - dat het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter uitvoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende moet worden gewijzigd wat de periodiciteit betreft van de overdrachtverrichtingen van de woonstaatheffing naar de verschillende woonstaten van de uiteindelijk gerechtigden; - dat deze wijziging zo snel mogelijk ter kennis moet worden gebracht van de dienst die belast is met de overdracht; - dat dit besluit dus dringend moet worden getroffen;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.- In artikel 1 van het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 ter invoering van artikel 4, § 1, derde lid, tweede streepje, van de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste streepje wordt vervangen als volgt : « - de Federale Overheidsdienst Financiën voert iedere jaar de overdracht van het genoemde deel uit vóór 30 juni met betrekking tot het totaal van de betalingen van het voorgaande jaar;»; 2° in het derde streepje worden de woorden « maand (MM) en » geschrapt.

Art. 2.- Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 17 mei 2004, Belgisch Staatsblad van 27 mei 2004, 2e éditie. Koninklijk besluit van 5 augustus 2006, Belgisch Staatsblad van 17 augustus 2006.

Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989.

Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996, err. 8 oktober 1996.

^