Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 november 2013
gepubliceerd op 29 november 2013

Koninklijk besluit betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen en van de dispositieven Gemeenschapswachten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2013000765
pub.
29/11/2013
prom.
07/11/2013
ELI
eli/besluit/2013/11/07/2013000765/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen en van de dispositieven Gemeenschapswachten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De Regering heeft de eer U het ontwerp van koninklijk besluit dat ertoe strekt het kader van de cyclus 2014-2017 van de strategische veiligheids- en preventieplannen vast te leggen, ter ondertekening voor te leggen.

Het betreft de uitvoering van beslissing van de Ministerraad van 12 juli 2013 en het Regeerakkoord van 11 december 2011.

Dit ontwerp van besluit vervangt het koninklijk besluit van 7 december 20O6 betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen.

Dit koninklijk besluit is verouderd en wordt opgeheven.

Het regeerakkoord van 11 december 2011 preciseert dat het preventiebeleid een prioriteit blijft, alsook de rol van de steden en de gemeenten in de toepassing van dat beleid.

De Regering wil inderdaad dat de strategische veiligheids- en preventieplannen afgestemd worden op de Kadernota Integrale Veiligheid en het nationale veiligheidsplan.

Daarna wenst de Regering, op basis van de evaluatie van de vorige cyclus en de lopende projecten, een nieuw reglementair kader goed te keuren voor 4 jaar met het oog op de stabiliteit van de hele sector en het personeel ervan.

Dankzij deze stabiliteit zou immers gewerkt kunnen worden aan een grotere professionalisering van de verschillende actoren en zou hun expertise op het terrein vergroot kunnen worden.

Bespreking van de artikelen: HOOFDSTUK I.- Definities Artikel 1 definieert hoofdzakelijk de begrippen "lokale veiligheidsdiagnostiek", "algemene doelstelling", "strategische doelstelling" en "operationele doelstelling". HOOFDSTUK II. - Voorwaarden voor het sluiten van een overeenkomst Om te voldoen aan de opmerking van de Raad van State over de vorige cyclus (advies 4 1.173/2/V), stelt artikel 2 de voorwaarden vast waaraan de gemeenten moeten voldoen om een overeenkomst met de Minister van Binnenlandse Zaken te sluiten.

Zo zullen de 102 gemeenten, begunstigd met een veiligheids- en preventiecontract, een strategisch veiligheids- en preventieplan blijven behouden van 1 januari 2014 tot 31 december 2017. Uit artikel 2 blijkt ook de wens om aan andere gemeenten de mogelijkheid te bieden over een dergelijke overeenkomst te beschikken. Dit artikel bepaalt de voorwaarden waaraan deze andere gemeenten moeten voldoen om een overeenkomst te genieten.

Artikel 3 bepaalt de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een dispositief gemeenschapswachten te genieten.

Artikel 4 stelt de basisprincipes voor waarbinnen de door de gemeenten ontwikkelde strategische plannen moeten kaderen en concretiseert de in het Regeerakkoord van 1 december 2011 geformuleerde wens om de strategische veiligheids- en preventieplannen verankerd te zien in de prioriteiten van de Kadernota Integrale Veiligheid en van het nationale veiligheidsplan.

Overigens, kunnen de gemeenten die de wet wensen toe te passen betreffende de gemeentelijke administratieve sancties personeel aanwerven om deze wetgeving toe te passen.

Bovendien, mag deze doelstelling niet als gevolg hebben dat er een afdanking plaatsvindt van preventie- en veiligheidspersoneel dat reeds aangeworven was door de gemeenten die nu een strategisch veiligheids- en preventieplan genieten en die op basis hiervan personeel hebben aangeworven.

De technopreventieve instrumenten sluiten aan op een ruime definitie van technopreventie, met name het geheel van organisatorische, bouwkundige/fysieke en elektronische maatregelen met het oog op het voorkomen van een inbreuk.

Artikel 5 preciseert de verbanden tussen de lokale veiligheidsdiagnostiek, de definiëring van de prioriteiten en de vertaling ervan in doelstellingen binnen de overeenkomst.

Er moet eveneens herinnerd worden aan het belang van de onderlinge afstemming en de complementariteit van de gegevens gebruikt in het kader van de scanning en de analyse door de politiediensten en de gegevens gebruikt door de preventiediensten in het kader van de lokale veiligheidsdiagnostiek.

Artikel 6 concretiseert de wil van de Minister van Binnenlandse Zaken om de supralokale samenwerkingsverbanden in het kader van de criminaliteitspreventie te stimuleren. HOOFDSTUK III. - Financiën Afdeling 1. - Voorwaarden inzake de toekenning van de financiële hulp

Artikel 7 definieert de financiële modaliteiten inzake de toekenning van de financiële hulp en inzake de verdeling van de kredieten. Afdeling 2. - Voorwaarden inzake de aanwending van de toelage

Onderafdeling 1. - Bestemming van de toelage Artikel 8 voert het principe van een globale enveloppe in en geeft daarmee uitdrukking aan de wil van de Regering om de gemeenten meer autonoom te maken wat betreft het financieel beheer van hun strategisch veiligheids- en preventieplan. Daarenboven weerspiegelt het de wens van de Regering de administratieve vereenvoudiging te waarborgen in de opvolging en uitvoering van de overeenkomsten.

Artikel 9 herhaalt en definieert de principes voor de toekenning van de kredieten, het in aanmerking komen en de opportuniteit van de uitgaven.

Artikel 10 nuanceert het principe van de globale enveloppe vermeld in artikel 8 door te preciseren dat er quota voor de personeelskosten, de werkingskosten en de investeringen zullen worden vastgesteld.

Artikel 11 behoeft geen commentaar.

Onderafdeling 2. - Betalingsmodaliteiten Artikel 12 moet begrepen worden als de wil om meer duidelijkheid te scheppen in de modaliteiten inzake storting van de toelage en om de controlelogica te respecteren als voorwaarde voor afsluiting van het saldo.

Artikel 13 behoeft geen commentaar.

Artikel 14 moet begrepen worden als de wil om de strategische veiligheids- en preventieplannen meer resultaatsgericht te zien. Afdeling 3. - Controlemechanisme van de financiële toelage

De artikelen 15 en 16 behoeven geen commentaar. HOOFDSTUK IV. - Evaluatie en opvolging Artikel 17 dringt aan op de verantwoordelijkheid van de gemeente in het kader van de opvolging en de evaluatie van de doelstellingen van de overeenkomst. Zo wordt de nadruk gelegd op de verplichting voor de gemeente om het behalen van de resultaten te verifiëren in verhouding tot de lokale veiligheidsdiagnostiek.

Artikel 18 behoeft geen commentaar. HOOFDSTUK V. - Opheffings- en slotbepaling Artikel 19 geeft de noodzaak weer om het oude reglementaire kader op te heffen om plaats te maken voor de nieuwe oriëntaties opgenomen in het Regeerakkoord van 11 december 2011.

Aangezien dit besluit het kaderbesluit tot regeling van de vorige cyclus van de veiligheids- en preventieplannen opheft, stelt artikel 20 het belang voorop dat overgangsbepalingen het mogelijk maken om de financiële procedure die in deze twee domeinen werd opgestart, af te ronden.

De artikelen 21 en 22 behoeven geen commentaar.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar.

De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

7 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen en van de dispositieven Gemeenschapswachten FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 maart 1994Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/03/1994 pub. 27/01/2015 numac 2015000029 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen type wet prom. 30/03/1994 pub. 07/02/2012 numac 2012000056 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen sluiten houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikel 69, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1994, 25 mei 1999 en 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/2006 pub. 22/12/2006 numac 2006001033 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen sluiten betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen.

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 15 juli 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 17 juli 2013;

Gelet op het advies 53.950/2/V van de Raad van State van 21 augustus 2013 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende het Regeerakkoord van 11 december 2011 dat preciseert dat het preventiebeleid een prioriteit blijft, alsook de rol van de steden en de gemeenten in de toepassing van dat beleid;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van in de Raad vergaderde Minister, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van onderhavig besluit moet worden verstaan onder: 1° gemeente: stad of gemeente die een strategisch veiligheids- en preventieplan geniet of kan genieten.2° administratie: algemene directie veiligheid en preventie van de FOD Binnenlandse Zaken 3° overeenkomst: strategisch veiligheids- en preventieplan afgesloten tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en een gemeente, waarin de doelstellingen bepaald worden die de gemeente moet behalen op het einde van de geldigheidsperiode van 4 jaar van de overeenkomst.4° dispositief gemeenschapswachten: dispositief gemeenschapswachten 346 en/of 90 toegekend aan de gemeenten als aanvulling op het strategisch veiligheids- en preventieplan. 5° lokale veiligheidsdiagnostiek: analyse gerealiseerd in termen van veiligheid m.b.t. een situatie, een toestand - voor een welbepaalde periode en grondgebied - met als doel het beter in kaart brengen van de problemen en uitdagingen, het identificeren van de risicofactoren op het lokale niveau en het helpen bepalen van de acties die tot de verwachte resultaten kunnen leiden rekening houdend met de beschikbare middelen. 6° algemene doelstelling: doelstelling die de finaliteit van het project in zijn geheel beschouwt en die tot uiting komt in de globale impact die bereikt moet worden voor een welbepaalde situatie voor de gehele bevolking in kwestie.7° strategische doelstelling: doelstelling die zich vertaalt in de concretisering van een algemene doelstelling en, door een tussenfase te vormen, de realisatie hiervan in een nabije toekomstvisie vormt.8° operationele doelstelling: doelstelling, realisatie die definieert hoe een strategische doelstelling zal worden bereikt en die er op korte termijn zichtbare en meetbare resultaten van geeft.9° Welvaartsindex : index die stoelt op een studie « fiscale statistiek van de inkomens" van het belastingsjaar 2010 opgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie.10° toewijzingsbeginsel van de kredieten : het feit dat de toegekende kredieten verdeeld worden in categorieën van uitgaven, te weten in personeelskosten, werkingskosten en investeringen.11° in aanmerking komende uitgaven : de vastgestelde uitgaven of voorziene uitgaven door middel van overeenkomst of afwijkend schriftelijk akkoord.12° opportuniteitsbeginsel van de uitgaven : het verband dat kan worden gelegd tussen de uitgave en de realisatie van de in de overeenkomst vastgestelde doelstellingen HOOFDSTUK II.- Voorwaarden voor het sluiten van een overeenkomst

Art. 2.§ . 1. Teneinde begunstigde te zijn van een overeenkomst, moet de gemeente voor het afsluiten van een overeenkomst een lokale veiligheidsdiagnostiek gerealiseerd hebben zoals bepaald in artikel 1, 3°, en aan één van de volgende voorwaarden voldoen: 1° begunstigde zijn van een strategisch veiligheids- en preventieplan op 1 juli 2013; 2° een bevolking hebben van meer dan 30.000 inwoners en behoren tot de gemeenten die een welvaartsindex hebben die lager is dan het Belgisch gemiddelde. § . 2. Indien de beschikbare kredieten worden verhoogd of indien een gemeente niet voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 2, § 1 kan de Minister van Binnenlandse Zaken, een overeenkomst afsluiten met een andere gemeente die voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° een lokale veiligheidsdiagnostiek hebben uitgevoerd zoals bepaald in artikel 1, 3° ; 2° een bevolking hebben met meer dan 10.000 inwoners en behoren tot de gemeenten die beschikken over een welvaartsindex onder het Belgische gemiddelde.

Art. 3.In het kader van de in artikel 2 bedoelde overeenkomst moet de gemeente om van een dispositief Gemeenschapswachten 346 en/of 90 te kunnen genieten, en aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° genieten van een strategisch veiligheids- en preventieplan op 1 juli 2013;2° worden vermeld op de lijst in het koninklijk besluit van 12 juni 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/06/2013 pub. 21/06/2013 numac 2013000417 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de verlenging 2013 van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010 en van de dispositieven Gemeenschapswachten sluiten betreffende de verlenging 2013 van de strategische veiligheids- en preventieplannen 2007-2010 en van de dispositieven Gemeenschapswachten.

Art. 4.De strategische veiligheids- en preventieplannen moeten voldoen aan de volgende doelstellingen : 1° een preventiebeleid ontwikkelen dat voldoet aan de prioriteiten van de kadernota integrale veiligheid, raadpleegbaar op de internetsite van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie en/of het nationale veiligheidsplan dat lopende is;2° de aanwerving van preventie- en veiligheidspersoneel toelaten met het doel het preventiebeleid bedoeld in 1° of de wet van 24 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013000441 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties sluiten betreffende de gemeentelijke administratieve sancties toe te passen;3° de investeringen verzekeren teneinde de openbare ruimte met name door middel van techno-preventieve tools te beveiligen.

Art. 5.§ 1. De gemeenten stellen hun lokale veiligheidsdiagnostiek op en verifiëren de overeenstemming van de gebruikte gegevens met die gebruikt door de politiediensten voor de scanning en de analyse in het kader van de opmaak van de zonale veiligheidsplannen. § 2. Op basis van hun lokale veiligheidsdiagnostiek, en van de in artikel 3, 1° bedoelde prioriteiten, bepalen de gemeenten hun prioriteiten en nemen ze deze over in hun ontwerp van overeenkomsten. § 3. Op basis van een model ter beschikking gesteld door de Administratie, bestaan die ontwerpen van overeenkomsten uit algemene, strategische en operationele doelstellingen en zijn gericht op de te behalen resultaten op het einde van de geldigheidsperiode van de overeenkomst. § 4. Deze ontwerpen van overeenkomsten worden voor analyse en goedkeuring aan de Minister van Binnenlandse Zaken voorgelegd. De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt de praktische modaliteiten voor indiening van de overeenkomsten.

Art. 6.In geval van supralokale samenwerkingsverbanden maakt het preventiewerk geïmplementeerd met één of meerdere gemeenten van eenzelfde zone of van meerdere zones, het voorwerp uit van een samenwerkingsovereenkomst die bijgevoegd wordt aan het strategisch veiligheids- en preventieplan. HOOFDSTUK III. - Financiën Afdeling 1. - Voorwaarden inzake de toekenning van de financiële hulp

Art. 7.§ 1. De toekenning van de financiële toelage is afhankelijk van het afsluiten van een overeenkomst tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en de betrokken stad of gemeente. § 2. Binnen de perken van de beschikbare kredieten wordt die financiële toelage toegekend als tussenkomst in de kosten die voortkomen uit de uitvoering van de overeenkomst en van de dispositieven Gemeenschapswachten Bijkomend contingent 346 en 90. De lijst met de bedragen van deze toelagen bevindt zich in de bijlage bij dit besluit. § 3. De verdeling van de beschikbare kredieten tussen de gemeenten gebeurt op basis: 1° van het huidige bedrag voorzien voor de gemeente in het kader van de strategische plannen in de gevallen bedoeld in artikel 2, § 1, 1° van het huidig besluit; 2° van een bedrag van 71.721,80 euro voor de gemeenten bedoeld in artikel 2, § 1, 2°. Afdeling 2. - Voorwaarden inzake de aanwending van de toelagen

Onderafdeling 1. - Bestemming van de toelage

Art. 8.De voorziene toelagen worden toegekend volgens het principe van jaarlijkse globale enveloppen.

Art. 9.De aanwending van de toelage is onderworpen : - aan het toewijzingsbeginsel van de kredieten, aan het beginsel van het in aanmerking komen van de uitgaven, aan het opportuniteitsbeginsel van de uitgaven voor wat betreft de toelage "strategisch veiligheids- en preventieplan" - aan het toewijzingsbeginsel van de kredieten en aan het beginsel van het in aanmerking komen van de uitgaven voor wat betreft de toelagen Gemeenschapswachten Bijkomende contingent 346 en Dispositief 90.

Art. 10.De modaliteiten voor de verdeling van de kredieten binnen de globale enveloppe worden vastgesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken, die de maximale en minimale quota voor elk van deze drie uitgavencategorieën bepaalt.

Art. 11.De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt de toekennings-, aanwendings- en controlevoorwaarden van de financiële hulp. In geval van niet-naleving van de bepalingen voorzien in het uitvoeringsbesluit kan de Minister van Binnenlandse Zaken het gehele of gedeeltelijke bedrag van de uitgave weigeren.

Onderafdeling 2. - Betalingsmodaliteiten

Art. 12.§ 1. Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten wordt de storting van de verschuldigde toelagen uitgevoerd volgens een voorschot/saldosysteem waarvan het percentage wordt berekend op jaarbasis. § 2. Een voorschot van 80% wordt jaarlijks aan de begunstigde gemeenten gestort volgens een vereffeningsritme bepaald door de Minister van Binnenlandse Zaken voor elke van de desbetreffende toelagen. § 3. Het saldo zal gestort worden na grondige controle van de door de gemeente ingediende uitgaven.

Art. 13.De terugvordering van de niet-verschuldigde bedragen, vastgesteld na grondige controle van de uitgaven, zal gebeuren op bevel van de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn afgevaardigde.

Art. 14.Een verband moet kunnen worden gelegd tussen het waargenomen resultaat en de uitvoering van de overeenkomst. De Minister van Binnenlandse Zaken stelt de eventuele modaliteiten voor de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de ontvangen toelage vast in geval de waargenomen resultaten uitblijven of niet toereikend zijn. Afdeling 3. - Controlemechanismen van de financiële toelage

Art. 15.De gemeenten rechtvaardigen hun uitgaven en dit voor elk jaar dat zij de financiële hulp kregen toegekend.

Art. 16.De administratie voert een grondige controle uit van de onderdelen van het door de gemeenten voorgesteld financieel dossier.

De Minister van Binnenlandse Zaken stelt er de modaliteiten van vast en bepaalt de van toepassing zijnde controlemechanismes. HOOFDSTUK IV. - Evaluatie en opvolging

Art. 17.§ 1. De resultaatsverbintenis die voortvloeit uit de overeenkomst, brengt voor de gemeente de noodzaak met zich mee om regelmatig over te gaan tot de opvolging en de evaluatie van haar doelstellingen. § 2. Op basis van de lokale veiligheidsdiagnostiek en de actualisering ervan, de vaststellingen op het terrein en een gedetailleerde analyse van elke doelstelling, realiseert de gemeente een zelfevaluatie teneinde de uitvoering van de verschillende doelstellingen en resultaten binnen de conventie te verifiëren.

Art. 18.De Minister van Binnenlandse Zaken bepaalt de precieze inhoud en de voorstellingsmodaliteiten van deze evaluatie. HOOFDSTUK V. - Opheffings- en overgangsbepaling

Art. 19.Het koninklijk besluit van 7 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/2006 pub. 22/12/2006 numac 2006001033 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen sluiten betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen wordt opgeheven.

Art. 20.Bij wijze van overgangsmaatregel blijven de modaliteiten voor controle, rechtvaardiging en betaling van de toelage, die zijn goedgekeurd overeenkomstig het koninklijk besluit van 7 december 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/2006 pub. 22/12/2006 numac 2006001033 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen sluiten betreffende de strategische veiligheids- en preventieplannen evenwel van kracht, tot de afwikkeling van de betalingen of terugvorderingen van de niet-verschuldigde saldo's.

Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.

Art. 22.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 november 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken Mevr. J. MILQUET

BIJLAGE: Jaarlijkse bedragen van de aan de steden en gemeenten toegekende toelagen in het kader van het strategisch veiligheids- en preventieplan, van het bijkomend contingent Activa 346 en van het dispositief Activa 90 voor de periode van 01/01/2014 tot 31/12/2017

Ville/commune Stad/gemeente

Montant - Allocation « Plan stratégique de sécurité et de prévention » Bedrag - Toelage "Strategisch veiligheids- en preventieplan"

Aalst/Alost

630.408,79 €

Andenne

58.757,95 €

Anderlecht

760.277,91 €

Anderlues

55.443,96 €

Antwerpen/Anvers

2.405.418,61 €

Arlon/ Aarlen

74.069,98 €

Aubange

45.269,15 €

Auderghem/Oudergem

67.351,24 €

Aywaille

62.243,61 €

Bastogne/ Bastenaken

49.894,34 €

Beauraing

43.985,59 €

Beringen

41.827,89 €

Binche

71.721,80 €

Bilzen

71.721,80 €

Blankenberge

158.493,34 €

Boom

260.994,18 €

Boussu

102.367,64 €

Brugge/Bruges

737.041,50 €

Bruxelles/Brussel

2.462.600,96 €

Charleroi

2.739.790,17 €

Châtelet

336.812,41 €

Ciney

39.021,02 €

Colfontaine

195.667,45 €

Comblain-au-Pont

32.864,63 €

Courcelles

71.721,80 €

Couvin

86.381,76 €

De Haan

87.016,15 €

De Panne/La Panne

96.848,60 €

Diest

122.205,21 €

Dinant

58.672,12 €

Dour

73.608,25 €

Drogenbos

19.836,58 €

Eeklo

68.495,69 €

Etalle

48.891,95 €

Etterbeek

224.325,22 €

Evere

222.134,96 €

Farciennes

58.750,06 €

Flémalle

50.716,17 €

Fléron

129.771,44 €

Fontaine-l'Evêque

202.593,38 €

Forest/Vorst

358.225,58 €

Frameries

88.390,48 €

Geel

32.864,63 €

Genk

1.280.063,18 €

Gent/Gand

2.428.119,29 €

Hasselt

524.412,43 €

Herentals

103.495,33 €

Herstal

71.721,80 €

Heusden-Zolder

32.864,63 €

Houthalen-Helchteren

226.661,48 €

Huy/Hoei

348.384,25 €

Ieper/Ypres

71.721,80 €

Ixelles/Elsene

277.531,57 €

Jette

39.960,26 €

Knokke-Heist

144.195,54 €

Koekelberg

286.743,45 €

Koksijde

79.767,60 €

Kortrijk/Courtrai

517.918,63 €

La Louvière

602.023,32 €

Lanaken

41.827,89 €

Leuven/Louvain

838.634,67 €

Liège/Luik

1.975.693,14 €

Lier/Lierre

305.366,51 €

Lokeren

181.679,43 €

Lommel

71.721,80 €

Maasmechelen

41.329,66 €

Machelen

41.933,46 €

Marche-en-Famenne

59.731,72 €

Mechelen/Malines

810.553,07 €

Menen/Menin

189.821,84 €

Middelkerke

110.527,81 €

Mol

32.441,38 €

Molenbeek-Saint-Jean/ Sint-Jans-Molenbeek

592.354,64 €

Mons/Bergen

1.600.096,49 €

Morlanwelz

78.439,63 €

Mortsel

77.246,83 €

Mouscron/ Moeskroen

65.729,27 €

Namur/Namen

665.828,72 €

Nieuwpoort/Nieuport

50.900,67 €

Nivelles/Nijvel

87.610,08 €

Oostende/Ostende

737.245,73 €

Ottignies-Louvain-la-Neuve

105.419,20 €

Péruwelz

79.811,01 €

Quaregnon

160.453,72 €

Rochefort

38.217,92 €

Roeselare/Roulers

40.831,43 €

Ronse/Renaix

90.520,55 €

Saint-Gilles/ Sint-Gillis

529.169,82 €

Saint-Josse-ten-Noode/ Sint-Joost-ten-Node

531.079,87 €

Sambreville

32.118,76 €

Schaarbeek/Schaerbeek

1.003.093,98 €

Seraing

483.440,91 €

Sint-Niklaas/Saint-Nicolas

369.670,14 €

Sint-Truiden/Saint-Trond

182.955,10 €

Spa

32.864,63 €

Theux

27.387,03 €

Tongeren/ Tongres

39.727,42 €

Tournai/Doornik

497.339,14 €

Tubize/ Tubeke

48.161,87 €

Turnhout

236.131,86 €

Uccle/ Ukkel

167.388,53 €

Verviers

541.892,02 €

Vilvoorde/Vilvorde

228.823,12 €

Visé/ Wezet

32.864,63 €

Walcourt

37.345,77 €

Waremme/ Borgworm

41.827,89 €

Woluwe-Saint-Lambert/ Sint-Lambrechts-Woluwe

71.721,80 €

Wijnegem

34.556,65 €

Zaventem

92.225,39 €

Total/Totaal

35.074.835,12 €


Steden/Gemeenten Villes/Communes

Montant - Allocation « Gardiens de la paix Contingent complémentaire Activa 346 » Bedrag - Toelage "Gemeenschapswachten Bijkomende contingent Activa 346"

Aalst/Alost

55.227,50 €

Anderlecht

69.411,18 €

Antwerpen/ Anvers

106.786,43 €

Auderghem/ Oudergem

22.824,71 €

Blankenberge

10.678,64 €

Boom

16.017,96 €

Boussu

10.678,64 €

Brugge/ Bruges

42.714,57 €

Bruxelles/ Brussel

160.179,64 €

Châtelet

21.357,29 €

Colfontaine

10.678,64 €

Diest

11.412,36 €

Dinant

21.357,29 €

Drogenbos

11.412,36 €

Etterbeek

10.678,64 €

Evere

10.678,64 €

Farciennes

23.191,57 €

Forest/Vorst

21.357,29 €

Genk

64.071,86 €

Gent/Gand

26.696,61 €

Hasselt

32.035,93 €

Huy/Hoei

22.824,71 €

Ixelles/Elsene

21.357,29 €

Knokke-Heist

11.045,50 €

Koekelberg

10.678,64 €

Koksijde

5.339,32 €

Kortrijk/Courtrai

60.199,96 €

La Louvière

57.061,79 €

Leuven/Louvain

45.649,43 €

Liège/Luik

160.179,64 €

Lier/Lierre

22.824,71 €

Lokeren

11.412,36 €

Machelen

10.678,64 €

Mechelen/ Malines

42.714,57 €

Menen/Menin

21.357,29 €

Middelkerke

11.045,50 €

Molenbeek-Saint-Jean/ Sint-Jans-Molenbeek

53.393,21 €

Mons/Bergen

85.429,14 €

Morlanwelz

16.017,96 €

Namur/Namen

34.237,07 €

Péruwelz

22.824,71 €

Quaregnon

10.678,64 €

Ronse/Renaix

11.412,36 €

Saint-Gilles/ Sint-Gillis

58.732,53 €

Saint-Josse-ten-Noode/ Sint-Joost-ten-Node

58.732,53 €

Schaarbeek/ Schaerbeek

53.393,21 €

Seraing

42.714,57 €

Sint-Niklaas/Saint-Nicolas

34.237,07 €

Sint-Truiden/Saint-Trond

21.357,29 €

Tournai/ Doornik

22.824,71 €

Turnhout

12.146,07 €

Uccle/ Ukkel

11.412,36 €

Verviers

32.035,93 €

Vilvoorde/ Vilvorde

12.146,07 €

Zaventem

10.678,64 €


Total/Totaal

1.878.221,20 €


Steden/gemeenten Villes/communes

Montant - Allocation « Gardiens de la paix Dispositif Activa 90 » Bedrag - Toelage « Gemeenschapswachten Dispositief Activa 90 »

Anderlecht

5.706,18 €

Antwerpen/ Anvers

85.592,68 €

Arlon/ Aarlen

5.706,18 €

Brugge/ Bruges

17.118,54 €

Bruxelles/ Brussel

22.824,71 €

Charleroi

62.767,97 €

Genk

28.530,89 €

Gent/Gand

51.355,61 €

Hasselt

11.412,36 €

Kortrijk/Courtrai

11.412,36 €

Lanaken

5.706,18 €

Leuven/Louvain

17.118,54 €

Liège/Luik

51.355,61 €

Maas-mechelen

5.706,18 €

Mechelen/ Malines

17.118,54 €

Molenbeek-Saint-Jean/ Sint-Jans-Molenbeek

5.706,18 €

Mons/Bergen

28.530,89 €

Mouscron/ Moeskroen

5.706,18 €

Namur/Namen

11.412,36 €

Oostende/Ostende

17.118,54 €

Roeselare/ Roulers

11.412,36 €

Sambreville

5.706,18 €

Schaarbeek/ Schaerbeek

11.412,36 €

Seraing

5.706,18 €

Sint-Niklaas/Saint-Nicolas

5.706,18 €

Tournai/ Doornik

5.706,18 €


Total/Totaal

513.556,08 €


Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 7 november 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

^