Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 maart 2009
gepubliceerd op 13 maart 2009

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en de meewerkende echtgenoten

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2009022112
pub.
13/03/2009
prom.
01/03/2009
ELI
eli/besluit/2009/03/01/2009022112/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 MAART 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en de meewerkende echtgenoten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoordineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, inzonderheid op artikel 9, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, en artikel 94, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 juni 2007;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen, gegeven op 26 januari 2009;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 januari 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris Begroting, gegeven op 15 januari 2009;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat momenteel verkeert de gehele wereld, maar in belangrijke mate ook België in een economische en financiële crisis.

Met het herstelplan heeft de regering op 11 december 2008 een aantal maatregelen aangekondigd die op korte termijn het vertrouwen moeten herstellen en zorgen voor meer zekerheid op lange termijn. In het Europees herstelplan, dat door de Commissie is aangekondigd op 26 november 2008, worden de regeringen van de lidstaten aangemaand om maatregelen te nemen die doelgericht, slagvaardig en tijdelijk zijn en snel kunnen worden ingevoerd, De maatregelen die de regering heeft aangekondigd maken deel uit van deze aanbeveling. Ze moeten zowel de gezinnen als de bedrijven helpen om deze moeilijke periode te overwinnen;

Gelet op het feit dat in het licht van de Europese aanbeveling de regering het uitermate nodig acht om alle maatregelen die in het herstelplan van 11 december 2008 staan, zo snel mogelijk een reglementaire basis te geven. De meeste van deze maatregelen. treden effectief in werking vanaf 1 januari 2009 of moeten op zijn minst vanaf die datum een gunstige invloed hebben op de economie;

Gelet op het feit dat de regering ook een krachtig signaal wenst te geven aan de economische actoren en aan de bevolking door alle maatregelen samen door te voeren, ook deze die op een latere datum in werking treden. Het herstelplan vormt voor de regering immers een één en ondeelbaar geheel.

Gelet op het advies nr. 45.869/1 van de Raad van State, gegeven op 27 januari 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 9, § 1, 3°, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en de meewerkende echtgenoten, vervangen bij het koninklijk besluit van 21 december 2006, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 3° voor de niet onder 1° en 2° bedoelde gerechtigde, is het dagbedrag gelijk aan 22,4220 euro. Dit bedrag wordt met ingang van 1 september 2007 verhoogd tot 22,8704 euro en met ingang van 1 december 2007 tot 23,7222 euro. Dit bedrag wordt met ingang van 1 augustus 2009 verhoogd tot 24,3153 euro. »

Art. 2.In artikel 94, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 juni 2007, wordt het bedrag « 302,18 » vervangen door het bedrag « 308,22 ».

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2009.

Art. 4.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de Minister bevoegd voor de Zelfstandigen, zijn ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 1 maart 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE

^