gepubliceerd op 17 juni 2016
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, ter uitvoering van de tax-shift
1 JUNI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/07/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002022549 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, ter uitvoering van de tax-shift
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, artikel 35, § 5, A en D vervangen bij de wet van 22 december 2003 en laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 april 2010;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/07/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002022549 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 januari 2016;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 4 februari 2016;
Gelet op het advies nr. 1.977 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 3 maart 2016;
Gelet op het advies nr. 59.160/1 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk en de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 18 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/07/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002022549 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, vervangen bij het koninklijk besluit van 24 juni 2013, wordt vervangen als volgt : « Bovendien worden 4 170 werknemers van de diensten van de gemeenschappen beschouwd als vallende onder de toepassing van dit besluit, omdat zij bevoegd zijn voor jeugdbescherming, voor kinderopvang of voor sport en cultuur. Die werknemers worden geacht te voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 2. De verdeling van deze 4.170 werknemers gebeurt als volgt : 1° 1 711 van de Vlaamse Gemeenschap;2° 2 375 van de Franse Gemeenschap;3° 84 van de Duitstalige Gemeenschap.»
Art. 2.In artikel 2, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 maart 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/2015 pub. 08/04/2015 numac 2015201555 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1°. In § 2/1 worden de woorden "- 27,84 euro vanaf 1 januari 2017" en de woorden "- 41,76 euro vanaf 1 januari 2019" geschrapt. 2°. Er wordt een paragraaf 2/2. ingevoegd, luidende : « § 2/2. De vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in § 2, eerste lid, wordt per werknemer en per trimester vermeerderd met : - 48,41 euro vanaf 1 april 2016; - 69,84 euro vanaf 1 januari 2018; - 87,22 euro vanaf 1 januari 2019; - 108,65 euro vanaf 1 januari 2020.
Het vorige lid is niet van toepassing op de werkgevers bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, d en e.
In afwijking van het eerste lid, wordt voor het fonds als bedoeld in artikel 35, § 5, C, 2° van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten de vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in § 2, eerste lid, per werknemer en per trimester vermeerderd met : - 45,70 euro vanaf 1 april 2016; - 65,44 euro vanaf 1 januari 2018; - 81,44 euro vanaf 1 januari 2019; - 101,18 euro vanaf 1 januari 2020. »
Art. 3.In artikel 2bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 13 september 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/09/2004 pub. 21/09/2004 numac 2004202817 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector type koninklijk besluit prom. 13/09/2004 pub. 11/10/2004 numac 2004202816 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot vaststelling, voor het tweede semester 2004, van de dotaties bedoeld in Titel IV van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten en gewijzigd bij koninklijke besluiten van 18 juli 2005, 28 februari 2007, 19 maart 2014 en 27 maart 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 2/1 worden de woorden "- 27,84 euro vanaf 1 januari 2017" en de woorden "- 41,76 euro vanaf 1 januari 2019" geschrapt.2° Er wordt een paragraaf 2/2.ingevoegd, luidende: « § 2/2. De vermindering van de werkgeversbijdragen als bedoeld in § 2, wordt per werknemer en per trimester vermeerderd met : - 48,41 euro vanaf 1 april 2016; - 69,84 euro vanaf 1 januari 2018; - 87,22 euro vanaf 1 januari 2019; - 108,65 euro vanaf 1 januari 2020. »
Art. 4.In artikel 6, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij koninklijk besluit van 27 maart 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/2015 pub. 08/04/2015 numac 2015201555 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 2/1 worden de woorden "- 27,84 euro vanaf 1 januari 2017" en de woorden "- 41,76 euro vanaf 1 januari 2019" geschrapt.2° Er wordt een paragraaf 2/2 ingevoegd, luidend als volgt: « § 2/2.Het bedrag van de opbrengsten van de bijdragevermindering als bedoeld in § 2, wordt per werknemer en per trimester vermeerderd met : - 48,23 euro vanaf 1 april 2016; - 69,65 euro vanaf 1 januari 2018; - 87,02 euro vanaf 1 januari 2019; - 108,44 euro vanaf 1 januari 2020.
Het vorige lid is niet van toepassing op de werkgevers bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, d en e.
In afwijking van het eerste lid, wordt voor het fonds als bedoeld in artikel 35, § 5, C, 2° van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten de opbrengsten van de bijdragevermindering als bedoeld in § 2 per werknemer en per trimester vermeerderd met: - 45,52 euro vanaf 1 april 2016; - 65,25 euro vanaf 1 januari 2018; - 81,25 euro vanaf 1 januari 2019; - 100,98 euro vanaf 1 januari 2020. » 3°. Er wordt een § 2/3 ingevoegd, luidend als volgt : « § 2/3. Het plafond van de tussenkomst bedoeld in artikel 12, vierde lid, is niet van toepassing op de bijkomende tewerkstelling gerealiseerd met de opbrengst van de vermeerderingen van bijdrageverminderingen zoals vermeld in de vorige paragrafen. Deze bijkomende tewerkstelling moet streven naar een financiering aan 100 % van de werkelijke loonkost, zoals bedoeld in artikel 12, eerste tot derde lid en artikel 13, behoudens afwijking bij unanieme beslissing van het beheerscomité van het Fonds sociale Maribel. » 4°. Paragraaf 5/1 wordt vervangen als volgt : « § 5/1. Het bedrag van de opbrengsten van de bijdragevermindering als bedoeld in § 5, eerste lid, wordt per werknemer en per trimester vermeerderd met : - 13,92 euro vanaf 1 januari 2016; - 48,23 euro vanaf 1 april 2016; - 69,65 euro vanaf 1 januari 2018; - 87,02 euro vanaf 1 januari 2019; - 108,44 euro vanaf 1 januari 2020.
Het plafond van de tussenkomst bedoeld in artikel 12, vierde lid, is niet van toepassing op de bijkomende tewerkstelling gerealiseerd met de opbrengst van deze vermeerderingen van bijdrageverminderingen als bedoeld in het vorige lid. Deze bijkomende tewerkstelling moet streven naar een financiering aan 100 % van de werkelijke loonkost, zoals bedoeld in artikel 12, eerste tot derde lid en artikel 13, behoudens afwijking bij unanieme beslissing van het beheerscomité van het Fonds sociale Maribel. »
Art. 5.In hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/2015 pub. 08/04/2015 numac 2015201555 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten, wordt een artikel 21/1 ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 21/1.Uiterlijk op 30 april van het jaar n, moeten de sectorale Fondsen sociale Maribel, aan de minister bevoegd voor Werkgelegenheid en de minister bevoegd voor Sociale Zaken een rapport bezorgen met betrekking tot de toewijzingen in het jaar n-1. Dit rapport moet minstens de volgende informatie bevatten : a) een overzicht van het aantal werknemers dat tewerkgesteld was op 1 januari van het jaar n en met middelen sociale of fiscale Maribel gefinancierd werd, uitgedrukt in eenheden en in VTE;b) een overzicht van de bijkomende tewerkstelling gecreëerd in het jaar n-1, uitgedrukt in eenheden en in VTE, en de daarvoor aangewende middelen;c) een overzicht van de middelen die in de sector werden aangewend ter financiering van bijkomende tewerkstelling en/of de financiering van opleidingsprojecten zoals bedoeld in artikel 4;d) een overzicht van de middelen die werden geïnd in toepassing van artikel 13, zesde en zevende lid;e) een overzicht van de middelen die werden aangewend ter financiering van de verhoging van de tussenkomsten zoals bedoeld in artikel 49, tweede lid en het aantal betrokken werknemers, uitgedrukt in eenheden en in VTE;f) een overzicht van de middelen die werden aangewend ter financiering van de verhoging van de tussenkomsten zoals bedoeld in artikel 49/1 en het aantal betrokken werknemers, uitgedrukt in eenheden en in VTE, en de vooraf bepaalde criteria en modaliteiten die aan de basis liggen van deze beslissingen.»
Art. 6.In artikel 49 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 22 mei 2014 en 27 maart 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « De bijdrageverminderingen, die worden toegekend met toepassing van de artikelen 2, § 2, § 2/1 en § 2/2, en 2bis, § 2, § 2/1 en § 2/2, moeten integraal aangewend worden voor de financiering van bijkomende tewerkstelling.» 2° tussen het eerste en het tweede lid, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt : « De financiering van de tewerkstelling gefinancierd met de bijdrageverminderingen die worden toegekend met toepassing van de artikelen 2, § 2 en § 2/1, en 2bis, § 2 en § 2/1, gebeurt ten belope van een financieringsniveau dat duurzame en stabiele banen waarborgt, door geleidelijk het niveau van de tussenkomsten voor de banen sociale Maribel, andere dan die bedoeld in artikel 6, § 2/3, te verhogen.» 3° het laatste lid wordt vervangen als volgt : « In afwijking van het eerste en tweede lid, wordt de sector van de beschutte werkplaatsen per werknemer en per trimester vrijgesteld van de verplichting de bijdrageverminderingen integraal aan te wenden voor de financiering van bijkomende tewerkstelling ten belope van een bedrag van : - 245,51 euro in 2014 en 2015; - 252,47 euro in het eerste trimester van 2016; - 269,63 euro in het tweede, derde en vierde trimester van 2016 en in 2017; - 280,34 euro in 2018; - 289,02 euro in 2019; - 299,73 euro vanaf het eerste trimester 2020. »
Art. 7.In hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/2015 pub. 08/04/2015 numac 2015201555 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten, wordt een artikel 49/1 ingevoegd, luidend als volgt : "
Art. 49/1.In afwijking van artikel 49, mag de opbrengst van de vermeerdering van de bijdragevermindering zoals bedoeld in artikel 6, § 2/2 en § 5/1, voor maximaal X percent aangewend worden voor het in stand houden van bedreigde banen, waarbij X gelijk is aan het resultaat van de volgende formule : (K - M) x 100/K waarbij K gelijk is aan de totale reële loonkost, berekend overeenkomstig artikel 12, tweede en derde lid, in het jaar n-2 van alle werknemers van het betrokken fonds die met middelen Sociale Maribel gefinancierd worden en M gelijk is aan de totale tussenkomst in de reële loonkost voor dezelfde periode en dezelfde werknemers die gefinancierd is met middelen sociale Maribel.
Voor toepassing van het vorige lid wordt een baan als bedreigde baan beschouwd als cumulatief voldaan is aan de volgende voorwaarden : - het betreft een baan die gefinancierd wordt vanuit de opbrengst van de bijdrageverminderingen bedoeld in artikel 6 en 6bis; - er wordt vastgesteld dat er sprake is van een daling van het arbeidsvolume, en deze arbeidsvolumedaling bedraagt minstens 3 % van de totale tewerkstelling bij deze werkgever; - de financiële tussenkomst vanuit de sociale Maribel voor die baan bedraagt, ingevolge de toepassing van artikel 12, vierde lid, maximaal 75 % van de gemiddelde werkelijke loonkost van de 4 voorafgaandelijke kwartalen, zoals bedoeld in artikel 12, eerste tot derde lid.
De werkgever bij wie banen bedreigd zijn in de zin van het vorige lid, kan bij het bevoegde Fonds Sociale Maribel een gemotiveerde aanvraag indienen om aanspraak te maken op de toepassing van het eerste lid.
Op basis van de hierboven bepaalde voorwaarden neemt het bevoegde Fonds Sociale Maribel een gemotiveerde beslissing over de aanvraag van de werkgever. Het bevoegde Fonds Sociale Maribel bepaalt daarbij voor elk van de bedreigde banen, op basis van vooraf bepaalde criteria en modaliteiten, het maximumbedrag van de tussenkomst, zonder dat deze de werkelijke loonkost mag overschrijden. »
Art. 8.In artikel 50 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 1 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/09/2006 pub. 11/09/2006 numac 2006012192 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten, worden de woorden "het arbeidsvolume van het afgelopen jaar met het arbeidsvolume van het jaar 2005" telkens vervangen door de woorden "het gemiddelde van de arbeidsvolumes uit jaar (n-3) en (n-2) met het arbeidsvolume van het jaar van de laatste toekenning".
Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.
Art. 10.De minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Ciergnon, 1 juni 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE BLOCK