Etaamb.openjustice.be
Decreet van 27 mei 2004
gepubliceerd op 30 juli 2004

Decreet tot invoering van een belasting op de afgedankte bedrijfsruimten

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004202463
pub.
30/07/2004
prom.
27/05/2004
ELI
eli/decreet/2004/05/27/2004202463/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MEI 2004. - Decreet tot invoering van een belasting op de afgedankte bedrijfsruimten (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Er wordt ten bate van het Waalse Gewest een jaarlijkse belasting op de afgedankte bedrijfsruimten geheven, in de voorwaarden en op de wijze bepaald bij dit decreet. HOOFDSTUK II. - Belastbaar feit

Art. 2.Belastbaar feit is de instandhouding, in de zin van artikel 7, §§ 2 en 3, van afgedankte bedrijfsruimten.

Onder « afgedankte bedrijfsruimte » wordt een kadastraal perceel of een geheel van kadastrale percelen verstaan die volgende voorwaarden vervullen : a. het kadastrale perceel of het geheel van kadastrale percelen moet een oppervlakte van meer dan 5 000 m2 hebben, na aftrek van de oppervlakten opgesomd in artikel 3;b. er moet zich op dat kadastrale perceel of op dat geheel van kadastrale percelen minstens één bebouwd goed bevinden; Als bebouwd goed wordt elk bouwwerk beschouwd dat in de grond ingebouwd is; c. het kadastrale perceel of het geheel van kadastrale percelen dient gebruikt te zijn voor een economische activiteit van industriële, ambachtelijke, tuinbouw-, handels- of dienstverlenende aard;d. wordt geen enkele economische activiteit meer in minstens één bebouwd goed uitgeoefend, zonder dat dat bebouwd goed voor een woonfunctie is bestemd in de zin van artikel 2, 1°, van het decreet van 19 november 1998 tot invoering van een belasting op de verlaten woningen in het Waalse Gewest. De activiteit van elke natuurlijke of elke rechtspersoon die de wetsbepalingen niet in acht neemt die de uitoefening van zijn activiteit regelen, wordt, in de zin van deze voorwaarde, niet als uitgeoefend beschouwd.

Indien de afgedankte bedrijfsruimte één of meerdere bebouwde goeden bevat waar geen enkele economische activiteit meer uitgeoefend wordt en één of meerdere bebouwde goeden waar er nog een economische activiteit uitgeoefend wordt, is de site enkel belastbaar indien de totale grondoppervlakte van de bebouwde goeden waar er geen enkele economische activiteit meer georganiseerd wordt, 50 p.c. van de totale grondoppervlakte van het geheel van de bebouwde goeden te boven gaat; e. minstens één bebouwd goed waar er geen enkele economische activiteit meer georganiseerd wordt, dient één of meer gebreken te vertonen. De gebreken, in de zin van dit decreet, zijn beschadigingen aan de buitenmuren, omheiningen, schoorstenen, daken, dakgebinten, buitenschrijnwerkerij, daklijsten of -goten. HOOFDSTUK III. - Vrijstellingen

Art. 3.Van de belasting vrijgesteld zijn de oppervlakten met betrekking tot : 1° de steenbergen in de zin van de Waalse decreetgeving betreffende de valorisering van de steenbergen;2° de technische ondergravingscentra zoals omschreven in artikel 2, 18°, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;3° de afgedankte bedrijfsruimten waarvoor de Waalse Regering bij bemiddeling van een operator de vernieuwingswerken doorvoert;4° de sites waarvan de activiteiten gericht zijn op de delving en de valorisatie van massa's ondergrondse of bovengrondse minerale of fossiele stoffen;5° in onbruik geraakte spoorlijnen. De bebouwde aanhorigheden van de sites bedoeld in de punten 1° en 4° zijn niet van belasting vrijgesteld. HOOFDSTUK IV. - Aanslagvoet

Art. 4.De aanslagvoet wordt vastgesteld op 550 euro per are bebouwde grondoppervlakte en op 70 euro per are onbebouwde oppervlakte. Elk breukdeel van een are wordt als één eenheid geteld.

De aanslagvoeten worden aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen.

De door de Regering aangewezen dienst maakt uiterlijk op 30 september de aanslagvoeten van de te innen belasting die gelden voor de aanslagperiode die het daaropvolgende jaar aanvangt, in dezelfde verhouding aangepast als de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen tussen de maanden juni van het vorige en het lopende jaar, in het Belgisch Staatsblad bekend. HOOFDSTUK V. - Belastingplichtige

Art. 5.Belastingplichtig is de eigenaar of de houder van het zakelijk genotsrecht op het geheel of een deel van een afgedankte bedrijfsruimte, op datum van de tweede vaststelling bedoeld in artikel 7, § 2, tweede lid, of van elke zoals in artikel 7, § 3, tweede lid, bedoelde jaarlijkse vaststelling die later dan eerstgenoemde vaststelling plaatsvindt. HOOFDSTUK VI. - Aanslagprocedure

Art. 6.Het belastbare tijdperk is het jaar waarin een tweede vaststelling bedoeld in artikel 7, § 2, tweede lid, of een zoals in artikel 7, § 3, tweede lid, bedoelde jaarlijkse vaststelling die later dan eerstgenoemde vaststelling plaatsvindt, waarbij het bestaan van een in stand gehouden afgedankte bedrijfsruimte wordt vastgesteld, worden opgemaakt.

In afwijking van artikel 19, tweede lid, van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen valt het aanslagjaar voor de belasting op de afgedankte bedrijfsruimten in het Waalse Gewest samen met het belastbare tijdperk.

De belasting kan ingekohierd worden tot op 30 juni van het jaar volgend op het jaar waarin de tweede vaststelling of, in voorkomend geval, elke jaarlijkse vaststelling die later dan eerstgenoemde vaststelling plaatsvindt, verricht zijn.

Art. 7.§ 1. De door de Regering aangewezen ambtenaren maken een vaststelling op waarbij het bestaan van een afgedankte bedrijfsruimte vastgesteld wordt.

Binnen een termijn van zestig dagen geven de door de Regering aangewezen ambtenaren bij ter post aangetekend schrijven kennis van de vaststelling aan de eigenaar of de houder van het zakelijk genotsrecht op het geheel of het deel van de site.

De eigenaar of de houder van het zakelijk genotsrecht op het geheel of het deel van de site kan schriftelijk zijn opmerkingen en bedenkingen aan de door de Regering aangewezen ambtenaren laten geworden, binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de kennisgeving bedoeld in het tweede lid.

Indien de termijnen bedoeld in het tweede en het derde lid op een zaterdag, een zondag of een feestdag verstrijken, wordt die termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. § 2. Er wordt ten minste twaalf maanden na het opmaken van de vaststelling bedoeld in § 1 een tweede vaststelling opgemaakt.

Indien er ten gevolge van de controle bedoeld in het eerste lid een tweede vaststelling wordt opgemaakt waarbij het bestaan van een afgedankte bedrijfsruimte wordt vastgesteld, wordt de afgedankte bedrijfsruimte beschouwd als in stand gehouden in de zin van artikel 2. § 3. Jaarlijks wordt er ten minste twaalf maanden na het opmaken van de voorgaande vaststelling een controle uitgevoerd.

Indien er een nieuwe vaststelling wordt opgemaakt waarbij het bestaan van een afgedankte bedrijfsruimte wordt vastgesteld, wordt de afgedankte bedrijfsruimte beschouwd als in stand gehouden in de zin van artikel 2. § 4. De Regering stelt het model van de vaststellingen bedoeld in de §§ 1 tot en met 3 vast.

Art. 8.Om het bestaan van een afgedankte bedrijfsruimte vast te stellen, mogen de ambtenaren bedoeld in artikel 7, § 1, eerste lid, alle al dan niet bebouwde onroerende goeden bedoeld bij dit decreet te allen tijde, na voorafgaandelijke verwittiging, vrij betreden.

Bewoonde gebouwen en lokalen mogen zij evenwel enkel betreden van vijf uur 's ochtends tot negen uur 's avonds, uitsluitend met de machtiging van de politierechter, behoudens instemming van de bewoner.

De processen-verbaal die door die ambtenaren zijn opgesteld, hebben bewijskracht totdat het tegendeel bewezen is.

De door de Regering beëdigde ambtenaren kunnen bij de uitoefening van hun ambt om de bijstand van de politiediensten verzoeken.

Op eenvoudig verzoek van bovenbedoelde ambtenaren is elke persoon ertoe gehouden alle inlichtingen, boeken en stukken die voor de heffing van de belasting nodig zijn, voor te leggen. De ambtenaren mogen er afschrift van nemen.

De Regering stelt de wijze vast waarop de voorafgaandelijke verwittiging bedoeld in het eerste lid geschiedt. HOOFDSTUK VII. - Opschorting van de eisbaarheid van de belasting

Art. 9.§ 1. De eisbaarheid van de belasting en de verjaring van de invordering ervan worden opgeschort voor de te vernieuwen afgedankte bedrijfsruimten waarvoor een besluit geldt als bedoeld in artikel 168, § 1, eerste lid, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium. Die opschorting gaat in te rekenen van het jaar van dat besluit. § 2. De opschorting betreft de belastingen die verschuldigd zijn vanaf het belastbaar tijdperk waarin de beslissing bedoeld in § 1 getroffen is. § 3. Indien er binnen de wettelijke termijn geen vernieuwingsproject als bedoeld in artikel 169/10 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium wordt medegedeeld, worden de belastingen bedoeld in § 2 eisbaar en begint de verjaring opnieuw te lopen op de datum van de aanvankelijke opschorting bedoeld in § 1. § 4. Wanneer de vernieuwing voltooid is, worden de belastingen bedoeld in § 2 ontheven. § 5. Indien de voorwaarden van het vernieuwingsproject zoals aangenomen door de Regering niet in acht worden genomen, worden de belastingen bedoeld in § 2 eisbaar en begint de verjaring opnieuw te lopen op de datum van de aanvankelijke opschorting bedoeld in § 1. § 6. In de gevallen bedoeld in de paragrafen 3 en 5 en in afwijking van de artikelen 29 en 30, eerste lid, van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen zijn de wettelijke nalatigheidsintresten verschuldigd vanaf de dag waarop elke belasting eisbaar zou zijn geweest indien de opschorting geen gevolg zou hebben gehad. HOOFDSTUK VIII. - Slot- en opheffingsbepalingen

Art. 10.Het decreet van 19 november 1998 tot invoering van een belasting op afgedankte bedrijfsruimten in het Waalse Gewest wordt opgeheven.

Art. 11.Dit decreet treedt in werking de dag van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen dit decreet af en bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 27 mei 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Ph. COURARD _______ Nota (1) Zitting 2003-2004. Stukken van de Raad 699 (2003-2004), nrs. 1 tot en met 4.

Volledig verslag, openbare vergadering.

Bespreking. Stemming.

^